zaterdag 21 april 2012

Prong


Prong

Zit Prong gebeiteld?

Als stichter van Prong laat Tommy Victor (59) nog eens zijn tanden zien en drie jaar na zijn laatste wapenfeit, het remix avontuur ‘Power Of The Damn Mixxxer’, is de nieuwe cd ‘Carved Into Stone’ een feit. De zanger/gitarist is niet klein te krijgen en bijt van zich af, al moet hij bij elke levensinjectie van Prong op zoek naar een nieuwe ritmesectie. Tot nu lukt het hem altijd en ook al beginnen de jaren te wegen dan kan de achtste studioplaat van Prong best wedijveren met ‘Beg To Differ’, ‘Prove You Wrong’, ‘Cleansing’ of ‘Power Of The Damager’. Als het van Victor afhangt dan is Prong nog lang niet afgeschreven, al wordt het steeds moeilijker om stand te houden in deze onzekere tijden.
Paul Van de gehuchte   

Een nieuw begin
Het idee voor een nieuwe plaat begon te kiemen in 2009. Tommy Victor begon in zijn eentje te werken aan nieuw materiaal thuis op zijn computer. Veel uit die startperiode heeft het zelfs niet gehaald op het nieuwe album ‘Carved Into Stone’. Prong was in 2009 op tournee met Soulfly en dat met een nieuwe ritmesectie bestaande uit drummer Alexei Rodriguez en bassist Tony Campos. Zij waren de vervangers van respectievelijk Aaron Rossi die eerst definitief wou stoppen, maar dan overstapte naar Revolting Cocks (hij speelt nu ook bij Ministry) en Monte Pittman. Die had nog zijn job als vaste gitarist bij Madonna. Monte heeft vier kinderen en dan is de keuze voor werkzekerheid logisch te noemen. Daarnaast ging hij toeren met Adam Lambert en zo bleef er sowieso geen tijd over voor Prong. Tijdens het rondreizen gebruikte Victor zijn vrije tijd om nieuwe nummers te schrijven. Campos bracht ook wat riffs aan en dat bracht de bal pas goed aan het rollen. Drie jaar noeste arbeid leverde een oogst op van een 25-tal songs. Na het kaf van het koren te hebben gescheiden bleven er elf over. Volgens Tommy de beste van het lot. De rest ging in de prullenmand. In het totale oeuvre van Prong is het maar tweemaal voorgevallen dat een compositie werd opgevist en zo toch nog in de speellijst belandde. Dat was het geval met ‘Proud Division’ op ‘Rude Awakening’ en ‘Bad Fall’ terug te vinden op ‘Power Of The Damager’. Met de nieuwe plaat heeft het trio al een aantal concerten achter de rug. Ze maakten een korte trip langsheen de westkust met Testament en straks gaan ze een maandlang de hort op met Crowbar. Prong komt in mei naar Europa. De metal band uit New York zal het ‘Beg To Differ’ album, Prong's klassieker uit 1990, integraal spelen. Uiteraard wordt de live set aangevuld met hits van andere albums en een aantal nummers van de nieuwe cd ‘Carved Into Stone’ dat op 23 april uitkomt bij Long Branch Records/SPV.

Een beestige ritmesectie
Tony Campos speelt naast Prong ook nog in Soulfly en Ministry. Geen evidentie en in hoeverre kan een muzikant dan nog een echte betrokkenheid vertonen bij één bepaalde band. Volgens Tommy geeft Campos echt het volle pond, maar toch zal hij een aantal keer niet van de partij zijn en dan moet er gezocht worden naar een stand-in. Het is een tijdelijke afwezigheid, maar hij komt zeker terug, aldus nog Victor. Volgens de zanger/gitarist is de ritmetandem Rodriguez/Campos stukken beter dan Rossi/Pittman. Alexei staat bekend als een fantastische ‘out of control’ drummer. Aaron kan ook zijn mannetje staan, maar vond zich te goed om nog met Prong op te trekken omdat ze rondreden in een bestelwagen in plaats van een tourbus. Monte Pittman is eigenlijk een gitarist en ook wel een goede bassist, maar Campos is van nature basgitarist. Zijn bijdrage tot de songs is niet onbelangrijk. Wie niet overtuigt is moet maar eens naar het nieuwe album luisteren. Het spreekt gewoon voor zich. Twee tournees met Soulfly en eentje met Fear Factory hebben er uiteraard toe bijgedragen dat Prong nieuwe stijl als een goed geoliede machine aan de opnames van ‘Carved Into Stone’ kon beginnen.

Een producer die van wanten weet
Tommy Victor was op zoek naar iemand om de nieuwe cd te produceren. Mike Gitter (Roadrunner Records), een van de managers van Prong kende iemand van Century Media en die op zijn beurt wist van Steve Evetts die met verschillende artiesten (onder meer Architects, Suicide Silence en Warbringer) die bij het label onder contract lagen al platen had opgenomen. Evetts paste in het profiel dat Victor had geschetst. Tijdens het opnameproces twijfelde Tommy soms aan zijn werkwijze, want het was Victor die de meeste tijd doorbracht met Steve in de studio. Het vertrouwen was vooral gebaseerd op Evetts zijn vroegere werk en de reputatie die hij had opgebouwd. Als producer was hij sterk betrokken bij alle facetten. Waar hij het nodig achtte greep Steve in of hij drukte zijn eigen zin door. Ongewoon en voor Victor en Prong was dit allemaal nieuw, want voorheen met Terry Date of Mark Dodson, was het altijd een coproductie geweest of de groep produceerde zijn platen zelf.

Altijd van nul beginnen
Naast het zoeken naar muzikanten is het vinden van een label vaste prik bij Prong. Net als elke beginnende band zag Tommy zich verplicht om demo’s rond te sturen naar verschillende platenmaatschappijen. Ze moesten zich dus echt bewijzen en aantonen dat ze nog met degelijk songmateriaal voor de dag kunnen komen. Het voelt aan als telkens van nul beginnen, aldus Victor. Soms is het frustrerend, maar het ook telkens een uitdaging, een kans die je moet grijpen. Het is met alles zo. Je maakt een keuze en daar moet je ook de gevolgen van dragen. Vijf jaar geleden vond Tommy dat hij te oud werd om dit nog lang verder te doen en daar blijft hij bij. Doch dat betekent niet dat hij het daarom opgeeft. Misschien maakt het hem jonger van geest of net ouder, maar het blijft fysiek afmattend. Het is ook, zij het nu bewust of onbewust, een overlevingstest. Als artiest moet je blijven geloven dat het goed komt, want anders ga je er onder door. Niets is erger dan na maanden werken het gevoel te krijgen dat alles is uitgedraaid op een mislukking.

Primaire behoeften
De titel van het album ‘Carved Into Stone’ verwijst naar het gelijknamige nummer. Het gaat over doortastendheid, overtuiging, beslissen, knopen doorhakken. Of je gaat zitten niksen of je gaat ervoor. Het gaat terug tot de oerinstincten. De primitieve drang om iets te verwezenlijken, het vuur dat in ieder van ons brand. De songs op ‘Carved Into Stone’ staan tot elkaar als broers en zusters. Om dat voor de eeuwigheid te bewaren wordt de titel bij wijze van spreken in steen uitgehouwen. Het is ook een statement in de zin van ‘Prong  bestaat nog steeds en is sterker dan ooit’. Een titel kiezen is belangrijk, want moet het wezenlijke van het album beklemtonen. Hetzelfde effect had je met ‘Beg To Differ’. De determinatie bepaald alles.

Mash up: trendsetter of niet
De vorige release van Prong was de remix cd van ‘Power Of The Damager’ getiteld ‘Power Of The Damn Mixxxer’. Het concept was een idee van Al Jourgensen. Die had al gelijkaardige projecten gelanceerd met zijn eigen Ministry en Revolting Cocks. Hij speelde daarmee in op een moderne, succesvolle trend in de dance/electro muziekstroming. Er waren toen weinig of geen metal bands die zich waagden aan een dergelijk concept. Het was een manier om zich te heroriënteren en zich anders op te stellen dan de doorsnee hardcore of thrash metal band. Als je er vandaag op terug kijkt valt de betekenis of de waarde ervan moeilijk in te schatten. Het nieuwe fenomeen in muziekland noemt ‘mash up’. Tommy is geen You Tube junkie. Meestal als er iets nieuws of interessants opduikt komt hij het te weten via een kennis. Voor het komische effect wil hij wel eens zo een filmpje meepikken. Victor hoopt dat dit geen trendsetter wordt. De rockmuziek krijgt al genoeg rommel te verwerken.  

Een dochter opvoeden
Tommy heeft een achttienjarige dochter Victoria. Vijf jaar geleden was ze niet erg geïnteresseerd in de muzikale exploten van haar papa. Die op zijn beurt had liever niet gehad dat ze in zijn voetsporen trad. Dat is nog altijd zo, want hij beseft maar al te goed dat het een hard leven is en helemaal niet zo rooskleurig als soms wordt voorgesteld. Victoria houdt van muziek in het algemeen, al gaat haar voorkeur uit naar elektronische muziek. Tommy voelt zich nauw betrokken bij wat ze doet. Victoria studeert nog. Ze een beetje een workaholic, want daarnaast is ze ook nog instructeur in een fitness centrum dat 24 uur op 24 open is. Als vader probeert Tommy haar een aantal waarden mee te geven die voor hem belangrijk zijn. Eerlijkheid is er één van, naast toewijding, een gegeven waarvan veel jongeren vandaag de betekenis niet vatten, en begrip voor andersdenkenden. Je eigen gevoelens kunnen uiten is ook van grote betekenis, maar enige terughoudendheid is geboden. Vroegere generaties zoals zijn eigen ouders waren veel terughoudender en liepen met hun gevoelens niet te koop. Nu heb je sociale internet sites waarop men bij manier van spreken alles te grabbel gooit. Zelf zal Tommy nooit discussies aangaan over politiek of geloof. Iedereen heeft recht op een eigen mening en daar moet je tolerant tegenover staan en respect voor hebben.

Nostalgie
Tommy is geen fervente verzamelaar van dingen. Hij kent veel muzikanten die echt wel op zoek gaan naar moeilijk te vinden albums of video’s. Hij waardeert ouwe spullen gaande van stripverhalen tot antiek, maar hij heeft er niet echt nood aan. Zijn oude strips en comics liggen ergens in dozen thuis bij zijn moeder. Hij heeft geen flauw benul van de waarde. En dat is maar goed ook, want zo weet hij niet hoeveel geld hij misloopt. 

Routinematig leven
Wat Tommy soms mist in zijn hectische bestaan zijn dagelijks terugkerende routines. Er is een tijd geweest dat hij elke dag vroeg uit de veren was en ging joggen en een min of meer vast patroon had. Maar de laatste jaren is er wel altijd iets dat roet in het eten komt gooien. Vooral het rondreizen eist zijn tol. Soms zakt hij met de jongens door tot vier uur ’s ochtends of wordt er helemaal niet geslapen. Zijn fysieke paraatheid smolt weg als sneeuw door de zon. Wanneer hij eens niets te doen heeft probeert Tommy daar optimaal gebruik van te maken en tijd door te brengen met zijn gezin, want zijn onregelmatige levensstijl verstoort ook de harmonie tussen hem en zijn vrouw. Eén van de nummers op het nieuwe album, ‘Keep On Living In Pain’ gaat over dagelijkse gewoontes of het gemis eraan. Hoeveel goede raad je ook krijgt, meestal doe je juist het tegenovergestelde. Dat is bij mij toch het geval, dixit Tommy.

Geen buitensporigheden
Zichzelf verwennen met nieuwe kleren, schoenen, uit eten gaan in een chic restaurant of om de vier jaar een nieuwe auto aanschaffen is er niet bij. Hij is blij met een dak boven zijn hoofd en etenswaren in de koelkast. Hij houdt van gewoon vertier, zoals ’s avonds naar een sportcafé gaan. Een paar pintjes drinken en kijken naar een wedstrijd baseball of American football. Hij rijdt met een Buick uit 2003, een grote, typisch Amerikaanse kar waarvan alleen al het onderhoud en benzine tanken een fortuin kost. Grote sommen geld verdient Victor niet met Prong. Het best betaalt zijn de extra’s en schnabbels zoals een tournee met Glenn Danzig of meewerken aan een album van een andere artiest. Tommy probeert zijn centen ook goed te beheren voor als het eens wat minder goed gaat. Dan kan hij uit zijn reserve putten, maar ook hem zijn financiële problemen niet vreemd. Hij zou het liever wat breder hebben, doch hij heeft nu eenmaal voor dit leven als rockartiest gekozen. Vijf jaar geleden kon je nog overwegen om een andere job erbij te nemen. Toen draaide de economie veel beter dan nu. Vandaag heb je in de VS universitair afgestudeerden die in een winkel als verkoper aan de slag gaan. Het zijn echt harde tijden.

Los Angeles of New York
Sinds 1996 woont Tommy Victor in Los Angeles. Hij heeft al meermaals met het idee gespeeld om te verhuizen en terug te keren naar zijn geboortestad New York, doch daar duikt het spook van geldstromen weer op. In New York wonen kost tonnen geld. Het is het speelveld geworden van de rijken. Die komen van overal om er grote sier te maken. Het aantal inwoners in de city van Los Angeles bedraagt ongeveer vier miljoen mensen. Als je er de voorsteden en de rand bijneemt kom je aan tien miljoen. Zelf woont Tommy in het grensgebied van de city, maar je merkt het verschil niet meer met de echte binnenstad. Alles breidt alsmaar uit en wordt volgebouwd. Het begint uit zijn voegen te barsten. Maar een alternatief is er niet voor onze sympathieke zanger/gitarist. Voorlopig toch, want wie weet gaat het hem voor de wind met ‘Carved Into Stone’ en dan is alles weer mogelijk.

Prong


Prong
Carved Into Stone
Long Branch Records/SPV
Sinds zijn oprichting in 1986 heeft Prong zowel hoogte- als dieptepunten gekend. Behalve frontman en zanger/gitarist Tommy Victor als centrale as, was er ook een groot verloop van muzikanten. De groep of liever Victor, wist zich steeds te handhaven en maakte, telkens met een nieuwe bezetting, verschillende comebacks. De laatste dateert van 2007. Met het nieuwe album probeert Prong de punten waar ze sterk in zijn te beklemtonen en tegelijk toenadering te zoeken tot de huidige generatie metal freaks. Dat lukt ze aardig en drie factoren spelen hier een belangrijke rol. Eén: Tommy Victor pakt uit met prima songmateriaal. Twee: zijn twee kompanen bassist Tony Campos en trommelaar Alexei Rodriguez zijn formidabel en spelen verschroeiend hard en precies. Drie: Prong werkt voor het eerst met een ‘echte’ producer en die dicteert meteen de wet. Het was even wennen voor Victor en co., maar Steve Evetts levert schitterend werk. Van bij opener ‘Eternal Heat’ is het groepsgeluid overdonderend. Het hoge, strakke tempo is een constante en klassieke Prong riffs worden afgewisseld met moderne metal elementen. Het is deze rode draad die ervoor zorgt dat je ‘Carved Into Stone’ tot de betere Prong albums mag rekenen. Het zal zowel fans van het eerste uur als een nieuwe generatie metal liefhebbers aanspreken. Niet alle nummers vallen even goed in de smaak. Prong bewijst dat het geen toeval was dat groepen als Pantera, White Zombie, Demon Hunter, Nine Inch Nails en Korn zich aan hen spiegelden en heeft met deze ‘Carved Into Stone’ zijn zoveelste rentree niet gemist. Nu is het alleen nog wachten op die fel begeerde erkenning of eindelijk die doorbraak naar een groot publiek.

Zone Six/Vespero


Zone Six / Vespero
The Split Thing
Transurban Records
Split albums, ze bestaan nog. Met ‘The Split Thing’ brengt Transurban het Russische Vespero en het Duits Zone Six nader tot elkaar. Vespero brengt psychedelische, aan space rock gerelateerde geluidssculpturen, maar dan wel in een meer luchtige, speelse verpakking. Het is moeilijk om ze te associëren met andere, gelijkaardige formaties. Eigenlijk een pluspunt, want Vespero hanteert een eigen, persoonlijke stijl. Zelf halen ze als voorbeelden aan vroege Pink Floyd, Gong, Faust en ook nog Ozric Tentacles. Naast de psychedelica/space elementen die de hoofdmoot uitmaken verrijken progressieve rock, avant-garde rock en fusion invloeden het groepsgeluid. Opvallend is de verscheidenheid aan instrumenten en de suggestieve drum en percussie patronen van trommelaar Ivan Fedotov. In de drie composities zitten genoeg verschillen om zich een mooi beeld te vormen van wat Vespero in zijn mars heeft. En dat is heel wat. De drie nummers staan ook in schril contrast met wat Zone Six brengt. Zone Six wordt aangevoerd door Sula Bassana, alias voor Dave Schmidt, die we ook nog kennen van Liquid Visions, Psychedelic Monsterjam en Electric Moon. Naast andere gastmuzikanten, actief in illustere acts als The Pancakes en Vibravoid,  heeft Schmidt voor de gelegenheid ook zijn partner en bassiste Komet Lulu (Electric Moon) uitgenodigd. Is de space/drone/doom metal van Electric Moon super heavy, dan komt Zone Six iets gematigder uit de hoek. Ook al is men kwistig in het gebruik van gitaareffecten dan ligt de nadruk toch helemaal op het space rock effect en dan denken we meteen aan het legendarische Hawkwind. Babapapatantramanta’ is een bezwerend epos van 24 minuten dat traag maar gestaag crescendo gaat en uiterste concentratie vereist. Onder meer door het experimentele karakter en de onvoorspelbare, freaky uithalen. Voor wie Zone Six niet kent kan het dienen als visitekaartje, want deze track etaleert het totale gamma aan dimensies, eigen aan het genre.

Simon McBride


Simon McBride
Nine Lives
Nugene Records/Bertus
Simom McBride begon gitaar te spelen toen hij  tien jaar oud was. Zes jaar later zette hij zijn eerste stappen als heavy metal gitarist toen hij lid werd van het in zijn geboortestad Belfast heropgerichte Sweet Savage als vervanger voor Vivian Campbell (Dio, Def Leppard, Thin Lizzy). Vanaf 1998 ging hij toeren met zanger Andrew Strong die naam had gemaakt in de cultfilm ‘The Commitments’ (1991). Het zou pas in 2008 zijn dat Simon zou doorbreken met een eerste solo album, ‘Rich Man Falling’. In 2010 volgde dan ‘Since Then’. Later dit jaar zou nummer drie eraan komen, maar tussendoor pakt zijn label uit met de live cd ‘Nine Lives’. Qua stijl is McBride sterk beïnvloedt door legendarische snarenplukkers als Jimi Hendrix en Jeff Beck, maar ook bands als Free en Led Zeppelin zijn hem niet vreemd. Als zanger beschikt Simon over een rauw,  korrelig timbre - sommigen verwijzen hierbij naar David Coverdale – dat goed samen gaat met zijn uitmuntende gitaarspel. Op ‘Nine Lives’ brengt McBride nummers van zijn twee langspelers en met ‘Fire Me Up’ een nog niet eerder op plaat verschenen track. Dat zijn eigen composities kwalitatief er mogen zijn bewijst de gitarist met de als toemaatje aan de speellijst toegevoegde vier akoestische uitvoeringen waarvan drie ook tot de live set behoren. Wie wil kan meteen gaan vergelijken. Eén van de hoogtepunten naast ‘Change’, ‘Devils Road’, ‘Rich Man Falling’ en ‘Down To The River’ is McBride zijn eigen interpretatie van Hendrix zijn ‘Power Of Soul’. In het bluesrock genre is Simon McBride al aardig op weg naar de top. Het is nog wat vroeg om hem in één adem te noemen met Rory Gallagher of Gary Moore, maar als hij zo blijft doorgaan komt die dag er ooit nog wel.

Lost Area


Lost Area
Black Storm
Echozone
Als voorloper van hun nieuwe schijf brengt Lost Area een vier nummers tellende ep uit in een beperkte oplage van 250 stuks, gesigneerd en hand genummerd. Met VDiva heeft het vijftal een nieuwe zanger aangetrokken, maar het blijft in hoofdzaak toetsenist en producer Jan Bertram die de lakens uitdeelt. De vier tracks hebben stuk voor stuk commerciële troeven en passen perfect in de huidige future pop/electro/gothic scene en de bijbehorende danstempels. Niet verwonderlijk dat er met ‘Black Storm’, ‘Mask’ en ‘Crashing Down’ al drie video’s in omloop zijn. De eerste krijg je als bonus op deze gelijknamige ep. Dat de groep zijn klassiekers kent bewijzen ze met de intro van ‘Black Storm’ die ze leenden van Depeche Mode. En er zijn nog wel meer aanknopingspunten met andere acts te vinden in elk van de nummers. Ja, Lost Area lijkt zijn zaakjes goed voor elkaar te hebben. Met de ep ‘Black Storm’ lijkt succes me verzekerd, al heb ik zo mijn bedenkingen over de artistieke en creatieve kant.  

Thunderkraft


Thunderkraft
Totentanz
Svarga Music/Rock Inc.
Industrial folk death metal zo omschrijft het uit Oekraïne afkomstige Thunderkraft zelf hun muzikale exploten. De groep debuteerde in 2005 met ‘The Banner Of Victory’ en dit is pas hun tweede worp. Thunderkraft probeert meerdere bronnen aan te boren en brengt een allegaartje van stijlen gaande van death en black metal over volksmuziek en elektronische muziek tot symfonische rock. De zang wordt tussen gitarist Master Alafern en drummer Munruthel verdeelt. De ene neemt de grunts voor zijn rekening, de andere het gekrijs. De teksten zijn geschreven in het Oekraïens, Russisch en Duits en eigenlijk maakt dat de verwarring compleet. Het ondoordachte mengen van al die verschillende subgenres werkt verstikkend en overduidelijke en pijnlijke voorbeelden van hoe het niet moet geven de jongens van Thunderkraft in de titelsong en het wanstaltige ‘Death Won’t Seperate Us’. De overdaad aan klankkleuren en bombast kan evenmin het gebrek aan originaliteit verbergen. Slechts een paar nummers – ‘A Crumbled Story’ en ‘Towards A New Dawn’  - verrassen in positieve zin. Je kan stellen dat die het beoogde effect bereiken. Een magere oogst. De overige songs zijn gewoon van inferieure kwaliteit.

thisquietarmy


thisquietarmy
Resurgence
Denovali Records
Thisquietarmy is een experimenteel project van de Canadese gitarist Eric Quach. Onder dit alias is hij actief sinds 2005 en in eigen land wordt hij beschouwd als een pionier en voortrekker in het segment van de proefondervindelijke en vernieuwende muziek. In een tijdsbestek van vier jaar heeft Quach al een tiental releases uitgebracht al dan niet in samenwerking met andere artiesten zoals Aidan Baker (Nadja), Scott Cortez (lovesliescrushing) en Yellow6. Daarnaast is hij nog actief in zijprojecten als Destroyalldreamers, Mains De Givre, Parallel Lines en Ghidrah. Eric improviseert, exploreert en verkent de mogelijkheden van de elektrische gitaar en maakt daarbij gebruik van allerlei hulpmiddelen en technieken als processors, samples, loops, een drummachine en een toongenerator. Hij schrikt er ook niet voor terug om eigen composities te genereren of te reconstrueren. Dat maakt het aantal mogelijkheden bijna onbeperkt en verklaart ook de vele werken die van zijn hand verschijnen. Uitgangspunt zijn meestal drones waar bovenop elementen uit andere genres worden toegevoegd gaande van ambient, postpunk, shoegaze, post rock krautrock, space rock en zelfs black en doom metal. Het repetitieve, minimalistische en monotone binnen de composities legt tegelijk de beperkingen bloot. Al schuilt er een melodieus aspect in de uitdijende geluidssculpturen. Bijvoorbeeld in het dromerige en weidse ‘Whispers In The Trees’ of het dreigende en beklemmende ‘Whirring Brain’. Cd 1 sluit af met ‘Gone To The Unseen’ waarin zangeres Meryem Yildiz een gastrol vervult. De bonus schijf zorgt voor meer afwisseling met een ‘spoken word’ rol voor Zena Virani in ‘The Cold Vacancy’ en ‘Ballad Of A Shepherdess’ met violiste Émilie Livernois-Desroches (Mains De Givre) en de radio edit van ‘Gone To The Unseen’ dat zelfs een commercieel aspect heeft. De nummers zijn ook  gebalder en hebben meer spankracht, uitgezonderd het wijdlopige, weemoedige en naar het einde toe stormachtige ‘The Cold Vacancy’. 

The Samuel Jackson Five


The Samuel Jackson Five
The Samuel Jackson Five
Denovali Records
Je zou denken dat dit naar henzelf genoemde album hun debuut zou zijn, maar niets is minder waar. ‘The Samuel Jackson Five’ is al de vierde release voor dit Noorse vijftal. Voor het eerst wordt er ook gezongen en daarvoor doet brein en multi-instrumentalist Thomas Meidell beroep op gastzangers. Ook nieuwe aanwinst Jonny Knutsen neemt in enkele nummers de (koor)zang voor zijn rekening. Ook de locatie is helemaal anders, want in vergelijking met de wilde Noorse natuur voor de opnames van ‘Goodbye Melody Mountain’ koos men deze keer voor het bruisende stadsleven in Oslo. Behalve dan voor ‘Mockba’ dat werd ingeblikt in Moskou zelf. De muzikale richting neigt naar traditionele jazz en de veelzijdige mix aan stijlen waar ook acts als Jaga Jazzist en Arcade Fire gebruik van maken. Voor wie vertrouwd is met de instrumentale muziek van The Samuel Jackson Five zal het allemaal even wennen zijn. Een song als ‘Electric Crayons’, met Thomas Bratlie (Rumble In Rhodos) als zanger, doet zelfs denken aan de progressieve rock formatie Yes. Nog meer prog en zelfs een streepje space rock zit er in ‘Tremulous Silence’. En er zijn nog andere grote tegenstellingen tussen de composities onderling, wat goed is voor de diversiteit. Zo is ‘A Perrenial Candidate’ een nummer met verrassende wendingen, net als ‘... And Then We Met The Locals’ en het zwaarmoedige ‘Radio Gagarin’ brengt klassiek, jazz en folk rock dichter bij elkaar. ‘The Samuel Jackson Five’ elpee laat een zoekende groep horen die zijn post rock roots probeert te ontstijgen. Ze zijn alvast goed op weg. Release datum is 27 april. 

The Jeffrey Lee Pierce Sessions Project


The Jeffrey Lee Pierce Sessions Project
The Journey Is Long
Glitterhouse Records
In 2010 werd met ‘We Are Only Riders’ een eerste deel uitgebracht van nooit eerder uitgebrachte songs van Jeffrey Lee Pierce, de in 1996 op 37-jarige leeftijd overleden frontman, zanger, gitarist en songsmid van The Gun Club. Het betreft ruwe schetsen of niet helemaal afgewerkte nummers. De composities werden tot leven gebracht en in sommige gevallen zelfs voorzien van tekst en muziek door bevriende artiesten waarmee hij ooit heeft samengewerkt of muzikanten die actief waren als groepslid of gastmuzikant. Hetzelfde procedé wordt nu toegepast voor de achttien nummers op ‘The Journey Is Long’. Het zijn zowel bekende als minder bekende namen die een bijdrage leveren. Soms als solo artiest, soms in duet of als muzikant in een voor de gelegenheid opgerichte begeleidingsband. Enkele van de songs dateren uit de periode 1992-1993 en eentje uit 1987. De gitaarpartijen die Pierce toen inspeelde op cassette zijn verwerkt in de huidige interpretaties. De plaat opent met Nick Cave en het prachtige ‘City In Pain’ met daarna het nog sterkere ‘I’m Going Upstairs’ met verve gebracht door Hugo Race. De felste uitvoeringen komen op naam van Steve Wynn die lekker loos gaat in ‘From Death To Texas’, ‘Book Of Love’ van rockbeesten Vertical Smile en de wilde bende van The Jim Jones Revue met ‘Ain’t My Problem Baby’. ‘The Breaking Hands’ is een song die bekend in de oren klinkt. De originele versie staat op het album ‘Mother Juno’ en komt hier tweemaal aan bod als een duet tussen Mark Lanegan & Isobell Campbell en Nick Cave & Deborah Harry. Ook ‘I Wanna Be You’ (Barry Adamson), ‘Sonny Boy’ (Mick Harvey) en ‘Body And Soul’ (Astro-Unicorn) behoren tot de hoogtepunten, maar ook de overige tracks zijn meer dan de moeite waard om te horen. De opbrengst van ‘The Journey Is Long’ gaat naar de Jeffrey Lee Pierce Foundation die met het geld instrumenten aankoopt voor de kansarme kinderen van Los Angeles. Een derde en finale deel getiteld ‘The Task Has Overwhelmed Us’ zou later dit jaar nog verschijnen. 

pacificUV


pacificUV
Weekends
Mazarine Records
Wat doe je tijdens de weekends wanneer je relatie is stuk gelopen? Voor het Amerikaanse pacificUV is dit het thema waar ze een antwoord proberen op te vinden met de release van hun derde cd. Daarnaast krijg je suggesties aangeboden van hoe de slechte herinneringen te vergeten en/of als je in een dipje zit dit te boven te komen. Muzikaal kiest men voor een melodieuze aanpak zonder de rijke, weelderige productie die ze hanteerden op hun vroegere albums uit het oog te verliezen. ‘Funny Girl’ is alvast een schitterende single die het beste laat verhopen voor wat nog komen moet. Een hallelujastemming die al snel plaats maakt voor ontgoocheling. ‘Just4kix’ is kil, ijl en psychedelisch, een combinatie die een domper zet op de verwachtingen. Beter is het gesteld met het aan space rock/post rock gelieerde en etherische ‘Baby Blue’ en de gestileerde electro pop in ‘I’m Here (But It’s Not Me)’. Het futuristisch klinkende ‘Ballerina’ wordt de bodem ingeslagen door een vervelend robotstemmetje. Daarna komt het eigenlijk nooit meer goed. Clay Jordan en Suny Lyons proberen met allerlei elektronische snufjes hun songs op te smukken, maar dat geeft juist een averechts effect. Het draait uit op een saaie bedoening. In afsluiter ‘Unplug Me’ komt het nasale vriendje van ‘Ballerina’ nog eens terug om roet in het eten gooien. We zijn weer een desillusie rijker.

Lockerbie


Lockerbie
Ólgusjór
Kapitän Platte
IJsland kent een sterke traditie als het op nieuwerwetse rock aankomt. Denk maar aan The Sugarcubes, Björk, Sigur Rós, GusGus, múm of Bang Gang. Nieuwe telg is Lockerbie dat zich profileert als een moderne post rock band met steile ambities. Het viertal schrikt er niet voor terug om uit te pakken met een groots opgevat groepsgeluid waarbij een sectie blazers en/of strijkers de groep komt versterken en ambient facetten naast popmuziek introduceert als verrijking van de toch al ruim opgevatte omkadering. De composities nemen epische dimensies aan maar kunnen ook heel intimistisch zijn wanneer de piano als begeleidingsinstrument de overhand neemt. De zang is mooi en helder, de teksten klinken heel poëtisch en worden gezongen in het IJslands. ‘Ólgusjór’ is een fraai debuut. Alleen sluitstuk ‘Sumar’ vinden we te verwaarlozen. Gelukkig zijn er nog het hemelse ‘Reyklykt’, ‘Í Draumi’, ‘Kjarr’, de aangrijpende titelsong en het fantastische ‘Snjóljón’ die veel goedmaken.

Kodiak


Kodiak
Kodiak
Denovali Records
2012 wordt een sleuteljaar voor het Duitse Kodiak. In de pijplijn zit een cyclus van drie concept langspelers, een serie die ze nog dit jaar willen uitbrengen. In afwachting is er deze dubbel cd. Die omspant het werk van de eerste vier jaar van hun bestaan inclusief hun debuut album en de split releases met Nadja en Black Shape Of Nexus. ‘By Tbe Sea’ is een onuitgegeven track voortgesproten uit de samenwerking met drone ambient legende N, een vruchtbare collaboratie die eerder als resultaat de elpee ‘Rn|Xe’ (2011) opleverde. Kodiak staat bekend om zijn monotone, imposante en loodzware geluidssculpturen te vergelijken met de geluidsexcursies van SunnO))) en Switchblade. Het openingsfragment met de toepasselijke titel ‘Beginning’ is afkomstig van hun eersteling met een gastbijdrage van celliste Emelie Molin. De weemoedige klanken van de cello worden al snel ingeruild voor logge, in pure doomstijl voorgedragen, repetitieve riffs. Pas ruim over de helft van de speelduur vormt zich een echte, (toegankelijke) songstructuur die tot het einde aanhoudt. ‘End’ is eveneens gelicht van Kodiak zijn debuut. Een monsterachtig, verzengend, hoogdrempelig nummer van ruim twintig minuten, maar met dezelfde opzet van ‘Beginning’. ‘Town Of Machine’ is heel anders qua opbouw. Verschroeiende drones maken de dienst uit, doch gaandeweg zijn het gitaar loops, denderende drums, diepe basklanken en huilende riffs die de bovenhand nemen. Zeer indrukwekkend. ‘By The Sea’ is het meest compacte nummer en biedt zich ook zo aan. Strak gespeeld en toch een ware mokerslag. De tweede schijf is naast het stormachtige ‘MCCCXLIX The Rising End’ met muzikant en geluidstechnicus Roland Wiegner op piano met ‘Radon’ en ‘Xenon’ een heruitgave van ‘Rn|Xe’ met N. Voor wie Kodiak nog niet kent is deze compilatie alvast een prima introductie die de verschillende aspecten van deze act aan bod laat komen. 

Fear Falls Burning


Fear Falls Burning
Disorder Of Roots
Tonefloat Records
Dirk Serries bracht in 2004 dit nieuwe project tot leven als opvolger voor zijn andere alias vidnaObmana. Het concept was meer gitaargericht, met als basis pulserende drones. Er volgden ontelbare releases, meestal uitgebracht op vinyl. In 2008 was er dan ‘Frenzy Of The Absolute’ dat wordt beschouwd als een hoogtepunt in het oeuvre van Fear Falls Burning. Nog eenmaal wou Dirk Fear Falls Burning laten schitteren met het album ‘Disorder Of Roots’. Het is de ultieme langspeler van FFB waaraan gastmuzikanten uit de ondergrondse metal scene hun medewerking verlenen. Inderdaad het allerlaatste, want Serries vindt de tijd rijp om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Microphonics is de naam. Het definitieve doek voor Fear Falls Burning valt op 2 juni in de Paradox club in Tilburg. Naast Dirk Serries zullen ook Tim Bertilsson (drums), Frank Kimenai (basgitaar) en Michiel Eikenaar (zang) van de partij zijn. Openingstrack ‘The Roots Of Rebellion’ begint minimalistisch als een drone/ambient gedrocht. Pas halfweg komt het groepsgevoel meer tot uiting wanneer drums, bas en orgel de track naar een ongekende climax leiden. De trage, diepgaande opbouw ervan is fenomenaal en je wordt meegezogen in een draaikolk van ongewone gewaarwordingen. ‘Virtue Of The Vicious’ is meer ingetogen, sluimerend, maar op een bepaalde manier ook gespitst. De gitaar drones blijven ook in ‘Chorus Of Dissolution’ het basisprincipe. Via loops en tonnen feedback verkrijgt men een veellagig effect dat nog eens extra impulsen krijgt via naar voor gemixte, felle drumpatronen en diepe bastonen. Ook hier schakelt men halverwege over naar een andere intonatie en kiest Serries voor rauwe, repetitieve fuzztonen. ‘I Provoke Disorder’ is het meest experimentele luik met Michiel Eikenaar die death metal grunts uitspuwt. Op zich leent de loodzware muziek zich hier wel toe en kan op de keper beschouwd zelfs doorgaan voor doom metal of toch een variant ervan. Een wat vreemde ontknoping die de keuze van ‘Disorder Of Roots’ als albumtitel zou kunnen verklaren.

Enablers


Enablers
Blown Realms And Stalled Explosions
Exile On Mainstream Records
Zanger en dichter Pete Simonelli vond in gitaristen Joe Goldring, Kevin Thomson en drummer Doug Scharin drie gelijkgestemde zielen. Samen zijn ze de voorlopers van een nieuwe vorm van ‘spoken word’ optredens. Hun eerste elpee ‘End Note’ verscheen in 2004. Er volgden nog twee langspelers en twee ep’s en nu is er deze ‘Blown Realms And Stalled Explosions’. Met dit laatste werkstuk proberen Enablers hun muzikale spectrum te verruimen. Het eerste nummer ‘Patton’ klinkt alvast veelbelovend. De donkere bariton van Simonelli krijgt via lichte stemvervorming een andere klankkleur en ook de muziekstijl is rockgericht en avontuurlijk. ‘Cliff’ klinkt helemaal anders met een meer jazzy ondertoon en een door huilende gitaarriffs gedragen thema. ‘Career-Minded Individual’ drijft op een prachtig gespeeld luchtig, bijna vrolijk motiefje. De daarop volgende nummers liggen in het verlengde hiervan. Alleen het gedreven, instrumentale ‘Hard Love Seat’ en het scherpe, experimentele ‘Rue Girardon’ springen uit de band. Ondanks de meer spannende en gevarieerde, muzikale invulling blijft ‘Blown Realms And Stalled Explosions’ net als de vorige releases van Enablers een moeilijk te doorgronden plaat. Niet alleen vanwege de maatschappijkritische teksten, maar ook door het sombere, monotone trimbre van zanger Pete Simonelli en de soms complexe arrangementen. Gedichten en muziek: het is en blijft een vreemde combinatie. 

Emerald Park


Emerald Park
Absolute Zero
Danse Macabre
Op zijn tweede langspeler, de opvolger voor ‘For Tomorrow’, kiest dit Zweedse combo voor een meer relaxte stijl. Emerald Park volgt hier meer zijn instinct en dan krijg je vederlichte indie/pop songs. Als begeleiding kiest men onder meer voor instrumenten als piano, banjo, accordeon, viool en akoestische gitaar die eveneens hun liefde voor volksmuziek tot uiting brengt. Het septet laat volop het melancholische aspect spelen. Hun verdrietige kijk op de wereld gaat gepaard met de nodige ironie en wrangheid in de teksten en dito meerstemmige, soms klaaglijke zang, die haaks staat op de onbezorgde, opgewekte muziek. Een perfect voorbeeld hiervan is ‘Someone To Love’. Soms is het ook grappig zoals in ‘Spain’. Voor het merendeel is de sfeer aangenaam te noemen en tegelijk stemt het je triest. Luister maar naar songs als ‘Rear View Mirror’, ‘A Beautiful Mourning’ of ‘Rules Of Engagement’, daar word je pas echt treurig van. En toch werkt het album in zijn geheel zelfs een tikje verslavend. Luisteren naar ‘Absolute Zero’ van Emerald Park is een heikele onderneming, maar een die je hoe dan ook niet onaangedaan laat en dat is niet iedere plaat gegeven.

Bersarin Quartett


Bersarin Quartett
II
Denovali Records
Is het soloproject van Thomas Bücker. Vier jaar geleden debuteerde hij met een eerste album dat bedolven werd onder lovende kritieken. Deze opvolger ligt in het verlengde ervan. Bücker vertrekt vanuit klassieke muziek en ambient als basis en voegt daar op fijnbesnaarde wijze accenten aan toe. ‘II’ biedt zich aan als een reis naar het onbekende.        De weidse en warme klanken geven de indruk dat je door landschappen loopt die zich over grote oppervlaktes uitstrekken of dat je op de voorplecht van een schip staat en uitkijkt over een onmetelijke oceaan. De zorgvuldige invulling van detailtekeningen via elektronische geluidjes, loops en samples geven het geheel iets buitenaards. De kosmos is eindeloos groot en tegelijk bedreigend, want voor een aanzienlijk deel ook onbekend terrein. Thomas bespeelt dit gegeven en concretiseert het op een doorwrochte manier. Het geeft de luisteraar alle ruimte om zijn verbeelding de vrije loop te laten en een eigen fantasiewereld te bouwen. Wondermooi zijn bijvoorbeeld ‘Keine Angst’, ‘Hier Und Jetzt’ en ‘Zum Greifen Nah’. Intrigerend zijn onder meer ‘Niemals Zurück’, ‘Der Mond, Der Schnee Und Du’ en ‘Rot Und Schwarz’. Dit werkstuk is een meer dan waardige opvolger voor de eersteling van Bersarin Quartett. Wie nummer één op prijs kon stellen zal meer dan gelukkig zijn met deel twee.