maandag 16 juni 2014

Arch Enemy


Arch Enemy
 
De visie van een selfmade man: de wedergeboorte van Arch Enemy

Het grote nieuws midden maart kwam uit het kamp van Arch Enemy. Zangeres en boegbeeld Angela Gossow zette met onmiddellijke ingang een punt achter haar zangcarrière. Een vervangster werd stante pede gevonden in de persoon van de Canadese frontdame van The Agonist, Alissa White-Gluz. Over het hoe en waarom en het nieuwe album ‘War Eternal’ hadden we een gesprek met gitarist Michael Amott en het nieuwe boegbeeld Alissa White-Gluz.
Paul Van de gehucht

Het voornaamste gespreksthema binnen het Arch Enemy huishouden in 2013 was dat Angela Gossow met het idee speelde om te stoppen als zangeres van Arch Enemy. Hoe heeft men dit verwerkt?

Michael: ‘Het is geen beslissing die je zo maar neemt. Angela heeft alles goed doordacht en afgewogen. Binnen de groep is er veel over gepraat en gediscussieerd. We wisten dat het er zat aan te komen. Het vuur en enthousiasme was aan het afnemen. De druk om het intensieve toeren te combineren met een gezin en haar taak als zaakvoerder van zowel Arch Enemy als Spiritual Beggars begon te wegen. Het nieuws kwam voor ons niet onverwacht. En toch word je ineens geconfronteerd met dit feit. Het betekende wel een keerpunt voor Arch Enemy als band en voor alle mensen die nauw betrokken zijn bij Arch Enemy. Welke richting moeten we inslaan? We stonden op het punt om aan een nieuwe plaat te beginnen en ja daar zaten we dan plots zonder zangeres. Het onvermijdelijke diende zich aan. Stoppen we met Arch Enemy of gaan we door? En zo ja dan moeten we op zoek naar een ‘nieuwe stem’. We kozen voor dat laatste. Als ik nu terug kijk op 2013 dan zaten we op een soort van rollercoaster. Het was alleszins een interessant jaar voor ons.’

Dat Alissa White-Gluz van de Canadese formatie The Agonist dadelijk in beeld kwam is eigenlijk geen verrassing. Angela en Alissa waren al jaren vriendinnen en het was Angela die Michael tipte om met Alissa contact op te nemen. Hoe verliep de eerste kennismaking?

Michael: ‘Het moment dat Angela verkondigde ‘ik stop ermee’ zei ze in één adem ‘maar ik wil dat jullie doorgaan met Arch Enemy. Ik hou zielsveel van dit project. Mijn leven als zangeres stopt, maar ik blijf wel fulltime de job van manager uitoefenen. Ik stel voor dat je contact opneemt met mijn Canadese vriendin Alissa White-Gluz. Ik ben overtuigt dat zij de geknipte persoonlijkheid is om Arch Enemy nieuwe impulsen te geven en de groep een doorstart te laten maken.’ We namen haar raad ter harte. Eerst luisterden we naar de platen die Alissa al op haar conto had staan. We analyseerden, discussieerden, pleegden overleg en kwamen tot het besluit dat hier een mogelijkheid lag. Alissa beschikt over een bijzondere stem en dat sprak ons aan. Ik werd er zelfs een beetje verliefd op (lacht). Die stem in combinatie met mijn muziek kon uitgroeien tot iets bijzonders. Zij was dus echt wel in beeld vanaf dag één. Toen de eerste contacten dan werden gelegd was ik meteen aangenaam verrast dat Alissa zelf voorstelde om voor enkele weken naar Zweden af te zakken en samen aan de slag te gaan. Zo gebeurde en we begonnen met het schrijven van nieuwe nummers, repeteerden met ouder materiaal, maakten opnames. Het was heel intensief werken. Het was ook een soort van aftasten. Vinden we elkaar, hoe ervaart ze zelf haar rol, het geven en nemen, hoe ontvankelijk is ze… allemaal zaken die toch belangrijk zijn. Ik gaf haar ook een instrumentaal nummer en vroeg Alissa om er een tekst voor te schrijven. Zou dit dan nog een Arch Enemy song zijn of toch meer iets voor haar vroegere band? Ook het instuderen van oudere Arch Enemy liedjes was belangrijk. In twee weken tijd had ze een twintigtal songs uit ons repertoire onder de knie. Haar ‘Nemesis’, ‘Bloodstained Cross’, ‘We Will Rise’, ‘My Apocalypse’ horen zingen, haar timing, gevoel, kracht en precisie… deze smetteloze uitvoeringen deed het zelfvertrouwen groeien en sterkte het geloof dat Arch Enemy nog een toekomst had. Onze eerste demo telde vier of vijf nummers en die opnemen was een heel speciale belevenis. We hadden iets in handen nu en daar kunnen we verder op bouwen.’

Hadden ze al nieuwe songs klaar voor de komst van Alissa en konden ze dat materiaal nog gebruiken? Voor hun laatste studio album ‘Khaos Legions’ schreef Angela nog alle teksten. Wie zou nu het heft in handen nemen?

Michael: ‘Muzikaal en instrumentaal hadden we al een aantal nummers uitgewerkt, maar het vocale aspect en de teksten ontbraken nog. Laat ons zeggen dat we aan veertig procent zaten.’
Alissa: ‘Bij The Agonist schreef ik ook al de teksten. Als nieuwkomer in een groep ligt het niet voor de hand dat je meteen bepaalde zaken voor jezelf gaat opeisen. Voor wat ‘War Eternal’ betreft heb ik voor de helft van de liedjes de teksten en de vocale arrangementen alleen geschreven.’

Alissa ging er vanuit dat ze haar functie als zangeres bij The Agonist zou kunnen combineren met haar rol als frontdame bij Arch Enemy, maar haar bandmaten bij The Agonist beslisten daar anders over.

Alissa: ‘Wel ik was het al gewend om in twee groepen actief te zijn. Met Kamelot heb ik de laatste jaren intensief getoerd, laatst nog was ik mee als gastzangeres tijdens hun Silverthorn wereldtournee en dat viel perfect te combineren met mijn rol in The Agonist. Dat zou dus in geen geval een obstakel geweest zijn. Vroeger heb ik jarenlang werk en studie gecombineerd. Dus een groot deel van mijn leven bestond toen al uit het samenbundelen en verdelen van verschillende activiteiten. Mijn intentie was om door te gaan met The Agonist en ook mijn samenwerking met Kamelot verder te zetten. Maar daar hebben anderen anders over beslist. Ik heb zelfs geen enkel contact meer met de groepsleden van The Agonist. Dat hoofdstuk is voor mij afgesloten.’

Bij The Agonist wisselde Alissa death grunts af met gewoon gezongen fragmenten. Bij Arch Enemy staan death growls centraal. Hoe verliep de aanpassing? En is het nu fysiek zwaarder en qua techniek moeilijker of juist niet?

Alissa: ‘Ik weet niet of het bij Arch Enemy ook mogelijk wordt om de techniek die ik gebruikte bij The Agonist in te passen. Ik zou het persoonlijk zeker niet uitsluiten. Ik heb moeten zoeken naar de juiste vorm en benader het vocale aspect op een andere manier. Je moet het één tegen het ander afwegen en bij Arch Enemy wordt de melodieuze component plus de vele riffs en hooks ingevuld door de andere instrumenten. Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor de gitaren. Dus voelde ik niet de behoefte om gewone zangpartijen toe te voegen aan het geheel. Het zou ook de balans verstoren tussen het brutale van de zang en de harmonie van het gitaarspel. Meestal gebeurt in andere bands net het tegenovergestelde en de wijze waarop wij het brengen beklemtoont juist het unieke aan Arch Enemy. In de toekomst valt te overwegen of een andere zangstijl wenselijk is. Ik heb een paar korte stukjes gewoon gezongen, zelfs mijn rap techniek aangewend voor ‘War Eternal’, maar in hoofdzaak respecteer ik en blijf ik trouw aan de huisstijl die Arch Enemy eigen is en hou het overwegend bij ‘grommen’. De songs op zich eisen geen grotere vocale inspanning en ze vormen niet zo een grote uitdaging noch technisch, noch fysiek. De omgeving is dat wel. Ik speel nu in een hogere categorie. In mijn oude band deelde ik de lakens uit en droeg ik het gewicht. Nu maak ik deel uit van een groep die al een status heeft verworven en naam en faam heeft in het metal circuit. Als ik het vanuit mijn rol als zangeres bekijk heb ik nu meer ademruimte, het gaat er minder chaotisch aan toe, er zijn minder tekstlijnen te leren, zuiver technisch bekeken is er niet zoveel diversiteit. Bij de eerste sessies werd ik me pas bewust van de sterkte en de intensiteit van de Arch Enemy songcatalogus en ook qua zangtechniek hoe groot het verschil wel is tussen Angela en mezelf. Dus het vroeg toch wel enige aanpassing van mijn kant.’

Het is onvermijdelijk dat het publiek vergelijkingen gaat maken tussen je zangcapaciteiten van jou en Angela. Is dat iets dat je bezig houdt, iets waar je je zorgen om baart?

Alissa: ‘Er werden vroeger al tussen ons vergelijkingen gemaakt. Het aantal zangeressen dat actief is in het genre is eerder beperkt. Het zijn er slechts een handvol en dan is het niet zo verwonderlijk dat dit gebeurt. Ik ben altijd een grote fan geweest van Angela, dus ik beschouw het als een compliment dat het publiek onze manier van zingen aan elkaar gaat toetsen en associëren. Nee, ik maak me daar helemaal geen zorgen over (lacht).’    
   
Een beetje in de schaduw van alle heisa rond de komst van Alissa White-Gluz is het definitief inlijven van gitarist Nick Cordle als vervanger voor Christopher Amott, de broer van Michael.

Michael: ‘Wel, omstandigheden kunnen veranderen en dan word je soms genoodzaakt om beslissingen te nemen. Mijn broer is niet zolang geleden getrouwd. Zijn vrouw is een Amerikaanse en ze zijn in de VS gaan wonen. Hij heeft ook een eigen project lopen waar hij zich meer op wil focussen. Zoals je misschien wel weet is hij vroeger al een paar keer in en uit de groep gestapt. Zijn vertrek nu kwam dus niet echt als een verrassing. Ik had me er eigenlijk al op voorbereid. Ik was al een tijdje andere gitaristen aan het volgen en observeren. Elke keer als ik een gitarist aan het werk zag waarvan ik dacht dat die in aanmerking kon komen om in Arch Enemy te spelen nam ik wat notities. De eerste naam op mijn lijstje was van iemand waarmee ik enkele jaren geleden op rondreis ben geweest in Amerika. Hij speelde toen bij Arsis. Het viel me op dat het gitaarspel bij Arsis van een hoger niveau was dan wat je zou verwachten bij een doorsnee metal band. Ik zat backstage te luisteren en vroeg me af wie die gitarist wel was. Ik ben toen naar de rest van hun optreden gaan kijken en zag daar op het podium in Nick een jongere versie van mijn broer Christopher staan met wuivend lang haar, ‘shredding his guitar’. Tijdens de rest van de toer heb ik veel met hem gepraat en kwam tot de constatering dat hij heel ernstig en toegewijd overkwam, een beetje een gekwelde persoonlijkheid die naast zijn functie van gitarist als groepslid van Arsis nauw betrokken was bij alles wat zich rond de groep afspeelde. Hij is een uitstekende gitarist en hij had de juiste looks. Op het moment dat Chris besloot om de groep te verlaten was Nick de eerste die in aanmerking kwam om hem te vervangen. Zijn vuurdoop kreeg hij in het laatste jaar van de ‘Khaos Legions’ tournee. En excuseer voor het taalgebruik, maar ‘we had a fucking blast’ (lacht)’. We hadden het echt naar onze zin en zo is, naast onze werkrelatie als gitaristen ook onze vriendschap gegroeid. Ik vind dat dit duidelijk te horen is op het nieuwe album. De vreugde en het plezier waarmee we de gitaarpartijen hebben ingespeeld spat uit de boxen. Naast de vele riffs klinkt het zo gedreven, melodieus en diepgaand. Het is één grote voorwaartse beweging.’

En hoe ziet een dag in de week eruit als Arch Enemy niet aan de orde van de dag is? Is het dan tijd voor iets anders? Gaat men zich ontspannen, lekker relaxen?

Michael: ‘Echt waar, bij mij gaat er geen dag voorbij dat ik niet met muziek bezig ben. Arch Enemy is niet alleen de groep waarin ik gitaar speel, het is ook mijn werk. Het is een bedrijf dat over alle rechten beschikt en eigenaar is van de Arch Enemy liedjes catalogus en alles wat ooit is opgenomen. Sinds 2008 beheren we onze zaken zelf. Daarbij horen ook het publiceren, de merchandising. Dat is vooral het terrein van Angela. Haar grootste voldoening is om onder alle omstandigheden het onderste uit de kan te kunnen halen voor Arch Enemy. Ik werk voor alles wat de zakelijke kant betreft heel nauw samen met Angela. Dit deel van het takenpakket is niet iets waar ik geestdriftig over ga doen, doch het moet gedaan worden. Ik ben passioneel en vurig als het over Arch Enemy gaat als concept. Ik probeer zo goed mogelijk de belangen van Arch Enemy te beschermen en te verdedigen. Om terug te keren naar je vraag (lacht), ik ben een eigenlijk een saaie piet. Ik heb geen hobby’s, het is allemaal muziek wat de klok slaat. Als tiener was muziek en gitaar spelen mijn hobby. Later werd het mijn beroep. Vandaag is het alles in één: mijn tijdverdrijf, mijn werk en mijn hartstocht. Ik heb geen dagindeling of schema zoals iemand die naar zijn werk gaat. Om een voorbeeld te geven; ik sta op, na het ontbijt neem ik mijn e-mails door, speel dan een beetje gitaar, dan volgt er een bespreking of heb ik een afspraak, ’s avonds speel ik dan nog wat gitaar. Niets is vast omlijnd, het loopt allemaal een beetje door elkaar. Mijn leven wordt gedomineerd door muziek. Als ik werk is de intensiteit enorm groot. Alles moet dan wijken voor Arch Enemy. Soms kan dit ook voor mij wat te veel worden en dan ben ik echt aan vakantie toe. Als ik de kans krijg dan knijp ik er tussenuit voor een week of twee. Dan gaat de stekker eruit. Geen telefoons, laptop, e-mail of wat dan ook.’

Zijn jullie verzamelaars, hebben jullie last van koopwoede? Ik veronderstel Michael dat jij een uitgebreide collectie gitaren bezit…

Michael: ‘Vroeger kocht ik veel elpees en cd’s. Ik had echt wel een grote collectie, maar een paar jaar geleden ben ik ermee gestopt. Wat precies de aanleiding was weet ik eigenlijk niet. De laatste twaalf jaar heb ik veel gereisd. Ik was bijna nooit thuis en ik begon me af te vragen, waarom dingen kopen die de stapel alleen maar groter maakt, maar waar voor de rest niet naar wordt omgekeken, laat staan naar wordt geluisterd. Ik ben overal ter wereld geweest en dat zet je toch aan het denken over de waarde en het bezitten van materiële dingen en of je daar echt nood aan hebt. Als je aan een mooi strand zit te genieten van een adembenemende zonsondergang dan ga je zulke zaken in vraag stellen. De waardering voor dergelijke momenten is met het passeren van de jaren toegenomen. Gitaren heb ik ook in grote aantallen. Ongeveer een vijftigtal. Dat zijn er te veel en ik ga er een aantal verkopen. Idem wat betreft toebehoren en apparatuur. De gitarist en het jongetje in me maakt dat ik me nog altijd een beetje wild en uitgelaten voel wanneer het gaat over gitaren en de daarbij behorende uitrusting. De repetities zijn bezig en dan zoek je al je spullen die je nodig gaat hebben bij elkaar. Daar zitten wat nieuwe speeltjes bij. De nieuwe tournee zit er aan te komen. De opzet ervan, de showelementen alles wat er mee te maken heeft doet de spanning stijgen en mijn hart wat sneller slaan.’
Alissa: ‘Ik zou graag zielen van mensen verzamelen (lacht). Nee, ik ben helemaal niet geïnteresseerd in het bezit van dingen. Ik hoef niets eigenlijk. Ik hecht geen belang aan het materiële. Ik heb een hekel aan winkelen, het verwerven, ik doe geen onnodige uitgaven. Het enige wat ik ‘verzamel’, zijn leuke en positieve ervaringen. Vriendschap, genegenheid, een uitzonderlijke gebeurtenis. Dat zijn wedervaren die je niet kan kopen in een warenhuis of winkel. Je koestert dat in je hart of als herinnering en je kunt het altijd en overal mee naartoe nemen. Het fysiek bijhouden is dus helemaal niet aan mij besteed. Ik vind positieve interactie veel waardevoller. Ik hecht ook weinig belang aan kleding. Bijvoorbeeld de meeste kledij die ik draag voor een fotoshoot of op het podium is ‘gemaakt’ door mijn vriend. Hij verknipt oude kleren en maakt er zo iets nieuws van. Ik mag ook creaties lenen van jonge, lokale designers uit Montreal waarmee ik goede contacten heb. Zo kunnen zij zich beter profileren, een groter publiek bereiken en heb ik genoeg outfits om op te treden (lacht). Ik waardeer wel de artistieke uitstraling die mode kan hebben, maar dat hoeft geen reden te zijn om trends te volgen of je klerenkast vol te hangen. Het voornaamste voor mij is dat ik me goed in mijn vel voel met wat ik draag en het liefst zijn dat dan eenvoudige dingen.’

Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Op welke van je persoonlijke eigenschappen ben je fier en wat is je niet zo fraaie kant?

Alissa: ‘Eén van mijn zwakke punten is allicht mijn besluiteloosheid. Ik kan moeilijk beslissingen nemen, knopen doorhakken. Mijn sterkste eigenschap vind ik is mijn werk ethiek. Ik doe altijd mijn best. Al vanaf mijn schooltijd leverde ik inspanningen om het hoogst mogelijke te bereiken. Ik ben een doorzetter. In mijn vrije tijd en de vakanties werkte ik ook als vrijwilliger of kluste bij. Ik ben graag bezig. Ik geniet van werken.’
Michael: ‘Net als Alissa ben ik een doordouwer. Ik geef nooit op. Ik kan heel geduldig zijn, maar het doel dat ik voor ogen heb wordt hoe dan ook verwezenlijkt. Ik ben altijd gefocust, al sinds mijn veertiende. Ik wou een metal band en een vorm van extreme muziek brengen die iedereen van de sokken zou blazen. Wat ook gebeurde. Ik heb altijd dat doel voor ogen gehouden. Ik ben zeer vastberaden. Ik sluit nooit compromissen, voor niets en niemand. Wat het ook kost, ik blijf trouw aan mijn idealen. Er was een tijd dat ik zwarte sneeuw heb gezien. Ik heb ellende en armoede meegemaakt. Opgroeien met de volharding om gitarist worden in een metal band geeft niet meteen uitzicht op veel geld verdienen. Ik geloof in hard werken. Ik heb mijn droom waar gemaakt. Ik ben een selfmade man. Al wat ik tot nu toe heb bereikt heb ik aan mezelf te danken.’

Daar hebben jij en Alissa iets gemeen: jullie houden allebei van werken…

Michael: ‘Meestal beschouw ik wat ik doe niet als ‘werk’. Ik zou niet weten wat ik zou aanvangen als ik dit niet had. Oké, deze interviews, de promotie, bezig zijn op sociale media vallen misschien in de categorie werk. Ik heb ook niet zoiets als vrije tijd. Arch Enemy is mijn bedrijf. Voor mensen die een zaak runnen is ‘vrije tijd’ een onbekend concept. Voor een werknemer ligt het anders. Als die zijn taak er op zit dan heeft hij gedaan met werken. Hij heeft dan tijd voor zichzelf en kan dan iets leuks doen. In mijn geval ligt het anders. Wat ik doe is wat ik altijd al heb willen doen. Ik doe het zielsgraag en dat zal nooit veranderen.’           

Geen opmerkingen: