Zombi
Doet zijn naam alle eer aan
Het is lange tijd stil
gebleven, maar net als echte zombies is Zombi herrezen en valt er weer
enig nieuws te rapen
uit het Zombi kamp. In het najaar zou zelfs een nieuwe plaat verschijnen, de
opvolger voor ‘Escape Velocity’ uit 2011. In afwachting daarvan rakelt het duo
Anthony Paterra en Steve Moore met het album ‘The Zombi Anthology’ het verleden
op. De releasedatum voor de Benelux is 17 april. De hoogste tijd dus om een
stand van zaken op te meten en dat deden we met drummer en producer Anthony
Paterra.
Paul Van de gehuchte
Waar komt het idee vandaan om jullie vroegste werk opnieuw
uit te brengen? Was er plots vraag naar?
‘Relapse, onze
huidige platenfirma, bracht vorig jaar zowel ‘Cosmos’ als ’Surface To Air’
opnieuw uit op vinyl. Dat viel duidelijk in de smaak bij zowel het label als de
Zombi fans. Relapse kwam dan met het voorstel om ook onze eerste twee opnames,
de langspeler ‘Zombi’ en de EP ‘Twilight Sentinel’ te bundelen en heruit te
geven. In 2002 en 2003 hadden we die in
eigen beheer uitgebracht in zeer beperkte oplages van respectievelijk
honderdvijftig en tweehonderd stuks en ‘The Zombi Anthology’ op ons eigen VCO label,
ook al in een gelimiteerde editie. Maar, voor het eerst is die nu verkrijgbaar
zowel als elpee, cd of digitaal.’
Terug in de tijd
Hoe is het om die eerste opnames nog eens te horen of is het
zo dat jullie nog op regelmatige basis naar alle vorige Zombi platen luisteren?
‘Persoonlijk vind ik
het wel leuk. Vooral als je weet hoe bijvoorbeeld zowel ‘Zombi’ als ‘Twilight
Sentinel’ tot stand zijn gekomen. Plaats van het gebeuren toen was de keuken
van het appartement waar ik woonde. Daar hebben we ook het meeste materiaal
geschreven. De drums voor ‘Twilight Sentinel’ registreerden we op een oude
cassette deck en de rest werd ingeblikt aan de hand van een tweetal digitale opnameapparaten.
Het zijn voor mij mooie herinneringen waar ik een goed gevoel aan overhou. We
werken momenteel aan een nieuw album en de laatste paar maanden heb ik nog eens
naar ouder materiaal geluisterd gewoon om de sfeer nog eens te proeven en te
ontdekken wat voor verbetering vatbaar is. Voor dat laatste concentreer ik me
vooral op de drums. Volgende maand spelen we op het Roadburn Festival en dan is
het goed om het geheugen op te frissen en al wat keuzes te maken. Optreden doen
we heel weinig, dus dan is het wel handig om nu al een idee te hebben van wat
we gaan brengen.’
Op Facebook vond ik een foto terug van een op het eerste
zicht spiksplinternieuwe drumkit. Spendeer je veel geld aan het kopen van
nieuwe instrumenten?
‘Nu we gestart zijn
met de eerste opnames voor de nieuwe langspeler was het opportuun om de
drumvellen en cymbalen te vervangen, dus het ziet er inderdaad uit als een totaal
nieuw drumstel, maar ik heb die toch al een tijdje. Het moet in 2006 zijn
geweest dat ik die gekocht heb. Ik geef niet heel veel geld uit aan nieuwe
apparatuur. De laatste jaren heb ik vooral elektronische spullen gekocht. Door
de jaren heen heb ik genoeg gekocht en verzameld om een voor mij ideale
drumopstelling in elkaar te boksen. Ik ben drums beginnen spelen toen ik
veertien jaar was. Dus in een tijdspanne van een kwarteeuw kun je al iets deftig
bij elkaar sprokkelen. Ik ben niet het soort drummer waarvan als hij op zijn
drumstoel gaat zitten alleen nog de drumsticks te zien zijn. (lacht) De
samenstelling is wel meer dan basic, maar niet echt buitensporig. Ik bekijk het
ook praktisch. Als je dan op tournee gaat moet je niet al dat overtollig
materiaal meesleuren.’
Maak je ook gebruik van een drumcomputer?
‘Als ik op mijn
eentje muziek schrijf dan heb ik als hulpmiddel enkele handige software
programma’s en kan ik kiezen uit vooraf opgenomen samples. Daarvan heb ik een hele
verzameling opgebouwd. Daar zitten ook opnames bij van oude vintage
drummachines. Eenmaal een compositie af is, zet ik alles in de juiste volgorde
van hoe ik denk de drumpartijen in het echt te spelen.’
Wou je altijd al drummer worden?
‘Ja, dat is altijd
mijn droom geweest. Ik heb eerst anderhalf jaar pianoles gevolgd, maar ben dan
overgestapt op drums. Ik kocht mijn eerste drumstel met mijn spaargeld en wat
ik tekort kwam pasten mijn ouders bij.
Ik mocht thuis in de kelder repeteren en begon ook meteen met in bandjes
te spelen. Later heb ik mijn arsenaal uitgebreid met keyboards, doch mijn
liefde blijft toch uitgaan naar drums. ‘
Zijn er drummers waar je naar opkijkt?
‘Op een dag zonden ze
op televisie ‘The Soundtrack From The Film The Song Remains The
Same’ uit van Led Zeppelin. Ik had toen totaal geen idee van wie Led Zeppelin
was. De film was al bezig, maar ik zette de tv aan en het nummer dat speelde
was ‘Moby Dick’, John Bonham zijn fantastische drumsolo en dat was voor mij een
soort van openbaring en een keerpunt. Een volgende memorabel moment dat ik mij
herinner was het nummer ‘Free Will’ van Rush. Ik had toen een wekkerradio op mijn
kamer staan en op een morgen werd ik wakker met de gitaarsolo en de daarbij aansluitende
geweldige drumpartij van Neil Peart. Ik stond helemaal perplex. Ik wou meteen
al hun platen hebben. In het rijtje van geweldige drummers horen ook nog Bill
Bruford, Phil Collins en Steve Gadd thuis. Dat waren de eerste twee ervaringen
die me op weg hebben gezet. Ik weet niet hoe het zou gelopen zijn mocht ik
eerst geconfronteerd geweest zijn met hardcore, punk of popmuziek. Nu waren het
vooral drummers met een progressieve rock achtergrond.’
Hebben
jullie na de release van ‘Escape Velocity’ nog getoerd?
‘Nee, eigenlijk al
niet meer sinds 2008, 2009. In de tijdspanne van ‘Escape Velocity’ woonde Steve
ten Noorden van New York City. Hij was toen ook pas vader geworden. We hebben dan
wel een paar concerten gespeeld, maar rondreizen zat er niet in. Persoonlijk hou
ik, in tegenstelling tot Steve, wel van toeren, maar ik moet toegeven dat we in
die periode veel hooi op de vork namen en we stevenden regelrecht af op een
burn-out. Bovendien was onze laatste tournee niet echt een succesverhaal. Steve
heeft nu wel zijn mening min of meer herzien. Vorig jaar was hij mee op met
Goblin als tweede toetsenist en dat viel bij hem erg in de smaak. Hij heeft het
plezier in het live optreden terug ontdekt. Het plan dat we voor ogen hebben is
dat we toch minstens twee weken lang de release van onze nieuwe plaat die in
het najaar zou moeten verschijnen met live concerten zouden ondersteunen.’
Leunt de nieuwe plaat aan bij ‘Escape Velocity’?
‘Niet echt. Voor
‘Escape Velocity’ hebben we elk apart nummers geschreven. Voor het nieuwe
album, behalve een song gecomponeerd door Steve, hebben we echt samengewerkt.
Het is ontzettend lang geleden dat we dit nog hebben gedaan, want ook tijdens
het schrijfproces voor ‘Spirit Animal’ werkten we los van elkaar. Je kon niet
spreken van een echte samenwerking zoals dit nu het geval is. Ik denk dat het
geleden is van 2005 dat we samen in dezelfde ruimte zaten om muziek te
componeren en nieuwe nummers in te spelen. Wat de sfeer betreft: veel drums en
bas en meer rock georiënteerd dan onze vorige twee langspelers.’
Jullie komen naar Europa voor het Roadburn Festival, maar de
uitnodiging om te spelen omvat niet alleen Zombi. Jullie gaan ook solo
optreden. Wie was hiervoor de aanstichter?
‘Klopt. Op vrijdag 10
april, de dag voor we aantreden als Zombi, spelen we elk een solo set. De vraag
kwam van Walter Hoeijmakers,
de artistieke directeur en promotor van Roadburn. De enige bedenking die we
toen maakten was eerder praktisch. Om solo op te treden heb je andere en/of
eigen apparatuur nodig. Als drummer met die cymbalen en zo heb ik al een
omvangrijk pakket mee te nemen. Dat kost ook allemaal veel geld. Uiteindelijk
hebben we allebei gekozen voor een eenvoudige setup. In deze context is het
eenmalig en exclusief. Voor een meer uitgebreide Europese concertreeks is het
meer opportuun om te wachten tot na de release van het nieuwe album.’
Door
de jaren heen hebben jullie allebei ook gewerkt aan andere projecten (Maserati,
Majeure, Goblin, Contact). Heb je niet genoeg aan Zombi om je muzikale ideeën
te ontplooien? Speelt ook het financiële aspect mee?
‘Wel ik probeer een
leven op te bouwen als muzikant en er een deftig inkomen mee te verwerven. Je
hebt ook nood aan uitlaatkleppen om je creatieve concepten en muzikale ideeën
uit te dragen. Als drummer tracht ik meer continuïteit in te bouwen in mijn
bestaan als muzikant en meer te doen dan alleen maar drummen. Je kunt
bijvoorbeeld muziek schrijven voor reclamespots, maar dat is niet mijn ding. Ik
hou meer van uitnodigingen als gastmuzikant, zoals dat het geval was met
Maserati, studiowerk onder meer remixen en mijn eigen muziek uit te brengen.
Als je het slim speelt en de juiste beslissingen neemt dan kan je als muzikant
best nog overleven.’
Wat is je favoriete muziek en bezit je zelf een verzameling
platen?
‘Mijn collectie is
eerder bescheiden. Niet meer dan honderdvijftig stuks. Voor het merendeel
vinyl, maar ook wat cassettes en een vijftiental cd’s. (lacht) Ik heb een
voorliefde voor oude synthesizer opnames en elektronische muziek, de eerste
soulplaten. Waar ik bijvoorbeeld graag naar luister is de serie ‘Environments’
van Irv Teibel. Die omvat uitsluitend veldopnames en speciale effecten.‘
Honkvast
Je woont in Pittsburgh. Ben je daar ook geboren en getogen?
‘Ik ben hier geboren,
maar in een buitenbuurt, ongeveer vijftien kilometer verwijderd van het
stadscentrum. Pittsburgh is een heel mooie en comfortabele stad en ik woon er
graag. Er zijn veel parken en groen. Een autorit van dertig, veertig minuten en
je zit midden de velden en het platteland. Je kunt de bergen intrekken, er zijn
heel wat kampeerplaatsen met alle nodige voorzieningen. Pitttsburgh is centraal
gelegen en je kunt gemakkelijk naar Chicago, New York of Washington reizen. Ik
heb mijn familie hier en mijn vrienden, dus ja voor mij is Pittsburgh the place
to be.’
Heb je ooit de betekenis van je familienaam opgezocht en
zijn oorsprong?
‘Mijn voorouders zijn
afkomstig uit de Abruzzo regio in Italië. Mijn zuster is er al geweest en
verbleef er bij familieleden die daar nog wonen, maar zelf heb ik ze nog niet
bezocht. Het zijn mijn overgrootouders langs vaders kant die zijn uitgeweken
naar de Verenigde Staten van Amerika. De naam Paterra betekent zoveel als
vaderland (pater en terra). Ik was ooit op vakantie in Griekenland en daar
vertelde men mij dat de naam ook daar veel voorkomt. Daar is een ‘patera’ een
drinkbeker. In de oudheid was het een deel van het offergerei en daardoor een
heilig voorwerp. Maar als ik moet kiezen dan gaat mijn voorkeur toch uit naar
de Italiaanse betekenis.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten