vrijdag 3 maart 2017

A Supernaut

A Supernaut
La Menace
Urban Invaders
Trio uit Brussel dat voor het eerst van zich liet horen eind 2014 met de vier nummers tellende ‘Arcore Debut EP'. De seventies rock, soul en rock-’n-roll van toen heeft op ‘La Menace’, hun eerste full-cd, plaats moeten maken voor een meer op stoner, doom, soul en psychedelische rock gericht groepsgeluid. Heftig, grimmig en schizofreen. De gitaren en drums krijgen het hard te verduren. De zang is schreeuwerig, dan weer meerstemmig of nasaal. Sommige tracks springen letterlijk uit de band. Dat is het geval met de gierende opener ‘Ice’, het slome en zwaarmoedige ‘Future’ met in zijn kielzog het strakke, van psychedelica doortrokken ‘Xeption’. ‘The Sword Part 1’ is één lang gerekt drone fragment dat doet denken aan gelijkaardige exploten van Sunn O))), Earth en Boris. ‘Part 2’ is een beestige stoner track. Rond het summiere ‘Fantomas Begins' hangt met het kerkorgel en de torenklokken een religieuze grandeur. Na een lange stilte komt er nog een korte, instrumentale ‘hidden' track. A Supernaut haalt graag de hakbijl boven, maar verschuilt zich evenzeer achter obscure klanklandschappen of psychedelische passages. Ook de echo van Black Sabbath, bij wie ze hun groepsnaam haalden, schemert in een paar nummers door. Een mooie mix van invloeden krijg je te horen in ‘See Me’ en ‘Deep Inside’. ‘La Menace’ is een in velerlei aspecten een opvallend debuut. Dat dit van eigen bodem komt geeft het nog wat extra glans.

The Brian Jonestown Massacre

The Brian Jonestown Massacre
Don't Get Lost 
A Recordings

Multi-instrumentalist Anton Newcombe is een muzikant die niet kan stilzitten. Sinds de oprichting van het onvolprezen The Brian Jonestown Massacre in 1990 brengt hij op onvoorspelbare tijdstippen nieuw materiaal uit. De afgelopen jaren was hij uitermate productief met het album ‘Revelation’ in 2014 gevolgd door de EP ‘+-‘, de soundtrack voor een denkbeeldige film met de toepasselijke titel ‘Musique De Film Imaginé’ en het album ‘I Declare Nothing’. 2015 werd afgesloten door de mini ‘Tingy Wingy’. Eind 2016 werd gemarkeerd met de langspeler ‘Third World Pyramid’ en amper een paar maanden later komt ‘Don’t Get Lost’ uit, om precies te zijn op 24 februari 2017. Newcombe is feitelijk het enige constante lid van TBJM. De muzikanten die hem deze keer omringen zijn Ricky Maymi - de originele drummer van het collectief, maar nu gitarist naast Ryan van Kriedt - drummer Dan Allaire en bassist Collin Hegna. De zangpartijen zijn voor rekening van Tim Burgess (Charlatans), Shaun Rivers en Tess Parks. Met ‘Don’t Get Lost’ verkent Anton andermaal zijn favoriete speeltuin van psychedelica en combineert dat met zijn voorliefde voor vintage instrumenten en dito materiaal als microfoons, versterkers en effectpedalen. Newcombe heeft een heel eigenzinnige kijk op de wereld, ook wat zijn muziek betreft. Elke keer weet hij de psychedelica van de jaren zestig opnieuw uit te vinden. Geboren in 1967 is hij een kind van de psychedelische rock en hij heeft zich het genre als het ware toegeëigend. ‘Don’t Get Lost’ is een hedendaags album van een wispelturig muzikant die er ook niet voor terugdeinst om aspecten van andere (sub)genres in zijn muziek in te passen. Naast elektronische muziek zijn er songs met als voornaamste componenten, krautrock, shoegaze, indie pop, dub of postpunk en speelse verwijzingen naar bands als Primal Scream (‘Throbbing Gristle'), New Order (‘Fact 67’), Jesus And Mary Chain (‘Nothing New To Thrash Like You’) en Neu (‘Charmed I’m Shure’). Ondanks de lange speelduur van 70 minuten blijft ‘Don’t Get Lost’ een boeiend en gevarieerd werkstuk. Ook met hun zestiende elpee weet het collectief de meer avontuurlijk aangelegde muziekliefhebber te verrassen.

Nova Collective

Nova Collective

Aan de grondslag van het ontstaan van het Amerikaanse Nova Collective - In Ierland bestaat er ook een combo met de naam Nova Collective - ligt het wederzijds respect dat muzikanten doorgaans voor elkaar hebben. Plus de gemeende interesse die ze betonen voor elkanders werk. Bij dergelijke ondernemingen is het financiële aspect ondergeschikt al zijn alle inkomsten die men kan genereren mooi meegenomen. Eén van de groepsleden van Nova Collective is Dan Briggs. Die was in februari op tournee met Between The Buried And Me. In zijn drukke tijdschema vond de bassist/gitarist nog een gaatje in zijn agenda om aan de lezers van Rock Tribune zijn nieuwe muzikale exploot voor te stellen.
Paul Van de gehuchte

Hoe het allemaal begint
Dan Briggs is een fan Haken, de groep waarin gitarist Richard Hensall actief is en Richard op zijn beurt van Between The Buried And Me. Via e-mail zoeken ze contact met elkaar. Het is Richard die het idee deelt met Dan dat hij een soloplaat wil maken. Hij vraagt aan Briggs of die het ziet zitten om op enkele van zijn songs de baspartijen in te spelen. Daar is die laatste wel voor te vinden. Hensall stuurt Dan wat muziekbestanden door en die reageert heel enthousiast en stelt meteen voor om samen een plaat op te nemen. 
‘Laten we de krachten bundelen en zien waar dat toe leidt’, aldus Dan. Al snel vinden ze in drummer Matt Lynch - die samen met Dan Briggs en saxofonist en fluitist Walter Fancourt in Trioscapes speelt - en toetsenist Pete Jones (ex-Haken), twee partners in crime die de bezetting van Nova Collective completeren.

Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan   
Niet alleen spelen de vier muzikanten in meerder groepen, twee van hen wonen in de VS (Matt en Dan) terwijl Pete en Richard in Engeland wonen. De dag vandaag is dat geen obstakel meer. Voor de uiteindelijke opnames kiest het kwartet voor The Basement Studios van hun gezamenlijke kennis Jamie King. Die vinden plaats in januari 2016. Volgens Dan was het fijn om eindelijk de instrumenten in te pluggen en alles in te spelen. Een bevrijdend en energiek proces. 

Wat brengt deze zomer?
Dan klinkt zeer enthousiast als we vragen of de kans bestaat dat Nova Collective live gaat optreden. Reeële plannen zijn er nog niet. Wel hebben ze een agent ingehuurd die de mogelijkheden in kaart gaat brengen. De kans zit erin dat ze deze zomer op een aantal festivals gaan spelen. Dan ziet alvast een paar opportuniteiten voor Nova Collective zoals een grotere vrijheid bij het uitvoeren van het songmateriaal. Er zal ruimte zijn om te jammen, te improviseren, solostukken in te passen. Bij hun andere bands is men meer gebonden aan een bepaalde stijl en of discipline. Met Nova Collective kunnen ze daaraan ontsnappen. Iedere avond kan anders worden ingevuld. Een dergelijke muzikale vrijheid kan men zich zelden permitteren en dat maakt het juist zo spannend en aantrekkelijk. Briggs zit op hete kolen en kijkt er echt naar uit om met Nova Collective de hort op te gaan. 

Een verfijnde melange
Over de mix aan stijlen is niet echt nagedacht. Het is een combinatie die op een natuurlijke wijze tot stand is gekomen. Het is muziek waar alle vier de muzikanten van houden. Als voorbeeld haalt Dan de titelsong aan die gebaseerd is op klassieke pianostukken en de muziek van Gershwin. Daarnaast heb je ook invloeden van wereldmuziek en jazz. 
‘Het is er in de eerste plaats om te doen plezier te hebben, anders te denken, buiten de lijnen kleuren. Een uitlaatklep vinden die totaal los staat van en geen enkele band heeft met bijvoorbeeld Haken of BTBAM. Het is moeilijk om het album te omschrijven. Elke song bezit een eigen uitstraling, karakteristieken en geaardheid’, aldus nog Briggs. 

Opgroeien met muziek
Briggs prijst zichzelf gelukkig. Hij was min of meer voorbestemd om muzikant te worden. Zo was zijn moeder muzieklerares. Gitaar spelen doet hij al vanaf de leeftijd van tien jaar. Daar komt ook nog basgitaar bij en later in het college volgt hij een opleiding contrabas, jazz en klassiek. Hij groeit op met de muziek van Nirvana, Stone Temple Pilots, Soundgarden, maar luistert ook naar metal en progressieve rock. Volgens Dan heeft dat allemaal een invloed op hoe je kijkt naar muziek, zeker als je dan besluit om zelf muzikant te worden. Echt op zoek gaan naar nieuwe muzikale uitdagingen doet hij niet. Meestal dient er zich wel iets aan. Komt onder andere door het vele reizen en rondtrekken met andere muzikanten. In andere landen maak je ook kennis met innovatieve mensen, je hoort een plaat voor het eerst, ziet andere artiesten optreden. En dan ligt het aan je ingesteldheid, persoonlijkheid en smaak of je daar iets mee doet of niet. Briggs probeert er altijd wel iets uit te halen.

Muzikale dromen en leven voor de muziek
Dan hoor je niet klagen over het parcours dat hij al heeft afgelegd. Het genre van progressieve rock en metal nodigt uit om telkens weer op zoek te gaan naar onontgonnen terrein, het aanboren van iets onalledaags en verfrissend. Een noviteit tegemoet treden met open geest en op een onbevangen manier. De volgende episode in zijn muzikale cyclus is een nieuw album opnemen met zijn andere band Trioscapes. Ook BTBAM brengt dit jaar nog een nieuw album uit. De focus nu ligt bij Nova Collective, een project waar hij honderd procent in geloofd. Een einde is nog lang niet in zicht en dat komt er hopelijk nooit. Briggs blijft dromen en hopen dat hij zijn bestaan als professioneel muzikant kan verder zetten. Naast het financiële luik zijn de mogelijkheden om te mogen samenwerken met andere getalenteerde muzikanten een doel op zich. Een dag zonder muziek kan Dan zich bijna niet voorstellen. Ook thuis is hij altijd bezig op de computer of met zijn instrumenten. Bijna alles wat hij doet is muziek gerelateerd. Toch heeft hij nog andere interesses, want er zijn dagen dat het schrijven niet zo goed lukt of er zijn minder creatieve periodes en als je dan niets om handen hebt dan is dat nogal deprimerend. Door de jaren heen heeft Briggs geleerd om de zaak dan even te laten rusten en zich op iets anders te concentreren. Eén van zijn andere bezigheden is koken. Dan is al vele jaren veganist. Het is voor hem een  aangenaam tijdverdrijf om lekkere gerechten te maken met soms een minimum aan ingrediënten. Hij maakt en herstelt ook meubels voor in zijn huis dat hij afgelopen zomer heeft gekocht. Het is iets dat geduld vereist. Hij is graag bezig met nuttige dingen waarvan je achteraf ook kunt genieten. Daarnaast heeft hij nog zijn hond die een deel van zijn vrije tijd opeist. Sport is ook een ideale uitlaatklep. Hij is ook gewoon graag thuis. Het is altijd leuk om na een zoveelste rondreis terug thuis te komen, het nestgevoel weet je wel. Briggs is een beetje een huismus.   

Welk groep krijgt voorrang op de rest?
Het grootste deel van zijn inkomen verwerft hij via BTBAM. Trioscapes is een kleinschalig en meer lokaal project. Ze zijn slechts met zijn drieën en als ze optreden spelen ze één of twee weken in kleinere clubs en zalen langsheen de Oostkust van de VS. Ze verdienen er een mooie cent mee, maar niet het grote geld. Nova Collective is een nieuwe speler en die moet zijn waarde nog bewijzen. Toch is de ene band niet belangrijker dan de andere. Wat het creatieve aspect betreft staan ze voor Dan op gelijke voet. Praktisch gezien kruipt de meeste tijd in Between The Buried And Me. 

Nova Collective een supergroep?   
Wanneer muzikanten die al actief zijn in verschillende acts beslissen om een nieuwe band op te richten zijn veel mensen geneigd - ook in de pers - om de term supergroep in de mond te nemen. Dan vind dat je de nodige muzikale bagage moet hebben om daar aanspraak op te kunnen maken. Je moet al je sporen hebben verdient. Hij heeft niets tegen hobby muzikanten die na hun werkuren samen in een groepje gaan spelen, maar voor hem en zijn medemuzikanten bij Nova Collective is muziek spelen een onderdeel van hun bestaan, een levensstijl. Het is ook het enige waar ze echt goed in zijn. Soms grijpt men misschien te snel naar de term supergroep. Het is een fenomeen dat met de regelmaat van een klok terugkeert. Soms is het helemaal terecht. Neem nu een oud collectief als Return To Forever dat in 2008 zijn comeback maakte. Dat zijn muzikanten met een heel lange staat van dienst die ook solo succesvol waren. Als je levende legendes als Chick Correa, Stan Clarke, Al Di Meola en Lenny White samen verenigd ziet op één podium, dan kun je echt wel spreken van een supergroep. ‘Wij hebben nog een lange weg te gaan om de vergelijking met muzikanten van dat kaliber te doorstaan’, meent Dan.


Een grote collectie platen
Briggs is nog van de oude stempel en koopt nog veel vinyl en cd’s. Hij begon ermee toen hij twaalf jaar oud was. Er zijn wel periodes geweest dat dit wegens geldgebrek op een laag pitje stond, maar is nooit echt gestopt. Een echte verzamelaar zou hij zich niet noemen. Dan leidt een leven dat draait om muziek en daarom niet alleen de muziek die hij zelf maakt. Na verloop van tijd kun je beginnen spreken over een ruime collectie, omdat het aantal blijft toenemen. Hij is ook niet zo fanatiek om van één bepaalde artiest alles in huis te halen wat die ooit heeft uitgebracht. Eén van zijn favorieten is Frank Zappa. Diens catalogus is echter zo uitgebreid. Het vraagt bijna een leven lang om alles van hem te verzamelen. Aan de andere kant is het wel leuk en spannend om iets op de kop te tikken waar je al lang naar zoekt of geen weet van had dat het zelfs bestond. Vinylplaten van Zappa, althans in de States zijn ook erg duur. ‘Je betaalt er veertig dollar of meer voor’, weet Dan nog te vertellen. Zelf groeide hij op met de cassettes en platen die zijn ouders thuis hadden. Wie nu een twaalf of dertien is en voornamelijk muziek kent van mp3 en cd, moet het toch wel speciaal zijn dat er nog andere muziekdragers bestaan als vinyl en tapes. De dag van het interview verblijft Between The Buried And Me in München en Metal Blade heeft een verrassing in petto voor Dan. Die verwacht dat ze gaan langs komen met een test pressing van ‘The Further Inside’ van Nova Collective, maar in plaats daarvan hebben ze koopversies mee. En het blijft vreemd hoe je overweldigt wordt en in de ban raakt bij het zien van het afgewerkt product, zeker als het dan nog gekleurd vinyl is.
     

Geen kinderen
Dan zijn vriendin zit in haar zoals hij het omschrijft ‘crazy baby period’. Haar biologische klok tikt en dan kan de kinderwens de realiteit wel eens overstijgen. Ze zijn pas een paar maanden geleden gaan samenwonen. Briggs probeert haar kinderroep wat te temperen. Samen proberen ze zoveel mogelijk te genieten van de tijd die ze met hun tweetjes doorbrengen. ‘We beschouwen onze hond een beetje als ons kindje. Maar wie weet wat de toekomst brengt, we zien wel.’

Nog een tweede Nova Collective
Briggs heeft er geen weet van dat er in Ierland ook nog een groep bestaat met de naam Nova Collective. Als hij verneemt dat ze Bossa Nova, latin, samba en jazz fusion spelen dan krijgt hij er wel zin in om ze te leren kennen. En wie weet kunnen ze samen iets op poten zetten, want voor een nieuwe muzikale uitdaging of avontuur is hij altijd te vinden.

Nova Collective

Nova Collective
The Further Side
Metal Blad Records
In deze moderne tijden vormt een oceaan geen hindernis meer om mensen uit verschillende continenten met elkaar vlot te laten communiceren. Dat geldt ook voor de vier muzikanten van Nova Collective. Bassist Dan Briggs (Between The Buried And Me, Trioscapes) en drummer Matt Lynch (Cynic, Trioscapes) wonen in de VS, gitarist Richard Henshall (Haken) en toetsenist Pete Jones (ex-Haken) in Engeland. Het idee voor het oprichten van Nova Collective kwam van Briggs en Henshall. Met de komst van Lynch en Jones viel alles snel in de plooi en begon men met het uitwisselen van muziekbestanden die al snel evolueerden tot uitgewerkte composities. Begin 2016 werd er verzamelen geblazen om hun eerste plaat in te blikken. Die kreeg als titel ‘The Further Inside’. Doorgaans zijn de groepsleden met hun respectievelijke bands actief in het progressieve metal circuit. Trioscapes was voor Dan en Matt al een eerste aanzet om hun muzikale horizon te verruimen en wakkerde het vuur aan om nog verder te gaan. Met deze bezetting is Nova Collective het ideale project om dit te realiseren. Het viertal brengt op ‘The Further Inside’ een doorgedreven mix van progrock/metal, jazz, klassiek en wereldmuziek.  Al blijft het progressieve element het hoofdbestanddeel. De flitsende passages zijn legio. Iedereen krijgt ruimschoots een platform en de tijd om zijn techniek en bravoure ten toon te spreiden. Er zit vaart achter met sporadisch enkele meer rustige momenten. Het maakt dat de muziek eerder kil en hard overkomt. Alleen in de titelsong - de pianopartijen maken hier het verschil - en het wat Oosters getinte ‘Air’ is er sprake van wat zachtere intermezzi en daardoor iets meer afwisseling. ‘The Further Inside’ is een complexe langspeler, helemaal afgestemd op fans van een stevige portie moderne prog rock/metal met als bijkomende ingrediënten jazz en vleugjes klassiek en wereldmuziek. In zijn genre zeer recommandabel.

Hyenas

Hyenas
Deadweights
Pelagic Records

Een Duits gezelschap dat van aanpakken weet. In amper 27 minuten rammen ze in aloude punk en hardcore traditie 11 nummers door je strot. Op hun palmares prijkte tot nu toe slechts één in januari 2014 uitgebrachte demo EP. Voor de opnames van ‘Deadweights’ trokken ze naar het afgelegen, door bossen omringde Ghost City Recordings studio complex alwaar technicus Jan Kerscher alles in goede banen leidde. Die laatste slaagt erin om de rauwe en energieke speelstijl van Hyenas op plaat over te enten. Sommige van die korte erupties hebben ook een link met noise (‘Nothing’) en mathcore (‘Homeostasis’). ‘Noise’, een scherpzinnig gekozen titel, is nog een rustige, tegendraadse intro, zeg maar een sfeerimpressie. Met ‘Crooked Tongue’ gooien ze een eerste bommetje. ‘Deadweights’ is een grimmig en stormachtig plaatje. De teksten houden verband met de zelfontwikkeling van personen, de daarmee gepaard gaande eigenaardigheden en de mistoestanden en het wangedrag die het gevolg zijn van onze moderne samenleving. Wat zich dan ook uit in de persoonlijkheid van elk individu. Hyenas laten ook horen dat ze meer kunnen dan hengsten en beuken met het meer spartaanse en koele ‘Displaced’. Als het over categorieën gaat dan plakt men vandaag het etiket ‘post metal’ op dit soort van muzikale excessen. Om het anders te poneren: Wie niet vies is van ruige, onstuimige en hedendaagse hardcore komt hier ruimschoots aan zijn trekken. 

Klone

Klone
Unplugged
Pelagic Records
Sinds zijn oprichting in 1999 heeft het Franse Klone een wat slingerend, maar gestaag veranderend parcours afgelegd. Na een lange periode van progressieve death en groove metal, denk aan Meshuggah of Coroner, evolueerde de groep stilaan richting progressieve rock en metal. Dat resulteerde in een bewierookt en zowel door pers als muziekliefhebber goed ontvangen album ‘Here Comes The Sun’ in 2015. Een nieuwe opportuniteit bood zich aan toen Klone een uitnodiging kreeg om in mei 2016 het voorprogramma te verzorgen voor de Nederlandse zangeres Anneke Van Giersbergen. Eerder dat jaar hadden ze al geschitterd op het Roadburn Festival en tijdens een tournee met Devin Townsend. De omstandigheden vergden enige aanpassing en Klone opteerde voor een akoestische set van eigen nummers. Dat viel zo goed in de smaak dat men besloot om in die setting een selectie van songs op plaat uit te brengen. ‘Unplugged’ telt elf tracks. Negen ervan werden live ingespeeld in het Théâtre de la Coup d’Or in Rochefort, twee in de studio. Klone doet meer dan zijn liedjes klakkeloos akoestisch naspelen. De arrangementen zijn aangepast en de inbreng van vriend en lokaal muzikant Armelle Dousset biedt een verrijking aan het klankpalet. De sfeer is ingetogen, het groepsgeluid helder en de gedetailleerde uitvoeringen nodigen uit om zich te laten onderdompelen en in te kapselen in de muziek van Klone. Naast het eigen materiaal waagt het gezelschap zich ook aan twee covers. Twee prachtige interpretaties van evenveel - elk op hun eigen terrein - klassiekers: Depeche Mode hun ‘People Are People’ en het door George Gershwin gecomponeerde ‘Summertime’  uit de opera ‘Porgy And Bess’. Laat je ook meeslepen door prachtige composities als ‘Immersion’, ‘Grim Dance’ en ‘Nebulous’. Na het meermaals beluisteren van ‘Unplugged’ kom je tot de constatering - gezien de weg die ze al hebben afgelegd - dat dit de volgende logische stap is in de evolutie van Klone. Met deze plaat heeft de band alvast een bedachtzame en intense manier gevonden om hun muziek ter consumptie aan te bieden.

Misery

Misery
Asthenia
Distant Voices

De naam laat reeds vermoeden dat deze Franse act geen vrolijke muziek maakt. Het credo van Misery is ‘pijn is kunst’. Ook de term ‘zelfhaat verlossing’ dragen ze hoog in het vaandel. Van bij de eerste noten is het dan ook ellende troef. Hun zelf als depressieve black metal omschreven songs doen je in een hoekje wegkruipen. De eerste paar uur kom je er niet uit. De titel van deze EP verwijst naar zwakte en het verlies of gebrek aan kracht en energie. In de psychiatrie verwijst het naar een angststoornis ook wel het syndroom van Da Costa genoemd. Het zijn beschrijvingen die je mee op weg moeten helpen om de muziek van Misery te doorgronden. Veel voegt die niet toe aan wat we doorgaans bij een black metal plaat krijgen voorgeschoteld. De zanger bedient zich van het bekende, schelle gekrijs. De gitaarriffs zijn monotoon en worden weggedrukt door een overdaad aan vervormde geluidseffecten. Het overwegend rauwe traject wordt sporadisch afgewisseld met door gewone zangstem gezongen passages en enkele meer rustige aan ambient gerelateerde fragmenten. Zoals het een echte black metal band betaamt is er van een echte productie geen sprake. Heel ‘old school’ dus. Laten we wel wezen: Wie nooit fan was van black metal zal ook door deze ‘Asthenia’ niet overtuigt worden om zich tot het genre te bekeren. Dit willen we nog kwijt: ’Asthenia’ bevat met ‘Severed’ en ‘Nerves’ slechts twee tracks. De oplage is met slechts 42 exemplaren en 3 ‘artist edition’ kopieën sterk gelimiteerd.

Skandal

Skandal
Year Of The Cicada
Eigen Beheer
De hoeksteen van Skandal werd in 2010 gelegd door zanger/bassist Giorgos Skandalakis in het Griekse Kreta. Met bevriende muzikanten werd ‘First Step To Nowhere’ een twee nummers tellende EP opgenomen. Datzelfde jaar (2012) verkaste Giorgos naar Groot-Brittannië alwaar hij hoopte gelijkgestemde muzikanten te vinden om door te gaan met zijn Skandal project. Daar leek hij in te slagen en een eerste gig speelden ze in uitgerekend de IJslandse hoofdstad Reykjavik. Echter, de volgende drie jaar was het een komen gaan van muzikanten tot Skandalakis tijdens zijn studies aan de universiteit van Leeds in contact kwam met drummer Alex Clayden-Spence. Als duo brachten ze in de loop van 2013 de single ‘Halo Of Vultures’ uit. In de zomer van 2016 zag dan deze EP, ‘Year Of The Cicada’ het levenslicht. Zelf omschrijft het tweetal hun muziek als ‘doom ’n’ roll’. De titelsong opent de debatten en de doom invloeden blijven vooralsnog achterwege. Het is eerder een mengeling van klassieke rock, heavy metal, hardrock en stoner. In ‘Erinys’ gooien Giorgos en Alex het over een heel andere boeg. Het is een exotische, instrumentale track, doorweven van Mediterraanse, Oosterse en Arabische invloeden. ‘Motordeath’, de titel van song nummer drie geeft al een goede indicatie en je hoort er inderdaad de geest van Lemmy van Motörhead in rondwaren. Alleen het korte middenstuk is wat onorthodox. Met de laatste van het lot komt het doom gehalte iets meer doorsijpelen. Al blijft ‘Stillwater Servant’ in zijn geheel een stevige en heftige brok metal. Bij wie William Blake citeert zal het doom facet ook wel terug te vinden zijn in de liedjesteksten die je er trouwens zelf kan op naslaan in het cd boekje. Skandal laat op deze ‘Year Of The Cicada’ horen meerdere ijzers in het vuur te hebben. Het valt nu af te wachten of ze ook in staat zijn om een eerste volwaardige cd af te leveren.

Blackfield

Blackfield
Blackfield V
Kscope Records
De muzikale samenwerking tussen de Israëlische zanger en vredesactivist Aviv Geffen en Steven Wilson, de Britse muzikant, producer en oprichter van Porcupine Tree begon in het jaar 2000. Na de release van ‘Blackfield IV’ zag het er even naar uit dat Wilson in 2014 het project zou laten voor wat het was. Hij wou zich meer toeleggen op zijn in succes toenemende solocarrière. Het bleef bij intenties, want voor ‘Blackfield V’ koos het duo opnieuw voor een intens partnerschap, net zoals dat het geval was voor het maken van hun eerste twee platen. De twee produceerden hun vijfde worp in samenwerking met de legendarische sterproducer Alan Parsons. Geffen komt - in tegenstelling tot Steven met zijn meer uitgesproken progressieve rock achtergrond - uit de indie rock en pop scene. Het maakt de albums van Blackfield meer popgericht. Toch blijft de invloed van Wilson groot. De weelderige arrangementen, pakkende melodieën en orkestratie neigen sterk naar prog rock. Ook de zangpartijen refereren nog altijd aan Porcupine Tree. ‘Blackfield V’ bevat een cyclus van dertien toch wel fraaie songs, inclusief met ‘A Drop In The Ocean’ en ‘Salt Water’, twee korte, instrumentale passages. het is popmuziek op zijn best, voor de muziekliefhebber op zoek naar composities die kunnen ontroeren en beklijven. Laat je overweldigen door schitterende pareltjes als ‘Sorrys’, ‘Life Is An Ocean’, ‘October’, ‘Undercover Heart’ en het aangrijpende ‘From 44 To 48’ of de meer gedreven nummers als ‘Family Man’, ‘Lately’ en ‘The Jackal’. De pikorde van de songs maken van deze langspeler een harmonisch en uitgebalanceerd geheel. Eén track springt een beetje uit de band en is tegelijk het zwakke broertje: Het R&B getinte ‘Lonely Soul’. ’Blackfield V’ verschijnt op 10 februari.   

The Aurora Project

The Aurora Project
World Of Grey
Freia Music
Na het plotse overlijden in 2014 van tweede gitarist en tekstschrijver Marc Vooijs laste The Aurora Project een rouw- en bezinningsperiode in. Al was meteen reeds het besluit genomen om de groep niet op te doeken en tegelijk als kwintet door te gaan, zonder op zoek te gaan naar een vervanger voor Marc. Na een rustpauze van een jaar pikte men de draad weer op. Het nieuwe ontwerp, gebaseerd op ideeën van Vooijs, werd verder uitgewerkt door toetsenist Marcel ‘Mox’ Guyt. Het thema van het concept album is zeer actueel. Een gevestigde orde muilkorft het volk met het opleggen van restricties die de vrijheid van meningsuiting aan banden legt. Controle en repressie neemt het over van democratie. Het is de voorbode van een grijs en grauw bestaan. Voor de muzikale invulling zijn de composities afgestemd op toekomstige live optredens, zonder tweede gitarist. Het zijn de keyboards en basgitaar die de vrijgekomen rol invullen. ‘World Of Grey’ is dan ook meer afgestemd op progressieve rock en minder metal geassocieerd. Alleen in afsluiter ‘Dronewars’ gaat het er bijwijlen iets heftiger aan toe.The Aurora Project klinkt eerder als een traditionele prog rock band. Daar is op zich niks mee. Alleen zijn er talloze andere acts die hetzelfde pad bewandelen. Pluspunt hier is de feilloze beheersing van de instrumenten en de uitstekende zang van frontman Dennis Binnenkade. ‘World Of Grey’ is dan ook een meer dan degelijke langspeler, echter zonder heuse uitschieters.

Scratches

Scratches
Before Beyond
Czar Of Crickets Productions
‘Before Beyond’ is de opvolger voor de debuutplaat ‘Fade’ (2014) van dit in Basel, Zwitserland residerende kwartet. Zowel zangeres Sarah-Maria Bürgin en gitarist/componist Sandro Corbat hebben een theater achtergrond. Levenservaringen die helpen om mee het huidige groepsgeluid te bepalen. De muziekstijl van Scratches is gefilterd uit een samensmelting tussen indie pop, blues en filmmuziek. Muziek die je koude rillingen bezorgt, je in vervoering brengt. De songs belichten de donkere zijde van de ziel, maar vertellen ook over de lichtheid van het bestaan. Melancholische liedjes over verrukking, littekens op de ziel, smachtend verlangen, over herinneringen die verloren gaan. Het muzikale verband met metal zit verweven in de sombere teksten en de zwaarmoedige teneur. Het ideale instrument daarvoor is de doorleefde, raspende stem van Bürgin. Het sobere instrumentarium laat de composities nog beter tot hun recht komen. Vooral het kille en kale ‘The Crow & The Sheep’, het spookachtige ’Maybugs’, het onrustige en jachtige ‘Rope Walker’, het pseudo luchtige ‘Lonel & Iness’ en het cinematografische ‘Beautiful’ geven een sterke impressie van de muzikale leefwereld waarin Scratches zich beweegt.

Knight Area

Knight Area
Heaven And Beyond
Butler Records
Sinds de komst van gitarist Mark Bogert en bassist Peter Vink (Q65, Finch, Ayreon) in 2012 klinkt dit Nederlandse gezelschap een stuk heftiger en is het groepsgeluid rijker en voller. Iets wat helemaal tot uiting kwam op hun toen vijfde langspeler ‘Hyperdrive’ (2014). Met ‘Heaven And Beyond’ zijn ze toe aan nummer zes en daarop gaat men meer op zoek naar een evenwicht tussen het originele geluid van de eerste albums en hun meer recente sound. De retro stijl - sommige gitaarstukken doen denken aan levende legende Jan Akkerman (Focus) - met afwisselend machtige symfonische passages past wonderwel bij het dynamische, moderne en melodieuze samenspel tussen toetsen en elektrische gitaar. De mix van oudere muzikanten als Peter Vink (ondertussen 67 jaar oud) en een jongere garde (Mark Bogert is bijvoorbeeld 33) zorgt mee voor een ideale bezetting waarin jarenlange ervaring hand in hand gaat met een frisse kijk en dito ideeën. Het album telt elf songs waarvan een aantal ballads. Zorgt voor een uitgekiende variatie van hard en zacht. Daarbij brengen we wel het instrumentale ‘Eternal Light’ onder in de categorie ‘uitglijders’. In de goede oude tijd van Akkerman kwam je daarmee weg, nu niet meer. Gelukkig staan daar een aantal uitstekende songs tegenover met als meest in het oog springende composities ‘Dreamworld’, ‘Box Of Toys’, ‘Starlight’, ‘Heaven And Beyond’ en ‘Tree Of Life’.

Cranial

Cranial
Dark Towers / Bright Lights
Moment Of Collapse Records

Niet lang na het ter ziele gaan in 2014 van het instrumentale combo Omega Massif had gitarist Michael Melchers met Cranial al snel een nieuwe band in de steigers staan. Eind november 2015 verscheen met ‘Dead Ends’ een eerste twee nummers tellende EP en nu lanceren ze met ‘Dark Towers / Bright Lights' een eerste volwaardige album. Telt slechts vier tracks, maar is wel goed voor 45 minuten muziek. De muzikale stijl ligt in het verlengde van Omega Massif. Een brok overweldigende  en verpletterende sludge metal komt over je heen gewalst wanneer ‘Dark’ uit de boxen knalt. De tweede helft van het nummer is wat verfijnder en meer sfeer bepalend. Dit vormt een mooie breuklijn met de oerkracht van het eerste gedeelte en de verbluffende, majestueuze finale. ‘Towers’ begint met futuristisch aandoende drones, maar na één minuutje is het alle hens aan denk wanneer de hel losbarst. Ook hier zijn er wisselende stemmingen. Daarmee geeft Cranial zichzelf de ruimte om hun onmiskenbare, muzikale kwaliteiten ten toon te spreiden. En dat doen ze op een heel overtuigende wijze. Na het monumentale ‘Towers’ maakt ‘Bright' zijn opwachting. De opzet van de song ligt in dezelfde lijn, maar men weet op een toch wel doordachte manier een andere, meer hoekige en weerbarstige ambiance te creëren. Het turbulente ‘Lights’ is een waardige afsluiter van dit toch wel verrassende debuut.