vrijdag 8 november 2013

Ulver


Ulver
Messe I.X-VI.X
Kscope
Het Noorse Ulver blijft zichzelf heruitvinden. Na de eigengereide kijk op obscure, psychedelische rock uit de jaren zestig op het album ‘Childhood’s End’ neemt het gezelschap opnieuw de handschoen op om een volgende uitdaging tot een goed einde te brengen. Over metal spreken we bij Ulver al geruime tijd niet meer, want die periode ligt ver achter ons. Toch blijft het gezelschap op één of andere manier trouw aan de kern, de ziel van metal. Dat is ook het geval op deze ‘Messe I.X-VI.X’. Deze langspeler is onder invloed van klassieke meesters als Gorecki, Mahler en Holst opgevat als een Rooms-katholieke mis. Hier bestaan verschillende variaties van. Bijvoorbeeld de missa brevis bestaat net als deze ‘Messe’ uit zes misdelen. ‘Messe I.X-VI.X’ is eigenlijk in opdracht gemaakt voor het Kulturhus in Tromsø en werd een eerste keer uitgevoerd met het Tromsø kamerorkest op 21 september 2012. Het is een overwegend duister en somber werkstuk waarin klassieke instrumenten en elektronische muziek elkaar treffen. Naast voornoemde componisten verwijzen de muzikanten van Ulver zelf naar onder meer Nurse With Wound, When, Ash Ra, John Carpenter en Terry Riley. In het met een politiek geladen titel openingsfragment kan men zich zo ontij, rampspoed en oorlogstaferelen inbeelden. Melancholische klanken zijn verwegen met onheilspellende drones en samples, waarna de strijkers de overhand nemen en zich naar een hoogtepunt toewerken. Het is een verbluffend instrumentaal tafereel. In ‘Shri Schneider’ staat krautrock – denk aan Neu!, Kraftwerk, Harmonia - centraal. Met ‘Glamour Box (ostinati)’ ligt de klemtoon op het repetitieve karakter. Het is een compositie die nauw aanleunt bij minimal music. Pas in ‘Son Of Man’ komt zanger Kristoffer Rygg voor het eerst aan de bak. Het is meteen de meest theatrale en majestueuze track. In ‘Noche Oscura Del Alma’ daal je af naar de krochten van de hel. Zo voelt het toch aan. De sinistere afsluiter ‘Mother Of Mercy’ gebruikt de monotone klanken van een orgel als bindend element tussen het orkest en de groep. Met deze plaat weet Ulver alweer, in positieve zin, te verrassen. Je moet het toch maar doen, om telkens weer nieuwe bronnen aan te boren en de muziekliefhebber voor je zaak te winnen. De mannen van Ulver doen het met brio.

Geen opmerkingen: