dinsdag 23 oktober 2018

thisquietarmy

thisquietarmy
Unconquered: 2008-2018 (10th Anniversary Edition)
Midira Records
Tien jaar is het geleden dat thisquietarmy, het alias voor Eric Quach (eveneens actief in Destroyalldreamers, Parallel Lines, Ghidrah en Mains De Givre) debuteerde met het album 

‘Unconquered’. De plaat werd in 2011 al eens opnieuw uitgebracht op vinyl als dubbelelpee bij Denovali, maar in samenwerking met Midira is er nu deze verjaardagseditie bestaande uit twee cd’s. Naast een nieuw hoesontwerp - de fotografie is van Eric zelf - dat aanleunt bij het toerboek ‘Conqueror’ (2017) kregen de songs een verschillende geluidsmix die andere accenten legt. Plus er zijn enkele speciale tracks uit dat tijdsbestek van toen toegevoegd. Naast ‘Dronewars’ is dat de dertig minuten durende instrumentale uitvoering van ‘Into Dust/Out Of Dust’ gebaseerd op ‘Into Dust’ van Mazzy Star, een vier nummers tellende live set en een korte, akoestische adaptatie van ‘The Great Escapist’. ‘Unconquered’ klinkt nog altijd eigentijds. Opvallend is de grote diversiteit tussen de songs onderling. Quach genereert invloeden uit de wereld van drone, ambient, electro, krautrock, postrock, shoegaze en experimentele muziek. De tekst en zang in het monumentale ‘The Great Escapist’ is van Meryem Yildiz. Heel mooi en ontroerend is ‘Battlefield Arkestrah’ met een gastrol voor Aidan Baker. Een totaal andere sfeer krijgen we in het dreigende en onheilspellende tweeluik ‘Warchitects’ en ‘The Sun Destroyers’. De ambiance in ‘Death Of A Sailor’ is een stuk weemoediger. Verontrustend zijn de schrille geluiden in ‘Mercenary Flags’ en aansluitend ‘Empire’ en het reeds eerder vermelde ‘Dronewars’. De bonus cd verrast met het lang uitgesponnen ‘Into Dust/Out Of Dust’ waarbij Eric zich beweegt in een eigen universum van verkillende pracht. De live tracks zijn enigszins verschillend van de studio opnames. Klinken ook voor een stuk rauwer en harder, vooral dan ‘Empire’ en ‘Warchitects’. De kortere, sobere weergave van ‘The Great Escapist’ is hier het ideale slot. Het is mooi dat men deze eerste langspeler van thisquietarmy opnieuw uitbrengt, want het is en blijft een prima plaat en kan perfect dienst doen als introductie tot het overige werk van Eric Quach.  

Bokanté & Metropole Orkest

Bokanté & Metropole Orkest
What Heat
Real World Records/PIAS
Bokanté is een internationaal gezelschap van acht muzikanten uit vijf verschillende landen verspreidt over vier continenten. Het woord bokanté betekent ‘uitwisseling’ in het Creools, de taal van vocaliste Malika Tirolien, die haar jeugd doorbracht op het Caribische eiland Guadeloupe. De muziek van Bokanté is dan ook een ware smeltkroes van genres en stijlen. Een aantal van de muzikanten kende individueel al heel wat successen. Zo waren er samenwerkingsverbanden met onder meer Paul Simon, Sting, Yo-Yo Ma, Vasen en Karl Denson. Iets wat afstraalt op de acht nieuwe Bokanté nummers die ‘What Heat’, hun tweede album, rijk is. Oprichter Michael League werkte een eerste keer samen met het Metropole Orkest op de Snarky Puppy langspeler ‘Sylva’. Het orkest, hier onder leiding van Jules Buckley, staat bekend om zijn veelzijdigheid en meesterschap om elke muzikale uitdaging tot een goed einde te brengen. In samenspel met de keur aan musici van Bokanté kom je hier tot een opmerkelijk resultaat. Je hoort het aan de arrangementen en de vele schitterende solo momenten met vooral aandacht voor gitaar en percussie. De plaat bevat zowel uptempo nummers als rustiger songs. De eerste track getuigt al meteen van die magische mengeling die de groep en het orkest uitwisselen. Een huzarenstukje dat ze nog eens overdoen met ‘Maison en Feu’ als uitsmijter. Eén van de meer gedreven, tot dans uitnodigende liedjes is het prachtige ‘Fanm’. ’Lé An Gadé-w En Zyé’ heeft een wat zwoele ondertoon en dan is er nog het deels opzwepende ‘Bòd Lanmè Pa Lwen’ dat wat aan Ry Cooder doet denken. Zowel ‘Réparasyons’ als ‘Chambre à Échos’ hebben een cinematografische bijklank en lijken gelicht uit één of andere soundtrack. ‘What Heat’ is een op alle gebied uitstekend album waarbij de uitvoerders (het orkest en de band) veel respect tonen voor elkaar en zo het onderste uit de kan haalden.   

Vanessa Tomlinson

Vanessa Tomlinson
The Space Inside
A Guide To Saints

Eveneens uit Australië komt Vanessa Tomlinson. Ze heeft vele pijlen op haar boog en staat bekend als improvisator, kunstenaar, muzikant, componist, geluidskunstenaar en opvoeder.  Naast solo artiest, al zijn haar soloplaten eerder schaars, is ze ook bekend voor haar werk met Erik Griswald in het tweespan Clocked Out Duo. Vanessa heeft een lange geschiedenis (25 jaar) in het gebied van experimentele muziek. Haar voornaamste domein is percussie en Tomlinson heeft zich door de jaren heen opgewerkt tot één van de belangrijkste percussionisten van Australië. Ze houdt zich bezig met het uitzoeken van hoe geluid ons leven vormt en maakt gebruik van zowel nieuwe timbres als nieuwe ruimtes. Naast het vinden van objecten is er de zoeken naar de juiste context waarbij improvisatie voorop staat. Met ‘The Space Inside’ werkt ze intensief met twee instrumenten: de concert basdrum en de tam tam. Tomlinson blijft binnen het voor zichzelf afgelijnde format. Het is muziek die zich beweegt binnen één vlak en afdaalt en opstijgt vanaf zijn beginpunt. Wie oppervlakkig luistert herkent de repetitieve aard en het monotone. Nochtans produceren de instrumenten zowel hoorbare als fysieke trillingen. Die zijn eerder schetsmatig en subtiel. Vanessa Tomlinson streeft dan ook naar transcendentie tussen het horen en de lichamelijke interactie met de muziek. Slechts twee composities dus, met naast de titelsong de solo voor basdrum: ‘Waiting For The Passing’.    

Julia Reidy

Julia Reidy
Beholder
A Guide To Saints

Julia Reidy is een Australische, naar Berlijn uitgeweken gitariste. Beweegt zich op het terrein van improvisatie waarbij ze onbekend gebied aftast, de connectie met haar instrument exploreert en probeert te optimaliseren. Julia heeft vooral aandacht voor het fysieke aspect, zowel wat uitvoering betreft (het tokkelen) als het vinden van tot meditatie uitnodigende timbres. Daarnaast maakt ze gebruik van veldopnames en elektronische hulpmiddelen om de mogelijkheden van instrument en artiest verder te ontwikkelen. De muziek op deze ‘Beholder’ - haar vierde langspeler na ‘Spaces In Between’ (2014), ‘All Is Ablaze’ (2016) en het vorig jaar verschenen ‘Dawning On’ - werd ontwikkeld op het Griekse eiland Syros. Reidy nam daar in 2017 deel aan 'Sounding Paths’ een residentieprogramma voor specifieke geluidsprojecten georganiseerd door het Syros Sound Meetings initiatief & het Syros Institute. De composities werden dan voltooid in haar thuisstad Berlijn en in Tokio. Haar gitaarspel klinkt op het eerste gehoor nogal monotoon en/of repetitief. In het nummer ‘Syros’ laat Julia zich inspireren door de omgeving (de zee, de wind), maar neemt ook een zekere afstand om het geheel aan geluiden beter te kunnen aanvoelen en te laten bezinken. Hier wordt op bepaalde ogenblikken en grens getrokken tussen gitaar en de overige geluidsbronnen. Van een andere orde is ‘Jfai’, de meest heftige compositie waarin de elektrische gitaar heerst. De gitaarklanken zijn scherp en hoog en worden worden omringd door een cirkel van stormachtige drones en ‘gillende’ effecten. Het akoestische getokkel van de titelsong is dan weer doorweven met spookachtige, huilerige stemmen. Nog vermelden dat Julia Reidy haar album ‘Beholder’ opdraagt aan Phil Houghton.  

Moskus

Moskus 
Mirakler
Hubro 

Het trio Anja Lauvdal (toetsen), Hans Hulbækmo (drums/percussie) en bassist Fredrik Luhr Dietrichson debuteerden in 2012 als Moskus met het album ‘Salmesykkel’. Intussen zijn ze met ‘Mirakler’ toe aan nummer vier. Moskus is een band die voortdurend evolueert en verandert. Begonnen als een pianotrio zijn ze uitgegroeid tot een gezelschap dat creativiteit hoog in het vaandel draagt. Boordevol ideeën gaat men hier aan het improviseren. De overwegend korte nummers op ‘Mirakler’ zijn zeer schetsmatig, dynamisch, verfrissend en speels. Met vele nuances die als spontaan overkomen. Men maakt gebruik van nieuw gevonden instrumenten als een zingende zaag, een Casio keyboard of vibrafoon. Hun deuntjes verrassen met snelle muzikale wendingen. Soms klinkt het ook wat onorthodox, banaal of kinderlijk eenvoudig. Maar wie zich ingraaft ontdekt de complexiteit en de virtuositeit waarmee het drietal hun instrumenten stuurt. Hun muziek is erg gedetailleerd en het vermogen om tussen allerlei stijlen door te laveren is zonder meer indrukwekkend en wonderbaarlijk. Soms is er een verband met Skadedyr, dat grotere collectief waar deze drie muzikanten ook deel van uitmaken. ’Mirakler’ is een uitdagend werkstuk dat je als luisteraar op de proef stelt. Op het eerste gehoor zijn het losgeslagen fragmentjes en weinig uitgewerkte thema’s, doch schijn bedriegt. Moskus verbaast met een heel bijzondere vorm van eigentijdse jazz gekoppeld aan een rijke fantasie.    

A Lily

A Lily
Id-Dar Tal-Missier
Blank Editions

A Lily is het soloproject van yndi halda frontman James Vella. De titel is Maltees voor ‘het huis van de vader’. Een verwijzing naar zijn eigen vader Mark die sinds hij gepensioneerd is zich toelegt op natuurfotografie en die de foto’s aanleverde voor het hoesontwerp van deze ‘Id-Dar Tal-Missier’. Op zijn zesde release laat Vella zich inspireren door een aantal filmmakers en schrijvers, de TV-show ‘Stranger Things’. Ook zijn reizen naar India, Zuid-Amerika het Midden Oosten zorgen voor bezieling. De ingetogen stijl doet soms denken aan gelijkgestemde artiesten die onder dak zijn bij het gerenommeerde 4AD records. De zes liedjes zijn van een magische schoonheid. Het is één groot en warm klanktapijt opgebouwd uit fragiele componenten. Een streep ambient, postrock, dream pop, shoegaze en etherische, gefluisterde zangpartijen zorgen voor een fraai muzikaal palet. De meeste instrumenten speelt Vella zelf in. Alleen de viool laat hij over aan Daniel Neal. Heel pakkend zijn ‘Paint Me With Your Blood Again’ en ‘It’s Getting Late, You Know’, maar ook het iets meer experimentele ‘I Heard The Well Rope Sing’ valt in de smaak, net als het door drones en percussie aangestuurde ‘A Swimming Shoal’. Mooi en evocatief deze extended play van A Lily.

Ungdomskulen

Ungdomskulen
Gold Rush
Apollon Records
Ungdomskulen werd in 2003 opgericht door drie bevriende muzikanten: Kristian Stockhaus (gitaar/zang), Øyvind Solheim (drums), Frode Kvinge Flatland (basgitaar). Het drietal profileert zich als een power trio zonder zichzelf muzikale restricties op te leggen. Men brengt ze onder bij progressieve rock, maar de groep hanteert een veel breder spectrum. Ungdomskulen experimenteert graag en is ook niet vies van op tijd en stond een pop injectie. Met hun vierde volwaardige langspeler bouwt men verder op de ingeslagen weg van hun vorige releases. Het grote verschil is dat het trio nog  avontuurlijker, levendiger en krachtiger klinkt dan voorheen. Op deze ‘Gold Rush’ gaan ze heel creatief te werk en dan mag het ook al wat complexer zijn. Dat is onder meer het geval met ‘Losing My Mind’ en ‘Police Woman’. Maar het is ‘In It 2 Win It’ dat de spits afbijt. Meteen een voltreffer. Het is een gedreven song die je meteen op sleeptouw neemt. Leuk is het synthesizer motiefje in ‘Touch Down’, een heel aanstekelijk nummer met een gewiekst refrein. In het hoekige ‘Lovers On The Run’ is de ronkende basgitaar dominant en schalt de trompet van gastmuzikant Tancred Heyerdahl Husø vrolijk in het rond. Een beetje jazz moet ook kunnen en het rustige, wat ijle en instrumentale ‘Persisk Teppe’ leent zich daar uitstekend toe. Op de funky toer gaat het in ‘Bad Girl’. Meest tegendraads gaat Ungdomskulen tekeer in ‘Cassandra’ met een schrille gitaarriff en als extra instrumentatie, vocoder en saxofoon. Wie er zin in heeft kan zich ook verdiepen in de afwisselend dichterlijke en soms grappige teksten. 

Sipher

Sipher
Atlas
Apollon Records

Eirik Søfteland is in eigen land een bekende figuur. Winnaar van de Noorse editie van ‘You Can Dance’ in 2013 en sindsdien een veel gevraagde televisiester laat hij zich nu ook gelden als frontman en zanger/drummer van Sipher. Eigenlijk is het een soloproject dat wordt ondersteund door vele verschillende muzikanten. Voor de productie liet Søfteland zich bijstaan door componist, liedjesschrijver en arrangeur Lars Bleiklie Devik en zijn vriend en bassist Leif Herland. Twee heren die net als Eirik weten hoe een rocksong moet klinken. Bijzondere aandacht ging daarbij uit naar de vocale arrangementen. Hoeft niet te verwonderen, want Eirik Søfteland is een uitstekend en charismatisch zanger. Sipher kiest ervoor om zich te profileren als een progressieve rock act. Het klankpalet wordt uitgebreid met elementen uit op klassieke leest geschoeide (hard)rock, AOR en melodieuze metal. De nummers zijn veelzijdig met tal van variaties in sfeer en tempo. En niet gespeend van enig bombast wat al meteen valt te merken aan de als eerste single naar voor geschoven titelsong. Een sterke compositie met prima gitaarriffs. ‘Disco Aces’ is echt ‘old school’ jaren tachtig, een nummer waarin zanger en achtergrondkoor schitteren. Gelukkig telt ‘Atlas’ ook een paar tracks met een wat meer eigentijds karakter zoals ‘Turn The Tide’, ‘Weight Of It All’ en ‘In Rue’. Pretentieus en theatraal is dan weer ‘Supernova’ dat zo lijkt weggeplukt uit één of andere rockopera. Vocaal gezien is dit een topplaat, maar het retro gevoel overheerst. De songs blijven in het verleden hangen en het klinkt allemaal wat oudmodisch.  

Ring Van Möebius

Ring Van Möbius
Past The Evening Sun
Apollon Records
Noors trio dat teruggrijpt naar de begindagen van de progressieve rock. Met name wordt gekeken naar Atomic Rooster, Emerson, Lake & Palmer, King Crimson, Yes en Van Der Graaf Generator. Het voelt een beetje raar aan om die legendarische bands hun muziek terug te horen, zij het opgedeeld in fragmenten en in een hedendaagse setting. En toch is dit authentieke progrock zoals je die maar zelden hoort. Hammond orgel, Fender Rhodes, mellotron, saxofoon (ingespeeld door gastmuzikant Karl Christian Grønnhaug), contrabas en drums zijn de instrumenten die zorgen voor het specifieke geluidsspectrum van Ring Van Möbius. En nee, gitaren komen er niet aan te pas. Ook het opnameproces dateert uit die vervlogen dagen en is helemaal analoog. De plaat opent meteen met de titelsong, een ‘killer track’ van 21 minuten waarin alle invloeden en aspecten ruim worden belicht. Naar het einde toe gaat men zelfs even op de experimentele toer. In ‘End Of Greatness’ mogen mellotron, synthesizer, drums en percussie domineren. Het is een prachtig geconstrueerde, hemelse song, een ode aan de pioniers van de progressieve muziek. De geest van Keith Emerson (ELP) waard rond tijdens de beginfase van ‘Racing The Horizon’, waarna als het ware enkele muzikanten van Yes, samen met Peter Hammill en zijn band (Van Der Graaf Generator) overnemen. Halverwege explodeert het geheel in gecontroleerde uitwassen, een groots palet, een festijn van machtige prog klanken. Als debuutplaat kan dit tellen.

Pymlico

Pymlico
Nightscape
Apollon Records

‘Nightscape’ is het vijfde studioalbum voor dit instrumentale, uit Oslo afkomstige gezelschap. Het is de opvolger voor het goed ontvangen ‘Meeting Point’ dat verscheen in 2016. Het zevental vertrekt vanuit een fusie van progressieve rock met jazzrock, maar heeft ook oog en oor voor pop- en filmmuziek. Brein achter Pymlico is drummer, toetsenist en componist Arild Brøter. Hij staat hier ook in voor de productie, samen met zijn broer Øyvind. Op hun nieuwste worp besteed Pymlico veel aandacht aan de kwaliteit van het songmateriaal, het melodieuze aspect en opnametechnieken die garant staan voor een glashelder totaalgeluid. De heren en dame laten ons genieten van hun vakmanschap en scheren hoge toppen. Het vernuft van de composities komt tot uiting in de variatie tussen de soms complexe, progressieve rock uithalen en de flitsende, geweldige popinvloeden. Herkenbaar zijn de saxofoon partijen van Marie Færevaag. Die brengen Jan Garbarek, de grootmeester zelf in herinnering. Dat laatste is geen punt van kritiek, alleen een vaststelling. Echt groots is Pymlico in schitterende composities als ’Tofana 10 AM’, het pakkende ‘Room With A View’, het funky en tegelijk heavy ‘Ghost Notes’ en het hemelse ‘Road Movie’. Ambitieus is dan weer afsluiter en langste nummer ‘Silver Arrow’. Met deze ‘Nightscape’ zet Pymlico zijn opmars onverstoord verder. Prima plaat.

I Am K

I Am K
Humans
Apollon Records

Na hun passage op het Spot festival in Denemarken werd I Am K (voorheen Kelvin) getipt als één van de meest veelbelovende bands uit Noorwegen die in staat zou zijn om een internationale hit te scoren. Die mogelijkheid bestaat nu het vijftal met ‘Humans’ een eerste album uitbrengt. I Am K brengt een uitgekiende mix van pop, alternatieve rock en elektronische muziek. Het overgrote deel van de songs zijn van nature rustig met mooi opgebouwde arrangementen. Nochtans verloopt niet alles rimpelloos, want de elektrische gitaren en stevige ritmesectie zorgen geregeld voor energieke passages. Sommige nummers als het van weerhaken voorziene ‘Moving On’, ‘Glowing In The Dark’ en ‘Golden Bridges’ roeien tegen de stroom in en onderscheiden zich met brio van de doorsnee popliedjes. De titelsong en afsluiter heeft op zijn beurt een verrassend door electronica (vocoder, synths) gedragen jazz motiefje en ook ‘Stars’ springt uit de band. Naast laatstgenoemde zijn kanshebbers voor een hitnotering het breed uitwaaierende ‘Fly’, het strijdvaardige ‘I Come Alive’, het prachtige ‘I’ll Be Better’ en het al even mooie ‘Run Away’. De scherpe gitaarriffs en galmende effecten die regelmatig opduiken zijn ongetwijfeld een ingeving van producer en goth rock en metal muzikant Christer André Cederberg (Drawn, In The Woods…, Animal Alpha, Anathema). Een laatste troef die ze kunnen uitspelen is, ondanks het wat nasaal timbre, de heldere stem van zangeres Oda Ulvøy. ‘Humans’ is een niet onaardig debuut waarin soms contrasterende en heel fraaie elementen zitten verwerkt. Onvoorwaardelijk fan zijn we (nog) niet. Eerder een koele minnaar.

Det Skandaløse Orkester

Det Skandaløse Orkester
Tenk Om Noen Ser Deg
Apollon Records

Det Skandaløse Orkester uit Bergen, Noorwegen is een achtkoppig gezelschap dat op zijn tweede album nog flink wordt uitgebreid met een aantal gastmuzikanten. En die kunnen ze best gebruiken. Het octet maakt complexe muziek waarbij geen enkel genre wordt vergeten. Men laveert hier met sprekend gemak tussen cabaret, swing, avant-garde, progressieve rock, funk, filmmuziek, fusion, disco, parodie en jazz. Vrij vertaald betekent de titel ‘Wat als iemand je ziet’.  Komt als thema telkens terug in de teksten die handelen over de angst en onzekerheid die elk ervaart wanneer je begint na te denken over de mening die anderen over je hebben met betrekking tot je uiterlijk en je gedrag. Twijfel en dubio die zich muzikaal vertaalt in een grillige en onvoorspelbare mix. ‘Tenk Om Noen Ser Deg’ kun je niet onderbrengen in een bepaald segment. Daarvoor worden er hier te veel stijlen door elkaar gemangeld. Redelijk uniek van opvatting. Toch  zijn er kenmerken die verwijzen naar Frank Zappa, King Crimson, Mr. Bungle, Angelo Badalamenti en nog wel een resem andere artiesten. Nog een opmerkelijke figuur is de als producer ingehaalde Iver Sandøy (Enslaved, Seven Impale, Audrey Horne, Sagh, BardSpec) die blijkbaar van alle markten thuis is. Eén ding staat vast: van verveling is er geen sprake op dit met al zijn facetten toch wel indrukwekkend album.

Bismarck

Bismarck
Urkraft 
Apollon Records
We zijn altijd te vinden voor een ferme hap doom metal. De uit Bergen, Noorwegen afkomstige band Bismarck is een nieuwe exponent in deze categorie. Maar Bismarck is veel meer dan dat. Het vijftal pakt uit met een groepsgeluid waar ook stoner, drone, progressieve rock, sludge, psychedelische rock en post metal aan bod komen. Zanger Torstein Tveiten is één van die vocalisten die oerschreeuwen met een natuurlijke flair uit de boxen laat knallen. De gitaristen Eirik Goksøyr en Trygve Svarstad ondersteunen hem met in fuzz gedrenkte en onheilspellend galmende gitaarriffs. Voeg daar nog de mokerslagen van drummer Tore Lyngstad en de ronkende bas van Anders Vaage aan toe en je krijgt een debuutalbum dat terecht de titel ‘Urkraft’ draagt. Bismarck imponeert met nummers als ‘Harbinger’, ‘A Golden Throne’ en ‘Iron Kingdom’. In ‘Vril-Ya’ en ‘The Usher’ toont Bismarck eventjes zijn meer gevoelige kant met exotische instrumenten als zurna en darbuka en laat Torstein horen dat hij meer kan dan alleen maar grommen en grauwen. Slechts vijf nummers en vijfendertig minuten muziek sieren deze schijf. Doch die zijn ruim voldoende om je te overtuigen van de kwaliteiten van Bismarck. ‘Urkraft’ is naast loodzwaar en kosmopolitisch, een met veel uitstraling, kick gevend plaatje. 

Alwanzatar

Alwanzatar
Fangarmer Gjennom Tid Og Rom
Apollon Records

Alwanzatar is het pseudoniem voor Kristoffer ‘Krisla’ Momrak, een veelzijdig muzikant die eveneens actief is in de progressieve rock band Tusmørke. Een bezige jongen, want dit is als Alwanzatar reeds zijn negende release. Een oeuvre dat vooral bestaat uit cassettes. Na het vorig jaar uitgebrachte ‘Heliotropiske Reiser’ is dit pas zijn tweede cd. Krisla reist graag tussen de sterren. Hij verkent de kosmos met zijn uitgestrekte tentakels die voorzichtig aftasten en een route uitstippelen in zowel tijd en ruimte als verleden en toekomst. Eén van zijn andere interesse sferen is de beoefening van het occulte. Zijn muziek heeft dan ook een sterk spirituele, meditatieve en psychedelische inslag. Daarnaast zijn de composities sterk verwant en beïnvloedt door krautrock, ambient, dub en elektronische muziek in het algemeen. Opener ‘I Virvlende Dampskyer’ omvat een aaneenschakeling en mengeling van alle voornoemde componenten. De drumcomputer zorgt hier voor een valse noot en klinkt erg steriel. In de vier overige tracks zijn de geprogrammeerde drums beter uitgewerkt. Het album is een mix van ouder en nieuwer materiaal dat Alwanzatar eerst uittestte op een live publiek tijdens een zomertournee in 2017 alvorens de opnames te starten in zijn thuisstudio ‘Holy Space!’. Van ‘Bergtrollets Komme’ (trollen zijn wezens die we onder meer kennen uit de trilogie ‘In de Ban van de Ring’ van J.R.R. Tolkien), gaat een zekere dreiging uit en vooral de theremin heeft hier een sinistere bijklank. ’På Slutten Av Dagen’ is de meest tot de verbeelding sprekende track waarin vocoder, theremin, hoorn, een batterij synths en geprogrammeerde drums een mooi en harmonisch evenwicht trachten te vinden. Een aanrader voor wie graag hogere sferen opzoekt.

dinsdag 9 oktober 2018

Shining

Shining
Met Shining is het vanaf nu altijd feest 

In 2010 verraste Shining vriend en vijand met het album ‘Blackjazz’. Een succesvolle release en een titel die zelfs leidde tot het ontstaan van blackjazz (een mix van black metal en jazz) als subgenre. Na vier platen had Shining frontman en brein Jørgen Munkeby er genoeg van en vond het tijd om met iets anders uit te pakken. Wat precies kom je hier te weten. 
Paul Van de gehuchte

De nieuwe plaat ‘Animal’ komt als een totale verrassing. Van waar die drastische ingreep?
‘Het idee om van stijl te veranderen kwam er niet van vandaag op morgen. Eigenlijk ben ik begonnen met het schrijven van nieuwe nummers kort na de release van ‘International Blackjazz Society’ in 2015. Voor een buitenstaander lijkt het een plotse ommezwaai, maar het was een traag en geleidelijk proces. Dit had tijd nodig om te groeien en het heeft zo een twee en een half jaar geduurd voor het af was. Ik had het gevoel dat het concept en fenomeen van blackjazz mij niets meer te bieden had. Dat universum had voor mij geen geheimen meer. Het componeren van songs werd een routine met telkens dezelfde structuur. Vandaar de drang om te veranderen. Ik had nood aan een nieuwe uitdaging.’


WEG MET DIE SAXOFOON
Je staat bekend als een uitstekend saxofonist. Toch heb je voor deze plaat de saxofoon aan de kant geschoven. Er is geen spoor meer van te bekennen. Een bewuste keuze?
‘Nee toch niet. Het is zo gegroeid. Het was in de eerste plaats een soort van bevrijding voor mezelf om niet meer afhankelijk te zijn van de saxofoon als instrument, om die zoals gewoontegetrouw een rol te laten spelen in het muzikale proces. Had één van de nummers nood gehad aan een saxofoon partij dan had die er in gezeten. Maar dat was niet het geval. Naarmate de nummers vorderden en het einde in zicht kwam leek het me zelfs sterk om een soort van statement te maken en de saxofoon helemaal te bannen. En zo geschiedde.’

In de zomer van 2015 verwelkomde Shining met Ole Vistnes een nieuwe bassist. Wat was zijn rol in het tot stand komen van ‘Animal’?
‘Ole speelde of speelt nog altijd in bands als Fleshkiller, In Vain en Tristania. Bij die laatste schreef hij mee het songmateriaal en stond mee in voor de productie. Zijn ervaringen kwamen goed van pas en hij stapte mee in het creatieve proces, bracht ideeën aan en deelde zijn visie over de muzikale invulling. De samenwerking verliep gesmeerd en naarmate het vorderde was de inbreng van ons beide gelijk verdeeld. De teksten nam ik voor mijn rekening. Een groot deel van de muziek mag Ole op zijn conto schrijven.’

Reeds enkele jaren ben je hard aan het werk om een betere zanger te worden. Ben je tot nu toe tevreden met de vooruitgang die je hebt geboekt?
‘Ik vind de zang op ‘Animal’ best wel goed. Al heb ik nog een lange weg te gaan om het niveau te halen dat ik voor ogen heb. Maar ik heb de juiste instelling. Als je als muzikant op een punt komt dat je geen progressie meer kunt maken dan heb je geen reden meer om er nog langer mee door te gaan.’

 Het meest intrigerende nummer voor mij is ‘Hole In The Sky’. Hoe is het ontstaan?
‘Om te beginnen het is een ballade en geen rocknummer. Het is ook een duet met Linnea Dale, een Noorse popzangeres. De instrumentatie bestaat vooral uit synthesizers. Het is ook één van mijn favoriete nummers van ‘Animal’ en het is een compositie waar we aan twijfelden of die wel paste in het geheel. Tijdens een korte tournee in 2017 hebben we het wel elke avond gespeeld en ik had er een goed gevoel bij. De manier waarop de song tot stand kwam was wel helemaal anders dan de rest. We hebben er verschillende demo's van opgenomen met een akoestische versie, een countryrock, een power ballad, een elektronische en een gestripte bewerking met alleen piano. Daarmee trok ik naar Los Angeles bij onze producer Sean Beavan. Ik liet het over aan hem om de knoop door te hakken en te beslissen welke vertolking de plaat zou halen. Die met de synthesizers won het van de rest.’


VOLWASSEN WORDEN
Kun je ons wat meer inzicht geven in de teksten? Je kreeg onder andere te maken met een aantal persoonlijke gebeurtenissen die je in de teksten heb verwerkt?
‘Dat klopt. Gedurende de twee en een half jaar dat ik heb gewerkt aan ‘Animal’ hebben er een paar ingrijpende wederwaardigheden plaatsgevonden. Ik was toen zes maanden eerder zelf vader geworden van een zoon en bij mijn eigen vader werd in die periode een aortadissectie gediagnosticeerd, een aandoening acuut en levensbedreigend waarbij zich bloed tussen de binnen- en buitenwand ophoopt. Zestig procent van de patiënten sterft nog voor ze het hospitaal bereiken. Twintig procent laat het leven tijdens of net na de operatie. Mijn vader heeft het overleefd, maar hij heeft maanden gezweefd tussen leven en dood en is nooit meer de oude geworden. Voor mij was dat behoorlijk diepgaand. Tot kort daarvoor leidde ik een comfortabel en zorgeloos leventje. Nu werd ik geconfronteerd met het nemen van verantwoordelijkheden zowel als vader en als zoon. Ook het omgaan met dood en sterven was vergaand. Zowel van uit het standpunt van de persoon die dreigt te overlijden als mensen in zijn naaste omgeving. Dat heeft dan zijn weerslag gehad in de meer sombere teksten. Eenmaal ik dat allemaal had verwerkt wou ik wel iets anders dan negativiteit. Zo krijg je meer een feeststemming, meer optimisme en vrolijkheid in een aantal van de songs. En ook al ligt de focus van het album meer op de donkere en ernstige kant - toch zeker in de teksten - dan nog gaf ik de voorkeur aan een ‘beestige’ hoes met felle kleuren, want ik wou niet toegeven dat het overwegend depressieve en melancholische gevoel zou overheersen. Sommige mensen maken nog vreselijker dingen mee, doch voor mij leek het alsof ik plots volwassen werd. Daarvoor had ik alleen maar verantwoordelijkheid af te leggen tegenover mezelf. Het zet je aan het denken en het wordt nooit meer zoals vroeger.' 

Je zoon is nog erg jong, maar welke waarden in het leven zijn voor jou belangrijk en zou je zeker meegeven?
‘Ieder kind is uniek en onze zoon is een mix van eigenschappen en karaktertrekken van zowel mezelf als zijn mama. Hij is wel heel verschillend van andere kinderen. Als ik naar hem kijk herken ik nu al de eventuele obstakels die hij zal moeten overwinnen op zijn weg naar wasdom. Ik weet wat zijn sterke en zwakke punten zijn en ook al is hij amper drie jaar, ik probeer daar nu al op te anticiperen. Wanneer het aankomt op het doorgeven van waarden in het leven kijk ik naar hoe ik zelf ben opgegroeid. De dingen waar ik zelf fier over ben maken deel uit van dat pakket. De fouten die ik heb gemaakt daar probeer ik aan voorbij te gaan. Ik heb geen uitgesproken plan, want hoe dan ook op een bepaald punt in zijn leven zal hij op eigen benen staan. Je kunt alleen maar je best doen en de weg er naar toe zo vlotjes mogelijk te laten verlopen (lacht).’

Zou je hem aanraden om in je voetsporen te treden en in de muziekbusiness te stappen?
‘Hij is wel gek op muziek en zingt en danst, maar ik zou het echt niet weten. De wereld van de muziek is hard, doch ook belonend in die zin dat je de kans krijgt om te doen wat je graag doet. Toch is het voor de meeste muzikanten die ik ken een soort van overlevingsstrijd. Het is geen negen tot vijf job. Je werkt vele uren om iets te kunnen bereiken, ook al krijg je er niet meteen iets voor terug. Het lijkt een beetje op het Wilde Westen. Er zijn niet echt regels en veel mensen worden door gewiekste zakenlui misbruikt. Je weet wel, niemand leest de kleine lettertjes in het contract dat voor je ligt en dan kom je al eens bedrogen uit. Mocht hij iets in de wereld van de muziek willen doen zal ik hem voor honderd procent steunen en evenzeer mocht hij kiezen voor een carrière in de motorsport of gaan studeren aan de universiteit.’


MIJN KERK
Ben je bijgelovig? Heb je vaste rituelen? 
‘Een jaar geleden zag ik een documentaire over Nick Cave. Hij vertelde dat hij niet geloofde in God in welke vorm dan ook, maar dat God wel ter sprake kon komen in zijn liedjesteksten. Ik kan me daar helemaal in terug vinden. Ik sta wel open voor de mogelijkheid dat God in deze of een andere wereld zich aan mij manifesteert. Zolang dat niet gebeurt kan ik moeilijk in het bestaan van een God geloven. In sommige van mijn songs zit er een religieus aspect, bijvoorbeeld op deze plaat in ‘My Church’. Ik sta open voor discussie over dit onderwerp en ik vind dat het binnen de context van een tekst een ruimer inzicht kan geven, zonder zelf gelovig te zijn. Ik heb een aantal vaste rituelen, doch die hebben bijna allemaal een fysiek aspect. Ik doe veel yoga gerelateerde oefeningen onder meer ademhalingstechnieken dit in combinatie met zingen. Ik ben ook nogal rap gestresseerd en sommige van die dagelijkse rituelen zijn een fijne manier om te ontstressen. Naast het fysieke aspect probeer ik stemoefeningen drie keer per dag te doen: in de ochtend, middag en avond om een maximum aan vooruitgang te boeken.’

Als je ziet welk effect godsdiensten op mensen hebben, maak jij je daar dan zorgen over?      
‘Voor mij maakt het niet uit wat iemand gelooft zolang er geen negatieve gevolgen zijn voor andersdenkenden of de wereld in het algemeen. En dat is nu net het probleem met religies. Ik neem als voorbeeld geboortebeperking. Godsdiensten die voorbehoedsmiddelen verbieden begaan een misdaad tegenover de mensheid. Overbevolking heeft zo zijn consequenties. Naast het gebrek aan ruimte om te wonen en leven komt er hongersnood, is er niet genoeg drinkwater, blijven we tonnen afval produceren. Religie zadelt de mensen op met een slecht geweten. Wat eigen en natuurlijk is aan de mens wordt dikwijls als zondig bestempeld. Vooral dan als het gaat over seksualiteit en geslachtsbeleving. Een ontwikkeling die ik als positief ervaar is dat in het deel van de wereld dat de verlichting heeft meegemaakt, de impact van godsdiensten sterk afneemt. Dat neemt niet weg dat je de standaard van universele en morele waarden hoog moet houden, want anders steven je af naar een rechteloze maatschappij en dat kan niet de bedoeling zijn.’

Dit was ik bijna vergeten vragen: je bent van uiterlijk veranderd. Maakt dat deel uit van het ‘Animal’ concept? 
‘Nee, niet echt (lacht). De aanleiding waren de opnames van de ‘Fight Song’ video in IJsland. Ik heb vroeger nooit iets ingrijpends veranderd aan mijn uiterlijk en vond het nu wel passend om eens iets geks te doen voor deze video. Voor de eerste keer dus heb ik mijn haar laten kleuren en na tien jaar mijn baard afgeschoren. In het begin was het een beetje vreemd, maar nu ik eraan begin te wennen vind ik mijn blonde lokken wel mooi. Ik geniet en hou nu ook wel van verandering. Ik ben oud genoeg nu om te beseffen dat veranderen van look geen invloed heeft op wie je bent. Meer zelfvertrouwen zorgt er voor dat je dit kunt doen, gewoon omdat je er zin in hebt.’

Ben je bezorgt over hoe de pers en het publiek gaan reageren op ‘Animal’?

‘De plaat is af en ik ben heel tevreden over het eindresultaat. Wat de reacties ook gaan zijn; zelf kan ik er nu nog weinig aan doen. Toen ik jonger was, was ik de mening toegedaan dat simpele muziek probleemloos was om te maken in tegenstelling tot progressieve, technisch complexe muziek. Maar nu ben ik daar niet meer zo zeker van. Bij eenvoudige muziek heb je niet de mogelijkheid om je te verbergen achter moeilijke akkoorden, wilde tempowisselingen en avant-garde uitspattingen. Als het nu fout klinkt dan kun je niet beweren dat het zo bedoelt is. Ook de teksten moeten goed zijn. Als je gromt en schreeuwt dan hoor je de woorden niet en is het niet zo belangrijk. Maar oké, het is wat het is. Het is anders en dat was ook de bedoeling; om met iets nieuws voor de dag te komen. ‘Animal’ heeft volgens mij meer kans om een ruimer publiek te bereiken omdat het minder extreem is dan de ‘Blackjazz’ albums. Ik sta ook altijd open om in gesprek te gaan, erover te discussiëren en uit te leggen waarom we deze keuzes hebben gemaakt. Commercieel gezien is het interessant, want er wordt over je muziek gepraat. Of het nu positief is of negatief. Ik denk niet dat je mensen kunt bedotten als het gaat over kunstzin. Iedereen heeft recht op een eigen mening en dat is maar goed ook.’
   

KMFDM

KMFDM
Live In The USSA
V2

De Duitse industrial pioniers KMFDM komen eind deze maand - 26 oktober om precies te zijn - op de proppen met een vierde live album. Eind 2017 ondernamen ze een Brits/Amerikaanse tournee de ‘Hell Yeah Tour 2017’, aansluitend op de release van hun toen recente studioplaat ‘Hell Yeah’. Twaalf songs netjes verdeeld: zes van hun favoriete nummers gelicht van ‘Hell Yeah’ en zes heftige KMFDM klassiekers. Wat eigenlijk wel een gevarieerde selectie blijkt te zijn. De show in Atlanta begint uitstekend met een opwindende uitvoering van ‘Freak Flag’. Het is bijna logisch dat men dit spetterende begin onmogelijk de volledige set kan volhouden. Al komt het agressieve ‘Hell Yeah’ toch nog altijd dicht in de buurt, net als ‘Total State Machine’, ‘Burning Brain’, het stomende ‘Glam Glitz Guts & Gore’, het pompende ‘Murder My Heart’ en de onverslijtbare oudjes ‘Virus’, ‘WWIII’ en afsluiter ‘Godlike’. Eén ding is zeker: de volledige band verkeert hier in uitstekende vorm met een glansrol voor drummer Andy Selway, de nieuwe live gitarist Andee Blacksugar plus niet te vergeten de twee protagonisten Sascha Konietzko en Lucia Cifarelli. De KMFDM fan weet weer waar zijn geld aan te spenderen.

Shining

Shining
Animal
Spinefarm

Vergeet de saxofoon en de term blackjazz. De nieuwe Shining is opgestaan. Wat de komst van een nieuwe bassist zo al te weeg kan brengen. Ole Vistnes is de man die samen met frontman Jørgen Munkeby instaat voor het songmateriaal en het groepsgeluid helemaal heeft omgeturnd. Inderdaad, ooit begonnen als een akoestisch jazzensemble gooien de uitvinders van blackjazz andermaal het roer om en kiezen nu voor een mix van industrial, electro, metal en synthesizerpop. Producer Sean Beavan (Marilyn Manson, Nine Inch Nails, A Perfect Circle) heeft zo te horen ook een flinke vinger in de pap gehad om dit project tot een goed einde te brengen. Munkeby onderging ook een gedaanteverwisseling, want heeft nu blonde lokken en draagt een vuurrood leren jasje. Het zal wel deel uitmaken van het totale concept. Ik weet echt niet goed wat ik moet aanvangen met deze ‘Animal’. Het doet vreemd aan om Jørgen vocaal op de rand van het atonale te zien balanceren tijdens ‘When The Lights Go Out’, ‘When I’m Gone’ en zich zo waar met ‘Hole In The Sky’ waagt aan een onvervalste ballade en een duet met gastzangeres Linnea Dale (Donkeyboy). Gelukkig is er nog drummer Tobias Ørnes Andersen als stuwende kracht. Anders was het helemaal een zootje geworden. In de bio spreken ze van het ultieme carnaval en 21ste eeuwse party metal. En zeker, dit is Shining hun meest verbazingwekkende album, maar of het ook zo wordt ontvangen door de Shining aanhang is koffiedik kijken. 

Mogwai

Mogwai
Kin
Rock Action

Het Schotse postrock trio Mogwai heeft al wat ervaring met het componeren van muziek voor documentaires en zelfs een televisieserie (‘Les Revenants’, ‘Atomic’, ‘Zidane’, ‘Before The Flood’). Lucratieve projecten waarmee je een aardige stuiver kunt verdienen. Met ‘Kin’ rijven ze nu hun eerste volwaardige filmscore binnen. ‘Kin’ is een sciencefiction prent over een jongen die een futuristisch wapen vindt, een soort van hoogtechnologisch straalpistool. Er worden zowel muren als mensen mee aan flarden geschoten. Een familiedrama vervolledigt het verhaal. Een dergelijk album maken is een beetje hinken op twee gedachten. Enerzijds heb je de eigenheid van de groep. Anderzijds moet de muziek in functie staan van de film. Mogwai blijft min of meer trouw aan zijn vertrouwde groepsgeluid. Al ligt de nadruk hier toch meer op electro, synthesizer en piano. Er zijn zowel afwisselend zachte, ingetogen nummers als meer explosieve tracks. Redelijk verrassend is de zang in de van een hoog popgehalte voorziene en radiovriendelijke afsluiter ‘We’re Not Done’. Andere songs die imponeren zijn ‘Eli’s Theme’, ‘Scrap’, ’Flee’ en ‘Miscreants’. Het zou me trouwens niet verwonderen mocht de soundtrack beter scoren dan de film.

Glasir

Glasir
New Dark Age
Elusive Sound

Volgens de uit Texas afkomstige act Glasir staan ons nog donkere tijden te wachten. De wereld wordt bestuurd door leiders die onbekwaam zijn om de problemen van planeet Aarde grondig aan te pakken. In plaats van samen te werken blijven ze bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten en zaaien tweedracht en vernietiging door bijvoorbeeld een gevoel van onveiligheid te creëren. Daarmee gaan ze de echte uitdagingen zoals klimaat, overbevolking en hongersnood uit de weg. Volgens het trio heeft de mensheid een nieuwe drempel bereikt die hen aan de rand van de afgrond brengt. Met hun eerste volwaardige langspeler probeert het drietal een creatief proces op gang te trekken dat het huidige beeld van het strijdtoneel zou kunnen veranderen. Winnen is sowieso een utopie, maar misschien bestaat de kans dat we overleven. Met deze kennis als achtergrond ga je de muziek van Glasir helemaal anders bekijken. De eerste impressie is nochtans die van zoveelste instrumentale postrock plaat. Met mondjesmaat ontdek je een aantal nuances zoals verwijzingen naar post metal en ambient met daarnaast in een aantal songs terugkerende, repetitieve kenmerken en de aanwezigheid van een latent angstgevoel. Een nummer dat al die accenten belichaamd is het geraffineerde ‘Black Seas Of Eternity’. Heel mooi is dan weer het weemoedige ‘Hurt Us Again’. ‘New Dark Age’ is een zwaarmoedig en terneerdrukkend album. Je eraan onttrekken is dan ook heel moeilijk.

Celestial Wolves

Celestial Wolves
Call Of The Void
Dunk!

Belgisch collectief dat uitpakt met zijn derde langspeler. Het vijftal brengt instrumentale postrock met stoner en metal accenten. Staat er om bekend op een inventieve en eigenwijze manier zijn songs uit te bouwen tot monumentale tracks die je moeiteloos van de sokken blazen. ‘Call Of The Void’ (de roep van de leegte) is een uitdrukking die verwijst naar de vreemde kronkels in ons onderbewustzijn, die de mens drijven tot waanzinnige uitwassen zoals van een torenhoog gebouw springen, iemand doden als je toevallig een mes of hamer in je hand houdt, je met de auto te pletter rijden of iemand onder een voorbij rijdende bus duwen. Op zich is het niet gevaarlijk, tenzij je volop geniet van dit soort hersenspinsels. Edgar Allan Poe noemde dit soort van gedachtengang ‘de kleine demon (Imp) van het perverse’,  Sigmund Freud ‘de drang om te doden’. Je kunt het ook zien als een menselijke anomalie, een afwijking van het gangbare. De vijf muzikanten gebruikten dit gegeven als vertrekpunt en kozen voor ‘anomalieën in de wereld’ als thema van hun nieuwe album. De zes composities trachten deze ‘onregelmatigheden’ in een muzikale context te plaatsen. De heren blijven trouw aan hun kernboodschap. De zes songs worden gedragen door melodie, dynamiek en kracht. Men vertrekt vanuit een gelijkvormige en stevige basis om dan met volle overgave de muziek vol te laten uitbarsten of toe te werken naar een overweldigende climax. De constructies zijn erg gedetailleerd en het is pas na een aantal keren luisteren dat de finesses zich openbaren. Als hoogtepunten schuiven we ‘Batur Hvarf’ en ‘Karoshi’ naar voren, doch ook de overige vier tracks steken ruim boven de middelmaat uit.

Author & Punisher

Author & Punisher
Beastland
Relapse

Achter Author & Punisher gaat Tristan Shone schuil. In een vorig leven was hij werktuigkundige. Sinds begin 2004 is hij actief als geluidskunstenaar. De man bouwt zelf zijn instrumenten die omschreven worden als ‘drone & dub machines’. Het zijn precisie apparaten die de industriële automatisering, robotica en mechaniek verheerlijken. De nadruk ligt op de interactie tussen de machine en de mens als uitvoerder en tegelijk de vervaging van de grens tussen mens en machine. ‘Beastland’ is Shone zijn zesde studio album en het eerste dat verschijnt bij zijn nieuwe label Relapse. Het is een op industrial geënt monster doorweven met noise, doom en drone elementen. De plaat start met ‘Pharmacide’ dat meteen indruk maakt en je achterlaat met een ‘wow’ gevoel. Hetzelfde overkomt je nog eens bij de als laatste track aangekondigde titelsong. Daartussen zitten enkele uitermate verontrustende geluidslandschappen als ‘Nihil Strength’ en ‘Ode To Bedlam’. Beide hebben dan weer een misselijk makend en vernietigend effect. Het zijn regelrechte aanslagen op de trommelvliezen. Herkenbare melodieën ervaar je enkel in ‘Nazarene’ en ‘Night Terror’. ‘Beastland’ heeft zijn naam niet gestolen en is een aan wansmaak grenzend genadeloos en verpletterend werkstuk.   

Black Monsoon

Black Monsoon
Black Monsoon
Eigen Beheer

Tegendraads Nederlands trio bestaande uit twee dames en een heer dat debuteert met een eerste, zes nummers tellende ep. Black Monsoon zijn biotoop zijn de oefenkelders van poppodium Burgerweeshuis in Deventer. Daar krijgt hun muziek gestalte. Catalogeert zichzelf onder de noemers noise, grunge, alternatieve rock en shoegaze. Met de nadruk op gruizig, fors en messcherp. Het mag zelfs een tikje smoezelig en goor klinken. Songs als ‘Crows’, ‘Silver’ en ‘Heaven’ hebben meteen de juiste groove te pakken. Maar ook als het wat trager gaat weet het drietal te begeesteren (’Fading’, ‘Leave Me’ en het overweldigende ‘Secret Nights’). Meteen krijg je hier ook een afwisselend aanbod. Black Monsoon een groep om in de gaten te houden.

Uncle Acid & The Deadbeats

Uncle Acid & The Deadbeats
Wasteland
Rise Above

Het vehikel van de excentrieke Kevin ‘Uncle Acid’ Starrs begon in 2009 als een obscure underground band aan een opmerkelijk parcours. De vier platen die het psychedelische kwartet reeds uitbracht werden telkens op applaus onthaald door zowel pers als publiek. Ligt de grondslag bij psychedelica; het groepsgeluid werd gaandeweg aangedikt met invloeden uit de jaren zestig en zeventig hardrock, pop, proto rock en huidige doom en blues klanken. ‘Wasteland’ is een concept album. De teksten zijn geïnspireerd op de hedendaagse politieke wereld omvattende impasse, de gruwel die we elkaar aandoen en de alsmaar groeiende afvalberg die nu ook de zeeën en de meest afgelegen gebieden heeft aangetast. Starrs’ verbeelding laat ons een grimmige wereld zien bevolkt door zombie-achtige wezens waar de angst regeert. De specifieke, rauwe sound werd mee bepaald door geluidsman Geoff Neal (NIN, Motörhead, Fuzz). De songs op ‘Wasteland’ grijpen je bij de keel en klinken zowel gevat als pittig en meeslepend. Naast de prachtige, zwaar psychedelische titelsong hebben we vooral genoten van pareltjes als ‘Exodus’, ‘I See Through You’, het onweerstaanbare ‘Shockwave City’, ‘No Return’ en ‘Stranger Tonight’.

The Primals

The Primals
All Love Is True Love
Southern Lord

Bij Southern Lord hebben ze wel een neus voor talent. Neem nu The Primals. De groep bestaat uit drie muzikanten die vroeger actief waren in bands als Darkest Hour, Dead To Fall, The Explosion en Title Tracks. Het trio brengt een mix van grunge, thrash en punk. Acht van de tien songs worden aan een verschroeiend tempo door de luidsprekers gejaagd. Enkel ‘Pity City’ en ‘Save Me, Baby’ klinken iets gematigder en meer luchtig. Zanger/gitarist John Henry trekt alle aandacht naar zich toe. Hij schept er plezier in om zich schor te schreeuwen, maar laat ook horen dat hij gewoon goed kan zingen. Ze doen hun naam ook alle eer aan, want zo te horen zitten ze nog in een vroeg stadium van hun evolutionaire ontwikkeling. Hun groepsgeluid wordt getekend door rauwe, rudimentaire, wat chaotische kenmerken. Compositorisch gezien nemen ze wel weinig risico’s. Nirvana en Pixies zijn hier nooit ver weg. In het sluitstuk ‘I’m Coming Home’ durft men lichtjes af te wijken van de bekende paden en krijgen de muzikanten meer een ‘vrij podium’. Geen slecht debuut deze ‘All Love Is True Love’.

Clone Culture

Clone Culture
Clone Culture
Lifeforce

Het in Leipzig gevestigde label Lifeforce is altijd op zoek - ongeacht de muziekstijl - naar nieuw talent en kijkt daarbij ook naar het buitenland. Ze lieten deze keer hun oog vallen op het Milanese Clone Culture dat bij deze debuteert met een titelloos eerste album (komt uit eind oktober). Op het eerste gehoor klinkt het gezelschap als een doorsnee postpunk en dark wave band. Sporadisch ga je met iets meer aandacht luisteren, doch meestal kabbelt het plaatje rustig verder. De stem van hun vocalist is ook niet meteen ‘groots’ te noemen. Ook al omdat men een sfeertje van weemoed en mistroostigheid probeert te creëren. Wat nefast inwerkt op het geheel. De mindere kwaliteit van de zangpartijen is trouwens een kwaaltje dat wel meer voorkomt in dit milieu. ‘Clone Culture’ bevat een paar aardige liedjes zoals ‘The Number Ones’, ‘The Bleeding Wonder’, ‘What If’ en ‘C8H11N’. De overige songs zijn eerder mediocre. Ook na verschillende luisterbeurten komt er geen beterschap.