donderdag 15 september 2011

Primus



Primus

Heeft opnieuw de wind in de zeilen

Deze Amerikaanse band werd opgericht in 1984 door bassist/zanger Les Claypool. De eerste bezetting bestond naast Claypool uit gitarist Todd Huth en drummer Jay Lane. Nog voor de release van een eerste album werden beide laatste respectievelijk vervangen door Tim Alexander en Larry LaLonde. Les en Larry bleven samen aan boord tot Claypool het in 2001 welletjes vond en Primus voor onbepaalde tijd op non-actief zette. Het toeval wil nu dat vooral onder impuls van LaLonde Les Claypool kon overtuigd worden om nog eens een Primus plaat te maken. Men had nog nood aan een drummer en als derde man werd trommelaar van het eerste uur Jay Lane ingehaald. Op 13 september verschijnt ‘Green Naugahyde’ hun nieuwe studioschijf. Eindelijk kan je zeggen, want het is geleden van de bij ‘Animals Should Not Try to Act Like People’ bijgeleverde bonus ep dat nieuw songmateriaal van Primus het daglicht ziet. Tijd dus om nog eens een stand van zaken te geven en wie kan je dan beter als gesprekspartner hebben dan frontman Les Claypool.
Paul Van de gehuchte

De Primus pot staat op de stoof
Les Claypool is iemand die moeilijk stil kan zitten. De man kan nu al bogen op een rijke muzikale carrière. Naast Primus bracht hij een paar solo albums uit en creëerde voor zichzelf meerdere, muzikale uitlaatkleppen als Sausage, Oysterhead, Colonel Les Claypool's Fearless Flying Frog Brigade, Colonel Claypool's Bucket Of Bernie Brains en Les Claypool’s Fancy Band. Daarnaast schreef hij soundtracks en thema nummers voor films, televisie en video’s, regisseerde de mockumentary ‘Electric Apricot: Quest For Festeroo’ en schreef de novelle ‘South Of The Pumphouse’. We vroegen hem op welke sport van de ladder Primus staat.
Les: ‘Vandaag beschouw ik Primus als mijn voornaamste project, maar morgen misschien al niet meer.  Mijn grootste bekommernis als Les Claypool is het opvoeden van mijn kinderen en op het land rijden met mijn tractor, begrijp je. Primus is mijn ‘Indiana Jones’. (lacht) In de jaren negentig maakte ik Primus elpees. Het vorige decennium was ik solo actief en bezig met andere projecten en nu maak ik opnieuw een Primus album. Ik concentreer me altijd op waar ik op het moment zelf mee bezig ben, want dat is nodig om elk ontwerp tot een goed einde te brengen. Je tijdsbestek op deze planeet is beperkt en soms voel je de drang om zoveel mogelijk in zo kort mogelijke tijd te presteren. Sommigen volgen een bepaalde strategie, doen alles berekend en bekijken het vanuit een financieel oogpunt. Wat mezelf betreft: ik heb nog ontelbare plannen die ik ooit wil uitgevoerd zien. Voorlopig kom ik daar niet toe om die te verwezenlijken. Nu staat de Primus pot op de stoof te pruttelen en die eist al mijn aandacht op.’

Wat bracht je ertoe om met Jay Lane en Larry LaLonde opnieuw in zee te gaan?
Les: ‘Het was vooral Larry die het idee van een nieuwe Primus plaat heeft doorgedrukt. Om eerlijk te zijn: in het begin liep ik niet warm voor het concept om Primus nieuw leven in te blazen. De laatste tien jaar, meer bepaald in 2003 en 2006, hadden we als Primus al korte reünies gekend. Dit gaf me vooral een gevoel van nostalgie wat leuk en tof kan zijn, maar de creatieve stimulans ontbrak. Ik voelde me meer in mijn sas met al het andere waar ik mee bezig was. Het is spannender om me bij wijze van spreken met een machete een weg door de jungle te banen dan een platgetreden pad te bewandelen. Maar onder impuls van Larry heb ik toch toegegeven en het was hij die de naam van drummer Jay Lane op tafel bracht als ontbrekende schakel. De laatste twintig jaar heb ik regelmatig met Jay gewerkt, dus ik ken hem heel goed, ook al verliet hij destijds Primus een maand voor we onze eerste langspeler zouden uitbrengen. Veel van het songmateriaal toen draagt zijn stempel. Hij heeft een aparte stijl van drummen en tijdens het maken van dit album kwam dat voor iedereen als heel verfrissend over. Het maakt komaf met de stagnatie die ik voelde bij Primus tijdens de tweede helft van de jaren negentig.‘

Nu de beslissing was gevallen om Primus te laten heropleven; hoe verliep het schrijfproces ?
Les: ‘Soms ging het er aan toe zoals vroeger. Of ikzelf bracht iets aan of we hielden jamsessies en putten daar dan ideeën uit waaruit we de songs distilleerden. Tot daar niks nieuws onder de zon, alleen ditmaal spoorde ik zowel Jay als Larry aan om eigen intenties en invallen aan te reiken met als resultaat dat drie tot vier nummers gebaseerd zijn op drumpatronen van Jay Lane en evenveel songs mag je toeschrijven aan Larry LaLonde. Voorheen was dat nooit het geval geweest en het zorgt zeker voor een contrast met vroeger en het geeft ‘Green Naugahyde’ een bepaalde continuïteit.’

Terugblikken op mijn kindertijd
Les Claypool schrijft wel nog altijd alle teksten. Les: ‘Ik heb geen vaste werkmethode of patroon. Soms worden mijn teksten geïnspireerd door de muziek of is het net omgekeerd. Ik heb schriftjes volgeschreven met zinsneden, gedachten en overpeinzingen die ik eventueel kan gebruiken als uitgangspunt of insteek voor een liedjestekst. Door de jaren heen is er natuurlijk veel veranderd. We zijn ouder, meer ervaren. Een lied als ‘Jilly’s On Smack’ kan alleen nu maar geschreven zijn, omdat we twintig jaar geleden geen vriend hadden die aan een overdosis heroïne is gestorven. Of een nummer als ‘Lee Van Cleef’ waarin ik terugblik op bepaalde aspecten van mijn jeugd. Tragedies doemen op aan de horizon in het mijn eigen leven en dat van mijn vrienden en kennissen en soms werkt dat inspirerend.’

Ook de titel van het album, ‘Green Naugahyde’ is een verwijzing naar Les’ zijn jeugd.
Les: ‘Naugahyde is een merknaam van een synthetische stof een soort van kunstleer dat gebruikt werd als bekleding van autozetels. Het is een tekstregel uit ‘Lee Van Cleef’; ‘ the yellow Studebaker with the 302 and the seat in green naugahyde’ en beschrijft de oude Studebaker Champion pick-up waar mijn vader mee rondreed toen ik nog een kind was.  Nu ik er aan terugdenk: eigenlijk was de kleur meer ‘brownish green’, maar dat bekt niet zo gemakkelijk.’

De plaat zou eerst uitgebracht worden in mei, dan juni en de datum is nu verschoven naar 13 september.
Les: ‘Op 19 mei zijn we gestart met toeren in de VS en midden juni zijn we dan begonnen aan het Europese luik met als eindstation London op 13 juli, dus heb nu ik geen tijd om me bezig te houden met het hoesontwerp en het opnemen van de video’s die gekoppeld zijn aan de release van ‘Green Naugahyde’. Daarom komt de cd pas uit in september.’

Samen met zijn vriend Dan Maloney is Les begin dit jaar begonnen met het ontwerpen en bouwen van een eigen basgitaar. Hoe ver zijn de werkzaamheden gevorderd?
Les: ‘Ik ben al een tijd bezig met het uittesten van het prototype tijdens de concerten die we spelen. Dan is nu bezig met het maken van aan een tweede model dat op een paar punten zal verschillen van het eerste ontwerp. Het oorspronkelijke idee was om een basgitaar te hebben die alles had wat ik als muzikant en basgitarist wenste: comfortabel en gemakkelijk om op te spelen.  Enkele bevriende bassisten hebben het instrument ook uitgeprobeerd en zijn het daar helemaal mee eens. Wat het geluid betreft: dat is een objectief gegeven. Wat ik mooi of aangenaam vind kan helemaal anders klinken dat wat jij graag hoort. Het is niet de bedoeling om er veel exemplaren van te maken. Het moet iets zeldzaam zijn. De kans is trouwens groot dat ik ze allemaal zelf koop, want in de eerste plaats heb ik die basgitaren toch voor mezelf gemaakt, niet? (lacht) Nee, er zullen wel een aantal publiek verkocht worden, waarschijnlijk ook voor één of ander goed doel. Ik heb een neefje met leukemie. De diagnose werd gesteld toen hij twee maanden oud was. Het zou kunnen dat we een basgitaar veilen waarvan de opbrengst dan gestort wordt in een steunfonds voor hem.’

In 2001 dichtte je het stopzetten van Primus toe aan slecht beheer en een algemeen gevoel van ontevredenheid…
Les: ‘Heb ik dat als reden opgegeven? Ik kan het me zo niet herinneren. Wat ik wel weet is dat we creatief gezien eind de jaren negentig op een dood spoor zaten en dan spreek ik vooral voor mezelf. Het is beter om er dan mee te stoppen. Liever dat dan doorgaan en teren op wat je in het verleden al hebt gepresteerd. Ik weet dat er groepen bestaan die sinds een eeuwigheid geen nieuw album hebben uitgebracht, maar nog steeds uit hun oude successen profijt halen, maar dat is niet mijn stijl.’

Overbevolking, het milieu, natuurrampen, kernenergie, zijn dit thema’s die je wakker houden?
Les: ‘Net als de meeste van ons ben ik bezorgd om wat er omgaat op onze planeet. Ik denk dat de problemen zo talrijk en zo groot zijn dat als je daar je leven volkomen op afstemt de kans bestaat dat je eronder door gaat. Er zijn zoveel aspecten aan het leven waarmee je persoonlijk wordt geconfronteerd en die een oplossing vragen. Kinderen opvoeden bijvoorbeeld vraagt heel wat van je, zeker als ze in hun apenjaren zitten. (lacht) Je bent dus beter voorzichtig, want wie al het leed van de wereld wil dragen moet heel sterke schouders hebben.’

Heb je er nooit aan gedacht om zonne-energie aan te wenden om tijdens optredens elektriciteit op te wekken?
Les: ‘Wel, ik ben betrokken bij de organisatie van verschillende festivals en de afgelopen jaren heb ik over dit onderwerp met een aantal mensen gepraat. Zo hebben we eenmaal opgetreden waarbij alle elektriciteitsvoorziening werd geleverd door een hele bende fietsende medewerkers. Origineel, maar vermoeiend. Gelukkig was het podium niet erg groot (lacht). In de Verenigde Staten groeit het bewustzijn om het groene gedachtegoed meer ter harte te nemen. Zeker sinds het begin van de ambtstermijn van president Obama zit groen in de lift. Op festivals is men daar dus ook bewust mee bezig en zoekt men naar alternatieven. Weliswaar kleinschalig en elk op zijn eigen manier. En om een evenement te organiseren met alleen zonnekracht als energiebron lijkt me vooralsnog heel moeilijk en ontzettend duur.’

Zijn jouw zoon en dochter bezig met muziek?
Les: ‘Het zijn tieners nu en luisteren liever naar muziek dan dat ze zelf muziek maken. Ze kunnen instrumenten bespelen, doch hun passie is minder groot dan dat voor mij het geval is.  Mijn zoon Cage zijn smaak is eclectisch en komt in de beurt van waar ik van hou. Hij speelt staande bas in het schoolorkest. Dochter Lena bespeelt allerhande keyboards en piano, maar niet op een gedreven manier. Wat muziek betreft is ze meer trendy gevoelig en haar zoektocht naar een eigen identiteit is daarmee verweven. Het is een interessante ontwikkeling om als ouder te volgen. Ongeveer alles wat verder dan vijf jaar terug gaat in de tijd is voor haar ouderwets. Van mezelf vind ze dat ook.’  

Verzamel je dingen zoals platen, postzegels, dvd’s, boeken… ?
Les: ‘Nee, ik heb geen grote collecties van wat dan ook. Tenzij je de oude auto’s die ik af en toe koop ziet als een verzameling. Ik heb er een tiental. Het zijn modellen die niemand anders wil. (lacht) Plaats voor ze te stallen heb ik nog. Er staan er ook een paar bij vrienden. Mijn voorliefde voor auto’s heb ik van geërfd van mijn vader. Hij was van beroep automecanicien.  En ik hou van auto rijden en vliegvissen.’

Hoe sta je tegenover sociale netwerken als Facebook, Linkedin, Twitter, enzovoort?
Les: ‘Daar ga je me niet terugvinden. Wel mijn naam, maar dat zijn mensen die zich voor me uitgeven. Ik weet niet waarom. Mijn management kijkt of we stappen kunnen ondernemen tegen die zogenaamde ‘community pages’.  Ik heb wel mijn eigen site en voor mij is dat meer dan genoeg.’

In 2007is Claypool begonnen met wijn te maken. Hij woont in Sonoma County in Californië en het wijngebied aldaar staat bekend als de Russian River Valley en dankt zijn naam aan de eerste Russische kolonisten die de rivier in kaart brachten. Wat begon als een kleinschalig project met de bedoeling alleen voor eigen consumptie te produceren is toch uitgegroeid tot een heuse wijnzaak. Les: ‘Uitvoeren naar Europa is te duur, maar we bestrijken wel de Amerikaanse markt. De wijn die we produceren is niet goedkoop, maar wel van uitstekende kwaliteit. Het is ook niet de bedoeling om uit te breiden en een grootschalige wijnproductie op poten te zetten. Ik verkies goede eigenschappen boven kwantiteit.’

Geen opmerkingen: