Pirohia
Golden Antenna
In september 2011 werden we helemaal
weggeblazen door ‘Saansilo’ van dit uit Nieuw-Zeeland afkomstige trio. Een nog
altijd massief en furieus werkstuk. Op ‘Pirohia’ gaat het drietal iets
subtieler te werk. Kerretta heeft door de jaren heen een eigen dynamische
gitaarstijl ontwikkelt die op deze ‘Pirohia’ nog verder is verfijnd. In opener
‘Ossein Trail’ zorgt het handgeklap in de intro voor een catchy invalshoek die
al snel wordt teniet gedaan door zware bas- en drumritmes en het donkere timbre
van de gitaarriffs. In ‘The Roar’ gaat men flitsend van start om dan over te
vloeien in een rustiger middenstuk waarna men opnieuw schakelt naar een hogere
versnelling. Een drukkende en benauwende stemming neemt ‘His Streets Of Honey,
Her Mouth Of Gold’ helemaal in zijn bezit. In ‘Iron Hall’ neemt hun metal
attitude de bovenhand en worden de snaren en drumvellen niet gespaard.
Afgewisseld met wazige, psychedelische fragmenten krijg je zo een monumentale
track. De oorspronkelijke bevolking de Maori krijgen met het tragisch klinkende
‘Kawea Tātou Ki Ngā Hiwi’ een klankbord. Op zich helemaal een opmerkelijke
song, ook al omdat dit het allereerste nummer is van Kerretta waarin er wordt
gezongen. ‘Sister Come Home’ wordt gekenmerkt door een amalgaam aan percussie,
verfrissend en luchtig, om dan gecounterd te worden door laag gestemde metal
gitaren. In ‘The Last Rivers’ beschrijft Kerretta andermaal de overweldigende fauna
en flora die Nieuw-Zeeland rijk is. Qua afwisseling moet dit Kerretta’s beste
werk zijn tot nu toe. Acht composities die blijven intrigeren en dat voor een
instrumentale band. Een markante prestatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten