donderdag 28 maart 2019

Ni

Ni
Pantophobie
Dur Et Doux

De titel van Ni hun tweede album is de benaming voor de fobie ‘algemene vrees voor alles’. Een vlag die hier volledig de lading dekt, want de elf tracks zijn de belichaming van evenveel bizarre fobieën. Van de meeste heb ik nog nooit gehoord. Bijvoorbeeld alektorofobie komt voor bij mensen die angst hebben voor kippen en ander pluimvee, athazagorafobie is de angst om te vergeten, genegeerd of vergeten te worden en nog eentje om het af te leren: apeirofobie is de angst voor oneindigheid. Mensen met deze angst hebben de neiging om hun leven zo voorspelbaar mogelijk te maken. Alleen een avant-garde, math en noise rock band als Ni kan dergelijk thema muzikaal gestalte geven. De muziek klinkt al even verneukt en opgefokt als de onderwerpen. Experimentele songstructuren, een wisselende polyritmiek, oerschreeuwen waarmee men glas versplinteren; het komt allemaal aan bod. Ni is één van de meest intrigerende, instrumentale acts die Frankrijk en misschien zelfs de wereld rijk is. Het viertal is ook indrukwekkend als liveband. Mochten ze ooit onze contreien aandoen, dan zou ik niet twijfelen om een ticket aan te schaffen. Monstrueus plaatje deze ‘Pantophobie’.

Membrane

Membrane
Burn Your Bridges
Atypeek

Op hun nieuwste worp slaan de heren van de Franse act Membrane (actief sinds 2000) alweer wild om zich heen. Het zijn vitale kerels die graag luid en rauw te keer gaan. Tonnen noise worden op deze ‘Burn Your Bridges’ doorkruist met grote happen post hardcore en sludge. Net als op hun voorganger ‘Reflect For Pain’ toont het trio nogal wat verwantschap met hun meer gekende confraters van Unsane. De opbouw van de zeven songs is eerder aan de trage kant, maar wel met een hoge spanningsgraad. Het nummer dat wat boven de rest uittorent is ‘Battlefield’. De zes resterende liggen voor een groot stuk in het verlengde van wat we op ‘Reflect For Pain’ te horen kregen. Jammer genoeg weegt het verrassingseffect van die schijf op deze ‘Burn Your Bridges’ niet meer door en krijg je de indruk dat het drietal toch wat meer behouden speelt. Is de plaat productioneel naar een hoger peil gekrikt, met dank aan Jack Shirley (Deafheaven, Oathbreaker), dan nog geven we de voorkeur aan de meer dynamische structuren en explosiviteit van ‘Reflect Your Pain’. 

Mama Jefferson

Mama Jefferson
Jizzmag
iGroove

Zwitsers trio met als uitvalsbasis Zürich. De bezetting bestaat uit Vanja Vukelic (zang, basgitaar), gitarist Silvan Gerhard en Mattia Ferrari (drums). Zelf omschrijven ze hun muziek als trash rock. En inderdaad, het drietal komt tamelijk stevig uit de hoek. Soms is het wat rauw en plomp, dan weer charmant of kletterend. ‘Jizzmag’ klinkt niet sensationeel goed. De stem van Vanja doet soms denken aan Gwen Stefani (No Doubt) en kan ook wel de concurrentie aan met gelijkwaardige muziekgroepen met dezelfde bezetting. De twee tot nu toe uitgebrachte singles, ‘Banana White House’ en ‘Media’ hebben een leuke groove. Het overige materiaal klinkt eerder matig. Sommige teksten zijn provocerend en brutaal, net als de fotografie in het cd boekje. Onder meer het traditionele concept van het huwelijk krijgt een veeg uit de pan. We hadden graag dezelfde soort beleving ervaren wat het muzikale luik betreft. Misschien lukt het hen op een volgende plaat.

Kissin’ Black

Kissin’ Black
Dresscode: Black
Notte Nera

Zanger en oprichter van dit Italiaans/Zwitsers combo is Giu Mastrogiacomo. Is sinds 1997 al actief in het Europese gothic en metal circuit. Die jarenlange ervaring leidt ertoe dat hij zich een eigen stijl heeft aangemeten als componist en tekstschrijver. Is daarnaast een beetje van een talenknobbel, want schrijft naast Engels ook teksten in het Italiaans en Frans. Naast gothic, dark rock en alternatieve rock hoor je ook wel wat zuiderse invloeden. De songs op deze ‘Dresscode: Black’ hebben alle een verband met de kleur zwart. Giu is een gevoelsmens en dat hoor je ook in zijn soms erg emotionele en poëtische ontboezemingen. Melancholische en dromerige liedjes worden afgewisseld met potiger rocksongs. Bij die eerste categorie hoort het tweeluik ‘Oh Girl French Girl’ en ‘Jolie’ plus ook nog ‘Flirtin’ With Hope’ en ‘Step Out Of My Dreams’. Donkerder en ruwer zijn tracks als ‘Giants’, ‘Gravemen’, de titelsong, ‘The Visit’ en ‘Unveiled: In The Rain’. ‘Dark Again’ en ‘Address Unknown’ doen denken aan het Finse HIM. Hun cover van The Doors klassieker ‘Riders On The Storm’, waarin gastzangeres Anna Murphy mag komen mee kwelen zit helemaal fout en is een maat voor niks. Nee, echt goede nummers liggen hier niet dik gezaaid. ’Dresscode: Black’ is dan ook een wisselvallige plaat met slechts een paar lichtpuntjes.

Ceild

Ceild
A View
CMM

In 2015 verscheen in oktober het debuutalbum 'At The Heart Of The Tree' van het Franse Laniakea. In 2017 besloot deze band echter om een naamwisseling door te voeren. Welkom Ceild en exit Laniakea. Ook muzikaal maakte men een omslag. Voortaan zou Ceild door het leven gaan als een instrumentale act. De negen composities op ‘A View’ vertegenwoordigen de verschillende stadia van de geestestoestand. Het is een introspectieve reis geworden waarbij de wereld in ogenschouw wordt genomen. De toen huidige bezetting van drie muzikanten konden voor het inspelen van de door hemzelf gecomponeerde drumpartijen rekenen op trommelaar Théo Begue van de bevriende band Hypno5e. Intussen is met de komst van Antoine Van der Zijden het drumzitje definitief toegewezen. Ceild houdt van contrasten en die zijn hier voldoende aanwezig. De twee hoofd ingrediënten zijn postrock en post metal. Daarnaast hoor je ook nog wel een streepje ambient of doom. Het kwartet durft ook wel eens te experimenteren. Bijvoorbeeld in het met cello opgesmukte ‘Elephant’. Ook ‘Falaise’ is nogal avontuurlijk van aard. De rest klinkt nogal voorspelbaar. Alleen de saxofoon van gastmuzikant Manuel Rubio in ‘Sailed’ gaat nog eenmaal tegen de stroom in.

Never Loved

Never Loved
Never Loved EP
Rude Records

Residerend aan de zonnige kust van Zuid-Florida brengt het alternatieve rock trio Never Loved een eerste ep uit. Plaatje dat werd geproduceerd door niemand minder dan multi-platina producer Matt Squire (Underoath, All Time Low, Panic! at the Disco). Daarmee heb je al een streepje voor op de rest. Never Loved kiest voor diversiteit en de vier nummers klinken dan ook heel verschillend. Er is ruimte gelaten voor de inbreng van verschillende genres als pop, punk, emocore en indie rock. Inmiddels heeft men reeds na ‘Dead Inside’ met het door een aanstekelijk refrein aangestuurde ‘Goddamn’ een tweede single gelanceerd. Als beste track schuiven we zelf ‘Gone’ naar voor. Leuke song, vol van gruizige gitaareffecten en goed gezongen. Al bij al is het een debuut waar deze jongelui best trots op mogen zijn.

Vandal X

Vandal X
Blood On The Street
9000 / Consouling Sounds

De grondlegger van de Belgische noise rock is ongetwijfeld Vandal X. Vanaf zijn oprichting in 1994 gaf de eerst als trio actieve band er meteen een lap op. Vandal X stond meteen bekend om zijn beukende, nooit aflatende, agressieve stijl. Deze traditie werd ook verder gezet na hun comeback in 2013 met de cd ‘God Knows’, gevolgd door ‘Vandal X’ in 2015. Bart Timmermans (zang en gitaar) en drummer Günther Liket trekken met ‘Blood On The Street’ alle registers open en gaan vol gas. De songs zijn stuk voor stuk uitgebalanceerd en met voldoende afwisseling. Het ouderwetse beukwerk staat nog altijd als een huis in splijtende nummers als ‘Be The One’, ‘Motivation’ en de titelsong. Helemaal loos gaan ze op het verpletterende ‘I Do Remember 9 - 14 - 17’. Ook minder snelle songs als ‘Patient Zero’, ‘Tomorrow’ en ‘Goodmorning Soldiers' zijn intens en hakken erop in. Op het opgeviste en opgefriste ‘Random Shot’ valt niet uit de toon. Op hun negende schijf koppelt Vandal X ervaring met een niet aflatende gedrevenheid. En dat Vandal X helemaal mee is met de tijd hoor je in de samples. Dit is noise rock op zijn best. 

John, The Void

John, The Void
III - Adversa
Argonauta

Tweede album van deze vijfkoppige Italiaanse formatie. Sinds hun oprichting in 2013 brachten ze één ep uit en een eerst volwaardige album dat als titel ‘II’ meekreeg. Met de opvolger ‘III - Advera’ wijkt men inhoudelijk enigszins af van het beproefde concept. Geen verwijzingen meer naar sciencefiction of visionaire toekomstbeschrijvingen. In plaats daarvan straalt elk nummer apart een specifiek en concreet gevoel uit. De ambiance is gitzwart getint en bestrijkt gemoedsbewegingen als de hulpeloosheid en het desperate ten overstaan van pijn, verlies, wanhoop, vervreemding en schuld. Het hese gekrijs en geschreeuw van zanger Marco Zanella is de perfecte uitbeelding van die onmacht. Het apocalyptische onheil komt tot leven via grimmige beelden van desolate landschappen. Het muzikale palet waaruit John, The Void put bestrijkt doom en sludge metal, drone, dark ambient en post black metal. Het geheel neemt de vorm aan van een monumentaal groepsgeluid dat je meesleurt in een neerwaartse spiraal. Men valt in een ravijn waarvan de bodem niet te zien is. Alles is één grote, zwart gapende scheur. Wat overblijft is een immense leegte. Meest imponerende tracks zijn toevallig de laatste drie songs: ‘A Cold Becoming’,  ‘Cursed’ en ‘A Permanent Change’.

Ginkgo Dawn Shock



Ginkgo Dawn Shock
Inward | Flare
This Is Core

Italiaanse postrock act die hier na het in 2015 verschenen ‘Heed’ met ‘Inward | Flare’ zijn tweede album voorstelt. De huidige line-up bestaat sinds mei 2013. De vier muzikanten hebben elk een verschillend muzikaal verleden. Hun doel is om via die diversiteit gezamenlijk een welklinkend geheel te smeden waarbij ze hun emoties kunnen uiten en dat zonder te veel toegevingen te moeten doen. Het kwartet laat zich inspireren door bands als Russian Circles, Tool, A Perfect Circle, Gojira en Deftones. De groep tracht op een spontane manier te musiceren en vraagt de luisteraar om zich kwetsbaar op te stellen en zonder vooroordelen de songs bij wijze van spreken in te ademen. Het versterkt de intimiteit tussen degene die creëert en de ontvanger. De composities dienen van een hoog niveau te zijn om dit te kunnen bewerkstelligen en de zo ontstane, onstuitbare stroom aan energie te proeven. Dat is hier niet altijd het geval. Die momenten zijn zelfs eerder zeldzaam. ‘Inward | Flare’ bevat weinig nummers die echt imponeren. Behalve ‘Mankerat’ en het  instrumentale tweeluik ‘Allistee’ en ‘Ljos’ verdwijnen de overige tracks, ook na verschillende keren beluisteren, geruisloos in het ruime aanbod van liedjes van gelijk(w)aardige acts die zich een plaatsje trachten te veroveren in het segment van progressieve metal, post metal en postrock.

Cracked Machine

Cracked Machine
The Call Of The Void
PsyKa

Vorig jaar debuteerden ze nog begin mei met ‘I, Cosmonaut’ en nu scheert dit Britse combo opnieuw hoge toppen met ‘The Call Of The Void’. Ondanks de verschillende muzikale achtergronden van de vier muzikanten weet men een solide groepsgeluid te creëren. Uit improvisaties en auditieve chaos distilleert het kwartet een uitgebalanceerde sound die het midden houdt tussen space rock, postrock, psychedelica en stoner. Cracked Machine neemt je mee op een reis door tijd en ruimte. De synthesizers staan aan de zijlijn, maar zorgen wel voor een verrijkend effect, dat soms zelfs doet denken aan gothic rock. De titels van de songs hebben een verwantschap met zeemonsters, draken en serpenten die opduiken in mythologische verhalen uit verschillende culturen (Japan, Noorwegen, India). Ze hebben allen één ding gemeen: de angst van de mens voor het onbekende, wat zich overal in de wereld manifesteert. Die benamingen zijn voor de muzikanten een metafoor om aan te tonen dat we alle leven in de oceanen aan het vernietigen zijn. De keuze voor alleen instrumentale nummers laat elke luisteraar toe om ieder nummer op een andere en unieke manier te beleven. Spreken het meest tot de verbeelding: ‘Jormungandr’, ‘Kirimu’, en ‘Typhon’. De overige tracks missen voor een groot stuk de verfrissende en energieke speelstijl van voornoemde liedjes. En dat is doodjammer.

11Paranoias

11Paranoias
Asterismal
Ritual Productions

Met hun vijfde worp zet 11Paranoias bouwt men verder op de ingeslagen weg van zijn voorganger ‘Reliquary For A Dreamed Of World’ (2016). Het aanbod bestaat uit een muzikaal allegaartje van sludge metal, psychedelische rock, noise, drone en doom metal. Het songmateriaal is nogal wisselvallig. Men hinkt op verschillende gedachten, maar het hoofddoel is blijkbaar de luisteraar murw te slaan en te bedelven onder aanhoudende salvo’s van riffs: ratelende drums, grommende bas, allerhande gitaareffecten en een galmende zangstem die tot in de verste uithoeken van het universum te horen is. Het drietal klinkt soms erg rudimentair zoals in ‘Slow Moon’ met in de tweede helft buitenissige gitaar uitwassen. Het daar op volgende ‘Quantitative Immortalities’ duurt nog iets langer en is identiek van opbouw. De algemene teneur van het album openbaart een steriel, onherbergzaam en ruig landschap waar het niet echt fijn is om te vertoeven. Meer opvallend is het visuele luik. Het hoesontwerp is deze keer van de hand van de hedendaagse Britse kunstenaar Toby Ziegler. De cover is gebaseerd op twee schilderijen van de Franse barokschilder Georges de La Tour voorzien van een extra laag van pentagram patronen. Het trio houdt ook vast aan hun ‘Multi-Dimensional Paranoid Vision’ (MPV) ritus. Werd voor het eerst geïntroduceerd bij ‘Reliquary For A Dreamed Of World’ waarbij in verschillende lagen van visuele effecten de illustraties zijn versluiert of versterkt. Voor wie toch helemaal overstag gaat voor Asterismal’ van 11Paranoias: de cd en digitale versies bevatten met ‘Prelude en ‘Acoustic Mirror’ twee extra nummers. 

maandag 4 maart 2019

Håkon Kornstad Trio

Håkon Kornstad Trio
Im Treibhaus
Grappa

Håkon Kornstad is een bekroonde Noorse jazzsaxofonist, erkend door jazzcritici over de hele wereld. De in zijn jonge jaren rebelse jazzmuzikant maakte in 2009 voor het eerst kennis met opera in The Met in New York. Hij was meteen verkocht en raakte in de ban van opera. In 2011 besloot hij om te gaan studeren aan de Noorse Opera Academie en ontdekte er zijn zangtalent als tenor. Hij studeerde af in 2014. Van dan af zocht Kornstad naar een manier om zijn twee grote muzikale liefdes, jazz en opera, met elkaar te verbinden. Een eerste album in die richting was het in 2018 verschenen album ‘Håkon Kornstad + Kork Live’ (Kork staat voor het Noorse radio orkest) waar Håkon jazz met klassiek laat samen smelten. In 2001 bracht het Håkon Kornstad Trio - toen nog met bassist Mats Eilertsen en drummer Paal Nilssen-Love - met ‘Space Available’ een eerste plaat uit. Twee jaar later gevolgd door ‘Live From Kongsberg’ met als extra muzikant Axel Dörner (trompet). Voor zijn nieuwste release werd terug gekozen voor een trio bezetting. Naast Kornstad en Eilertsen (contrabas) viel de keuze op accordeonist Frode Haltli om de bezetting te complementeren. De titel ‘Im Treibhaus’ is ontleent aan een lied van Richard Wagner. Naast Wagner selecteerde Håkon liedjes en aria’s van Schubert, Tosti, Mascagni, Verdi, Grieg en Lalo. Volgens Kornstad passen sommige stukken wonderwel om onder handen genomen te worden door meesters van de improvisatie zoals Frode, Mats en hemzelf. Andere zijn soms wat moeilijker en van een deel is het zelfs onmogelijk om die te capteren. Deze selectie zorgt alvast voor een aantal verrassingen met uitvoeringen die alle grenzen overstijgen. Komt ook door de openheid voor muziek in het algemeen waar Kornstad en zijn twee medemuzikanten om bekend staan. Naast drama en romantiek zijn innovatie en originaliteit hier de belangrijkste kenmerken. ‘Im Treibhaus’ brengt een wonderlijk en zeldzaam samenspel. Een mooi staaltje van uitmuntende muzikaliteit. 

Porn

Porn
The Darkest Of Human Desires - Act II
Echozone

Na ‘The Ogre Inside’ is dit voor het Franse Porn het tweede deel van een trilogie over de innerlijke strijd dat elk individu voert met zijn donkerste gedachten en diepste roerselen. Want in elk van ons schuilt het monster Oger? In het geval van zanger en tekstschrijver Philippe Deschemin wint de Oger en komt de ware aard van het beestje naar buiten als Mr. Strangler. Met zijn handlangers richt hij vreselijke bloedbaden aan. Al moordend rekruteert hij nieuwe discipelen voor zijn morbide cultbeweging. Om de lugubere verhaallijn nog eens extra te onderstrepen gebruikt men hier tekstfragmenten/uitspraken van seriemoordenaars als Richard Ramirez, Ed Kemper, Charles Manson, Richard Schaeffer en Jeffrey Dahmer. Die passen hier perfect in het plaatje. Met de tien nummers spiegelen de heren van Porn zich wat de muzikale invulling betreft aan acts als Type O Negative, Love Like Blood, Marilyn Manson en Nine Inch Nails, om er maar een paar te noemen. Het vijftal slaagt er in om verschillende muziekstijlen als gothic, metal en industrial afwisselend te laten domineren en dat komt de plaat alleen maar ten goede. Sommige composities zijn zonder meer huiveringwekkend goed. ‘The Last Of A Million’, ‘Choose Your Last Words’, ‘Evil Six Evil’, My Rotten Realm’ en ‘Here For Love’ sorteren een verpletterend effect. Het feit dat ze Tom Baker konden strikken voor de mastering van hun vierde langspeler speelt hierin mee. Deze Grammy winnaar heeft een aantal cruciale platen op zijn palmares staan als ‘Antichrist Superstar’ van Marylin Manson, ‘The Downward Spiral’ van Nine Inch Nails, ‘Psalm 69’ van Ministry en ‘Hellbilly Deluxe’ van Rob Zombie. ‘The Darkest Of Human Desires - Act II’ is een waardige opvolger voor ‘The Ogre Inside’. We zijn nu al benieuwd naar wat deel drie in petto zal hebben.

Rymden

Rymden
Reflections  & Odysseys
Jazzland Recordings

Toetsenist en labelbaas van Jazzland Bugge Wesseltoft heeft met bassist Dan Berglund en Magnus Öström (drums/percussie) twee ervaren muzikanten aangetrokken om het nieuwe trio Rymden te vormen. Beide maakten als ritmesectie deel uit van het fameuze drietal E.S.T. (Esbjörn Svensson Trio) waar abrupt een einde aan kwam met het overlijden van pianist en bandleider Esbjörn Svensson op 14 juni 2008. De drie protagonisten maken hun reputatie waar en brengen met ‘Reflections  & Odysseys’ een uitstekend album uit. Het is ook een zeer gevarieerde plaat geworden. De composities zijn opgetrokken uit vele lagen met rijk gestoffeerde arrangementen en getuigen van dynamiek, melodrama, melodie, ritme en virtuositeit. Elk op zich laat ook de kans niet liggen om alle mogelijkheden van zijn instrument te benutten. En het is fraai dat ieder op zijn beurt al eens de solotoer mag opgaan. Met gemak overstijgt men hier (Scandinavische) jazz als genre, want naast klassieke muziek hoor je invloeden uit filmmuziek, progressieve rock en minimalistische muziek. Experimenteren mag ook, bijvoorbeeld in ‘Reflections’ en het sinistere ‘Råk - The Abyss’ dat als intro dienst doet voor het stuwende, dreigende en van een donker timbre voorziene ‘Råk’. Het fantastische samenspel maakt van ‘The Odyssey’ een meesterlijke track. Wat sfeer betreft staat haaks daarop het meer levendige ‘Bergen’. Afsluiten doet het drietal met het mijmerende en stemmige ‘Homegrown’. Ook de overige nummers zijn even inventief en een lust voor het oor. ’Reflections  & Odysseys’ is een aanrader, meer nog een ‘must have’ voor elke jazzliefhebber.

Hajk

Hajk
Drama
Jansen Records

Bij hun debuut twee jaar geleden hebben we de superlatieven niet gespaard voor het Noorse combo Hajk. Het was dan ook uitkijken naar de opvolger. Die maakte begin februari zijn opwachting en kreeg als titel ‘Drama’. Het is een plaat geworden die zowel het hart als de benen niet onberoerd laat. Net als zijn voorganger kiest het vijftal resoluut voor een mix van catchy, warme en weemoedige popdeuntjes. De elektronische insteek klinkt meermaals naïef en eenvoudig, maar evengoed ingenieus en volwassen. In het zangcompartiment blijft alles bij het oude. Sigrid Aase en Preben Sælid Andersen nemen elk een aantal songs voor hun rekening. Samen zingen doen ze ook een paar keer en een harmonisch en hemels koortje vormen ze met bassist Knut Olav Buverud Sandvik en toetsenist Einar Næss Haugseth. Zoetgevooisd en romantisch is hier ook toegelaten zoals in het mijmerende ‘Time To Forget’ of meeslepende ‘Keep Telling Myself’. De titel ‘Drama’ verwijst naar de huidige, penibele toestand van het mensdom en de zoektocht naar liefde in een wereld waar het meer en meer aan liefde ontbreekt. Drama, maar dan in muzikale zin, ervaar je in tracks als ‘Breathe’, het hoogdravende instrumentaaltje ‘Tokyo’ of meer ingetogen songs als ‘As Loud As It Gets’ en ‘Desperately’. De liedjes van Hajk werken verslavend. Heel beklijvend is bijvoorbeeld het tweeluik ‘Get It Right’ en ‘Dancing Like This’. Hoeft het nog gezegd dat ‘Drama’ een fijn album is. Alleen jammer dat het na 33 minuten al stopt. Het had gerust iets meer mogen zijn. 

Wooden Peak

Wooden Peak
Yellow Walls
Kick The Flame

Duits minimalistische duo dat uitpakt met een vierde elpee. Die kreeg als titel ‘Yellow Walls’. Sebastian Bode en Jonas Wolter brengen een mooie en intieme mix van elektronische muziek, percussie/beats, elektrische gitaar en akoestische instrumenten. Hun liedjes zijn gestyled en op het eerste gehoor uiterst elementair. Het is pas na een aantal luisterbeurten dat de vele kleine, soms speelse accenten aan de oppervlakte komen. Het attractieve ‘Swarm’ is daar een voorbeeld van. Net als ‘Fanfare’. Een fijne nuance zijn de percussie loops in het als single uitgebrachte ‘Stitch’. De titel laat het niet vermoeden en toch is ‘Thin Ice’ een tikje sloom en zwoel. Meest poppy en radiovriendelijk nummer is dan weer ‘The Gap’. Afsluiter ‘Zeep’ getuigt ondanks de finesse en de details van een zekere nonchalance. Tot beste song bombarderen we ‘Lamp’, een downtempo nummer met een prachtig arrangement en een brede waaier aan instrumenten (steelgitaar, fluit, piano, percussie). Met die mengeling van koelheid en achteloosheid presenteren Bode en Wolter zich op deze ‘Yellow Walls’ als een vrijgevochten act die de luisteraar telkens opnieuw op een ongedwongen manier in de juiste stemming weet te brengen.

Paal Nilssen-Love

Paal Nilssen-Love
New Japanese Noise
PNL Records

De Noorse muzikant Paal Nilssen-Love is jazz drummer van beroep en erg bedrijvig. Het aantal projecten waar hij heeft aan meegewerkt is net als het aantal platen waarop hij een bijdrage levert indrukwekkend. Momenteel is hij actief bij acts in duo, trio of in een grotere bezetting zoals Large Unit waarbij de teller op achttien(!) staat, inclusief zijn werk als solo artiest. Ook op festivals is Nilssen-Love een graag geziene gast. Op het Roskilde festival in Denemarken werd hem in 2018 gevraagd om twee speciale acts samen te stellen. De eerste was een project met Braziliaanse muzikanten (‘New Brazilian Funk’), de tweede was Japans georiënteerd. Beide optredens verschenen op plaat, maar het is de laatste die we in handen kregen. ‘New Japanese Noise’ brengt voor het eerst drie gerenommeerde muzikanten samen uit het Japanse noise en free jazz circuit. Naast Paal wordt de line-up vervolledigt met de Braziliaanse gitarist Kiko Dinucci, waarmee hij de link legt naar het Braziliaanse concept waarmee hij een dag later (op 5 juli 2018) zou optreden. Akira Sakata (saxofoon, klarinet) is in eigen land een levende legende. De andere twee, Kohei Gomi (Painjerk) en Toshiji Mikawa (Incapacitants, Hijokaidan) hebben naam en faam gemaakt in het genre noise en de Japanse variant op de kaart gezet. De twee concerten benadrukken ook de voorliefde van Nilssen-Love om verschillende stijlen met elkaar te combineren en muzikanten uit verschillende continenten met elkaar te laten musiceren. Van bij de eerste noten slaat de chaos toe. Het gelegenheidsvijftal brengt in iets meer dan drie kwartier een ware ode aan de freejazz. Spontane improvisaties slopen eventuele culturele barrières. Op een duizelingwekkende manier en aan een verschroeiend tempo krijgt de luisteraar het ene salvo na het andere te verwerken in opener ‘Stiff Upper Lip Jeeves’. Alleen naar het einde toe gaat het kwintet wat freewheelen en gaat men naadloos over in ‘Up The Line To Death’ waarin de krijsende sax van Sakata de overhand neemt. In de tweede helft gaat drummer Nilssen-Love in duel met gitarist Dinucci. ‘Eats, Shites And Leaves’ klinkt in het begin beheerst en afgemeten, maar gaandeweg worden alle remmen losgegooid. Akira Sakata haalt zijn diepste grunts boven in het kosmische ‘The Bone People’. In uitsmijter ‘Birdsong’ gaan de vijf er nog eens tegenaan staan en halen alles uit de kast met totale anarchie als ultieme bekroning.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            

N + [ B O L T ]

N + [ B O L T ]
N (46) / [ B O L T ]
Midira

Voor N (echte naam Hellmut Neidhardt) is dit de derde maal dat hij samen collaboreert met 
[ B O L T ], eerst een duo van twee bassisten (Andreas Brinke en Thomas Rosen), maar sinds 2016 met de komst van drummer Maik Erdas actief als trio. De twee vorige releases staan bekend als ‘Der Hase’ (2013) en Das Hörnchen’ (2015). De triptiek wordt nu compleet gemaakt met ‘Die Krähe’. [ B O L T ] staat bekend om zijn combinatie van doom, drone en (black) metal. N brengt doorgaans een mix van elektronische muziek, ambient en drone. Deze opnames (augustus 2007 tot augustus 2009) dateren nog uit de periode dat  [ B O L T ] als tweetal actief was. Zelf omschrijven ze de vier naamloze tracks die deze schijf rijk is als ‘black drone’. Daar valt iets voor te zeggen, want de drie heren bouwen een stevige geluidsmuur opgetrokken uit ronkende, dreunende bassen en schrille, door effecten gestuurde gitaarklanken. Denk aan geluiden van fabrieksmachines, tegen elkaar schurend metaal, door de straten denderende tanks. Het klinkt allemaal ruw en zwaar, doch ook ritmisch en melodisch. Door de logge structuur hebben de composities ook een episch karakter. Wie graag eens zou ervaren hoe het is om bloot te staan aan extatisch ge(d)ruis en seismische trillingen moet maar dit deze schijf in huis halen. Het album wordt geleverd in een oplage van 100 rood transparante en 100 zwarte vinylplaten, gehuisvest in een dikke 350 gram omgekeerd bedrukte hoes, met een donker en ruw kunstwerk, inclusief een download code.

Hazards Of Swimming Naked

Hazards Of Swimming Naked
Take Great Joy
Bird’s Robe

Australisch kwintet afkomstig uit Brisbane, Queensland. Een Australische provincie met een tropisch klimaat en een hoge vochtigheidsgraad, maar ook een levendige regio met meer dan vier miljoen inwoners. De muziek van het vijftal is een weerspiegeling van hun biotoop en dringt er diep in door. Ze brengen een vorm van postrock verwant met acts als Mogwai, Godspeed You Black Emperor! en Mono. De composities bezitten een zekere grandeur en grootsheid. ‘Take Great Joy’ is een instrumentaal album waarin toch meermaals gebruik wordt gemaakt van gesproken fragmenten. Goed gevonden, want zo versterkt men nog de impact van de fraai opgebouwde, stilistische geluidslandschappen die zowel breed uitwaaierend en lankmoedig zijn (‘There Was Never A Right Time’, ‘A Loose Thread’), als dynamisch en onstuimig (‘Waiting For 5120’, ‘Curtis’).‘I Don’t Know This Road’ omarmd zelfs al die facetten in één en hetzelfde nummer. Eén lied wordt gezongen: ‘Sofðu Unga Ástin Mín’ een meer dan honderd jaar oud IJslands kinderdeuntje dat werd opgenomen in een appartement in Reykjavik en hemels prachtig is ingezongen door Bjarnheiður Kristinsdóttir. Ook al bestaat Hazards Of Swimming Naked al tien jaar toch is dit nog maar na ‘Our Lines Our Down’ (2009) de tweede studioplaat. Dat het zolang heeft geduurd komt onder meer door de bedenking van wat voor zinnigs dat je als muzikant kunt vertellen. Wat ze kennen is muziek en alles wat er mee te maken heeft: componeren, spelen, optreden. Op deze ‘Take Great Joy’ bezingt men de lof van het musiceren zelf. De titel verwijst naar wat het betekent om te leven. Geniet er met volle teugen van.