dinsdag 12 mei 2015

Glass Hammer

Glass Hammer
The Breaking Of The World
Arion Records/Sound Resources/Bertus
Glass Hammer stond begin de jaren negentig mee aan de wieg van de progressieve rock revival. In tegenstelling tot pakweg Spock’s Beard en The Flower Kings bleef Glass Hammer altijd ergens in de luwte en genoot alleen bij de kenners enige bekendheid. De kernleden van de groep zijn al die tijd Steve Babb en Fred Schendel. Voor elke release laat het duo zich bijstaan door een telkens een roterende bezetting van muzikanten en zangers. Voor ‘The Breaking Of The World’, hun zeventiende album, doet de tandem Babb/Schendel beroep op een aantal oudgedienden als gitarist Alan Shikoh, en vocalisten Carl Groves en Susie Bogdanowicz. Nieuwste telg is drummer Aaron Ralston die Glass Hammer kwam vervoegen in 2013. Glass Hammer werd in het verleden meermaals afgedaan als een Yes kloon en daar zit wel enige logica achter, vooral nu zanger Jon Davison sinds 2012 ook bij Yes de rol van frontman vervult. ‘The Breaking Of The World’ bevat alle ingrediënten van een authentieke progressieve rock plaat. Alles is hier perfect uitgebalanceerd, helder en fris, maar ook steriel en voorspelbaar. De stemmen van noch Groves, noch Bogdanowicz bieden een meerwaarde. Alleen in ‘Third Floor’ kan je spreken van echte interactie. Voor de rest worden hier mooie en zelfs fantastische passages afgewisseld met zwakke fragmenten. Zoals ieder album van Glass Hammer zal ‘The Breaking Of The World’ wel in de smaak vallen van de pure progrock adept. Meer zit er ook nu niet in. 

Valborg

Valborg
Romantik
Tempel Of Torturous
Het Duitse Valborg is met deze ‘Romantik’ toe aan zijn vijfde album en het is de opvolger voor ‘Nekrodepression’ van ook al weer drie jaar geleden. Het trage en logge tempo wordt bepaald door de drumpartijen van trommelaar Florian Toyka. De gitaarriffs zijn zwaarmoedig en donker gekleurd. Hun telkens terugkerende melodielijn in bepaalde tracks maken het geheel wat toegankelijker. Naast ambient en drone elementen genereren de keyboards echo’s van gothic rock. De dubbele zanglijnen van grunts, die het death metal karakter versterken en de gewoon gezongen stukken vullen elkaar goed aan. De welluidende thematiek in elke compositie verlicht enigszins de doorgaans inktzwarte en sombere teksten. Om maar aan te geven dat we hier een trio van muzikanten hebben die zich niet laten vastpinnen en vrij en vrank hun eigen pad kiezen, waarbij men al eens durft te experimenteren. Ze brengen muziek die zich niet gemakkelijk laat catalogeren. En dat is juist het mooie aan deze ‘Romantik’. Met ‘Vampyr’, dat ‘Romantik’ langzaam op gang trekt, krijg je druppelsgewijs alle invloeden en stijlen mondjesmaat toegediend. Een compositie die bepalend is voor wat nog komen gaat. Ook het weemoedige ‘Comtesse’ en theatrale ‘Sulphur Vitriol Angel’ zijn overweldigend mooi. De liefhebbers van het zwaardere werk, inclusief doomscenario’s, worden met deze ‘Romantik’ op hun wenken bediend.

Supuration

Supuration
Reveries…
Listenable Records
Voor hun nieuwe album doken de heren van Supuration in eigen verleden en diepten uit hun catalogus een aantal songs op van 1990. Die werden opnieuw opgenomen en door de overbekende Dan Swanö technisch opgesmukt. Aan de composities zelf werd bijna niet gesleuteld. Je krijgt hier dus een portie old school death metal op je bord. Daarmee eert Supuration zijn muzikale roots. Daartoe behoort onder meer werk van Entombed, Carcass en Pestilence. De meeste van de oorspronkelijke opnames vind je terug op een demo en ‘Sultry Obsession’, een mini cd uitgebracht in 1990. Als surplus zijn nog drie coverversies toegevoegd van nummers van Anthrax (‘Among The Living’), ‘The Beast’ van Twisted Sister en ‘Shattered’ van Paradise Lost. Naar eigen zeggen laat het de muzikanten van Supuration toe om met deze ‘Reveries…’ mooie herinneringen op te halen met wat voor hun een muzikaal hoogtepunt was: de death metal scene van de jaren negentig. Persoonlijk ben ik niet tuk op dit soort van opgewarmde kost waarvan de bewaartijd al een kwarteeuw is verstreken. Nog dit vermelden: Supuration mag je niet verwarren met SUP, de progressieve rock tegenpool waarin dezelfde muzikanten actief zijn.

Noise-A-Tron

Noise-A-Tron
Vast Arcane
Bleeding Light Records
Voor Jason Bledsoe (ex-Bullhead, The Human Echo) en zijn echtgenote Lea Bledsoe (ex-Terror Organ, The Human Echo) is Noise-A-Torn hun eerste project als duo. Jason is een drummer van het explosieve type dat hard mept en de drumvellen geselt, Lea speelt zowel bas als keyboards. Zij zorgt voor de overlapping en de meer subtiele toetsen. Het tweetal brengt een mix van noise en drone, met een sterke hang naar het experimentele. Hun eerste release was een EP in 2010. Dat het zolang duurde voor er nieuw werk kwam komt aan de ene kant door de lange periodes die men nodig had om alles op te nemen en anderzijds door de zoektocht van producer Robert Cheek naar de voor hem perfecte sound die paste bij Noise-A-Tron. ‘Vast Arcane’ bevat slechts vijf tracks met een speelduur van iets meer dan een half uur en dat past perfect. Meer had de balans doen overhellen naar de foute kant. De vijf composities zijn erg verschillend van elkaar. Komt onder meer door het feit dat beide muzikanten nooit lang vasthouden aan een bepaald idee. Het geeft hun muziek wispelturige en grimmige signatuur. Meest intrigerend is het drone aspect. De eerste vier nummers hebben elk apart een significante klankkleur en sfeer en alle elementen zitten dan weer samen vervat in het lange sluitstuk ‘Eight’. 

Mutiny On The Bounty

Mutiny On The Bounty
Digital Tropics
Redfield Records
Als de titel ‘Mutiny On The Bounty’ opduikt dan denk ik meteen aan de gelijknamige film uit 1962 waarin wiegende palmbomen, zon overgoten stranden, jonge, exotische vrouwen met pas ontluikende borsten, stoere zeebonken en Marlon Brando een hoofdrol opeisen en niet aan een rockband uit het Groot Hertogdom Luxemburg. De groep bestaat sinds 2004 en deze ‘Digital Tropics’ is hun derde worp. Deze Mutiny On The Bounty hun muziek kan je nog het best omschrijven als een mengeling van mathrock, indie rock en progressieve rock. Werd er op hun vorige album ‘Trials’ nog gezongen dan kiest het kwartet nu voor een volledig instrumentale invulling. Op ‘Digital Tropics’ halen ze ook de elektronische trukendoos boven. Onder meer de gitaren krijgen een totaal andere, geraffineerde klankkleur. Dit en andere elektronische snufjes zorgen voor een specifiek en speciaal groepsgeluid. In de eerste helft van het album is er niks aan de hand en passeren de songs aan een fluks tempo. In het tweede deel komt de mot er een beetje in en krijg je toch de indruk dat het geheel van de composities een monotoon karakter hebben. De groep heeft hier duidelijk een bewuste keuze gemaakt. De vraag die zich opdringt is of hun fans en de liefhebbers van dit genre muziek zich hier ook in gaan terugvinden. Verdienen een speciale vermelding: het wat duistere ‘Ice Ice Iceland’, het springerige ‘Dance Automaton Dance’, het als single uitgebrachte ‘MKL JKSN’ en klapstuk ‘Ballet Mecanique’.