maandag 25 februari 2019

Antimatter

Antimatter
Black Market Enlightenment
Music In Stone

Sinds het vertrek van Duncan Patterson (ex-Anathema) in 2005 is Mick Moss de sterke man van Antimatter. Deze ‘Black Market Enlightenment’ is inmiddels het zevende studio album voor deze eenmansact. Moss hecht belang aan nummers en het cijfer zeven is voor hem zelfs heel belangrijk en bepalend. Hij achtte het zijn plicht om met iets speciaal voor de dag te komen en koos er voor om helemaal van nul te vertrekken. Het dreef hem tot het uiterste in het schrijven van teksten, arrangementen, de keuze van instrumenten, de uitvoering en ook zijn manier van zingen. Moss werkt met studiomuzikanten. Van de partij zijn onder meer drummer Fabian Regmann (Disbelief), fluitiste Julie Rodaway en saxofonist Paul Thomas. Die laatste legt zijn troeven op tafel in het mooie ‘This Is Not Utopia’ en het bombastische ‘Sanctification’ waarin ook Vardan Baghdasaryan op het exotische strijkinstrument kamancheh schittert. Iets wat hij nog eens overdoet in ‘Existential’. Hoogtepunt is ongetwijfeld het prachtige ‘Wish I Was Here’. Mick Moss overtreft hier zichzelf en levert een prestatie die menig progressieve rock liefhebber tot een delirium zal brengen. Zelf hou ik me iets meer getemperd. Sommige tracks lijden aan te hoog gehalte hoogdravendheid, zoals ‘Between The Atoms’ en ‘Liquid Light’ en dat werpt een beetje een schaduw op deze ‘Black Market Enlightenment’. 

Depths

Depths 
Until Sleep Narrows My Conscious Mind
Eigen Beheer

Het Belgische Depths is al tien jaar aan de slag. De groep uit Eeklo bracht een eerste demo uit in 2012, een jaar later gevolgd door het vinyl singletje ‘We Love, We Lose, We Break’. Op zestien maart verschijnt de 12 inch vinyl schijf ‘Until Sleep Narrows My Conscious Mind’. Het kleinood telt zes nummers die erg van elkaar verschillen. Naast post hardcore en post rock bevat de muziek van Depths ambient, shoegaze en screamo elementen. Het vijftal slaagt er zelfs in om in één en dezelfde track (‘I Can’t Make Trees Grow’) al die verschillende stijlen aan bod te laten komen. Ook ‘You Were Never Really Here’ klinkt erg gevarieerd. De hoofdprijs gaat echter naar het instrumentale en sublieme ‘Ny-Ålesund’. Depths laat horen meer te zijn dan een zoveelste post hardcore band al vinden we de A kant hier kwalitatief minder sterk en kiezen we resoluut voor kant B als favoriet.

Dead Letter Box

Dead Letter Box
DLB#4
Eigen Beheer

Band uit Mechelen die zoals het cijfertje aangeeft een vierde ep op de goegemeente loslaat. Het viertal gaat er flink tegenaan. Rauw en ongepolijst brengen ze een mix van hardcore, punkrock en emo core. Alleen in ‘The Lone Wolf’ klinkt het kwartet iets melodieuzer en sijpelen er wat postpunk invloeden binnen. ‘Game Over’ heeft een chaotisch kantje en men gaat hier hard en ongeremd te keer. Opener ‘Vote For Me’ is meer direct en een heerlijke knaller met een paar heftige en pakkende gitaar en bas riffs. Zo te horen heeft Dead Letter Box energie te over. Misschien wordt het wel tijd om eens uit te pakken met een compleet album.

Twin Temple

Twin Temple
Twin Temple (Bring You Their Signature Sound.... Satanic Doo-Wop)
Rise Above

Zachary en Alexandra James zijn twee zelfverklaarde satanisten die toepasselijk Los Angeles - de stad der engelen - gebruiken als uitvalsbasis voor hun satanische doowop en rock-’n-roll. Hun debuutalbum werd midden vorig jaar in eigen beheer uitgebracht op 666 vinyl exemplaren. In amper vier maanden gingen die allemaal over de toonbank. Tegelijk steeg de populariteit van Twin Temple en kreeg de door Satan geïnspireerde act een uitnodiging om dit jaar op te treden tijdens het fameuze Roadburn Festival. Die aanzwengelende belangstelling was voor label Rise Above genoeg om ‘Bring You Their Signature Sound….’ opnieuw te lanceren. Alexandra ontpopt zich hier als een echte crooner en brengt tegelijk een eerbetoon aan het gouden tijdperk van de Amerikaanse muziek. Ze treedt hiermee in de voetsporen van Kathy Young, Lillian Leach, Meghan Trainor en Rosie Hamlin. Samen met Zachary bezingt Alexandra de verheerlijking van Satan (Lucifer, Baphomet, Beëlzebub) en zijn occulte rituelen die uiteraard samengaan met bloed, bloot, seks, bezweringen, hekserij en de noodzakelijke, erbij horende attributen. De plaat werd ook mono - zoals het gebruikelijk was in de jaren ’50 en ’60 - opgenomen. Voor de opnames zelf had men amper anderhalve dag nodig. De lof aan de ‘Dark One’ uit zich in voortreffelijke liedjes als ‘The Devil (Didn’t Make Me Do It)’,  ‘I Know How To Hex You’, ‘Femme Fatale’ en ‘I’m Wicked’. Laat eens de gierende gitaren voor wat ze zijn en zweer voor één keer doowopsgewijs trouw aan de duivel.

Black Vulpine

Black Vulpine
Veil Nebula
Moment Of Collapse

Uit Dortmund afkomstig kwartet bestaande uit twee dames en twee heren. De twee madammen nemen zang/gitaar en gitaar voor hun rekening. De mannen leveren voldoende tegengewicht met heftige drumroffels en ronkende baslijnen. Zangeres Sarah Voss heeft een specifiek stemgeluid. Samen met Daria Stirnberg kiest het duo voor vaak vrij laag gestemde gitaren. De wat donkere stemming en sfeer doen denken aan Kyuss, Queens Of The Stone Age en Red Fang. Het viertal brengt een stevige en energieke mengeling van doom, sludge en stoner. Men blijkt ook open te staan voor kleine experimenten met vintage en retro kenmerken uit de prog rock en psychedelische rock en die te integreren in het het groepsgeluid. ‘Dread’ is een monster track, net als het slepende en loodzware door fuzz gedomineerde ‘The Painting’. In het fraaie ‘Hollow’ wisselt men beklemmende doom riffs af met stoner en prog. Het stevig onderbouwde ‘Liar’ schetst op overtuigende wijze het beeld van een leugenaar. Ook ‘Foredoomed’ is verbluffend goed. Met dit tweede album bevestigd Black Vulpine dat hun debuut ‘Hidden Places’ (2015) geen toevalstreffer was.

Skraeckoedlan

Skraeckoedlan
Eorþe (
Earth)
Fuzzorama

De groepsnaam verwijst naar ‘Skräcködlan’, een draak of monsterhagedis (Godzilla) uit ‘The Beast from 20,000 Fathoms’ (1953) één van de eerste, populaire monsterfilms met als regisseur Eugène Lourié. Het Zweedse kwartet, nu herleidt tot een trio - heeft als thuisbasis Norrköping en debuteerde in april 2010 met het mini album ‘Flykten Från Tellus’. Een jaar later gevolgd door ‘Äppelträdet’. Voor de verhaallijn van hun derde elpee ‘Eorþe’ werkte het drietal samen met de Zweedse sciencefiction auteur Nils Håkansson. De door hem geschreven mysterieuze sage speelt zich af in de jaren twintig van de vorige eeuw. Van grote invloed is de Amerikaanse fantasy- en horror schrijver Howard Phillips Lovecraft met aanvullend filosofisch getinte beschouwingen. Muzikaal hoort Skraeckoedlan thuis in de categorie psychedelische rock, stoner en prog rock. De teksten smeken om een grootse omkadering van stevige, explosieve en breed uitgesmeerde riffs, afgewerkt met wat psychedelica en progressieve tinten.  Een mooi voorbeeld daarvan krijg je in het imposante ‘Elfenbenssalarna’. Aan de zangstijl is het een beetje wennen, zoals in het voor de rest machtige ‘Kung Mammut’, het stoner epos ‘Creature Of Doggerland’ en strakke ‘Mammutkungens Barn’. Een fraaie afsluiter is het instrumentale ‘Angra Mainyu’. Voor diegenen die tuk zijn op verzamelobjecten verschijnt er van ‘Eorþe’ een boxset in beperkte oplage. Twee vinylplaten ‘Earth: Above’ en ‘Earth: Below’ in een klaphoes gaan vergezeld van alternatieve illustraties en een set met speciale merchandise gebaseerd op schrijver Nils Håkansson zijn verhaal.

The End Of The Ocean

The End Of The Ocean
-aire
Rude

Na hun goed ontvangen debuutplaat ‘Pacific-Atlantic’ (2011), voorafgegaan en gevolgd door ep’s (‘Calm Seas Don't Make Sailors’ en ‘In Excelsis’) werd het stil rond deze postrock formatie uit Columbus, Ohio. Het gezelschap kreeg last van watervrees en ging op de rem staan. Daarnaast waren er nog persoonlijke gebeurtenissen die de leden van de groep verplichtten om The End Of The Ocean in de wachtkamer te plaatsen. De voorbije jaren maakte het vijftal van de gelegenheid gebruik om, zowel op het fysieke als mentale vlak, met zichzelf in het reine te komen. Bij dit ‘genezingsproces’ werden niet alleen de bandleden betrokken maar ook hun vrienden en familie. Eenmaal die kaap gerond kon men zich terug concentreren op de muziek. De gezamenlijke ervaringen dienden als inspiratiebron voor het nieuwe album ‘-aire’. Het maakt dat de verstandhouding en de binding tussen de muzikanten onderling er alleen maar sterker is door geworden. De manier van musiceren gaat samen met het uiten van gevoelens. De verschillende, afwisselende postrock elementen van melodie, riffs en geluidserupties gaan samen met verlangen, hoop, weemoed, ontreddering, sereniteit en pracht. Sommige nummers zijn magistraal opgezet met als hoogtepunten de nieuwe single ‘Desire’, het felle ‘Jubilant’, ‘Forsaken’ en ‘Birthright’. De overige tracks zijn van een iets minder allooi, maar nog best genietbaar. Feit blijft dat de lange pauze de groep deugd heeft gedaan. Het kwintet slaagt er op ‘-aire’ in om een monumentaal groepsgeluid neer te zetten. Het is een langspeler geworden die - toch bij momenten - blijft nazinderen. 

Mono

Mono
Inzicht verkrijgen in de eigen ware aard om zo de weg te openen naar een bevrijde manier van leven.
Opgericht in 1999 bracht het Japanse Mono met ‘Under The Pipal Tree’ (2001) een eerste album uit. We zijn nu twintig jaar verder en tien platen rijker. Tijd dus om deze bijzondere gebeurtenis te vieren. Niet met toeters en bellen, maar door middel van een wereldtournee die hen onder meer op 11 april naar Tilburg brengt naar het wereldvermaarde Roadburn Festival. Met gitarist en componist Takaakira ‘Taka’ Goto hadden we een gesprek over het reilen en zeilen van Mono en zijn persoonlijke kijk op het leven. 
Paul Van de gehuchte


Elke nieuwe release is iets speciaals. Hoe en wanneer ben je begonnen aan de nieuwe plaat?
‘Dit jaar vieren we het 20-jarig jubileum van de band sinds onze oprichting en ‘Nowhere Now Here’ wordt ons tiende album. Toen ik begon te schrijven gingen de liedjes over de winter van 2016. Hoewel - omdat ik ook op tournee was - kan ik niet beweren dat ik de hele tijd bezig was met het schrijfproces. Laat ons zeggen dat ik ongeveer anderhalf jaar heb besteed aan het voltooien van deze songcyclus.’

En waar haalde je de inspiratie voor 'Nowhere, Now Here'?
‘’Nowhere Now Here’ kun je zien als een muzikaal parcours waarin alle problemen die zich stelden tijdens het maken van de plaat zelf zitten vervat. In 2017 waren we vanwege de beëindiging van de samenwerking met ons Japanse management en label, evenals het vertrek van onze drummer, niet in staat om maar één stap te zetten. We hadden geen enkele planning en alles zat muurvast. De stemming was bedrukt in de zin van ‘als het een normale band betrof, was dit het moment geweest dat die zou splitten’. We zagen het echt niet meer zitten. We waren aanbeland op het cruciale punt om een doortastende beslissing te nemen: proberen we een nieuw hoofdstuk aan te vatten of stoppen we ermee.’

‘Als resultaat daarvan schreef ik een verhaal over het regenereren van de pikdonkere duisternis. Ik voelde me ‘nowhere’. Bij zonsopgang verwelkomde ik een nieuw begin: ‘now here’. Het was de aanzet voor het aanboren van een  compleet andere energiebron in vergelijking met onze vorige albums. Als je het woord ‘nowhere’ in tweeën snijdt dan wordt het ‘now here.’ En dat is precies wat ik wilde uitdrukken. Het gevoel van liefde en positiviteit in die ene ruimte onder te brengen in de overtuiging dat je alles kunt veranderen. Het is ook een album dat het verhaal portretteert over afscheid nemen van het verleden. Diep in je hart is er de ongerijmdheid van haat en woede naast de hoop en het willen vechten om opnieuw naar het licht te reiken dat zich ergens diep in je hart verbergt. Het is de weg naar de laatste scène ‘Vanishing, Vanishing Maybe’ waarin je voorgoed het verleden laat rusten en alleen nog naar de toekomst kijkt.’

DAHM, DE NIEUWE DRUMMER
Heb je ook nieuwe instrumenten geïntroduceerd?
‘Voor dit album heb ik veel gebruik gemaakt van elektronische elementen. Dit was geïnspireerd op de samenwerking met John McEntire van Tortoise en The Sea And Cake tijdens het maken van ‘H a r m o n i c’ (2017) voor mijn soloproject Behind The Shadow Drops. En ik was op zoek naar ideeën die voor een ander geluid konden zorgen dan wat men van Mono gewend was. Ik wilde proberen een origineel en uniek wereldbeeld te creëren, vergelijkbaar met één van mijn oude favorieten, namelijk enkele van de vroege werken van Philip Glass.’

‘En dan is er nog de komst van onze nieuwe drummer Dahm na het vertrek om persoonlijke redenen van oudgediende Yasunori Takada eind 2017. Hij is een Amerikaan en woont in de VS. Hij is een fantastische drummer. Door zijn komst is het groepsgeluid helemaal veranderd. De nieuwe nummers waren geschreven voordat we hem ontmoetten, maar het voelde aan alsof ze op zijn komst lagen te wachten. Het uitdrukken van de energie, vitaliteit en kracht die nu van het nieuwe album uitgaan was zonder hem zeker niet mogelijk geweest.’

'Breathe' is de eerste poging om te zingen op een Mono-album. Waarom deze ommezwaai?
‘Met ‘Breathe’ kwam het idee dat het een song was waarbij ik met woorden iets wou vertellen. In de afgelopen jaren, naarmate de band groeide en er meer mensen bij betrokken raakten, begonnen er zich vervelende zaken voor te doen. Sommige van die personen hadden een te groot ego en dat werkte verstikkend, in die mate dat het ook een impact had op onze creativiteit. De situatie begon uit de hand te lopen en we wilden onze vastberadenheid tonen door een nieuwe bron aan te boren met een liedje met een songtekst.’

Toen ik Tamaki vertelde dat ik haar wilde laten zingen, was ze erg verrast, maar ik was ervan overtuigd dat zij de enige zou zijn die door op ‘Breathe’ te zingen de tekst helemaal tot zijn recht zou laten komen. Het resultaat bleek nog mooier te zijn dan wat ik in gedachten had. Ik heb het gevoel dat het echt iets is dat de mensen raakt.’

Zingen betekent ook teksten. Hoe moeilijk was het om een ​​onderwerp te vinden om over te zingen en de tekst te schrijven?
‘Het was niet moeilijk omdat ik vanaf het begin wist wat ik wou vertellen. Tamaki, ikzelf en de Franse filmregisseur Julien Levy, die de videoclip voor ons heeft gemaakt hebben samen de tekst geschreven.’

Is het iets dat voor herhaling vatbaar is?
‘Daar heb ik nog helemaal niet over nagedacht.’
HET HART LATEN SPREKEN
Je moet me corrigeren als ik ongelijk heb, maar er zijn geen invloeden van de Japanse cultuur in je muziek. Is daar een speciale reden voor?
‘Ik weet het zelf ook niet. Het is niet iets waar ik om geef. Componeren is een proces van het innerlijk. Je moet je hart laten spreken. Ik zoek diep in mezelf en het is daar in de kern van mijn wezen dat de liedjes vorm beginnen te krijgen. Stralende, heldere ziel verbonden elementen verdrijven de waanzin en de duisternis. Liedjes schrijven is mijn redding. Ik heb het gevoel dat het me waardig maakt om te leven en het geeft mij ook een reden om te blijven wie ik ben. Door mijn gevoelens te uiten, zijn de liedjes mijn levensboei geworden. Er gaat een zekere kracht van uit die het voor mij mogelijk maakt om een vorm van contact te hebben, een soort van verbinding met alle mensen in de wereld.’

Kan 'Nowhere, Now Here' een album zijn dat je helpt dromen van mensen te laten uitkomen?
‘Er gebeuren veel dingen in het leven. Er is een gezegde ‘het donkerste uur is net voor de dageraad’. Het leven is een dagelijkse strijd en zelfs al weet ik niet wat mij te wachten staat, toch zal ik nooit versagen of de moed opgeven. Ooit komt er een dag dat het juiste pad zich aan mij zal openbaren. Je begrijpt pas echt waar het leven over gaat in tijden van tegenspoed.’

Kun je ons iets meer vertellen over de creatie van de korte film 'After You Comes The Flood'?
‘Ik ben bevriend geraakt met Julien Levy. We hebben geleerd dat we een vergelijkbare gevoeligheid delen. Hij woont momenteel in Tokio en wanneer we de kans krijgen, gaan we samen iets drinken en praten dan eindeloos over kunst. Persoonlijk hou ik heel veel van hoe hij de metropool Tokio portretteert. Hij schetst een chaotisch beeld en tegelijk is er het gevoel van eenzaamheid alsof er geen echte plaats voor jezelf. Je bent op de dool, er is alleen het ongeloof, de onzekerheid en je hart schreeuwt het uit.’

‘Ik vind het heel leuk om samen te werken met Julien. We geven elkaar inspiratie. Voor dit album hebben we hem de titels van elk nummer gegeven en de tekst voor 'Breathe' samen geschreven. Voor 'After You Comes The Flood' hebben we besloten om het niet uit te geven als een gewone videoclip, maar eerder als een unicum, als onze gezamenlijke kortfilm.’



DE GROTE UITDAGINGEN
In Europa horen we niet zo veel over Japan, tenzij er een ramp gebeurt. Wat doet de overheid bijvoorbeeld aan de klimaatverandering? Is het iets waar Japanners wakker van liggen?
‘Ik weet het niet. Ik kijk niet echt tv of naar Japanse nieuwszenders. Ik probeer niet veel aandacht te schenken aan nieuws dat me deprimeert. Als ik tijd heb, schrijf ik liedjes en reis ik, dus eigenlijk heb ik gewoon niet zoveel tijd voor dat soort dingen.’

Hoe is de economie, gaat die erop vooruit? En hoe zit het met armoede? (In België, waar ik woon, leeft 1 op de 5 kinderen in armoede)
‘Zoals altijd zijn er allerhande conflicten in de wereld. Zelfs in Japan plegen veel mensen zelfmoord. Het is echt triest.’

In Europa is migratie een van de grootste uitdagingen, is het een probleem in Japan?
‘De Japanse overheid is momenteel bezig met het bespreken en uitstippelen van een nieuw immigratiebeleid.’

Hoe sta je tegenover religie? Ben je zelf ook religieus?
‘Geen van de groepsleden is bijzonder religieus, maar ik kan persoonlijk het Boeddhisme begrijpen. Het onderricht van Boeddha vind ik echt fantastisch. Maar altijd zijn er fanatici in de wereld die religie misbruiken om macht te verkrijgen, hun imperium uit te breiden. Ze proberen mensen onder de knoet te houden en hen hun regels op te leggen. Sinds de begindagen van de mensheid zijn er altijd al godsdienstoorlogen  geweest. Ik heb het gevoel dat wat echt belangrijk is we al lang zijn vergeten.’

Je hebt de wereld rondgereisd. Wat is je favoriete bestemming, je favoriete locatie en festival?
‘We hebben tot nu toe zevenenvijftig landen bezocht. Waar we ook gingen, we zijn overal met open armen ontvangen en hebben kunnen genieten van prachtige ontmoetingen. We zijn er trots op en heel gelukkig om zulke fantastische vrienden en fans te hebben die onze muziek over de hele wereld ondersteunen. Ik wilde altijd, door middel van mijn muziek iets belangrijks delen dat nationaliteiten, geschiedenis en talen overtreft. Er zijn veel landen en steden waar we nog niet hebben gespeeld, dus er ligt nog veel onontgonnen terrein voor ons en daar willen we nog werk van maken.’

Heb je naast muziek nog andere interesses of hobby’s?
'Ik heb niet echt hobby's, maar als ik er moest kiezen dan gaat mijn voorkeur uit naar films kijken en boeken lezen.
Wanneer je een fantastisch werk tegenkomt, werkt dat inspirerend. Een boek of een film kan zelfs je kijk op het leven en de wereld veranderen.’

Ben je een verzamelaar (boeken, platen, films, actiefiguren, videogames, etc.)
‘Ik ben geen verzamelaar. Ik hou van een eenvoudig leven.’

Wat is de meest excentrische aankoop / uitgave die je ooit hebt gedaan?
‘Ik kan niets bedenken. Ik denk niet dat ik ooit iets heb gekocht wat het vermelden waard is.'

Dit jaar mag je twintig jaar Mono vieren. Als je terugkijkt wat tot nu toe de hoogte- en dieptepunten waren?
‘Onze eerste internationale show was in 2000 in de Mercury Lounge in NYC, en die avond was echt verschrikkelijk. Het begon al voor we vertrokken. Om vliegtuigtickets te kunnen kopen verkochten we onze gitaren en pedalen die we niet echt gebruikten. Eenmaal daar aangekomen hebben we die avond voor een publiek gespeeld bestaande uit vijf personen. Als ik er nu aan terugdenk was dat logisch. Er was geen reclame gemaakt, laat staan enige vorm van marketing. Geen kat in de VS had ooit gehoord van Mono. Een rampzalige opkomst was de onvermijdelijke uitkomst. Ik herinner me nog dat ik lag te piekeren en die nacht geen oog heb dichtgedaan. Ik werd me ervan bewust dat het niet zo eenvoudig zou zijn om actief te blijven als band en reizen naar het buitenland bleek onrealistisch, onder meer door een gebrek aan fondsen. Onze dromen waren aan diggelen geslagen en we bleven achter met gevoelens van angst en onzekerheid. Doch we hebben onze ruggen gerecht en zijn de uitdaging aangegaan.’

‘Dag op dag, precies tien jaar na ons eerste optreden waren we terug in NYC voor onze eerste orkestshows gespreid over twee dagen. Meer dan tweeduizend fans van over de hele wereld kwamen naar ons kijken. De staande ovaties na ons laatste lied is een van de meest verbazingwekkende herinneringen en iets dat ik nooit zal vergeten voor de rest van mijn leven. Ik werd er echt blij van.’

‘Zoals ik al eerder aangaf was 2017 voor ons een moeilijk jaar vol met allerlei soorten problemen. Maar nu dat dit alles achter de rug is, voel ik uit de grond van mijn hart dat we als ik onze hele carrière in ogenschouw neem, nu als band op ons best zijn. Met andere woorden, de hoogte- en dieptepunten liggen dicht bij elkaar, ongeacht het waar en wanneer. Het leven is onvoorspelbaar en ook soms grappig.’

Hoe ziet de toekomst van Mono eruit? Nog eens twintig jaar erbij doen?
‘Nu we als groep een nieuw elan hebben gevonden en de batterijen terug zijn opgeladen voelen we ons als herboren. We zijn klaar om nieuwe hoofdstukken toe te voegen aan het verhaal van Mono. We kijken erg uit naar de komende twintig, dertig jaar.’

Wat vind je het meest fascinerend aan het leven en waarom?

Wanneer de dag komt dat wat je droomt ook werkelijkheid wordt. Daarbij is het belangrijkste en meest waardevolle in het leven dat je zelf kunt beslissen welk soort dromen je zelf wilt dromen.’



Fiend

Fiend
Seeress
Deadlight Entertainment

Derde release voor dit uit Parijs afkomstige gezelschap. Drie van de vier muzikanten verdienden hun sporen reeds bij bands als Senser, Lodestar (zanger en gitarist Heitham al Sayed), Treponem Pal, KMFDM, Ministry (gitarist Michel Bassin) en bassist Nico Zivkovich speelde eerder bij Les Tigres Du Futur en Ddent. Grossieren in een variant van doom metal, stoner en sludge. In bijna elk van de zeven nummers komt er een stillere en tragere passage die een meer mystieke en occulte sfeer uitademt. Meestal voorzien van een psychedelische toets. Soms wordt het wel heel langdradig zoals in ‘Pillars’ waarin men er maar niet in slaagt om onder de druk van de logge songstructuur uit te komen. In ‘Vessels’ wordt het gaspedaal wat meer ingedrukt, maar ook hier raakt men even over halfweg op de dool. Ook ‘5th Circuits’ kent bijna een identiek verloop al zorgt een hammond orgel hier voor een positieve noot. ‘Morning Star’, ‘Ancestral Moon’ en ‘A Crown Of Stars’ behoren tot het betere werk. ‘The Gate’ heeft een epische en futuristische verhaallijn, maar komt jammer genoeg nooit echt op gang. Beetje een halfslachtige plaat deze ‘Seeress’.

BLCKWVS

BLCKWVS
0160
This Charming Man

Na een pauze van vier jaar te hebben ingelast komt het in Munster residerende BLCKWVS opnieuw aan het sludge/doom metal front met een indrukwekkende vijfde release. Het viertal zet zijn traditie voort, want het album kreeg in navolging van zijn voorgangers als titel ‘0160’. Ook aan het concept van het werken met gastzangers werd niet getornd. Alleen de ambities werden bijgesteld, want naast de ingezongen versies zijn er ook de monumentale, instrumentale uitvoeringen. Van de partij zijn deze keer Toni (Union Of Sleep / (dolch)), Ed Fraser (Heads), Marc Grewe (Comecom / Morgoth), Munde (inotdance), Sarah (Black Vulpine), Siggi (Space Chaser), Lupus (Kadavar), Chris Dettmer en Milo (Rhonda). Erg fraai zijn de verschillende achtergronden en stijlen van de vocalisten. Boeiend daarbij is ook dat telkens de instrumentale interpretatie daarbij aansluit. Dat het allemaal wat langer heeft geduurd om de plaat af te krijgen moet je er maar voor lief bijnemen. Het resultaat is zonder meer impressionant en met achttien tracks, goed voor anderhalf uur muziek, krijg je waar voor je geld. BLCKWVS is een ware pletwals. Eenmaal in beweging raast dit vierkoppige monster over alles en iedereen heen. Genadeloos wordt je murw geslagen. Alleen ‘0164 OL’ heeft een iets meer melodieuze passage, maar al snel wordt ook hier de voorhamer bovengehaald. ‘0160’ is een verschroeiend harde, doch sublieme uithaal.

Labirinto

Labirinto
Divino Afflante Spiritu
Pelagic

Voor het uit São Paulo, Brazilië afkomstige Labirinto is dit hun derde volwaardige langspeler. Ze hebben nog een zevental andere releases uit, maar dat zijn dan ep’s of split albums met onder meer thisquietarmy. Gitarist Erick Cruxen en Muriel Curi (drums) zijn een getrouwd koppel en vormen de spil van de band. Ze beheren alles wat verband houdt met Labirinto zelf. Zo runnen ze een eigen platenlabel, boeken zelf hun optredens en hebben met de Dissenso Studio’s zelfs een internationaal vermaarde opnamestudio. Voor het eerst wordt er in een nummer van Labirinto gezongen. De eer valt te beurt aan Elaine Campos (Abuso Sonoro) die de zang voor haar rekening neemt in openingstrack ‘Agnus Dei’. Een fijne start waarin meteen de moker wordt boven gehaald. Met ‘Penitência’ zet men die trend verder. De overige nummers lijken me - ondanks de muur van geluid die wordt opgetrokken - maar een makke, beetje chaotische bedoening. De monotone post rock en post metal riffs worden sporadisch afgewisseld met wat drones, synths en samples, maar die wegen niet echt door op het geheel waarvan de algemene teneur donker, kil en koud is. Magnus Lindberg (Cult Of Luna) stond in voor de productie, maar deed dat vanop afstand, onder meer via een videosessie. De opgestuurde audiobestanden heeft hij wel in zijn eigen Redmount Studios gemixt en gemasterd. Kan me hoe dan ook niet echt overtuigen deze ‘Divino Afflante Spiritu’.

Skullclub

Skullclub
Smækhugger
Mighty Music

Skullclub zijn vijf Deense vikings/zeerovers die nu het thuisland is ingepalmd, plannen hebben voor een invasie van de rest van Europa. De heren staan garant voor gemakkelijk mee te zingen soms ondeugende deuntjes en zochten wat de stijl betreft voor een vette mix van rock-'n-roll, punkrock en folkrock. Het laatste element vullen ze met instrumenten als banjo, fluit en mondharmonica. Ze beginnen met ‘Knæk Nak Skipper’ een schalks piratenlied. In het pittige ‘United Fake America’ mag een blazerssectie het refrein opfleuren. ‘Når Børnene Sover’ (‘Wanneer de kindjes slapen’) klinkt nogal angstaanjagend en heeft een hoog metal gehalte. Andere plezante meezing tracks zijn ‘Thailand Takeaway’ een ode aan ’s lands ladyboys, ‘St. Pauli’ waarin ze de lof bezingen van de lokale Hamburgse voetbalclub en in één beweging ook de Reeperbahn. ‘Natspermer’ mag je ongegeneerd lekker meebrullen. ’LGFM’ (Lets Go Fucking Mental) is snoeihard en onweerstaanbaar. Heel leuk is ook hun interpretatie van ‘Dirty Old Town’ een klassieker uit 1968 van The Dubliners. Zelf noemen ze ‘Smækhugger’ hun tot nu toe meest smerige plaat. En wie zijn wij dat we daar niet volmondig mee instemmen.

NYOS

NYOS
Now
All Noir
De in Engeland geboren gitarist Tom Brooke verhuisde naar Finland en vond daar in 2014 met drummer Tuomas Kainulainen een gelijkgezinde kompaan om samen een bandje te beginnen. Vertrekkend vanuit een DIY attitude neemt het duo in alles wat ze doen zelf de touwtjes in handen. Alleen de hoesfoto is net als op hun vorige release ‘Navigation’ (2017) van de hand van de Britse fotograaf Howie Hill. Voor een instrumentale plaat te zijn klinkt ‘Now’ redelijk gevarieerd. Sommige nummers zijn erg dynamisch, andere hebben dan een weer meer geïmproviseerd karakter. De ambiance kan per nummer dus heel verschillend overkomen. De meest felle en turbulente track is ongetwijfeld ‘Zebracazebra’. Ook ‘Urgence’ is verrassend heftig. Om het groepsgeluid te verrijken maakt het tweetal gebruik van loop technieken. Als je op hun muziek een stijl wil plakken dan zitten ze ergens tussen noise, math rock en postrock in. In de tweede helft van het album zakt het niveau een beetje. De door effecten aangestuurde gitaarlus in ‘Mutante’ klinkt weinig geïnspireerd. Net als ‘Death Star’. Deze vierde cd is met voorsprong hun meest onvoorspelbare schijf.

Scarabæusdream

Scarabæusdream
Crescendo
Noise Appeal

Oostenrijks duo dat alleen gewapend met drums en piano in het strijdperk treed. Naast piano neemt Bernd Supper ook de zang voor zijn rekening. Het tweetal houdt er een vreemde manier op na om tot een coherent groepsgeluid te komen. Ze halen hun neus niet op om schreeuwerige hardcore te mengen met klassiek, pop en postpunk aangevuld met nog wat experimentele tot extreme bevliegingen. Hun uitwassen spruiten voort uit angst voor middelmatigheid. In hun ogen mag kunst geen entertainment zijn. ‘Crescendo’ is hun derde album. Een titel die een juiste weergave is van hun streven: op gezette tijden de toon versterken en alle remmen losgooien. Enkele van hun composities kennen een spannend en boeiend verloop. Dat is het geval met ‘But Me’,  het radiovriendelijke ‘Geee!’ en ‘Crashing Cars’. We hadden het een stuk moeilijker met het overige aanbod. Daar doen ze ons meer denken aan twee scabreus klinkende bladsprietkevers. Met excuses voor de flauwe woordspeling.

A Secret Revealed

A Secret Revealed
Sacrifices
Lifeforce

Na ‘The Bleakness’ (2015) is ‘Sacrifices’ de tweede langspeler voor dit Duitse, uit Würzburg afkomstige combo. Een jaar na hun debuut kwam er een personeelswissel en werd zanger Paul Motz vervangen door Michael Heim (ex-Necrotted). Of het zijn komst alleen is die voor een ommekeer heeft gezorgd valt moeilijk te achterhalen. Feit is dat het vijftal er flink op is vooruit gegaan. Het groepsgeluid heeft alvast aan volume en intensiteit gewonnen. A Secret Revealed noemt hun muziek post metal, doch wat ze hier presteren mag veel ruimer worden opgevat. De muzikanten tappen uit meerdere vaatjes, want naast black metal zijn er sporen terug te vinden van doom metal, postrock en hardcore. Zoals de titel al laat vermoeden handelen de liedjesteksten qua thema over het brengen van offers. Wat je allemaal moet opgeven om in het leven bepaalde doelen te bereiken. Naast de beenharde, flitsende riffs zijn er ook een paar rustige passages ingelast. Het zijn niet alleen rustpunten, ze geven ook een bepaalde stemming weer van ontreddering, maar ook van clementie. Ondanks de heftige, forse uithalen en dito groepsgeluid weet A Secret Revealed toch maar zelden te overdonderen. Doch als ze het doen dan is het ook echt raak, zoals in ‘Old Ghosts’. Jammer genoeg blijft het bij deze enige uitschieter. Al komt ‘Hollows’ nog wel dicht in de buurt.

zaterdag 23 februari 2019

Einar Flaa

Einar Flaa
Silent String
Grappa

De Noorse songsmid en zanger/gitarist Einar Flaa brengt met ‘Silent String’ een derde soloplaat uit. Zijn twee vorige zijn ‘Songs From A Place Called Melsomvik’ (2011) en ‘Carriage Road’ (2016). De eerste werd nog uitgebracht onder de naam Einar Flaa Academy. Op zijn twaalfde begon hij al met het schrijven van muziek. Zijn begeleidingsinstrument toen was de oude gitaar van zijn vader die zelf zijn eigen protestliederen schreef, speelde en zong. Einar Flaa protesteert ook en kaart de huidige problemen aan waar we als mensheid tegenaan kijken. Hoe we omgaan met de natuur, onze overconsumptie, hoe we de rijkdommen van de aarde verder blijven uitputten en alles als vanzelfsprekend beschouwen. Zelf zegt hij het op een manier waar je stil van wordt. Volgens Einar geeft de natuur zelf de antwoorden. De vogels zingen, de wind fluistert en alle geuren en geluiden praten erover. Het wordt tijd dat we nadenken over wie we zijn en waarom we hier zijn, aldus nog Flaa. Het album werd opgenomen in een schuur van de Klåstad boerderij in Larvik waarbij Einar zich laat omringen met drummer Børge Fjordheim (Morten Abel, Sivert Høyem), bassist Nikolai Eilertsen (BIGBANG, Band Of Gold), Christer Knutsen (Sivert Høyem) op piano en Geir Sundstøl op banjo, zowaar een keur aan Noorse muzikanten. Flaa brengt op ‘Silent String’ een relevante en universele boodschap verpakt in negen mooie en lieflijke liedjes. Zijn stem leunt aan bij een jonge Neil Young of ook nog Harry Nilsson en brengt ons terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw en de hoogtijdagen van ingetogen pop, country en folk. Zijn de melodieën sober, dan is de thematiek krachtig en helder. Einar Flaa is een vechter en stelt zijn muzikaal talent ten dienste van de planeet. Een bewonderenswaardig initiatief dat hopelijk weerklank vindt.  

Nooumena

Nooumena
Controlled Freaks
L'étourneur

Na ‘Argument With Eagerness’ (2011) is deze ‘Controlled Freaks’ de tweede cd voor het Franse kwartet Nooumena. Verscheen eigenlijk al eind februari 2017, maar kreeg ik pas nu in handen. Het viertal experimenteert met meerdere stijlen zoals prog rock, jazz, math rock, art rock en zeuhl. Die laatste is een (sub)genre dat in het begin van de jaren zeventig vrijwel alleen voor de Franse band Magma, rond de klassiek geschoolde drummer Christian Vander ontstond en gebruikt werd. Het woord is afkomstig uit het Kobaïaans, een kunsttaal die door Vander verzonnen werd voor de muziek van de groep. Het woord zeuhl betekent ‘hemels’. Andere acts die hen inspireerden zijn Frank Zappa, Gong, King Crimson en Opeth. Nooumena heeft zo zijn eigen universum. Hun muziek is soms erg theatraal wat nog eens extra wordt beklemtoond door de zang van gitarist en tekstschrijver Thibault Geay. Meanderend en kronkelend baant een mallemolen van klanken zich een weg. De algemene animus is duister, broeierig, eng en lijvig. De toon wordt meteen gezet met opener ‘Seeds, Needs’ een wervelend, doch zwaar op de hand liggend avant-garde stuk. Redelijk impressionant zijn ‘Bamboozled’, het verontrustende ‘7 × 6∞’ en ‘Dog Eat Dog’. We zijn iets minder enthousiast over de chaotische uitstapjes in ‘Death Toll’, ‘Something Else’ en ‘Concealed’. Het album valt als geheel moeilijk te verteren, doch schetst tegelijkertijd een fascinerend beeld van eigentijdse, met avant-garde mêleerde, progressieve rock.

Maze & Lindholm

Maze & Lindholm
Where The Wolf Has Been Seen
Aurora Borealis Recordings

Maze & Lindholm is een eerste samenwerking tussen P. Maze (echte naam Pierre de Mûelenaere), actief in Orphan Swords en Black Swords, plus producer en musicus Otto Lindholm die onder eigen naam twee albums heeft uitgebracht: ‘Otto Lindholm’ (2016) en ‘Alter’ (2017). ‘Where The Wolf Has Been Seen’ is opgebouwd uit vier delen. Het duo tast de grenzen af van hedendaagse klassieke muziek gecombineerd met elektronische geluiden. Lindholm speelt contrabas. Het aandeel van Maze bestaat uit drones, gekraak en zweverige klanken die zich tergend langzaam verplaatsen. De ene maal wordt de spanning bijna onmerkbaar opgebouwd, een andere keer afglijdend tot een bijna onhoorbaar iets. ‘Part II’ is het meest vijandige en destructieve deel. De schuifelende, ronkende en gruizige drone geluiden schroeven heel traag het volume naar omhoog. De klagerige contrabas wringt zich naar binnen. De muziek wakkert als het ware angstsymptomen aan. De drie overige stukken zijn iets minder claustrofobisch en kunnen eventueel zelfs gebruikt worden als geluidsband voor het uitvoeren van spirituele oefeningen. ‘Where The Wolf Has Been Seen’ kerft diep en is een bijzondere luisterervaring die een totale overgave en onderdompeling vergt van de toehoorder.     

Atomic

Atomic
Pet Variations
Odin Records

Het Zweeds-Noorse kwintet Atomic wordt beschouwd als een ‘super’ jazzgroep qua bezetting. Atomic werd opgericht in 2000 door de Zweden Magnus Broo (trompet) en Fredrik Ljungkvist (saxofoon en klarinet). Met de komst van drie Noorse muzikanten - pianist Håvard Wiik, contrabassist Ingebrigt Håker Flaten en drummer Paal Nilssen-Love - was de bezetting compleet. Die laatste werd in 2014 vervangen door de eveneens uit Noorwegen afkomstige Hans Hulbækmo. Het kwintet wist zich al snel een reputatie te verwerven in de Scandinavische jazz scene. De groep zocht tijdens zijn tot nu toe bijna twintig jaar lange carrière naar andere perspectieven en nieuwe uitdagingen. Daarbij verliet men gaandeweg het pad van de heersende eind jaren tachtig stijl van het door Manfred Eicher opgerichte ECM label en zocht toenadering tot de Amerikaanse traditionele jazz. Na veertien albums met bijna uitsluitend eigen composities is Atomic een van de meest invloedrijke Scandinavische groepen en net nu beslist het vijftal om af te stappen van hun gebruikelijke concept. Op ‘Pet Variations’ kiest men behalve de titelsong van de hand van Håvard Wiik voor muziekstukken van andere componisten. Daarbij brengt men met Brian Wilson (The Beach Boys), Steve Lacy, Carla Bley, Edgard Varèse, Jimmy Guiffre, Olivier Messiaen, Alexander von Schlippenbach en Jan Garbarek een niet alledaagse combinatie van namen in stelling. De interpretaties en arrangementen van de uitverkoren composities zijn al even gevarieerd en complex. Een groot deel vindt zijn oorsprong in de jaren zestig, maar Atomic transformeert en eigent ze zichzelf toe op een gedurfde soms radicaal andere manier dan de oorspronkelijke uitvoeringen, maar met het nodige respect. Een gewaagde en misschien wel eerzuchtige onderneming, maar Atomic slaagt hier met bravoure en brio in zijn opzet. ‘Pet Variatons’ is het hedendaagse jazz avontuur bij uitstek. 

Kim Myhr


Kim Myhr
Pressing Clouds Passing Crowds
Hubro

De Noorse gitarist en componist Kim Myhr kreeg in 2016 als opdracht voor het FIMAV-festival (Festival International de Musique Actuelle de Victoriaville) in Quebec, Canada een passende muziekcompositie te maken. Het resultaat kreeg als titel ‘Pressing Clouds Passing Crowds’. Zelf speelt Myhr hier op 12-snarige akoestische gitaar. Hij laat zich bijstaan door het prominente Quatour Bozzini strijkkwartet uit Montreal en percussionist Ingar Zach. Dichteres Caroline Bergvall leest haar eigen teksten voor. Die laatste ontmoette Kim voor het eerst in 2015. Samen met de muziek van Robert Ashley en Morton Feldman vormt het treffen met Bergvall de inspiratiebron voor het stuk dat Myhr wou maken. Kim schreef eerst de muziek, de teksten van Caroline kwamen er pas na een aantal gesprekken die het tweetal had in Londen. ’Pressing Clouds Passing Crowds’ is opgebouwd uit zes delen die in elkaar overvloeien en waarbij de gemoedstoestand langzaam mee evolueert. Zowel tekst als muziek kunnen op zichzelf staan, maar vormen hier één geheel waarbij de een al eens de overhand neemt op de ander. Het strijkkwartet zorgt met zijn glijdende glissando bewegingen voor contrapunten. Ook percussionist Zach speelt een cruciale rol als bindend element tussen de andere actoren. Myhr zijn betrachting om een warme en intieme sfeer te creëren schrijft hij gedeeltelijk toe aan het meditatieve en harmonieuze karakter die je ook terugvindt in de muziek van Feldman. De onderwerpen en context van de teksten van Bergvall zijn eigentijds. Caroline verbindt het persoonlijke met het politieke en het universele en de wereld van natuurlijke fenomenen met sociale kwesties en processen. Het krachtige geheel heeft als doel het effect te bekomen van 'drukkende wolken die menigten passeren’. Als luisteraar ben je hier deelnemer en tegelijk waarnemer van deze uitzonderlijke creatie.

Building Instrument

Building Instrument
Mangelen Min
Hubro

Trio opgericht in 2008 in het Noorse Bergen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om zich te verdiepen in elektronische muziek, maar gaandeweg druppelden invloeden uit volksmuziek en wereldmuziek plus het gebruik van akoestische instrumenten en live sampling binnen in hun groepsgeluid. Het drietal creëerde zo een eigen niche die ze zelf omschrijven als niemandsland muziek. De liedjes ontstaan uit overwegend geïmproviseerd materiaal. De teksten zijn geschreven door zangeres Mari Kvien Brunvoll. Net als bij ons kent het Noors vele dialecten. Afkomstig uit Molde, zingt Mari hier voor het eerst in haar eigen dialect. Dat is eigenlijk geen beletsel. Integendeel het versterkt de dynamiek en harmonie en benadrukt de pracht, melancholie en eenvoud van de twaalf hier aangeboden liedjes waartussen ook een paar prachtige, instrumentale pareltjes zitten. ‘Mangelen Min’ is na hun debuut in 2014 en het in 2016 verschenen ‘Kem Som Kan Å Leve’ hun derde release. De basis van waaruit de drie vertrekken blijft elektronische muziek waar ingrediënten uit dream pop, ambient, folk, latin, dance en jazz zijn aan toegevoegd. Meest in het oog springende tracks zijn het speelse ‘Lanke’, de Oosters getinte titelsong, het sterke door percussie en synthesizers aangestuurde ‘Ta Regnet’, het dromerige ‘Sangen Min’, breekbare ‘Vil Du Dit Nok’ en aan Kraftwerk schatplichtige ‘Trøsten’. ‘Mangelen Min’ blijft bij elke luisterbeurt verbazen. Telkens hoor je nieuwe nuances, subtiele veranderingen in ritme, met nog als extra troef de flexibele stembuigingen van Brunvoll. Building Instrument heeft een unieke eigen sound ontwikkelt, eentje waar je ook kunt op dansen.   

The Entrepreneurs

The Entrepreneurs
Noise & Romance
Tambourhinoceros

‘Noise & Romance’ is het debuut van dit uit Kopenhagen afkomstige noise rock trio, hun ep ‘Tony Rominger’ (2016) even buiten beschouwing gelaten. Naast noise rock put het drietal inspiratie uit punk, grunge, postpunk en postrock. Zanger/gitarist Mathias Bertelsen zingt met een hoog stemmetje, maar komt af en toe verrassend voor de dag door gebruik te maken van enkele opmerkelijke tot zelfs rauwe stemeffecten. Opener ‘Session 1’ en ‘Heroine’ zijn twee donker getinte en balorige nummers die in fel contrast staan met meer luchtige songs als ‘Despair’ en ‘Sail Away’. Het akoestische ‘Morning Son’ vormt een passend kader voor de romantische tekst. ‘D-Tune’ en ‘Ages’ zijn iets experimenteler van aard en helemaal niet explosief in tegenstelling tot ‘Say So!’ en Joaquin’. Het lawaaierige drietal is dus tamelijk creatief en staat garant voor enige afwisseling. In een paar van de songs zitten zelfs een aantal hints die naar art rock refereren. Deze Deense groep brengt op zijn eersteling een moderne en hedendaagse noise rock variant waarin ook synthesizers een plaatsje krijgen. Alles bij elkaar niet onaardig deze ‘Noise & Romance’, maar echt er door begeesterd zijn we niet. 

Amund Maarud - Amgala Temple

Amund Maarud - Amgala Temple 

Muziek maakt me gelukkig, laat me voelen dat ik leef. 

Vóór het afnemen van een interview ga ik gewoonlijk zoeken op het wereldwijde net naar informatie en al reeds gepubliceerde gesprekken met de betrokken artiest, kwestie van wat beslagen op het ijs te komen. In het geval van Amgala Temple was de info schaars. Meer dan een twee minuten durend interview op de site van gitarist Amund Maarud vonden we niet. Daarom vielen we maar met de deur in huis.


Hoe is het voor Amgala Temple begonnen?
‘Ik kende Lars Horntveth en Gard Nilssen al van vroeger. Alledrie speelden we in allerhande projecten, maar nooit eerder samen. We bewonderen elkaar als muzikant en toen me gevraagd werd om eens langs te komen in Lars zijn studio in Oslo heb ik geen minuut getwijfeld. Na niet te veel plichtplegingen zijn we gewoon beginnen jammen en het was echt gaaf. Een paar dagen later had Lars een gig geboekt. En ik dacht: nou moeten we niet eerst een paar liedjes hebben? Nee zeiden ze, laten we gewoon spelen wat we in de studio deden. Zonder iets te hebben voorbereid hebben we die avond twee sets van een uur gespeeld. Het was echt een explosie van energie die ook het publiek beroerde.’

Waar komt de naam Amgala Temple vandaan? 
‘Als je zoekt naar Amgala dan kom je te weten dat het een oase is in de Sahara. Het was een strategisch belangrijke plaats. Midden de jaren zeventig werd er daar strijd geleverd tussen de rebellenbeweging van het Polisario Front en het Marokkaanse leger. Dus je hebt die oase, maar Amgala zijn ook de twee eerste letters van onze voornamen (Am van Amund, Ga van Gard en La van Lars). De tempel is het oord waar we vertoeven en een verwijzing naar hoe sterk we in dit project geloven. Het is moeilijk om een naam te vinden voor een instrumentale band en instrumentale nummers. Doch Lars heeft heel wat ervaring opgedaan bij Jaga Jazzist, vooral als componist. Hij heeft een goede training gehad in het zoeken naar en vinden van coole titels.’

‘Voor mij is het de eerste keer dat ik in een instrumentale groep speel. Het was een grote verandering. Als we beginnen te spelen moeten ze van elk nummer eerst eens de melodie neuriën. Ik noem dat het drummers syndroom (lacht).’ 

Je bent ook zanger, waarom opteerde men om instrumentale nummers te spelen, ook al namen Gard en Lars met jou een zanger/gitarist aan boord?
‘Ik denk dat het een manier is om vrijer en een beetje vager te zijn naar de luisteraar toe. Als je zingt en een tekst heb dan gaat de toehoorder op zoek naar associaties die ook samen gaan met het temperament van het liedje. Je geeft een omschrijving van gevoelens. Je stuurt aan in één bepaalde richting. Nu kan het van alles betekenen. Het is voor interpretatie vatbaar. Wanneer we vorige herfst op toernee waren in Noorwegen stond ik versteld naar het publiek te kijken. Om te zien hoe een grote menigte de ogen sluit en zich laat inspireren en leiden door de muziek. Op weg aan boord van ‘Invisible Airships’. Het was zeer verrassend om dit te mogen meemaken. Ik zie het als een episode in mijn leerproces dat nooit stopt. Elke dag is leerrijk.’

Je hebt nochtans al een rijk gevulde carrière, je speelt allerlei genres en stijlen en toch leer je nog elke dag bij?
‘Ja het stopt niet. En ik breng het ook meteen in praktijk. Naast ‘Invisible Airships’ met Amgala Temple heb ik in 2018 nog drie platen uitgebracht: eentje met Lucky Lips ‘Perfect Stranger’ (Americana muziek), ‘Priser Veiene’ een blues project met muzikanten als Knut Reiersrud, Mathias Eick, Ola Kvernberg en Geir Sundstøl. En tenslotte nog ‘Fruen Fra Havet / Lady From The Sea’ een samenwerking met liedjesschrijver en producer Kim Edward Bergseth. Zo creëer ik verschillende situaties waar ik een andere muziekidentiteit aanneem, maar zonder mijn integriteit te verliezen of die geweld aan te doen. Dat maakt het allemaal interessant. Ik zou het mezelf gemakkelijker gemaakt hebben in 2004 om me een bepaalde stijl aan te meten en daar de rest van mijn leven op te teren. Klinkt nogal saai en dat wou ik helemaal niet.’

 
Speel je alleen gitaar of ook nog andere instrumenten?
‘In de studio speel ik soms ook op bas, drums, piano, maar eigenlijk zie ik me toch vooral als gitarist.’ 

En wanneer heb je gitaar leren spelen?
‘Ik besloot al heel vroeg dat ik gitarist wou worden. Ik was twee jaar oud toen ik voor het eerst ‘optrad’ met een cowboyhoed en beeldde me in dat ik een beroemde Noorse country-artiest was. Maar mijn eerste echte gitaar kreeg ik toen ik zes jaar was en een jaar later mijn eerste elektrische gitaar. Bij mijn eerste optreden was ik zeven en een half of acht. We hadden een familieband.’ (In de videoclip voor ‘Her Favorite One‘ worden beelden gebruikt die Amund laten zien terwijl hij zijn eerste stappen zet als muzikant - PVdg)

Geef je veel geld uit aan het kopen van instrumenten en apparatuur?
‘Ik probeer het binnen de perken te houden. Momenteel speel ik op één gitaar en gebruik daarbij twee versterkers. Als beginnend gitarist wil je hetzelfde doen als je grote voorbeelden, je muzikale helden. Je koopt dezelfde apparatuur die zij hebben en dan luister je naar hun opnames, bestudeer je hun liveshows en kom je tot de vaststelling dat gelijk welke gitaar je gebruikt je net hetzelfde klinkt en dat is een goede zaak. Want dat is wat je wou bereiken. Wat materiaal je ook koopt, de truc bestaat er in om tijdens het intern proces van oefenen en uitproberen, het geluid van vijf verschillende gitaren op slechts één gitaar te kunnen weergeven. In plaats van vijf verschillende gitaren hetzelfde te laten klinken. Je spaart er een hoop geld mee uit. Het komt er op aan je instrument zo te manipuleren dat je geen nood hebt aan het kopen van een nieuw exemplaar. Eerst had ik een Gibson SG, omdat ik een grote fan was van Pete Townshend en The Who. Toen ik hun album ‘Live At Leeds’ van 1970 afspeelde en de gitaarsolo hoorde in ‘Sparks’ begon ik te wenen. Zo hard werd ik er door geraakt.’

‘We zijn dan begonnen met een rockgroep The Grand. Begonnen in 2005 en gestopt in 2010. Naast lokale zalen speelden we Rockpalast en Roskilde. De muziek was geënt op die vrije vorm van spelen van The Who. We hadden ook een Hammond B3 orgel en echte songs, maar speelden heel erg luid, zo hard mogelijk.’

‘Op rock-’n-roll staat er geen leeftijd. Neem nu bijvoorbeeld The Who. Ze plannen dit jaar een nieuw album en aansluitend een toernee. Ze spelen nog altijd even energiek, krachtig en geven nog altijd vol gas, ook al zijn het oude knarren van in de zeventig. Ik vind het gaaf dat ze er blijven voor gaan. Pete Townshend zou mijn grootvader kunnen zijn. Hoe oud je ook bent, het gaat erom of je echt van muziek houdt. En dat geldt voor iedereen van ons.’ 

Je hebt al heel wat releases op je conto staan, zowel solo als in groepsverband en als gastmuzikant. Hoe vind je je weg, wat maakt dat je kiest voor een bepaald project?
‘Het gaat er vooral om je instinct te volgen. Als iets goed aanvoelt dan moet je dat proberen te verwezenlijken. Elk plaat of project is een leerproces en brengt je iets bij. Je luistert naar andere artiesten hun muziek. Soms probeer je dat na te spelen, maar meestal lukt dat niet helemaal en krijg je iets anders, meer persoonlijk. Geen enkele van de platen die ik heb uitgebracht klinken zoals ze bedoeld waren. Je kunt dat niet forceren. Het zet er je toe aan om het opnieuw te proberen en nog meer albums te maken. Het is een kwestie van jezelf laten gaan en dan kun je het nog vele, vele jaren doen.’



Kom er dan ook een bepaald punt dat je aan je limieten zit. Dat je stagneert en je niet verder ontwikkelt als muzikant of componist?
‘Ik heb dat gevoel gehad in 2003, 2004 toen we echt ongecompliceerde blues speelden. Als ik andere dingen wilde leren dan moest ik het genre van standaard blues loslaten. Er zijn heel wat uitstekende muzikanten die trouw blijven aan één bepaalde stijl en daar geweldige dingen mee doen. Maar ik kon het niet. Ik raakte verveeld en gefrustreerd. Het gaat om relevantie. ‘If you only preach to the choir’ dan neem je geen enkel risico. Ik vraag me altijd af of ik het niet anders kan doen en dat stuwt me vooruit op zoek naar nieuwe vormen van expressie.’

Op je site is er een link naar Snaxville Recordings. Is dat je eigen label?
‘Inderdaad, ik run het samen met mijn broer Henrik. Hij is zelf ook muzikant (drummer/percussionist) en producer. Het idee achter Snaxville is om artiesten te leren kennen waarin we geloven en hen op die manier een platform te bieden. Onze middelen zijn beperkt, want laten we wel wezen, we zijn geen tweede Warner Brothers. Toch slagen we erin om hen te begeleiden en proberen we om ze in de best mogelijke condities hun ding te laten doen. Ik denk dat het belangrijk is. De laatste jaren is er in Noorwegen een ware golf van Americana, country, instrumentale muziek en uiteraard pop. Wij geven artiesten de kans om wat ik omschrijf als ‘backline music’ uit te brengen. Je brengt je eigen versterkers mee en je speelt je eigen liedjes. Het is iets wat altijd zal blijven bestaan en misschien wint het wel aan populariteit.’

‘Net als andere genres trouwens. Die verdwijnen een aantal jaren uit de belangstelling, maar komen dan weer terug in de schijnwerpers. Kijk naar new wave, gothic, shoegaze, punk… . Hetzelfde heb je met kleding. Als je lang genoeg volhard om een speciaal uitziend hemdje te blijven dragen ben je na verloop van tijd terug in de mode (lacht). Je moet gewoon je hart volgen.’

Nu we het over muziekstijlen hebben. Met Amgala Temple breng je een caleidoscoop van genres. Hoe zijn jullie daartoe gekomen? 
‘Eerst zijn het geïmproviseerde stukken die dan worden omgezet in composities. We creëren voor onszelf  een ‘muziek vriendelijke’ omgeving en gunnen ons de ruimte om vrij te musiceren. Voor mij is het interessant dat ik blues gitaar kan spelen in die setting. Het klinkt compleet anders dan wat ik gewoon ben. We hebben alledrie een verschillende muzikale achtergrond. We staan open voor nieuwe ideeën, we zijn lief voor elkaar en we proberen het leuk te houden. Wanneer je ontspannen bent kun je alle impulsen de vrije loop laten en dat loont.’

Maar de ruimte om te improviseren blijft, ook als je live speelt?
‘Ja, dat doen we de hele tijd. Midden een nummer kan Lars een synthesizerstukje introduceren of ik speel een gitaarriff. Dan sluiten we onze ogen en volgen die leidraad. Die kan ons overal brengen. Het signaal om terug te keren naar de oorspronkelijke melodie is dat iemand van ons een klein fragment speelt van het volgende nummer dat we gaan spelen. Dan ronden we af en loopt de melodie over in die volgende song. Het is echt aantrekkelijk om zo te werken. Vijfenzeventig minuten zonder onderbreking. Ik denk dat we hooguit één keer pauzeren om ‘dank u’ te zeggen. Want dat is belangrijk niet, contact hebben met het publiek? Anders lijkt het wel jazzgaze (lacht).’

‘Ik ben gewoon van te zingen en gitaar te spelen en het verbaast me dat we met deze instrumentale nummers echt connectie kunnen maken met de toeschouwers. We spelen niet alleen voor onszelf, maar ook voor hen. Daarom blijft het toch nodig om die verstandhouding via oogcontact te bevestigen. Na een concert mengen we ons tussen de mensen. Maken een praatje, signeren albums, gaan samen op de foto. We zijn allemaal vrienden onder elkaar. Het is goed om voor aanvang van elke show die gedachte in het achterhoofd te houden, want tenslotte wil iedereen dat hij een leuke tijd beleefd en kan genieten van het optreden.’


Treed je enkel op in Noorwegen of ga je ook naar het buitenland?
‘Ik denk dat we nog dit jaar met Amgala Temple in het buitenland gaan optreden. De plaat kwam uit eind vorig jaar en het is nog niet officieel, maar we hebben al enkele uitstapjes op de planning staan.’

‘Met Lucky Lips speel ik in april tijdens de Ramblin’ Roots Revue in High Wycombe, in juni in Trondheim op het Big Challenge Science Festival en in november ga ik naar Londen om samen met andere Noorse bluesmuzikanten deel te nemen aan het Norwegian Blues Adventure. Ik kijk er naar uit, want bijvoorbeeld in Groot-Brittannië ben je weinig of niet bekend. Je moet nog alles bewijzen en ik hou van dat gevoel, van die uitdaging. De laatste jaren heb ik vooral in Noorwegen opgetreden en het is opnieuw tijd om mijn horizon te verruimen.’ 

‘Vroeger ben ik nog in Rusland geweest, Engeland, Zuid-Korea, Cambodja. Nu kijk ik vooral uit naar november, The Royal Albert Hall in Londen. Dat wordt een fantastische avond. Het is een geweldige plek. Alle grote artiesten hebben er al opgetreden (om er twee te noemen: Jimi Hendrix, Cream) en nu mag ik daar spelen, samen met de beste bluesmuzikanten uit Noorwegen. Het wordt een avontuur om nooit meer te vergeten.’ 

Migratie is vandaag een van de grote thema’s waar iedereen het over heeft. Hoe kijk jij daar naar?
‘Ik denk dat ik de mening deel van de meerderheid. Ik bedoel, dat het een probleem is dat ons boven het hoofd groeit en waar we geen vat op krijgen. Het zijn de media, inclusief sociale media, die bepalen waar en wanneer er op iets gefocust wordt. Bepaalde zaken komen aan bod en verdwijnen dan terug op het achterplan, maar dat betekent niet die dan zijn opgelost. We hebben vrije toegang tot al die informatie, doch tegelijk voel ik me hulpeloos, want ik kan niet alles absorberen en daden stellen die de wereld rechtvaardiger maken. Ik leef mijn leven hier in Noorwegen, net zoals jij dat doet in België. En dat geldt voor iedereen. Ik denk dat we zoveel mogelijk mensen moeten proberen te helpen. De mensheid is één volk. We moeten warm en vriendelijk zijn. Misschien komt er een dag dat wij in die boot zitten, op de vlucht voor honger of oorlog. Het is niet iets waar je voor kiest. Het overkomt je. Wat ik jammer vind is de vijandige sfeer die wordt gecreëerd rond immigranten en vluchtelingen.’   

Migratie is nochtans van alle tijden. Zoals het er nu uitziet, ligt de eigenlijke oorzaak van veel van onze problemen niet bij overbevolking?
‘Ja, daar heb je een punt. Hoe je het ook bekijkt het is en blijft een enorme uitdaging, maar we moeten die aangaan en niet ons hoofd in het zand steken. Het is duidelijk een probleem op wereldschaal en zoals het er nu naar uitziet zal de wereldbevolking blijven groeien.’

‘Onze generatie en die voor ons hebben eigenlijk de planeet aarde zo goed als opgebruikt. Ik heb nog kleine kinderen en dan vrees ik dat wat we voor hen achterlaten niet genoeg zal zijn. Zeker niet voor hun kinderen. Wij zullen het waarschijnlijk nog kunnen uitzingen, maar als er niet iets drastisch veranderd, zie ik het somber in. Momenteel doen we te weinig. Vandaag komt de jeugd op straat om te protesteren. We zouden trots moeten zijn en hen aanmoedigen. Tegelijk heb ik het gevoel dat ik oud word. We zouden ook meer onze stem moeten laten horen. Maar wij hebben ons intussen gesetteld, we hebben onze levensstijl, onze gewoontes. We consumeren, de economie moet draaien, want dat levert jobs op. We zitten in die bubbel en het ontbreekt ons aan lef om dat stramien te doorbreken en radicale keuzes te maken. Als je er begint over na te denken is het toch een beetje deprimerend. Zeker omdat wij er nooit echt hebben bij stil gestaan.’

In dit grote verhaal, welke plaats krijgt jouw muziek?
‘Muziek is voor mij een kanaal om me te uiten, een remedie. Muziek maakt me gelukkig, laat me voelen dat ik leef. Momenteel werk ik in de studio aan nieuwe nummers voor een project als soloartiest. Het is de bedoeling dat ik ga werken met lokale muzikanten op verschillende locaties in het buitenland. In Marokko, Mali, Verenigde Staten (New Orleans) en misschien Finland en Cambodja. Ook met Amgala Temple komt er een nieuw album én met Lucky Lips. Ik moet mezelf blijven pushen. Wanneer je bijvoorbeeld in Cambodja bent en het zweet in je handen staat omdat je denkt dat je niets gaat kunnen bijdragen, dan komt toch je eigen muzikaliteit te hulp. Dat gevoel van voldoening achteraf is geweldig. Het komt erop aan om je open te stellen voor de mogelijkheden die zich aanbieden. Vorig jaar in de herfst heb ik in het Nationaal Noors theater gespeeld. Cultureel misschien wel de grootste instelling van het land. Voor een stuk van Ibsen heb ik nieuwe muziek geschreven. Het was iets totaal anders, helemaal ‘out of the box.’



Met Amgala Temple zitten jullie onder de vleugels van het Noorse Pekula Records.
‘Ja, het wordt gerund door een vriend van ons, Erlend Mokkelbost. Speelde vroeger in de hardcore en punk band JR Ewing. Hij is erg gepassioneerd door muziek en toen hij de muziek van Amgala Temple had beluisterd reageerde hij enthousiast en wou onze eerste plaat via Pekula uitbrengen. We waren meteen akkoord.’

‘In 2019 is de muziekbusiness zoals wij die kennen gebaseerd op wederzijds vertrouwen, respect tussen artiest en label. Veel geld valt er niet mee te verdienen. Je doet het meer uit liefde voor de muziek.’

Hoe moeilijk is het tegenwoordig om als professioneel muzikant door het leven te gaan?
‘Het is hard werken. Vorig jaar ben ik ongeveer 250 dagen van huis geweest. Je moet jezelf blijven heruitvinden. Om de interesse en belangstelling in jou te behouden of aan te wakkeren. Om jezelf in de kijker te plaatsen. Persoonlijk heb ik nooit een hitnotering gehad. Ik moet het hebben van mijn hele oeuvre.’

Zou een top tien hit beter geweest zijn? 
‘Niet altijd. Eenmaal je een bekend nummer hebt gaan mensen je ermee associëren, met die stijl en dat soort song. Dan wordt het moeilijker om uit dat keurslijf te geraken. In mijn geval, ik ben volkomen vrij. Ik kan doen wat ik wil, zolang als ik maar het beste van mezelf geef. Ik ben best tevreden. Ik doe alleen de dingen waar ik dol op ben en op die manier kun je stellen dat ik geluk heb gehad. Oké ik heb er vijftien jaar over gedaan, maar toch (lacht).’

‘Tijd is niet altijd belangrijk. Het grappige is dat als je lange tijd hard je best doet, misschien wel tot honderd uur per week werkt en dat vijftien jaar lang, dan voel je bijna ongemerkt die verschuiving naar voldoening. Het gaat je meer voor de wind. En dan komt ook die onzekerheid: heb ik dat wel verdiend? Want tenslotte heb je alles gedaan uit liefde voor de muziek en het plezier om muziek te spelen. Toch ben ik blij met die ommekeer en het feit dat alles nu vlot loopt.’

‘Geloven in jezelf is niet altijd even evident. Het is ook zo typisch Noors om jezelf in vraag te stellen, dat twijfelen aan je eigen kunnen. Nee, je moet het podium opgaan zonder daarbij jezelf in vraag te stellen, je ding doen en zo de mensen in de zaal overtuigen van je eigen grote gelijk.’


credits pictures:
Frode Fjerdingstad - Sigurd Ytre Arne - Illusion Photography - Erik Burås