dinsdag 22 februari 2011

The Blood Of Heroes


The Blood Of Heroes
Remain
Ohm Resistance
The Blood Of Heroes is een project waarbij Justin Broadrick (Godflesh, Jesu, Napalm Death)  Bill Laswell, Submerged, End.user en zanger Dr. Israel een eenheid vormen. Het gezelschap creëert futuristische soundscapes waarbij drum ‘n’ bass, breakbeats, electro en industrial elementen worden versterkt door metal gitaarriffs en pompende baslijnen. De samensmelting tussen deze individuen met een eigen doordachte visie wat muziek betreft nodigde uit tot het bewerken van hun eigen composities. Om inteelt te vermijden werden tegelijk een aantal bevriende muzikanten/producers uitgenodigd om het songmateriaal te herwerken en er een nieuwe dimensie aan toe te voegen. Zo werd opener ‘Descend Destroy’ onder handen genomen door producer Joey Hamilton, met ondersteuning van Submerged De uitkomst is een nummer dat evengoed thuis hoort op een Killing Joke plaat. Van titelnummer ‘Remain’ krijgen we drie versies, waarbij onze voorkeur uitgaat naar de gezongen interpretatie van Justin K Broadrick.  ‘Wounds Against Wounds’ wordt twee keer onderhanden genomen. Hier is het een dubbeltje op zijn kant aan wie de voorkeur te geven: Gunshae met zijn repetitieve, op ambient geënte ‘Sunset Over English Bay’ mix of Kuma die kiest voor breakbeats en dub. Hadden we liever meerdere, verschillende tracks in het aanbod gezien dan wordt dit gemis deels goedgemaakt door de onovertroffen Bill Laswell in het lichtjes fantastische ‘Salute To The Jugger’ en een langer uitgesponnen vertolking van ‘Transcendent’ door Gator Bait Ten. ‘Remain’ lijkt me een mooie aanvulling bij het titelloze debuut van The Blood Of Heroes, maar ook niet meer dan dat.

Scorn

Scorn
Refuse; Start Fires
Ohm Resistance
Ohm Resistance is het label van Kurt Gluck, ook wel bekend onder de artiestennaam Submerged. Obliterati is een andere platenmaatschappij waar hij de stichter van is. Beide labels leggen zich toe op het uitbrengen van ongewone, avant-gardistische, experimentele muziek. Bij de acts die onderdak vonden bij Gluck zitten er ook een paar grote namen zoals Bill Laswell, Knuckledown en Mick Harris (in een vorig leven drummer van Napalm Death). Deze laatste maakt al twintig jaar grensverleggende muziek als Scorn. Deze ‘Refuse; Start Fires’ is meteen het veertiende album voor Scorn dat verder borduurt op genres als dub, dubstep, hiphop en ambient, maar dan voorzien van een industrial injectie met vooral agressieve, alles overheersende baspatronen. Het slepende tempo en dito laaggestemde synths en samples doen denken aan doom, sludge metal en drone muziek. ‘In Take Someone’s Eye Out’ en ‘Beat Felt Nowt’ gaat het er wat feller en strakker aan toe en neemt het industrial element de overhand. Het verschil met de vorige platen van Scorn is dat voor het merendeel van de tracks de drumpartijen nu live worden gespeeld. Daarvoor werd trommelaar Ian Treasey ingehaald. Zo krijgt de muziek proefondervindelijk een iets ‘menselijker’ gezicht. Wat niet wegneemt dat de zwartgallige sfeer de boventoon blijft voeren en de Apocalyps zeer nabij lijkt. Machtige plaat deze ‘Refuse; Start Fires’.

Perverted

Perverted
Vote Reverend Greed
My First Sonny Weismuller Recordings
In oktober vorig jaar verscheen de negende langspeler van het Belgische Perverted, voorheer Perverted By Desire. Net als dat het geval was met de ep ‘Spuma Lupi’ viel ‘Vote Reverend Greed’ met enige vertraging in de postbus van Dark Entries. Sterke man bij dit postpunk gezelschap is nog altijd Genis U met aan zijn zijde frontdame 2M. De groep blijft ook na 25 jaar trouw aan zijn muzikale ideologie. In zijn teksten neemt Genis U altijd politiek getinte en maatschappijkritische standpunten in en dat is nu niet anders. ‘Voted Reverend Green’ is een veelzijdig album waarin het kwartet volop gebruik maakt van zijn door de jaren heen verzamelde muzikale impressies. Tegelijk steekt men zijn bewondering voor kleurrijke bevolkingsgroepen als de Roma zigeuners en kunstenaars als Jim Jarmush, Mark E. Smith, Elvis Peeters en Daniel Johnston niet onder stoelen of banken. Door deze diversiteit aan invloeden is het evenwicht soms wat zoek, maar anderzijds zorgt het clusteren van al deze zeer uiteenlopende elementen voor een handvol prachtige songs als ‘Thousandaire’, ‘Second Change’, ‘Tenderness, ‘Jindabyne’ en ‘Night On Earth’. Koppigheid is wat de groepsleden van Perverted drijft en in dit geval is dat een mooie eigenschap. Voor het doorzettingsvermogen van deze band kunnen we dan ook alleen maar respect opbrengen.

Gator Bait Ten

Gator Bait Ten
Harvester
Ohm Resistance
Net als The Blood Of Heroes is Gator Bait Ten een collaboratie tussen muzikanten van andere, bestaande acts. Zijn van de partij: M. Gregor Filip (The Blood Of Heroes) en Simon-John Smerdon (Mothboy). Zij worden op ‘Harvester’ bijgestaan door Submerged, het muzikale project van labelbaas Kurt Gluck die ook actief is bij The Blood Of Heroes en voorheen bij Method Of Defiance. De vierde man die deel uitmaakt van het gezelschap is ook de meest bekende: Ted Parsons, drummer bij onder meer Jesu, Swans, Godflesh en Prong. Gator Bait Ten (de groep zou genoemd zijn naar een ‘snuff movie’ waarin een aantal meisjes van tien gevoederd worden aan een groep alligators) maakt gebruik van zwaar vervormde gitaren, strakke, afgemeten drumroffels, twee diepgelaagde basgitaren, vreemde orgelgeluiden en obscure samples. Gator Bait Ten hun muzikale spectrum vindt zijn oorsprong bij doom en shoegaze en roept beelden op van prehistorische volkeren, duistere rituelen en bloeddorstige goden aanbiddende sektes. Van de ijzingwekkende, trage beats en sonische, seriële drones gaat een voortdurende dreiging uit. De sfeer is koortsig, rusteloos, onderhuids kil en naargeestig. Wie er in slaagt om zonder woorden dergelijke, meditatieve projecties tot leven te wekken beschikt over een ongelooflijk sterke, imaginaire visie. ‘Harvester’ is een in zijn genre uitstekende plaat, maar wel een om met mondjesmaat te consumeren.

Depeche Mode

Depeche Mode
Tour Of The Universe – Live In Barcelona
Mute Records
Voor het promoten van zijn twaalfde studio album ‘Sounds Of The Universe’ trokken deze Britse synth goden andermaal op wereldtournee (in totaal speelden ze 102 shows in 40 landen en 2,7 miljoen toeschouwers zagen hen aan het werk). Het zijn indrukwekkende cijfers. De weerslag van hun twee concerten in Barcelona op 20 en 21 november 2009 werden opgenomen en verwerkt tot één dvd en een cd dubbelalbum. Van deze release zijn verschillende versies te koop. Wij waren zo gelukkig om de luxe editie toegestuurd te krijgen met maar liefst twee dvd’s en twee cd’s. In vergelijking met de standaard uitgave is dvd 2 hier het extraatje, een flinke bonus met een documentaire, waarin openhartig wordt gesproken over de diagnose van kanker bij zanger Dave Gahan en de dood van Andrew Fletcher zijn vader. Verder kan je kijken naar een paar opnames van repetities, beelden van de videomuur met de livemuziek, impressies, montages, de video’s gedraaid voor ‘Sound Of The Universe’ en een live performance van ‘Insight’. Het kerntrio Gahan, Gore en Fletcher krijgt op de bühne versterking van vaste live drummer Christian Eigner en extra keyboardspeler Peter Gordeno. Die laatste neemt sinds 1998 de honneurs waar voor de in 1995 vertrokken Alan Wilder (Recoil). Het muzikale festijn begint met ‘In Chains’ dat ook het openingsnummer is van ‘Sounds Of The Universe’. Het wordt gevolgd door ‘Wrong’ en ‘Hole To Feed’, nog twee songs gelicht van hun meest recente plaat. Later in de set komen ook nog ‘Jezebel’ en ‘Come Back’ aan bod. ‘Jezebel’ wordt net als ‘Home’ solo gezongen door Martin Gore. Voor de rest van concert pakt Depeche Mode het publiek in met verfrissende versies van een resem oudere hits en albumtracks. Echter geen ‘Just Can’t Get Enough’, ‘Everything Counts’, ‘Master And Servant’ of ‘People Are People’. Ondanks de bewuste keuze voor een niet zo voor de hand liggende setlist eet vanaf de eerste noten de massa uit hun hand. Filmisch is het eveneens een leuke ervaring. Soms krijg je de indruk midden het publiek te staan. Andere momenten sta je midden de muzikanten op het podium of achter de schermen. Dvd 1 bevat als toetje nog vier bonus tracks. Wie nog eens gewoon wil luisteren naar de muziek van ‘Tour Of The Universe’ hoeft alleen maar de twee bijgeleverde audio schijfjes af te spelen. Met deze release bevestigt Depeche Mode andermaal zijn status van super synth rock band. ‘Tour Of The Universe’ komt qua belevenis, akelig dicht in de buurt van ‘101’. Maar die laatste vinden we nog altijd het einde.

zondag 13 februari 2011

Black Tusk, Howl – 10 februari 2011 - Decadance, Gent

In deze danstent verwacht je niet onmiddellijk twee bands uit de Relapse stal te zien optreden. Toch was dit het geval met Black Tusk en Howl. Dankzij sterke releases worden beide groepen door Relapse in de spotlights gezet. Er werd dan ook veel van hen verwacht nu ze gezamenlijk een eerste Europese tournee maakten. Het was Black Tusk die de debatten mocht openen. Het drietal uit Savannah combineert sludge metal met  thrash, crunk, stoner en post hardcore. Zowel gitarist Andrew, bassist Athon en drummer James nemen een deel van de zang voor hun rekening. Trommelaar James was erg goed op dreef. De ritmes die hij de zaal in joeg waren adembenemend, maar vocaal gezien was hij paradoxaal genoeg de zwakste schakel. Niet dat we hier fijnzinnige koorknapen hadden verwacht; toch bleef men maar rammen in een poging de eigen opgetrokken geluidsmuur te doorbreken. Een beetje afwisseling had hier wonderen kunnen doen. Daarna was het de beurt aan Howl. Het kwartet kwam hier zijn eerste full cd ‘Full Of Hell’ voorstellen. Deze death/black metal band draagt een antichristelijke boodschap uit, maar werd bij de inzet van het eerste nummer monddood gemaakt door de geluidstechnicus van dienst. Geen groter afgang is je deel dan als woest kijkende frontman met opengesperde mond zelfs geen piepgeluid te kunnen voortbrengen. Gelukkig werd dit euvel binnen de kortste keren verholpen. Zanger Vincent had een vinger van zijn linkerhand bezeerd en hij had nog maar net de lokale apotheker alle lof toegezwaaid voor de goede zorgen of zijn pleister kwam los. Deze verplichte adempauze kwam misschien op het goede ogenblik, want Howl speelde een rommelige set. Onder meer het betere drumwerk – wat je hier toch had verwacht – bleef achterwege. Na deze onderbreking kwamen de extreme grunts en gitaarriffs beter tot hun recht.
Na afloop hebben de bandleden zich druk bezig gehouden met het inladen van de instrumenten en het verkopen van merchandise (zoals dat ook hoort!) en konden de gasten bediscussiëren wie van de twee het best was. Dit terwijl jonge meisjes in te korte rokjes (het meer normale publiek van Decadance) binnendruppelde en zich afvroeg wie al die enge mannen toch waren.
Paul Van de gehuchte (met dank aan Maarten Van Leest)



vrijdag 4 februari 2011

The Hot Stewards


The Hot Stewards
Ambassadors Of Love
Diving Giraffe Recordings/Munich Records
The Hot Stewards, zes knapen die eveneens actief zijn of waren in andere bands, hadden in 2007 het lumineuze idee om als tijdverdrijf een aantal klassieke popsongs uit voornamelijk de jaren tachtig onder handen te nemen en ze in een glamrock/metal jasje te steken. De formule werkte, maar toch zag het er naar uit dat het bij die ene cd zou blijven. Daar komt nu verandering in, want na wat personeelswissels, ze zijn nu nog met zijn vijven, heeft men met ‘Ambassadors Of Love’ een opvolger klaar. Op deze tweede worp gaan The Hot Stewards tien liefdesliedjes te lijf. Het groepsgeluid is enigszins aangepast. Naast de glamoureuze gitaarrock injecties worden de liedjes tegelijk ondergedompeld in een schuimend bad van synthesizers. Het geeft het geheel een expliciete  en exuberante ‘camp’ toets. Net als op hun eersteling kan je de songkeuze ter discussie stellen. De echte metalhead zal zijn neus ophalen of erger nog, een spurtje inzetten naar het dichtstbijzijnde toilet wanneer de braakneigingen opborrelen bij het lezen van titels als ‘Why Tell Me Why’ (Anita Meyer), Thunder In My Heart’ (Leo Sayer), ‘Love In The First Degree’ (Bananarama) of ‘Girl I’m Gonna Miss You’ (Milli Vanilli). Ondanks de foute, kitscherige muziek die hier met bakken tegelijk over je hoofd wordt gekieperd komen de heren er andermaal mee weg. En dat ze ook met deze tweede schijf onder de arm live een feestje zullen bouwen, daar kan je donder op zeggen. 

Hans-Joachim Roedelius




Hans-Joachim Roedelius
Selbstportrait – Selbstportrait-Vol. II – Geschenk Des Augenblicks
Bureau B/Sky Records/Sonic Rendezvous
Naast Cluster, Harmonia en Aquarello was Hans-Joachim Roedelius ook actief als soloartiest. Het Bureau B label brengt nu, zowel op cd als elpee, ook een aantal van zijn muzikale solo uitstappen terug uit. Het tweeluik ‘Selbstpotrait I & II’ bevat introverte composities. Ze zijn de reflectie van Roedelius zijn zachtaardige natuur en neigen naar ambient en new age.  De opnames dateren uit de periode 1973 tot 1977 en stammen dus overwegend van voor de release van zijn eerste twee soloplaten, ‘Durch Die Wüste’ en ‘Jardin Au Fou’. De sessies gingen door ten huize Roedelius en de opnametechnieken waren uiterst simpel. Het klinkt vandaag toch een tikje oubollig, al draagt, net als bij Cluster, ook hier deze muziek de kiem in zich van een eigen ontwikkeling van een stijl waar later heel wat andere acts zouden van profiteren.  ‘Selbstportrait’ zou uitgroeien tot een reeks van in totaal zeven albums gespreid over een aantal jaren. Het laatste deel verscheen in 2002. ‘Geschenk Des Augenblicks’ komt uit een andere periode en werd oorspronkelijk uitgebracht in 1984. Centraal staat de piano aangevuld met cello, accordeon, akoestische gitaar, viool en synthesizer. Door deze instrumenten te vergaren legt Roedelius tegelijk verfijnde en zwaarmoedige accenten. Het totaalbeeld is somber, maar niettemin aangenaam om naar te luisteren. Deze plaat is tot nog toe de best verkochte uit het eigen oeuvre van  Hans-Joachim. Deze na ’91 en “97 derde re-release lijkt me dan ook terecht.

Cluster


Cluster
Cluster
Bureau B/Sky Records/Sonic Rendezvous
Cluster is één van de meest tot de verbeelding sprekende Duitse acts in de moderne rockhistorie. Begonnen als Kluster in 1969 vervingen Dieter Moebius, Hans-Joachim Roedelius na het vertrek van Conrad Schnitzler in 1971 de ‘K’ door een ‘C’ en was Cluster een feit. Als derde man kwam Konrad (Conny) Plank de rangen versterken. Het drietal legde met zijn debuut de eerste steen voor het begrip kosmische muziek. De plaat bevat slechts drie composities met een erg experimentele aard. Naast het overwegend kosmische karakter duiken er ook elementen op uit de krautrock, ambient, industrial, avant-garde en electro muziek. Allerlei subgenres die zich toen nog in hun prille beginfase bevonden. De band maakte daar dankbaar gebruik van om op een geheel eigen manier de composities in te kleuren. Dit debuut was het eerste in een lange rij van grensverleggende albums die naast Cluster groepen als Neu!, Harmonia, Tangerine Dream en Kraftwerk in beeld zouden brengen. Na jaren van stilte werd in 2007 Cluster door Moebius en Roedelius heropgericht. Deze reünie leverde al een paar cd’s op met respectievelijk een studio- (‘Qua’), live- (‘Berlin 07’) en verzamelalbum (‘Box 1’). Of dit de aanleiding is voor het opnieuw uitbrengen van hun debuut laat ik in het midden. Feit is dat dit meesterwerk na veertig jaar nog niets van zijn glans heeft verloren en zeer eigentijds en modern klinkt. 

… And You Will Know Us By The Trail Of Dead


… And You Will Know Us By The Trail Of Dead
Tao Of The Dead
Superball Music
Voor de opnames van hun zevende langspeler zocht en vonden kernleden Conrad Keely en Jason Reece nieuwe invalshoeken. De zeskoppige band werd teruggebracht tot een basisbezetting van vier en het album werd in amper tien dagen ingeblikt. Voor de muzikale invulling zochten Keely en Reece aansluiting bij de manier waarop enkele van hun favoriete elpees als Pink Floyd’s ‘Dark Side Of The Moon’, ‘Close To The Edge’ van Yes of ‘Hemispheres’ van Rush tot stand kwamen. Voor de teksten koos het duo als inspiratiebron het boek Tao Te Ching, één van de belangrijkste geschriften over het Taoïsme en na de Bijbel één van de meest vertaalde boeken ter wereld. Waren deze Amerikaanse indie rockers al flink afgeweken van hun oorspronkelijke emo en punk roots dan kiest men nu pas goed voor progressieve/symfonische rock. ‘Tao Of Dead’ kan je naar believen onder verdelen in twee epische stukken of zestien kortere songs of elf tracks en één lange compositie of gewoon een symfonie uit één stuk. Deze verschillende manieren van interpretatie zorgen voor een extra dimensie. Trok men op ‘Century Of Self’ voluit voor een bombastische en barokke inkleuring dan houdt men op ‘Tao Of Dead’ alles binnen meer aanvaardbare perken. De messcherpe gitaaruithalen tillen het rockgehalte naar omhoog en er is duidelijk een beter evenwicht gevonden tussen indie en progrock. Al blijft het in zijn totaliteit een nogal hoogdravend werkstuk toch heb je het gevoel dat hier een groep aan het werk is die nog aan maturiteit heeft gewonnen en met deze ‘Tao Of Dead’ moeiteloos de hoog gestelde verwachtingen inlost. Prachtig en tegelijk solide zijn onder meer ‘Summer Of All Dead Souls’, ‘Fall Of The Empire’, ‘The Wasteland’, ‘Weight Of The Sun (Or The Post-Modern Prometheus)’, ‘The Fairlight Pendant’ en het zestien minuten durende ’Tao Of The Dead part two: Strange News From Another Planet’ schittert als een diamant. Trail Of Dead zitten terug op het juiste spoor en dat kunnen we alleen maar toejuichen.