zaterdag 26 november 2011

Chris Connelly


Chris Connelly

De teloorgang van het collectieve bewustzijn (of toch een deel ervan)

Chris Connelly heeft al vele watertjes doorzwommen. Als je zijn discografie doorloopt en de verschillende acts waar hij lid van was en de projecten waar hij aan meewerkte bekijkt dan kom je aan een indrukwekkend lijstje. Vorig jaar verraste hij ons nog in positieve zin met de release van ‘Turning Lead Into Gold With The High Confessions’ van The High Confessions. En nu is er dus ‘Artificial Madness’. Een babbel met een muziekicoon als Chris Connelly is een beetje avontuur, want dertig jaar rockgeschiedenis overspan je niet zo maar. Chris belde ons op een maandag van op zijn werk.
Paul Van de gehuchte

Plaatjes verkopen in Chicago
Chris werkt in een platenzaak in Chicago. Hij is daar al vele jaren aan de slag. Naar eigen zeggen is dat soort job het enige waar hij goed in is. Dat en muziek maken. Voordeel is dat hij goed thuis is in het algemene muziekaanbod, zowel als het gaat om klassieke albums of nieuwe platen. Het best verkopen oudere releases op elpee, waarmee hij kan bevestigen dat de verkoop van vinyl al een tijdje terug in de lift zit.
Voor het samenstellen van zijn band voor het inblikken van ‘Artificial Madness’ deed Chris beroep op Sanford Parker. Hij leerde Sanford toevallig kennen als studio technicus tijdens een opnamesessie. Ze raakten bevriend en Parker zou meewerken aan de opnames van enkele van zijn soloplaten en speelde, net als gitarist Dallas Thomas, ook mee op ‘Turning Lead Into Gold With The High Confessions’. Dallas wou Connelly er zeker bij hebben. Sanford is dan ook zoek gegaan naar een drummer en bassist en koos uiteindelijk voor respectievelijk Noah Leger en Will Lindsay. Chris had ze voordien nooit persoonlijk ontmoet, maar kende wel de reputatie die ze genoten in en rond Chicago. Tegelijk vroeg hij aan Sanford om het nieuwe album te produceren. Chris: ‘Ik had Sanford in grote lijnen uitgelegd hoe ik het concept van ‘Artificial Madness’ zag. In vergelijking met vorige albums zouden de songs korter zijn, sneller en ook wel harder. In die optiek heeft hij dan de naar zijn inzicht juiste muzikanten gekozen. En ik ben best tevreden met de uitkomst.’

Terug naar de kern
Zoals gezegd schreef Connelly korte, puntige rocksongs. Hij is het soort van liedjesschrijver die in zijn hoofd hoort hoe de nummers moeten klinken. Normaal gaat hij dan dingen toevoegen, zoals keyboards, strijkers of samples. In het geval van ‘Artificial Madness’ vertrok men van een basisbezetting. Om een paar accenten te leggen zijn er sporadisch keyboards te horen. Chris vond het belangrijk om het essentiële, de kerngedachte naar voor te schuiven. Tegelijk is het een krachtig statement. Chris: ‘Als je niets hebt toe te voegen of te zeggen dan is het beter dat je de zaak afrond. Hou het zo simpel als mogelijk.’ Connelly houdt er van om zich uit te drukken met veel woorden. Hij speelt met formuleringen en uitdrukkingen en heel wat zijn vorige releases bevatten dan ook veel tekst. Net als wat de muziek betreft wou hij op ‘Artificial Madness’ zich tekstueel beperken tot het strikt noodzakelijke. Het geheel komt zo beter tot zijn recht. De overdracht is sterker. Wat je als boodschap wil overbrengen komt aan. 

Writer’s block
Vroeger was Chris een ‘veelschrijver’, maar hij heeft nu een vrouw en twee kinderen en die eisen hun deel op van zijn tijd. Daar waar hij vroeger elke dag wel een paar uur besteedde aan het schrijven. Dat behoort nu tot het verleden, maar hij heeft nu een alternatief. Elke dag gaat hij naar zijn werk met de trein en tijdens de reis houdt hij zich onledig met schrijven. Zelfs al is wat hij dan schrijft niet zo denderend goed, dan toch gaat hij ermee door. Kwestie van zijn brein actief te houden. Wanneer hij dat bijzondere gevoel krijgt – het is als honger die moet gestild worden – om aan een nieuwe plaat te beginnen dan komt het schrijfproces vanzelf op gang en het geeft hem telkens voldoening. Zoals nu voor ‘Artificial Madness’. Het was toch een tijd geleden dat hij nog liedjes had geschreven, maar dat bleek geen struikelblok. Hij was heel snel klaar. Chris: ‘They just came tumbling one after another (lacht). Ik volg mijn instinct. Ik probeer nooit iets te forceren. Ik heb ook geen schrik van een writer’s block. Als de inspiratie niet komt dan wacht ik gewoon.’

Te oud voor hits
Het maken van een album vandaag kan soms problematisch zijn. Elke plaat is hoe dan ook uniek. Wat Chris een goede zaak vindt in het huidige muzieklandschap is dat als men zich kan omringen met de juiste mensen, wat voor Connelly het geval is in de persoon van Sanford Parker, dan kan je veel kostbare studiotijd winnen, gewoon omdat je sneller kan werken. Begin de jaren tachtig nam het opnemen van een langspeler heel wat meer tijd in beslag. Je had niet de technische mogelijkheden en technologische snufjes die een studio nu biedt. Veel artiesten doen al het voorbereidende werk nu ook gewoon thuis zodat volgens Chris het huren van een studio goedkoper is geworden. Vanuit dat standpunt bekeken is het gemakkelijker om een plaat te maken. Labels en budgetten is een andere zaak. Chris: ‘Ik behoor tot het kransje van gelukkigen die al heel lang actief zijn in het rockcircuit. Ik ben fortuinlijk in die zin dat er vandaag veel mensen zijn die mijn staat van dienst en werk appreciëren en respecteren. Er zijn nog altijd labels die met mij in zee willen gaan omdat ze van mijn muziek houden. Maar er is inderdaad veel veranderd. Ik ben bijvoorbeeld te oud om nu nog te hopen dat een nummer van mij in één of andere hitlijst geraakt. Daar maal ik ook niet om. Ik kan een werkstuk ook niet loslaten tenzij het helemaal af. Pas dan kan ik verder gaan. Sinds mijn jeugd is mijn leven opgedeeld in evenveel hoofdstukken als er mettertijd albums zijn. Ik ben een beetje verontrust over de huidige gang van zaken, want om aan een project te beginnen moet je uiteraard nog over voldoende kapitaal beschikken of een geldschieter. En dat is vandaag niet altijd evident.’

Een vrouw en twee kindjes
De vrouw van Chris is van beroep filmregisseur en ze begrijpt hoe het er aan toe gaat wanneer je begint aan een project en het creatieve proces dat aan de grondslag ligt. Toeren zit er voor Connelly niet meer in. Af en toe een concert spelen kan nog net. Hij is wel van plan er opnieuw tegenaan te gaan wanneer zijn kinderen ouder zijn. Nu zijn ze twee en vijf jaar oud en beseffen nog niet goed wat hun papa eigenlijk doet. Dus werkt Chris wanneer ze in bed liggen of voor ze ’s ochtends moeten opstaan. Hij zet dan zijn wekker op vier uur en kan dan voor een paar uur aan de slag. Een andere mogelijkheid is er niet. Maar het systeem dat hij met zijn echtgenote heeft uitgedokterd werkt en stemt iedereen tevreden. Voor hij kinderen had hoefde hij met niets of niemand rekening te houden. Nu moet hij de discipline kunnen opbrengen om voor zowel zijn gezin te zorgen en muziek te maken. Als er iets moet geregeld worden dan komt hij altijd wel met een oplossing voor de dag. Een voordeel is dat Chris al de veertig voorbij was toen zijn kinderen zijn geboren. Zijn dolle jaren lagen toen al achter hem. Chris: ‘Ik zal mijn kinderen nooit adviseren over iets, tenzij ze er zelf om vragen. Als teenager speelde ik in mijn eerste band in mijn geboortestad Edinburgh en het was het beste wat me kon overkomen. Ik heb me geen minuut verveeld en heb geleerd om constructief te leren werken met anderen, iets waar ouders of leraren geen vat op hadden. Het was mijn groep en in mijn eigen tijd. En als mijn kinderen voor hetzelfde zouden kiezen dan zou ik ze zeker steunen en achter hun beslissing staan. Ik zou hen vertellen dat de muziekbusiness een harde wereld is en dat ze rekening moeten houden met ontgoochelingen. Maar voor wie doorzet kan het wel lukken. Ik speel nog altijd muziek omdat ik hou van wat ik doe.’

Chicago of Edinburgh
Aan zijn lange en rijk gevulde carrière houdt Chris vele goede herinneringen over.  Eén van de eerste memorabele gebeurtenissen was zijn vertrek uit Edinburgh naar de VS om aan te sluiten bij Revolting Cocks. Hij was toen drieëntwintig jaar en de wereld lag aan zijn voeten. Eigenlijk heeft hij altijd met volle teugen genoten van elk moment. Zowel in het verleden als nu zijn de kennismaking en het musiceren met al die verschillende, talentvolle muzikanten onvergetelijke belevenissen. Vooral die dan waarmee Chris aanvoelde dat het meteen goed zat. Doch elk project kende zijn hoogtes en laagtes. Een teleurstelling was het feit om te moeten constateren dat een plaat voor geen meter verkocht en daartegenover stond dan het positieve: de creatie van het werkstuk zelf. Het enige waar Connelly spijt van heeft is dat hij naar eigen zeggen tijdens de jaren negentig zijn muzikale loopbaan te weinig heeft gestuurd. Chris: ‘Na de split van Revolting Cocks en mijn vertrek bij Ministry mag ik toch stellen dat ik een paar heel goede soloplaten heb afgeleverd, maar ik had meer gefocust moeten zijn en had meer risico’s moeten durven nemen. Ik had bijvoorbeeld niet in Amerika mogen blijven en op een bepaald punt moeten terugkeren naar Schotland, maar dat heb ik toen niet gedaan. Begrijp me niet verkeerd: ik woon graag in Chicago en het is een mooie stad, maar de voornaamste reden waarom ik hier ben zijn mijn vrouw en kinderen. Mijn echtgenote heeft hier een mooie carrière uitgebouwd als professor en filmmaker en is zelfs tamelijk bekend. Nu met mijn familie verhuizen naar Edinburgh met geen uitzicht op werk zou onredelijk en onrechtvaardig zijn tegenover hen. Ik ben heel tevreden en gelukkig met mijn bestaan hier. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat met ouder worden het besef groeit dat ik thuishoor in Schotland, daar liggen mijn roots. Maar ik bekijk het dag per dag en als gevestigd muzikant hier is opnieuw van nul beginnen geen optie. Ik heb alleen maar af en toe heimwee en daar moet ik maar leren mee leven. Nu is het toch een paar jaar geleden dat ik er nog geweest ben. Om met de hele familie naar Edinburgh te vliegen is een dure onderneming. Na een tijd vervagen de herinneringen en moest ik nu terugkeren dan zou ik opnieuw geconfronteerd worden met de beslissing waarom ik in de eerste plaats Edinburgh heb verlaten. Oh yeah, now I remember why I left this place (lacht).’

Auteur van boeken
Chris staat ook bekend als schrijver.  Het idee voor een eerste boek rees in 1996. Min of meer op verzoek bundelde hij toen al zijn teksten sinds het voor hem startte in 1982 en vulde die aan met onuitgegeven materiaal en gedichten. ‘Confessions of the Highest Bidder: Poems and Songwords, 1982-1996’ werd voor het eerst gepubliceerd in juni 1999. Zijn turbulente doortocht bij Revolting Cocks en Ministry is ook in boekvorm gegoten: ‘Concrete, Bulletproof, Invisible and Fried: My Life As a Revolting Cock’ verscheen in december 2007. In zijn memoires als jonge industrial rocker neemt Connelly geen blad voor de mond. Zijn meest recente werk is de novelle ‘Ed Royal’. Chris: ‘‘Ed Royal’ heb ik geschreven nog voor mijn dochter is geboren. Ik ben eraan begon tijdens een periode dat ik voor even toch geen zin had om te werken aan een nieuwe plaat. Het was een totaal andere manier van schrijven en het gaf me veel satisfactie. Daarna ben ik aan een volgende boek begonnen en daarmee ben ik halfweg. Na de geboorte van mijn dochter heb ik een paar albums uitgebracht en nu is er ‘Artificial Madness’ en ik heb noch de tijd gehad, noch de lust om de draad terug op te pikken. Dat komt nog wel, ook al kan het nog een tijd duren voor het afgeraakt.’

Andere interesses
Als hij vrije tijd heeft dan houdt Chris zich onledig met lezen en het luisteren naar muziek. Hij heeft een uitgebreide, goed gestoffeerde collectie en herontdekt op die manier veel muziek. Er was een tijd dat hij naar muziek luisterde en dan probeerde hij er uit te halen wat hij kon aanwenden als aanzet of muze in zijn eigen composities. Pas een tijdje geleden kwam hij tot de ontdekking dat er muziek is die je zelf speelt als muzikant en andere muziek waar je alleen naar luistert als vrijetijdsbesteding. Chris: ‘Ik zit nu in wat ikzelf beschouw als een recreatieve episode. Ik luister naar muziek voor het genot ervan. Om op die manier artiesten te ontdekken en te beleven schenkt me heel veel voldoening. Ik hou ook van whisky. Dat kan ook moeilijk anders gezien mijn afkomst. Het is een hobby. Nee, ik ben geen verzamelaar van whisky’s. Daar ben ik niet toe in staat. Ik drink alleen maar. De collectie is verloren gegaan via mijn keel (lacht).’ Chris heeft altijd whisky in huis. Tot zijn eigen verbazing is er een ruim aanbod van whisky’s dus hij kan ten allen tijde zijn voorraad aanvullen.

Sterren en beroemdheden
Tussen alle muzikanten die zijn pad hebben gekruist zitten er toch een paar opmerkelijke persoonlijkheden. Chris: ‘Laatst heb ik meegewerkt aan het album ‘Weather’ van Meshell Ndegeocello. Tussen haar en mij zit een wereld van verschil. Muzikaal heeft ze een totaal ander stijl, een mix van hiphop, soul, r&b, new wave en rock, maar we vonden elkaar en we hebben samen een aantal nummers geschreven. Daarnaast heb ik gitarist Robert Fripp (King Crimson) leren kennen. Hij werkte samen met Bill Rieflin aan een album waarbij ik ook betrokken was. Fripp is een heel lieve man en een grote persoonlijkheid, maar tijdens de opnames hield hij er rare werkmethodes op na. Het was een uitzonderlijke ervaring moet ik zeggen. Een andere vreemde ontmoeting was die met Cabaret Voltaire omdat het incidenteel gebeurde. Ze waren naar Chicago gereisd om er met producer Marshall Jefferson hun album ‘Groovy, Laidback And Nasty’ op te nemen. Toen ze arriveerden bleek Jefferson ziek en moest met buikgriep drie, vier dagen in bed blijven. Dus konden ze niet aan de slag. Ik en mijn vrienden van Ministry liepen hen toevallig tegen het lijf en als Acid Horse hebben we dan in een paar dagen tijd de ep ‘No Name, No Slogan’ ingeblikt. Tussenin hebben we hen de bezienswaardigheden van Chicago laten zien en van het nachtleven laten proeven. Ja, we hadden een leuke tijd toen.’

Ik heb een aversie voor
Chris: ‘Fascisme en de afgeleide ervan, onmenselijkheid. Mensen die van elkaar misbruik maken. Dat kan ik echt niet verdragen. Dat fascisme, na alles wat er is gebeurt, nog bestaat kan ik moeilijk geloven, maar het is zo. Het stemt me verdrietig. En toch blijf ik optimistisch. Als je kijkt naar landen als Tunesië, Egypte, Libië waar de mensen zolang onderdrukt zijn geweest daar nu toch uitzicht hebben op een vorm van democratie en vrijheid vind ik hoopgevend. Wij kunnen ons niet voorstellen wat ze al die jaren dag in dag uit hebben meegemaakt. Wij mogen echt niet klagen. De meesten van ons hebben het goed. Er is ook niemand die ons komt vertellen wat we moeten doen. Het feit dat de bevolking aldaar zich vragen begon te stellen en kritisch stond tegenover de machthebbers kan je alleen maar toejuichen. Maar we zijn er nog niet. We hebben allemaal ‘Animal Farm’ gelezen en zie wat er daar is gebeurt. Het is de menselijke natuur. Ik kan hier nog de hele nacht over praten (lacht), maar laten we het hierbij houden. Laat ons hopen dat de kentering zich niet tegen ons keert.’

selectieve discografie

‘Whiplash Boychild’ (1991)
‘Phenobarb Bambalam’ (1992)
‘Shipwreck’ (1994)
‘Songs For Swinging Junkies’ with William Tucker (1994)
‘The Ultimate Seaside Companion’ with The Bells (1997)
‘Blonde Exodus’ with The Bells (2001)
‘Largo’ with Bill Rieflin (2001)
‘Private Education’ (2002)
‘Initials C.C.’, a collection of rarities and Connelly's personal favorites (2002)
‘Night Of Your Life’ (2004)
‘The Episodes’ (2007)
‘Forgiveness & Exile’ (2008)
‘Pentland Firth Howl’ (2009)
‘How This Ends’ (2010)
‘Artificial Madness’ (2011)

Geen opmerkingen: