dinsdag 4 september 2018

Needlepoint

Needlepoint
The Diary Of Robert Reverie
BJK Music

Wie herinnert zich nog of kent überhaupt acts als Caravan, Matching Mole, Gentle Giant, Camel, Weather Report, Soft Machine en Return To Forever? Ik denk dat je al enkele jaartjes op de teller moet hebben staan of je bent een fervent liefhebber van progressieve rock, jazzrock en fusion en dan kun je niet omheen het oeuvre van de vermelde artiesten. Gelukkig zijn er vandaag nog groepen die hun erfenis in ere houden en verder uitdragen. Het Noorse Needlepoint is er zo één. Hun muziek zit diep gebeiteld in de jaren zeventig van de vorige eeuw waarin jazzrock als genre zijn hoogtepunt bereikte en veel volgelingen kende. Brein is zanger/gitarist en liedjesschrijver Bjørn Klakegg. De stijl die hij en zijn medemuzikanten aanhangt kan heel complex en moeilijk te vatten zijn, maar de maestro houdt het alles in acht genomen tamelijk simpel. Zijn manier van zingen en ook de arrangementen zijn eerder lichtvoetig, speels, enthousiast en zwierig. Ook de sporadische, harmonische samenzang past in het plaatje. De andere leden kwijten zich meer dan voorbeeldig van hun taak en etaleren met brio hun vakmanschap. Een speciale vermelding krijgen drummer Olaf Olsen en toetsenist David Wallumrød. Voor Needlepoint is dit hun vierde album en zonder enige twijfel hun beste.

Pardans

Pardans
Spit And Image
Tambourhinoceros

Het Deense kwintet Pardans brengt een explosieve cocktail van free jazz met punk en koppelt dit aan de experimentele en onconventionele no wave beweging uit de jaren zeventig. De muzikanten hakken er lekker op in. Frontman Gustav Berntsen geeft het goede voorbeeld met irritante en onsamenhangende uithalen die worden ondersteund door een vreemde combinatie van instrumenten waar onder meer tenorsaxofoon en altviool de dienst uitmaken. De weerbarstige en verwrongen uithalen van beats en riffs gaan gepaard met teksten over alle aspecten van de adolescentie zoals het gebrek aan integriteit, moreel verval, verdorven losbandigheid, maar ook respect, geduld, vertrouwen en onvoorwaardelijke liefde. Muzikaal zorgt men voor de ideale omkadering met soms fascinerende stijlbreuken in melodie en ritme. Meest verrassende track is ongetwijfeld het zwaarmoedige en pakkende ‘Love Run Loose’. Bij Pardans is de waanzin soms dichtbij, maar dat maakt het net opwindend.

Moto Toscana

Moto Toscana
Moto Toscana
Tonzonen

Op hun debuut brengt dit Duitse trio naar eigen zeggen een mix van sludge funk en disco doom. Het komt er op neer om het tempo genoeg te laten zakken om de gewenste uitwerking te bekomen. Het beoogde ritme is dan ook loom en zwaar. De basgitaar van Michi Witt is gekoppeld aan fuzz en andere effecten. De donkere drumpatronen van Chris Linke zijn strak en groovy. De stem van zanger Andy Versus doet soms denken aan die van Douglas McCarthy van Nitzer Ebb. Afwisseling bekomt Moto Toscana door het leggen van zowel funk als doom accenten. De beperking van het instrumentarium zorgt er sowieso voor dat het trio al snel tegen zijn limieten aanbotst. Na een aantal nummers heb je het wel gehad met die ronkende bas en doffe drumslagen. En jammer genoeg bezit frontman Versus niet over een vocaal arsenaal om het monotone karakter enigszins te doorbreken.

Krakow

Krakow
Minus
Karisma

‘Minus’ is de opvolger voor het in 2017 verschenen live album ‘Alive’. Hun laatste studioplaat ‘Amaran’ verscheen in 2015. Deze Noren blijven kiezen voor diversiteit. Je krijgt hier een ruim aanbod aan stijlen gaande van progressieve rock naar post metal, stonerrock, postrock, heavy metal, death metal en psychedelische rock. Ze blijven ook wel in hetzelfde bedje ziek. De twee groepsleden die ook de zang voor hun rekening nemen zijn bassist Frode Kilvik en gitarist René Misje. Geen van beide is altijd toonvast. Een euvel dat al van bij hun debuut ‘Monolith’ (2009) aan de oppervlakte kwam. Het feit dat ze geen moeite doen om aan dit punt te werken is misschien wel een bewuste keuze. Ze zien het atonale misschien wel als één van hun handelsmerken. Muzikaal klinken ze wel hechter dan ooit. Dat komt vooral tot uiting in de langere instrumentale passages waarin ze pal staan en sterk voor de dag komen. De totaliteit aan het mengen van alle voornoemde genres maakt dit album ook wel avontuurlijk en spannend. ‘Minus’ is ook een langspeler vol tegenstellingen waarin zowel het licht als het duister, schoonheid en bederf, zuiver sprankelend water en een stinkende riool, reizen in de tijd en terugkeren naar het verleden deel uitmaken van de verhalen en vertellingen van Krakow. Fijn is ook dat ze één van hun rockiconen, met name Phil Campbell konden strikken om de gitaarsolo in ‘Black Wandering Sun’ voor zijn rekening te nemen en veteranen uit de Bergense muzikale scene laten opdraven als koor in afsluiter ‘Tidlaus’.

Van Der Graaf Generator

Van Der Graaf Generator
Live At Rockpalast
MIG

Eén van de meest tot de verbeelding sprekende, doch miskende progressieve rockgroepen was ongetwijfeld Van der Graaf Generator. De band onder leiding van Peter Hammill moest voortdurend rekening houden met het financiële aspect en dat deed hen uiteindelijk besluiten om in 1979 de handdoek in de ring te gooien. Hammill bleef wel op regelmatige basis soloplaten uitbrengen waarop de overige muzikanten van VdGG dikwijls een gastbijdrage leverden. Een hartaanval in 2003 bracht de plannen van Peter voor een reünie in een stroomversnelling. Na een aantal repetities mocht het kwartet in zijn originele bezetting in mei 2005 aantreden in de Royal Festival Hall in Londen. Het concert was een onverhoopt succes en er werd meteen een tournee aan gekoppeld. Dat bracht het kwartet voor een eenmalig optreden ook naar Duitsland, meer bepaald het Jazzfestival in Leverkusen. Het vermaarde programma Rockpalast was er als de kippen bij om dit concert voor het nageslacht vast te leggen. Het is één van weinige, zo niet het enige live optreden van Van der Graaf Generator dat integraal is opgenomen en uitgebracht op dvd. Zoals reeds aangegeven is de muziek van VdGG heel complex en het blijft altijd afwachten of de verwachtingen kunnen worden ingelost. Die avond, toevallig viel die samen met Peter Hammill zijn 57ste verjaardag, waren de vier muzikanten zeer geconcentreerd en in topconditie. De vier musici - saxofonist/fluitist David Jackson, drummer Guy Evans, Hugh Banton (bas en orgel) en Hammill zelf - leggen stuk voor stuk een meesterschap aan de dag die weinigen kunnen evenaren. Van der Graaf Generator brengt sublieme vertolkingen van het prille werk zoals ‘Killer’ en ‘Darkness’ (1970) tot het toen meest recente ‘Nutter Alert’ en ‘Every Bloody Emperor’ (2005). Andere fantastische uitvoeringen zijn er van ‘Scorched Earth’, ‘Lemmings’,  ‘Childlike Faith’, het ronduit sublieme ‘The Sleepwalkers’, ‘Man Erg’ en ‘Wondering’. Verplichte kost voor elke prog rocker.

Vöödöö

Vöödöö
Ashes
Indie Recordings

Net als Bismarck is Vöödöö afkomstig uit het Noorse Bergen. Het viertal kiest wel voor een heel ander groepsgeluid dan de ‘cosmo doom’ van hun stadsgenoten. De muzikanten hebben elk een andere muzikale achtergrond, maar kunnen die toch tot één geheel smeden. Qua stijl zitten ze in het vaarwater van Queens Of The Stone Age, Royal Blood, Arctic Monkeys en Rival Sons. Gitarist Sveinung Fossan Bukve is nogal fanatiek wanneer het aankomt op het gebruik van pedalen en gitaareffecten. Hij bezit er meer dan een dozijn en laat zijn fantasie dan ook de vrije loop tijdens het musiceren. Ook zanger Gøran Stavang Skage speelt met zijn indrukwekkende stem een voorname rol. De ritmesectie kan daar niet voor onderdoen en zowel drummer  Giuliano Antonio LoMonaco als Stian Brungot (basgitaar) staan garant voor solide riffs en gave en veel gelaagde ritmes. De songs zijn eerder rauw, donker, dynamisch en soulvol. Ze worden gedragen door teksten die verhalen over persoonlijke gebeurtenissen en interne conflicten. Naast een bevlogen titelsong, het goed in het gehoor liggende ‘Lay Me To Rest’ en het frivole ‘Dots’ is de korte en emotionele afsluiter ‘The Rope’ een pareltje. ‘Ashes’ is een meer dan geslaagd debuut.

Leto

Leto
Vor Die Hunde
Rookie

Postpunk band uit Hamburg die graag zijn muzikale spectrum verruimt met flinke dosissen emocore, indie rock en hardcore. De twee zangers zijn gedreven en geven zich over aan een spervuur van steeds veranderende intonaties en toonhoogtes. Behalve het iets meer ingehouden ‘Gold’ zijn de tracks genadeloos hard. Naar het schijnt zijn hun songs een eerbetoon aan voor mij onbekende groepjes als Captain PlanET en Muff Potter. Het enige verschil met Amerikaanse genregenoten is dat ze met uitzondering van ‘Into The Wild’ in het Duits zingen. Voor de rest valt er qua bijzonderheden of verschillen weinig te vertellen. ‘Zahn Der Zeit’ zorgt voor een behoorlijke start, ook al dankzij het wat meer inventieve gitaarwerk. Maar al snel klinkt Leto als de zoveelste emo punkrock band. Oké er zit vaart achter, maar dat alleen is niet genoeg om de superlatieven boven te halen. Ondanks het enthousiasme blijft ’Vor Die Hunde’ stokken in goede bedoelingen.

Crippled Black Phoenix

Crippled Black Phoenix
Great Escape
Season Of Mist
Begin dit jaar bracht CBP met de ep ‘Horrific Honorifics’ een leuk tussendoortje uit. Daarop staan zes uiteenlopende tracks van oprichter Justin Greaves zijn favoriete artiesten. Die werden op eigengereide wijze ingekleurd. En nu is er ‘Great Escape’. Een plaat die helemaal in het verlengde ligt van hun vorige studio album ‘Bronze’ (2016). Het is geen geheim meer dat Greaves reeds meerdere jaren vecht tegen depressies. Een persoonlijke strijd die hij omzet in muzikale avonturen en een reeks van veelgeprezen langspelers. Opnieuw zijn het hier de meer donkere thema’s die de hoofdmoot uitmaken. De sfeer is somber, weemoedig met veel verwijzingen naar psychedelische rock tot dark rock en gothic. Net zoals voorheen is ook de cinematografische aard van de muziek één van de specifieke elementen die op ‘Great Escape’ terugkeren. Justin schrikt er ook niet voor terug om met groots klinkende composities uit te pakken. Deze plaat telt er met ‘Times, They Are A’Raging’ en ‘Great Escape (part I & part II)’ twee. Tot de hoogtepunten behoren het door Belinda Kordic machtig gezongen ‘Rain Black, Reign Heavy’, met ook een pluim voor Helen Stanley (trompet) en drummer Ben Wilsker, die ook nog eens schittert in het geweldige ‘Slow Motion Breakdown’. Nog het vermelden waard zijn het gedreven ‘Nebulas’ en futuristisch klinkende ‘Madman’. ‘Great Escape’ is net als ‘Bronze’ een heterogene en aangename schijf. 

Bismarck

Bismarck
Urkraft 
Apollon

We zijn altijd te vinden voor een ferme hap doom metal. De uit Bergen, Noorwegen afkomstige band Bismarck is een nieuwe exponent in deze categorie. Maar Bismarck is veel meer dan dat. Het vijftal pakt uit met een groepsgeluid waar ook stoner, drone, progressieve rock, sludge, psychedelische rock en post metal aan bod komen. Zanger Torstein Tveiten is één van die vocalisten die oerschreeuwen met een natuurlijke flair uit de boxen laat knallen. De overige muzikanten ondersteunen hem met in fuzz gedrenkte en onheilspellend galmende gitaarriffs. Voeg daar nog de mokerslagen van drummer Tore Lyngstad aan toe en je krijgt een debuutalbum dat terecht de titel ‘Urkraft’ draagt. Alleen in ‘Vril-Ya’ en ‘The Usher’ toont Bismarck eventjes zijn meer gevoelige kant met exotische instrumenten als zurna en darbuka en laat Torstein horen dat hij meer kan dan alleen maar grommen en grauwen. Slechts vijf nummers en vijfendertig minuten muziek. Doch die zijn ruim voldoende om je te overtuigen van de kwaliteiten van Bismarck. ‘Urkraft’ is naast loodzwaar en kosmopolitisch, een met veel uitstraling en kick gevend plaatje.

Årabrot

Årabrot
Who Do You Love
Pelagic

Tijdens Årabrot hun Europese tournee in 2014 kreeg zanger/gitarist Kjetil Nernes te horen dat hij keelkanker had. Een agressieve variant dan nog, maar dat hield hem niet tegen om eerst de toer af te werken en pas dan met de behandeling te beginnen. Al die tijd hing de smerige ziekte als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd en die moeilijke periode heeft toen ook zijn kijk op de wereld helemaal veranderd. De goden waren hem echter gunstig gezind, want hij herstelde volledig. Tegenwoordig woont hij met zijn gezin in een voormalige kerk in het Zweedse gehucht Dalarna, omringt door piano’s, orgels en een honderdtal oude bijbels die de voormalige congregatie er achterliet. Het is ook de uitvalsbasis voor Årabrot daar de band er repeteert en opneemt. Met ‘Who Do You Love’ komt het collectief sterker dan ooit voor de dag. Voor de teksten is de bijbel één van Nernes zijn inspiratiebronnen, ook al zingt hij over thema’s als seks, dood, wantrouwen, trots en het tarten van de verbeelding. Past allemaal wonderwel bij het muzikale concept waarin extreme geluiden, disharmonie, spanning en samenhang hand in hand gaan. Årabrot brengt noise rock in zijn breedst mogelijke betekenis. Luisteren naar de tiens songs van ‘Who Do You Love’ is een ware belevenis, een ontdekkingstocht  waarbij je telkens stuit op echo’s van één of andere artiest. Het geeft telkens een gevoel van voldoening wanneer je die kunt thuisbrengen. Ondanks het zich laten leiden door een horde van uiteenlopende acts komt het gezelschap toch tot een geheel eigen groepsgeluid. Het zijn vier vreemde vogels met een ambitieuze uitstraling een een schitterende plaat onder de arm. ‘Who Do You Love’ is zonder meer een grote kanshebber voor de titel van ‘album van het jaar’.

Now Vs Now

Now Vs Now
The Buffering Cocoon
Jazzland Recordings/PIAS

De uit Brooklyn afkomstige toetsenist Jason Lindner werd samen met de overige muzikanten van de Donny McCaslin Group door David Bowie zaliger gevraagd om mee te werken aan ‘Blackstar’, wat jammer genoeg zijn laatste album zou worden. Voor die muzikanten is het wel mooi om op je cv te kunnen zetten en het levert je tegelijk meer naambekendheid op. Wat Jason betreft: die heeft nog wel meer op zijn palmares staan. Naast andere projecten waaronder Oscilliations richtte hij in 2006 Now Vs Now op. Een band met een trio bezetting waar naast Lindner ook bassist Panagiotis Andreou en drummer Justin Tyson deel van uitmaken. ‘The Buffering Cocoon’ is voor het drietal hun derde langspeler. Het is zo genoemd ter ere van een ook al dierbare, overleden vriend die de muziek met die woorden omschreef. Now Vs Now richt resoluut zijn blik op de toekomst. Je zou het een concept album kunnen noemen omdat de muziek je meeneemt op een bijzondere trip op weg naar een mogelijke bestaanskans. Hoe zal het de mensheid, de maatschappij, de planeet vergaan? Er zijn interstellaire en futuristische elementen ingebouwd die samen gaan met van elkaar verschillende muzikale dimensies, die zowel van opzet groots en ambitieus kunnen zijn. Diverse genres en stijlen zorgen voor een kruisbestuiving met als hoofdkenmerken jazz, ambient, funk en soul. Op een speelse manier komen er infiltraties van analoge synthpop, moderne electro en R & B, voor de dansvloer bestemde darkwave, IDM, salsa en jazztronica. De meest hippe componenten krijg je voorgeschoteld in ‘Motion Potion’, het zwoele ‘The Scarecrow (Silkworm Society Mix)’ en het warmbloedige ‘Glimmer’. De overige tracks hebben een iets minder toegankelijke, meer complexe structuur. Wat er ook van zij, het trio heeft alleszins een bijzondere muzikale kijk op wat er in het verschiet kan liggen. 

Oh.

Oh.
Metallia
Olitunes

Ik heb een grote bewondering voor alle muzikanten. Zij kunnen een instrument naar keuze bespelen, iets waar ik eigenlijk stik jaloers op ben. De laatste vijftig jaar of zo heb ik me dan maar toegelegd op het beluisteren van muziek. Een aantal van die musici zijn echte virtuozen en sommigen zijn zo veelzijdig dat ze zich multi-instrumentalist mogen noemen. Eén daarvan is de Griekse Olivia Hadjiioannou, alias Oh. Na een aantal eerder uitgebracht ep’s en singles is er nu de mini ‘Metallia’. Het is de voorloper van het album ‘Prog Unshaven’ dat verwacht wordt in de lente van 2019. ‘Metallia’ telt zes instrumentale nummers. Oh. zingt wel, maar zonder tekst en gebruikt haar stem zuiver als instrument. Het plaatje staat bol van de gitaarsolo’s en riffs die maar aan en af blijven rollen. Qua stijl kun je de muziek van Oh. onderbrengen in het segment avant-garde, progressieve en symfonische metal. Wat ik vooral mis zijn echte songstructuren. Het enige nummer dat een beetje in het hoofd blijft zitten is ‘Androgyny’. De overige composities missen een melodieus thema en zijn te fragmentarisch van opbouw. Het is allemaal hoogstaand en technisch perfect uitgevoerd, doch het raakt me totaal niet. Nochtans is het verhaal en het concept achter ‘Metallia’ prachtig van opzet en aan Olivia haar muzikaal talent en briljante techniek twijfel ik geen moment. Maar de vonk slaat niet over en de impressie die ’Metallia’ nalaat is die van een kille, afstandelijke en soms zelfs saaie plaat.      

Genghis Khan

Genghis Khan
Her Absence Is My Antichrist
Atypeek Music

Amerikaanse MC en producer uit Greensboro, North Carolina. Vormt samen met Unconscious Rascall en Jon Jackson het producer collectief The Gemini Lounge. Maakt ook soloplaten en dit is na ‘The Violent Effect’ (2008) en het in 2012 verschenen ‘The Broken Love’ zijn derde album. Khan onderscheidt zich van de doorsnee hiphop artiest door op zoek te gaan naar een meer donkere variant. Zijn teksten zijn grimmig, duister, controversieel waarvan het begrip angst een belangrijk onderdeel uitmaakt. De muziek vertrekt vanuit vintage hiphop en neigt naar industrial door de keuze van samples, op ambient en trance gebaseerde noise elementen die een bepaalde sfeer creëren en de ‘huiverende’ baslijnen. Een grote troef zijn ook de zeer diverse gastbijdragen van de verschillende vocalisten. Het levert een aantal opmerkelijke tracks op als het imponerende ‘Inversion’, het harde en rauwe ‘Hard Boiled’en het dreigende en onheilspellende ‘100.000 People’. Interessant zijn ook de tegenstellingen in ‘Rooted Deep Inside’ waarin gesamplede ruis en storingen haaks staan op de weemoedige zang en het orkestrale facet in ‘Larva’, inclusief de remix. Het ruime aanbod van zeventien nummers zorgt ondanks de karakteristieke stijl dus toch voor heel wat variatie. Al kent de plaat ook zijn mindere momenten, want niet alle songs klinken even overtuigend. Het lijkt dan wel of Genghis een beetje doelloos ronddoolt.

Bubblemath

Bubblemath
Edit Peptide
Cuneiform Records

Deze tweede langspeler van Bubblemath dateert van mei 2017, maar vond pas nu zijn weg naar ondergetekende. Een jaar dat is niets vergeleken met de tijdspanne van vijftien jaar die er rust tussen hun debuut ‘Such Fine Particles Of The Universe’ (2002) en ‘Edit Peptide’. Een reeks van tegenslagen - te veel om op te noemen - lag aan de basis van het lange wachten. Gelukkig is hun muziekrichting gaande van eclectische progressieve rock tot avant-garde, math rock en een niet te stoppen drift om te experimenteren uitermate geschikt om voor een tijdloos karakter te zorgen. De muzikanten beschouwen het lange uitstel zelfs als een voordeel, want het gaf hen meer tijd om een hechtere band te creëren en uit te groeien tot betere musici. Het vijftal neemt de uitspraak van  wijlen Frank Zappa ter harte (‘progress is not possible without deviation’) en gaat voluit voor excentriciteit, complexiteit, ongewone ritmes, veel gelaagde melodieën, het atonale, het harmonieuze en niet te vergeten, de meesterlijke arrangementen. De groep heeft ook een voorliefde voor woordspelletjes en dat merk je aan zowel sommige van de songtitels als de liedjesteksten. Al deze ingrediënten zorgen voor een tamelijk uniek audio spektakel. Wie niet bij de les blijft en bij verlies aan concentratie dan draait het al eens in de soep. Je moet voortdurend gefocust blijven en dat is niet zo evident, zeker niet als de composities een stuk langer duren dan een doorsnee popsong. Wie wel bij de zaak blijft wordt beloond met een technisch vernuftige, maar niet altijd even toegankelijke plaat. ‘Edit Peptide’ ligt mijlenver weg van wat radiomakers vandaag draaien en het is ook een album dat helemaal haaks staat op de tijdgeest van dwaasheid en onzinnigheid.  

The Pineapple Thief

The Pineapple Thief
Dissolution
Kscope Records

Na zijn passage op ‘Your Wilderness’ (2016) is drummer Gavin Harrison (Porcupine Tree, King Crimson) opnieuw van de partij op het twaalfde studioplaat van deze Engelse progressieve rock formatie. Actief sinds 1999 is gebleken dat door de jaren heen The Pineapple Thief een toonaangevende rol speelt in het genre. Een geraffineerd groepsgeluid en artistiek hoogstaande songs zijn hun handelsmerk. De rode draad doorheen het album ‘Dissolution’ wordt gevormd door de illusie van verbondenheid. Een moderne relatie wordt vandaag gedirigeerd door de sociale media, maar de oppervlakkigheid waarmee dit gepaard gaat is veelzeggend. Dikwijls gaat dit soort van connecties even snel verloren als ze tot stand zijn gekomen. De teksten zorgen voor een dramatisch en melancholisch effect en dragen bij aan de dynamiek van het album. Frontman Bruce Soord zingt de sterren van de hemel en de muzikale mix van art rock en prog met indie en klassieke rock bereikt hier bijna de perfectie. Voeg daar nog wat akoestische folk en jazz elementen aan toe en je krijgt een uitmuntend palet van hoe hedendaagse rockmuziek leeft. De plaat zit vol verrassende wendingen en gaat van heel rustige, sfeervolle passages naar stevige, spectaculaire en soms pompeuze uithalen. Het kan bijna moeilijk anders dat in sommige tracks de invloed van Porcupine Tree/Steven Wilson zich manifesteren. Dat is het geval in het opwindende, elf minuten durende ‘White Mist’ en ook nog in ‘Try As I Might’ en ‘All That You’ve Got’. Dat doet echter geen afbreuk aan de uitstekende kwaliteit van Dissolution’ in zijn geheel. Aan uitschieters geen gebrek. Dompel je onder en laat je meeslepen door het prachtig geconstrueerde ‘Shed A Light’, het als single uitgebrachte ‘Far Below’, ‘Threatening War’ of het iets meer onheilspellende ‘Uncovering Your Tracks’. ‘Dissolution’ verschijnt op 31 augustus in diverse uitvoeringen (cd, digitaal, zwart en ‘crystal clear’ vinyl, Blu-ray en een vierdelige luxe set)