Silent So Long
Vertigo/Universal
In 2007 – wat vliegt de tijd! – bracht Richard
Kruspe, de gitarist van Rammstein een eerste album uit onder eigen auspiciën.
Zijn project kreeg de naam Emigrate (hij was toen de grote plas overgestoken om
zich te vestigen in New York) en de
plaat werd met een aantal bevriende muzikanten ingeblikt en kreeg zelfs een top
tien notering in het thuisland. Twee van hen – Arnaud Giroux en Olsen Involtini
zijn opnieuw van de partij. Om de drums in te spelen werd voor ‘Silent So Long’
beroep gedaan op meester trommelaar Mikko Sirén van Apocalyptica. Inmiddels
woont Richard terug in Berlijn en het is daar dat het nieuwe album gestalte
kreeg. Al werd er voor de opnames wel weg en weer gependeld tussen Berlijn en
Los Angeles. Bij Emigrate dichtte Richard zich voor het eerst de rol toe van
frontman als zanger/gitarist. Meteen werd het pijnpunt bloot gelegd: de
zangpartijen. Hij was zich daar helemaal van bewust en koos nu voor een andere
invalshoek. Aan geld en middelen heeft Kruspe geen gebrek en als je de naam
Rammstein laat vallen gaan vele deuren open. Zo kreeg hij het voor elkaar om
Lemmy Kilmister (Motörhead), Marilyn Manson en Jonathan Davis (Korn) elk een
nummer te laten inzingen. Daarnaast verlenen enkele minder bekende vocalisten
als Margaux
Bossieux (ex-Dirty Mary), Frank Dellé (Seeed) en de Canadese zangeres Peaches ook
een bijdrage. Deze aanpak geeft deze langspeler meermaals een boost. Sterke
persoonlijkheden als Lemmy en Manson zetten respectievelijk ‘Rock City’ en
‘Hypothetical’ helemaal naar hun hand. Dat en de vrouwelijke toets bevorderen
de variatie. Vooral ‘Get Down’ met Peaches is een prima nummer. Ondanks de vele
inspanningen, zowel wat de uitspraak van het Engels betreft als het verbeteren
van de zangtechniek, overtuigt Richard Kruspe als zanger ook hier niet
helemaal. Halfweg kent het album met ‘Rainbow’ en ‘Giving Up’ zelfs een dip.
Ook al omdat deze liedjes compositorisch minder sterk zijn. Een en ander wordt
verdoezeld met knap gevonden samples en synthesizer snufjes. In zijn rol als
gitarist blijft Kruspe bescheiden alleen in het monumentale ‘Born On My Own’,
het pittige ‘My Pleasure’ en de titelsong staat hij zichzelf toe om te soleren.
Het was inderdaad lang stil rond Emigrate, maar met deze tweede worp geeft
Richard Kruspe het signaal dat zijn geesteskind tijdelijk van de radar was
verdwenen, maar zijn bestaansrecht niet heeft verloren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten