maandag 7 januari 2019

Kiss Kiss King Kong

Kiss Kiss King Kong
B/B
Apollon

Kiss Kiss King Kong is drummer Einar Olsson, bassist Morten Mjørlaug en Eirik Utne (zang, gitaar). Op deze ‘B/B’ - een titel die verwijst naar hun thuisstad Bergen in Noorwegen en Berlijn waar een deel van de opnames plaatsvonden in de legendarische Hansa Tonstudios - krijgen ze op zes van de acht tracks bijkomende ondersteuning van toetsenist Lars Hammerland. Die kwam ook  al eens langs tijdens de opnames van hun eersteling ‘Too High To Say Hello’ (2015). Kiss Kiss King Kong kun je omschrijven als een power trio, soms instrumentaal, maar tijdens het merendeel van de nummers wordt er gezongen. Hierbij kiest men voor een opnametechniek die het meerstemmige en harmonieuze benadrukt. Een slimmerik beschrijft Kiss Kiss King Kong daarom als ‘The Allman Brothers on speed’ en noemt tegelijk de muziekstijl ‘dansrock’. Het trio put op deze ‘B/B’ uit het rock verleden en gaat terug tot de beginperiode van de psychedelische rock van de jaren zestig en zeventig. Voegt er af en toe een streepje spacerock en garagerock aan toe. Hebben als geluidseffect zowel op bas als elektrische gitaar een voorkeur voor fuzz. Het retro gevoel wordt op verschillende nummers versterkt door het uitstekende toetsenwerk van Hammerland op zijn hammond orgel. Tot mijn favoriete nummers behoren het grillige ‘High And Low’, het instrumentale ‘668: Neighbour Of The Beast Part III’ en de heftige en wat langzamere afsluiter ‘Past Times’.

Navarone

Navarone
Salvo
Suburban

Navarone is een Nederlandse band uit Nijmegen. Ze bestaan sinds 2008 en ‘Salvo’ is hun vierde studioalbum. De aandacht voor deze nieuwe plaat moeten ze delen met hun deelname aan het populaire televisieprogramma ‘The Voice Of Holland’. Volgens het persbericht zijn ze de eerste muziekgroep ooit die eraan deelneemt. Eigenlijk zal het me worst wezen, maar aan de andere kant ben ik toch stiekem benieuwd hoe ver ze het gaan schoppen. Niet dat ik ooit naar dat programma zal kijken, want ik heb zo mijn principes en daar wijk ik niet van af. Navarone staat bekend om zijn gevleugelde mengeling van klassieke rock, grunge, stoner tot funk (‘Reset’) en stadionrock (‘Waste’). Zoals de titel al laat vermoeden wordt hier stevig van jetje gegeven. Net als de twee eerder genoemde titels liggen een aantal nummers echt goed in het gehoor. Dat is onder meer het geval met het splijtende ‘Cerberus’, ‘Surrender’, het flitsende ‘Another Way’ en het potige ‘Mind’s Eye’. ‘The Strong Survive’ klinkt een tikje commerciëler, ‘Søreal’ leunt iets dichter aan bij pop en het tragere ‘Fire’ heeft een paar venijnige weerhaken. Navarone blijft dus verder aan de weg timmeren. De muzikanten zijn veelzijdig, zanger Merijn van Haren is top en het songmateriaal meer dan degelijk. Het gokje om mee te doen aan ‘The Voice’ zal misschien bijdragen tot meer naambekendheid. Het is hun bij deze gegund.

The Entrepreneurs

The Entrepreneurs
Noise & Romance
Tambourhinoceros

‘Noise & Romance’ is het debuut van dit uit Kopenhagen afkomstige noise rock trio. Naast noise rock put het drietal inspiratie uit punk, grunge, postpunk en postrock. Zanger/gitarist Mathias Bertelsen zingt met een hoog stemmetje, maar komt af en toe verrassend voor de dag door gebruik te maken van enkele opmerkelijke tot zelfs rauwe stemeffecten. Opener ‘Session 1’ en ‘Heroine’ zijn twee donker getinte en balorige nummers die in fel contrast staan met meer luchtige songs als ‘Despair’ en ‘Sail Away’. Het akoestische ‘Morning Son’ vormt een passend kader voor de romantische tekst. ‘D-Tune’ en ‘Ages’ zijn iets experimenteler van aard en helemaal niet explosief in tegenstelling tot ‘Say So!’ en Joaquin’. The Entrepreneurs zorgt dus voor de nodige afwisseling. In een paar van de songs zitten zelfs een aantal hints die naar art rock refereren. Deze Deense groep kiest op zijn eersteling voor een moderne en hedendaagse noise rock variant waarin ook synthesizers een plaatsje krijgen. Niet onaardig deze ‘Noise & Romance’, maar echt er door begeesterd zijn we niet.

The Awakening

The Awakening
Chasm
Intervention Arts

Oorspronkelijk opgericht in Johannesburg, Zuid-Afrika in 1995, maar sinds 2008 woonachtig in Saint Louis, Missouri. Enig vast groepslid is zanger, liedjesschrijver en multi-instrumentalist Ashton Nyte. Negen jaar geleden verscheen The Awakening hun laatste studioplaat ‘Tales Of Absolution + Obsoletion’ en het laatste wapenfeit in 2013 was ‘Anthology XV’ dat de eerste vijftien jaar van The Awakening zijn bestaan in kaart brengt. Sinds het debuut ‘Risen’ (1997) grossiert Nyte in ‘dark future rock’, een mengvorm van metal, gothic rock, dark wave en new wave. De tien nieuwe songs zijn gedistilleerd uit dertig demo’s en verhalen over eenzaamheid, verlies, isolement en tal van problemen op wereldvlak. Liedjes die ook wel omschreven worden als ‘poëzie voor gebroken harten’. De ambiance is inderdaad duister getint en de muziek zit gebeiteld in gothic rock/goth. Denk aan Zeraphine, Love Like Blood, Sisters Of Mercy, The 69 Eyes of London After Midnight. The Awakening hoort absoluut thuis in dat rijtje en deze ‘Chasm’ is een waardige opvolger voor ‘Tales Of Absolution + Obsoletion’. Ashton put uit een gevarieerd aanbod met enkele mooie, akoestische ballades (‘Shadows In The Dark’, ‘Gave Up The Ghost’). Daar tegenover staan het gitzwarte en sinistere ‘A Minor Incision’ en een paar heuse gothic hymnes: ‘Hear Me’, ‘Raphael Awake’ en ‘Back To Wonderland’. In zijn genre een aanrader.

Shuffle

Shuffle
#WontTheyFade?
Klonosphére

Na het in 2015 uitgebrachte ‘Upon The Hill’ is dit de tweede worp voor deze Fransozen. Het combo kan je onderbrengen in de categorie progressieve rock. Al zit er meer in de pijplijn. Zanger Jordan schrikt er niet voor terug om op gepaste tijden een paar rauwe grunts uit zijn strot te knijpen. Evengoed gaat hij rappen of maakt een funky uitstapje. Een veelzijdige jongen dus. Ook muzikaal heeft het kwintet zijn zaakjes op orde. Het grondvlak bestaat uit potige, soms loodzware metal riffs (‘Faded Chalk Lines’, ‘Spoil The Ground’). Wordt afgewisseld met in funkrock ondergedompelde passages (‘Paranoia Of The Soul’, ‘Switch To The Otherside’). Andere fragmenten zijn dan weer zeer stijlvol en melodieus zoals in ‘Checkmate Fool’ en het fraaie, cinematografische en instrumentale ‘Oh, Glop D’Eternitat’. ‘Wintertide’ is wat zwaar op de hand. Het is een als duet gezongen weemoedige en dramatisch klinkende ballade. Dit alles maakt van deze ‘#WontTheyFade?’ een veelzijdig album met veel goede ideeën, doch door die drukke verstrengeling van stijlen krijg je ook gezichtsloze rock/metal zoals in het heel ambitieuze epos ‘Virtual Hero’. Shuffle is een band met heel wat kwaliteiten. Nu nog iets meer daarop focussen en de funk/hiphop ballast overboord gooien en wie weet worden we vriendjes.

Hazards Of Swimming Naked

Hazards Of Swimming Naked
Take Great Joy
Bird’s Robe

Australisch kwintet afkomstig uit Brisbane, Queensland. Een Australische provincie met een tropisch klimaat en een hoge vochtigheidsgraad, maar ook een levendige regio met meer dan vier miljoen inwoners. Hun muziek is een weerspiegeling van hun biotoop en dringt er diep in door. Het is een vorm van postrock verwant met acts als Mogwai, Godspeed You Black Emperor! en Mono. De composities van het vijftal bezitten een zekere grandeur en grootsheid. ‘Take Great Joy’ is een instrumentaal album waarin toch meermaals gebruik wordt gemaakt van gesproken fragmenten. Goed gevonden, want zo versterkt men nog de impact van de fraai opgebouwde, stilistische geluidslandschappen die zowel breed uitwaaierend en lankmoedig zijn (‘There Was Never A Right Time’, ‘A Loose Thread’) als dynamisch en onstuimig (‘Waiting For 5120’, ‘Curtis’).‘I Don’t Know This Road’ omarmd zelfs beide facetten in één en hetzelfde nummer. Eén lied is gezongen: ‘Sofðu Unga Ástin Mín’ een meer dan honderd jaar oud IJslands kinderdeuntje dat werd opgenomen in een appartement in Reykjavik en hemels prachtig is ingezongen door Bjarnheiður Kristinsdóttir. Ook al bestaat Hazards Of Swimming Naked al tien jaar toch is dit nog maar na ‘Our Lines Our Down’ (2009) hun tweede studioplaat. Dat het zolang heeft geduurd komt onder meer door de bedenking van wat voor zinnigs dat je als muzikant kunt vertellen. Wat ze kennen is muziek en alles wat er mee te maken heeft: componeren, spelen, optreden. Maar wat ze maken en waar ze voor staan is wel oprecht en innig. Op de plaat bezingt men de lof van het musiceren op zich. De titel verwijst naar wat het betekent om te leven. Geniet er met volle teugen van.

Yerûšelem

Yerûšelem
The Sublime
Debemur Morti Productions

Yerûšelem is de naam van het nieuwe vehikel van Blut Aus Nord kernleden Vindsval en W.D. Feld. Het Franse Blut Aus Nord begon als een black metal band, maar maakte door de jaren heen een evolutie door waar ook avant-garde, industrial en ambient de metal component verrijkten. Het idee voor Yerûšelem kreeg gestalte na het uitbrengen in 2012 van ‘777 – Cosmosophy’ het surrealistische en laatste deel van hun ‘777’ trilogie. De twee protagonisten legden voor ‘The Sublime’ hoofdzakelijk hun oor te luisteren bij Godflesh. Naast industrial/metal hoor je elementen gelicht uit postpunk, shoegaze, new wave en elektronische muziek. Typerend voor dit album zijn de loodzware drumpatronen en baslijnen, de kille, hoog gestemde gitaren en de schrale en vluchtige zang. Het duo mikt zo op een scherp omlijnde en afgebakende sfeerschepping. ‘The Sublime’ is ook een creatie die op zoek gaat naar nieuwe vormen van muzikale beleving, die verwijst naar spiritualiteit, het onwerkelijke en het ondefinieerbare, maar ook streeft naar uniformiteit en zelfvernieuwing. ‘The Sublime’ is op zich een interessante muzikale ervaring. Als gids kunt u beroep doen op de erin ronddwalende geesten.

Lord Of The Lost

Lord Of The Lost
Confession (Live at Christuskirche)
Napalm

2018 was een boerenjaar voor de mannen van Lord Of The Lost. Ze mochten als headliner toeren en trokken in december met de ‘Thornstar Tour’ zelfs naar China, speelden deze zomer op diverse, grote festivals en brachten met ‘Thornstar’ begin augustus een zesde album uit. Om het jaar in stijl af te sluiten en als cadeautje voor de vele fans planden ze in november met ‘Confession’ een speciale release bestaande uit een live dvd en dubbel cd. Tijdens hun ‘Swan Songs Tour’ in 2017 speelden ze samen met een live ensemble en presenteerden hun songs in een andere gedaante. Als lokatie werd gekozen voor de Christuskirche in Bochum. Naast de eigen muzikanten deed boegbeeld Chris Harms - die zelf ook cello speelt - beroep op een kamerorkest. De liedjes kregen bijzondere arrangementen en worden opgediend in een klassieke gedaante. Het harde groepsgeluid van dark rock, gothic metal en industrial wordt ingeruild voor strijkers, piano en percussie. Het mist zijn effect niet en het symfonische karakter benadrukt het theatrale, dramatische en zwaarmoedige aspect dat zo al in hun composities aanwezig is. Voor sommige van de hardere nummers was het niet eenvoudig om een geschikte en aangepaste invulling te vinden, doch algemeen gezien kun je hier gewagen van een geslaagd project met een aantal erg fraaie vertolkingen. De statische setting wordt door de regisseur opgevangen met afwisselende camerastanden, vertraagde zwartwit close-ups van zowat uitvoerders (band plus orkest) en shots van het publiek. Wie graag kennismaakt met de andere, zachte kant van Lord Of The Lost weet wat gekocht. 

White Lies

White Lies
Five
PIAS

Het Engelse trio White Lies bestaat tien jaar en ze vieren dat eerste decennium met ‘Five’, jawel hoor hun vijfde album. White Lies sprong eind 2007 mee op de kar van de postpunk revival en hoort thuis bij een select groepje artiesten als The Killers, Editors, Interpol, Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs en worden door sommigen gezien als de erfgenamen van Echo & The Bunnymen, Joy Division en Ultravox. Naar eigen zeggen betekent deze ‘Five’ een ware mijlpaal in hun bestaan en nemen ze de uitdaging aan om hun groepsgeluid verder uit te diepen en muzikaal nieuwe oorden op te zoeken. Met als frontman Harry McVeigh hebben ze een charismatische zanger, maar die kan nu eenmaal geen mirakels bewerkstelligen. Is ‘Time To Give’ nog een uitstekende song dan gaat het al snel bergafwaarts met ‘Never Alone’. Ook ‘Tokyo’ is slappe kost. Als de artistieke challenge erin bestaat om ergens te landen tussen Erasure en New Order dan moet ik toch even de wenkbrauwen fronsen. Gelukkig herpakken ze zich deels met ‘Finish Line’ en ‘Jo’. De overige nummers zijn stuk voor stuk middelmatig met af en toe fijne en genietbare fragmenten. Als deze ‘Five’ het startsein is voor een nieuw en spannend hoofdstuk dan zullen ze in de nabije toekomst toch een tandje moeten bijsteken, want het is puur de klasse van McVeigh die hier het hele zaakje overeind houdt.

The RG’s

The RG’s
The Cricket Sound
Eigen Beheer

Vlaamse rockgroep gestampt en geboetseerd uit West-Vlaamse klei. Speelt solide rock, gedreven, rauw, luid en met bezieling. Brengen een mix van heavy rock met stoner, noise, punkrock en tonnen vervormde gitaarriffs en aanverwante distorsie geluidseffecten. Dit leidt tot een vet groepsgeluid met als hoeksteen een in beton gegoten ritmesectie. Waren eerst maar met zijn twee: Wouter Vandaele (gitaar, zang), Stijn Decoene (drums), doch sinds 2014 met de komst van bassist Jens Vanhee uitgebreid tot een trio. ‘The Cricket Sound’ is hun tweede album. Hun liedjes zijn tamelijk avontuurlijk. Geen korte knallende erupties, maar goed uitgebalanceerd en heftig songmateriaal. ‘Dirty Allan’ valt op door zijn kracht, de vinnige riffs en het leuke achtergrond koortje. De titelsong en ‘Keep Your Secrets’ zijn pittige nummers. ‘Dead Inside’ gaat nog een stapje verder en hakt er lustig op in. ‘My Friend Ed’ wordt gedragen door postpunk gitaren. ‘Stevie, The Guy Who Didn’t Pay Us’ had die Stevie beter niet gedaan, want de jongens klinken nogal pissig en willen zo te horen toch nog hun centen zien. ‘The Cricket Sound’ is een puike plaat waarbij ze met Brent Vanneste (Steak Number Eight) ook nog de geknipte producer hebben gevonden die het beste in The RG’s naar boven weet te halen.

Svarta Stugan

Svarta Stugan
Islands / Öar
WOOAAARGH

Met deze langspeler brengen deze Zweedse postrockers uit Göteborg een soort van conceptplaat uit. De meeste songtitels verwijzen naar een eiland en verhouden zich ook zo ten opzichte van elkaar. Elk eiland is anders van klimaat en zijn het decor voor uitzonderlijke en heel verscheiden biologische fenomenen. In verhouding daarmee heeft elke compositie op ‘Islands / Öar’ zijn eigen instrumentatie, stijl, melodie en dynamiek. Ook de overige twee tracks, ’Inner Space’ en ‘Prospects Quatsi’ hebben hun bijzondere en specifieke kenmerken. De grondslag van het viertal hun muziek ligt bij postrock, maar heeft eveneens een sterk experimentele kant waarin plaats is voor progressieve rock, noise rock, jazz en filmische klanktapijten. Het scheppen van al die verstillende stemmingen is een leuk gegeven. ‘Islands III’ en ‘Islands Unknown’ zijn dragers van een warme en zorgeloze ambiance. De synthesizers zorgen vaak voor verschillende inkleuringen. De ene keer is het een orgel dan weer een theremin of toch iets wat er op lijkt. Komt nog het best tot uiting in het wat spookachtig en ijl klinkende ‘Inner Space’. Het contrast met het ophitsende en jachtige ‘Islands I’ is groot. Die stormloop maakt dan plaats voor het rustgevende ‘Islands II’. Ook ‘Prospects Quatsi’ is een fraai opgebouwd nummer met een steeds terugkerend motiefje. Naar het einde toe trekken basgitaar en drums/percussie alle registers open. Alles bij elkaar genomen lijkt ’Islands / Öar’ een fijne plaat om mee te nemen als reisgezel. 

Space Coke

Space Coke
L’Appel Du Vide
Mystery School

In Colombia heb je Cali en Medellin als pleisterplaatsen voor wie tuk is op het scoren van een portie coke. Wie graag in nog hogere sferen vertoeft (space coke) moet naar Columbia in South Carolina, want daar heeft de gelijknamige band zijn hoofdkwartier. Na de release van twee ep’s is het viertal klaar voor grotere volumes en bracht op 7 december 2018 met L’Appel Du Vide’ - letterlijk ‘de roep van de leegte’, de drang die je kunt voelen om van een hoge plek te vallen of springen, maar niet suïcidaal bedoeld - een eerste album uit. Naast dit soort van aandriften laat het gezelschap zich inspireren door horrorfilms uit de jaren vijftig, hindoe-mythologie en de figuur van Aleister Crowley. Space Coke leunt zwaar op de erfenis van Black Sabbath met logge, licht psychedelische riffs. Naast zes eigen nummers staan er ook twee covers op deze ‘L’Appel Du Vide’. De keuze van Space Coke viel op ‘Evil ‘ van Stevie Wonder en ‘Venus In Furs’ van The Velvet Underground. Aangezien de stem van frontman Reno El Cheapo Gooch niet meteen geschikt lijkt om eerstgenoemd nummer in te zingen werd gevraagd aan zangeres Deborah Adedokun om die taak op zich te nemen. De eigen inbreng bestaat uit een laag noise en distortion. De cover van nummer twee is best wel goed, maar daar zijn al zoveel interpretaties van dat nog eentje erbij niet echt meer opvalt. Als stimulus kan deze ‘L’Appel Du Vide’ niet echt overtuigen.

Slumberland

Slumberland
Sea, Sea, Sea Drifter / See, See, See Drifter
Consouling

Slumberland is een project van geluidskunstenaar Jochem Baelus. Was zijn eerste elpee nog een solo uitstap dan is de bezetting nu uitgebreid met twee drummers (Alfredo Bravo van Flying Horseman en Stray Dogs’ Frederik Meulyzer). Baelus bezit een eigen geconstrueerd arsenaal aan instrumenten. Jochem weet daarbij de vreemdste geluiden tot leven te wekken. Aanvullend zorgen de twee trommelaars ervoor dat het totaalgeluid in een veel strakker pak is gehuld. De sfeer blijft onderkoeld, rauw, schimmig en kil. De stem van Baelus heeft een heel donker timbre, is monotoon en spiegelt ons een universum voor waar er weinig hoop is voor het mensdom. Doet qua intonatie soms denken aan Peter Murphy (Bauhaus, Dalis Car). Een rampscenario is in de maak, want in de sluimering ligt de dreiging. De nadruk op deze ‘Sea, Sea, Sea Drifter / See, See, See Drifter’ ligt bij percussie en dat geeft het geheel iets primitief, een verwijzing naar het leven in clans. Demonstratief daarvoor is het bezwerende ‘Lines’. Opener ‘Rashomon’ lijkt opgedeeld in twee totaal van elkaar verschillende fragmenten. Deel één lijkt op het eerste gehoor wel een trage versie van ‘Beats Of Love’ (Nacht Und Nebel). In deel twee ontvouwt zich een desolaat, futuristisch en benauwend landschap. ‘When The Frozen Lake Starts To Sing’ mag je bijna letterlijk nemen. Zo fysiek tastbaar is de storm aan geluiden die aan en af rollen. Halverwege deze langst durende track komen de resterende instrumenten en zang nieuwe impulsen geven. ‘Roomers Of Rumours’ zit op zijn beurt gebeiteld in het postpunk tijdperk. Dit is een heel interessante release met Slumberland op zijn best. 

Set And Setting

Set And Setting
Tabula Rasa
Pelagic

Set And Setting bestaat sinds 2009 en met deze ‘Tabula Rasa’ zijn ze toe aan hun vierde langspeler. Deze jongens uit St. Petersburg, Florida spelen instrumentale postrock. Dat klinkt bekend en vertrouwd. Niks nieuws onder de zon zou je denken, maar dan heb je geen rekening gehouden met de creativiteit die dit kwartet tentoon spreidt. Hun karakteristieke postrock geluid dikken ze aan met een vette laag metal en een dikke streep punk. Aan de andere kant van het spectrum reiken ze de hand aan drone elementen, psychedelica en ambient muziek. Op deze ‘Tabula Rasa’ maakt Set And Setting komaf met alle vooroordelen en zekerheden die postrock typeert. Hun op metal afgestemd groepsgeluid is soms heel log en zwaar. Illustratief voor hun originele benadering is het explosieve ‘Revisions Through…’ en het fantastische tweeluik ‘Circuital Tension Among…’ en ‘The Black Swan’. Haaks daarop staat het al even prachtige en betoverende ‘Elucidation’. Daarmee verloochend de band zich geenszins, want de aanzet voor deze mix van stijlen was reeds gegeven op hun vorige releases. Alleen zijn die nu nog prominenter aanwezig, beter uitgewerkt en geperfectioneerd zoals in ‘…Wandering Tribulation’ en ‘ECDYSIS’. Maak kennis met Set And Setting, één van de beste instrumentale postrock/metal bands van dit moment.

Saluki

Saluki
Amazing Games
Apollon

Saluki (genoemd naar het gelijknamige Perzische windhondenras) is een Noorse, progressieve jazzrock groep opgericht in 1976. Het jaar daarop, op 30 maart 1977 om precies te zijn, brachten ze hun enige, titelloze elpee uit. Ze speelden toen heel wat concerten in clubs en op festivals en kwamen toen ook naar Nederland. Het collectief  begon in 1978 dan aan de opnames van een tweede album. In de studio experimenteerde de geluidstechnicus naar hartelust en nam er ook zijn tijd voor. Niemand wist toen dat hij per uur werd betaald. Voor dat iemand in de gaten had dat de kosten de pan uitrezen was het al te laat. Het financieel debacle betekende de doodsteek voor hun toenmalige label Compendium. Ook het lot van Saluki was bezegeld en de muzikanten zwermden uit en zochten hun heil bij andere bands. Veertig jaar later op 30 maart  2017 stond Saluki zo goed als in de originele bezetting op het podium van de Oslo Concert Hall en speelde er een memorabel reünieconcert. Ze hadden opnieuw de smaak te pakken en speelden nog een aantal shows. De ‘verloren’ gewaande opnames van hun nooit eerder uitgebrachte tweede langspeler kregen ze terug in handen en meteen waren ze gewonnen om het alsnog uit te brengen. ‘Amazing Games’ klinkt helemaal niet gedateerd. Heel wat huidige progressieve rock acts klinken gelijkaardig. De muzikanten van Saluki hebben het voordeel van veertig jaar ervaring en als je naar de songs luistert krijg je de indruk dat de band nooit heeft opgehouden te bestaan. De musici zijn meesters als het aankomt op polyritmiek en harmonieuze samenzang. Je hoort de invloed van legendarische artiesten als Return To Forever, Mahavishnu Orchestra, Earth Wind & Fire, Santana, Steely Dan, Weather Report, Frank Zappa en Sun Ra. Voor de ouderen is dit een fantastische nostalgische trip. De jongere generaties ontdekken muziek gecomponeerd in 1978, maar nog altijd fris van de lever en die kan dienst doen als leidraad voor de huidige liefhebbers van fusion en progrock.

Atlas : Empire

Atlas : Empire
The Stratosphere Beneath Our Feet
Eigen Beheer

Alternatief Schots trio dat verschillende stijlen in de armen sluit gaande van emo-en hardcore tot postrock en progressieve rock. Na een drietal ep’s is dit hun eerste volwaardige plaat. ‘The Stratosphere Beneath Our Feet’ is een conceptalbum over de toenemende afhankelijkheid van de mens van technologische snufjes. Deze beïnvloeden en sturen de interactie en communicatie tussen mensen onderling. Het drietal probeert ook de afhankelijkheid in te schatten en wat er zo al kan gebeuren als diezelfde technologie begint te falen. Hoe ontmenselijkt is dan de samenleving. Elk nummer is telkens geschreven vanuit een ander oogpunt en vertelt de ervaringen en belevenissen van evenveel verschillende individuen. De twee gitaristen Steven Gillies en Jamie Sturt nemen samen of om de beurt de zang voor hun rekening. Die laatste bespeelt ook de elektronische en toetsinstrumenten. Geen van beide zingt echt goed. Soms klinkt het een beetje beverig en vlak om over te schakelen op schreeuwerige uithalen bijvoorbeeld in ‘Our Hands Part The Waves’. Het progressieve aspect vind ik ook niet altijd geslaagd. Het maakt de composities hoogdravend en al eens langdradig. De dominante stemming is er één van totale mistroostigheid. Past misschien wel bij de thematiek, maar vind ik toch maar niks.

Arlington

Arlington
A Walk Through Jackson County
Rise

Het komt wel vaker voor: drie vrienden beslissen om een rockbandje op te richten. Ze maken het zichzelf niet te moeilijk en kiezen voor de traditionele bezetting van gitaar, bas en drums. Gitarist is Tyler Benko en die neemt ook de zang voor zijn rekening. De overige twee zijn bassist Channing Peake en drummer Grant Whitson. Het trio houdt van eenvoud. Ze laten zich inspireren door blues riffs, alternatieve en klassieke rock en doen er nog een portie venijnige garage rock bovenop. Wil je bandnamen dan mag je The White Stripes, The Strokes, Kings Of Leon en Arctic Monkeys noteren. Als producer werd Matt Bayles ingehaald. Niet de minste als je weet dat hij opnames in goede banen leidde voor kleppers als Pearl Jam, Mastodon, The Sword, Isis en Caspian. Als band komt Arlington goed voor de dag. Hun groepsgeluid is scherp, vinnig en gepassioneerd. Het zijn muzikanten die in zichzelf geloven en in hun talent om songs te schrijven. Een eerste stevige uithaal is het als single gelanceerde ‘Mud’. Ook erg sterk zijn de swingende afsluiter met zijn lekkere gitaarriffs ‘What They Say’, ‘Damn Shame’ en het opgefokte ‘Native Tongue’. Een hitje in wording is het catchy 'Better Men Than Me’ en voor wie het wat zoetgevooisd mag zijn is er nog ‘Motion’ en ‘Halo’. Prima plaatje waarbij je heerlijk uit de bol kunt gaan, maar ook al eens naar elkaar toe kunt schuifelen voor een meer intieme omstrengeling.