woensdag 12 juni 2019

Wet Dreams

Wet Dreams
Wet Dreams
Black Pop

Sebastian Ulstad Olsen, frontman van Death By Unga Bunga had tijdens het maken van albums voor zijn eigen band een aantal songs op overschot waar hij niet wist wat er mee aan te vangen. Als Wet Dreams zette hij er drie van op een single, ‘Cartridge Belt’ die werd uitgebracht in mei 2017. De overige tien zijn nu verzameld op deze debuutplaat. De songs verschillen niet zo veel van die van Death By Unga Bunga. De nadruk ligt iets meer op het rudimentaire en rauwere element van garagerock, rock-’n-roll en punkrock. Met de nadruk op de chaotische begindagen van het punk tijdperk. De door testosteron aangedreven muziek streeft naar een ‘groter dan het leven’ gevoel. De eigen onzekerheden worden weggemoffeld. Dit in tegenstelling tot de teksten waarin Olsen aantoont dat we mensen zijn met allemaal dezelfde fundamentele behoeften en verlangens. ‘Wet Dreams’ wisselt doordeweekse, voorspelbare songs af met een paar fraaie nummers zoals het jaren zestig geintje ‘Roliglåta’, de twee in acid riffs gedrenkte tunes ‘Bad Boy’ en ‘Boogie’ plus het licht psychedelische ‘Blueslåta’. Leuk plaatje en uiterst geschikt voor liefhebbers van voornoemde genres.

This Can Hurt

This Can Hurt
Worlds Apart
Eigen Beheer

In hun relatief korte bestaan kende This Can Hurt al enkele personeelswissels. De huidige bezetting bestaat uit gitarist Jean Paul De Brabander (ex-LoopLizard / ex-DeLaVega), zanger Sven Vande Neste (70's Tush) en Jack Noise neemt de drums en samples voor zijn rekening. Live krijgen ze voortaan versterking van bassist Jo Van Maldergem. Zelf omschrijven ze hun muziek als ‘Industrial Post Wave’. En daar valt wel iets voor te zeggen. Het trio kiest voor een mengeling van new wave, industrial en indie/alternatieve rock. En voor een streepje electro halen ze ook hun neus niet op. Deze mannen zijn doorwinterde muzikanten en dat hoorde je al op hun debuutplaat ‘When Nothing Matters’ (2017). Op deze tweede worp klinken ze nog overtuigender. Een eerste optater krijg je al meteen met ‘Hourglass’. De titelsong heeft wat meer industrial invloeden en is trager, maar zeker niet slecht. Het daarop volgende ‘Fate’ kun je evengoed onderbrengen in de categorie metal. Net als ‘Illusion’. Het is verleidelijk om de songs te toetsen aan artiesten waar ze een aantal elementen aan hebben ontleend (dat is voor bijna elke track zo), maar dat gaan we hier niet doen. Andere krachtige songs zijn ‘High Tide’, ‘Rivers Run Deep’, ‘Diane’ en het sinistere ‘For You’. Absolute hoogtepunt is ‘The Fall Of Mark E. Smith’. De titel verwijst naar Mark Edward Smith (60), de frontman van postpunk band The Fall die kwam te overlijden op 24 januari 2018. Met ‘Worlds Apart’ bewijst This Can Hurt dat ze thuis horen bij de top van de Belgische rock/metal scene.

Theatre Of Tragedy

Theatre Of Tragedy
Remixed
AFM

Precies zeventien jaar na de oprichting legde het Noorse Theatre Of Tragedy er op 2 oktober 2010 het bijltje bij neer. Deze Noorse act stond mee aan de wieg van gothic metal, het samengaan van een donkere, mannelijke zang (grunts) met een vrouwelijke sopraan. Tot op vandaag is het genre springlevend en krijgt het nog steeds navolging. De groep maakte zelf een echte evolutie door en zocht door de jaren heen naar nieuwe muzikale uitdagingen. Die brachten hen bij zowel electro, synthipop, gothic rock, alternatieve rock als heavy metal. Dit jaar laat Theatre Of Tragedy opnieuw van zich horen met een compilatie van remix versies van hun meest populaire en ook minder bekende songs. Een overzicht dat hun hele carrière bestrijkt. Voor de liedjes in een nieuw jasje te steken werden enkele van de groten uit de wereld van gothic, electro, futurepop, EBM, industrial en aggrotech opgetrommeld. Uit eigen land rekruteerden ze onder meer Zeromancer en Icon Of Coil, uit Duitsland Das Ich en Funker Vogt en ook het Iers-Britse VNV Nation is van de partij. Das Ich levert hier puik werk met twee nummers gelicht van de elpee ‘Velvet Darkness They Fear’. Voor een deel betreft het hier ook reeds bestaande opnames, terug te vinden op eerdere releases van singles en ep’s zoals de versies van ‘Machine’, ‘Lorelei’, ‘Let You Down’, ‘Envision’, ‘Frozen’ en ‘Deadland’. Aan u om uit te maken wat de meerwaarde is van deze ‘Remixed’ verzamelaar.

Sofy Major

Sofy Major
Total Dump
Deadlight Entertainment

Shit happens. Iedereen kent wel het gevoel als je een tegenslag moet incasseren. Je zit dan aan het eind van je Latijn of diep in de put. Je kunt dan twee dingen doen: berusten en je lot aanvaarden of er tegen vechten en er terug bovenop komen. Het inspireerde het Franse combo Sofy Major bij het maken van zijn inmiddels vierde album. Zelf zijn ze de door de jaren heen door diepe dalen getrokken en hebben ook een paar pieken gekend. De woede die doorklinkt in de stem van bassist/zanger Mathieu Moulin lijkt dan ook oprecht. Sofy Major hakt er lustig op in en is zo te horen niet van plan zich nog eens te laten kisten. Donkere bastonen graven zich een weg tussen dissonante gitaren en zware drumpatronen. De schreeuwerige zang past wonderwel in het geheel van noise, metal, sludge en post hardcore die het trio omarmt. Twee nummers, ‘Cream It’ en ‘Franky Butthole’, steken er wat bovenuit door de combinatie van wat meer gematigde en melodieuze poptonen met heftige en ongetemde riffs. In de overige acht songs doet de sloophamer zijn werk, soms flitsend en pittig, dan weer log en gestaag. Voor fans van Unsane, Pigs, Baroness en Kylesa.

Sad Planets

Sad Planets
Akron, Ohio
TeePee

Patrick Carney (The Black Keys) en John Petkovic (Cobra Verde, Sweet Apple, Guided By Voices en Death Of Samantha) leerden elkaar toevallig kennen in het Akron Art Museum in 1999. Twintig jaar later brengen ze samen een eigen album uit. Beide muzikanten zijn trouwens afkomstig uit Akron, de industriële hoofdstad van het Amerikaanse Midwesten. Met deze plaat vieren ze niet alleen hun vriendschap, maar ook de muzikale erfenis die de stad meedraagt. ‘Akron, Ohio’ is een niet al te beste rockplaat met een aantal hoopgevende songs, doch ook enkele miskleunen van jewelste. Als zanger scheert John niet echt hoge toppen. Het lijkt alsof hij de boel wil forceren en bijvoorbeeld in ‘Want You To Want You’, ‘(Falling Into The Arms Of A) Refugee’ en ‘Heaven’s Devils’ gaat hij pijnlijk onderuit. Het begint nochtans veelbelovend met het degelijke ‘Just Landed’, het wat psychedelische ‘Not Of This World’, de pakkende single ‘Yesterday Girls’ en het hypnotiserende ‘City Ghosts’. Maar dan gaat het een eerste keer mis met het afschuwelijke ‘Bad Cells’. Een uitglijder die hen meteen uittelt. ‘Dissapearing’ is een al even triestige afsluiter van een zeer wisselvallige langspeler.

Pinkish Black

Pinkish Black
Concept Unification
Relapse

Toetsenist/zanger Daron Beck en drummer Jon Teague besloten om na de zelfmoord van bassist Tommy Wayne Atkins op 25 februari 2010 - waarmee ze samen het trio The Great Tyrant vormden - als duo verder te gaan onder de naam Pinkish Black. Het tweetal debuteerde in 2012 met een eerste album en met deze ‘Concept Unification’ staat de teller ondertussen op vier langspelers. Pinkish Black is een vooruitstrevend en avontuurlijk duo dat het experiment niet schuwt. Beck maakt dankbaar gebruik van zijn batterij keyboards, mellotron en synthesizers om de juiste accenten te leggen. Teague als eenmansritmesectie is sober, doch heel secuur. De thema’s die het tweetal aankaart zijn angst, zinloosheid, beuzelarijen en leegte. De sfeer van ‘Concept Unification’ is dan ook broeierig, somber, verpletterend en dreigend. De synths doen soms denken aan krautrock en de Berlin-School stijl. Daron is geen fantastische zanger, maar zijn timbre past perfect bij de stemming en kleurt mee de uitstraling van het songmateriaal. Het dramatische effect in het bombastische ‘Next Solution’ is verbluffend. Maar ook de huiverige titelsong, het zwaarmoedige ’Dial Tone’ en het fraaie ‘Petit Mal’ zijn top. Wie zich het album digitaal aanschaft krijgt als toemaatje met ‘Away Again’ en ‘We Wait’ twee extra tracks.

Karakorum

Karakorum
Fables And Fairytales
Tonzonen

Duits vijftal dat zich nestelt in jaren zeventig krautrock en de toen heersende progressieve rock scene. Deze ‘Fables And Fairytales’ is de opvolger voor het in 2017 verschenen ‘Beteigeuze’. Slechts drie composities sieren deze plaat, maar zijn wel goed voor 47 minuten nostalgische progrock. In opener ‘Phrygian Youth’ huppelt en springt het kwintet van het ene (sub)genre naar het andere - hardrock, klassieke rock, bluesrock, progressieve rock - met daarbovenop evenveel tempo verschuivingen. In minder dan tien minuten krijg je hier een volwaardige symfonische productie in de maag gesplitst. Met ‘Smegmahood’ doet de avant-garde en free jazz zijn intrede met referenties naar de grote Frank Zappa. Daarnaast zijn ook Yes, Gentle Giant en Van Der Graaf Generator niet ver weg. Het is een flinke boterham die je in één tijd naar binnen moet werken en af en toe schiet er wel een brokje in het verkeerde keelgat. ‘Fairytales’ is het derde en laatste opus. De start is Oosters getint. Naar mijn gevoel duurt de intro veel te lang (vijf minuten). De Oosterse invloeden blijven verder aanwezig in de gitaarsolo’s en meerstemmige zang. Langzaam gaat men over in een zachtere symfo modus met zweverige synthesizers, mooie zang en stijlvolle gitaarpartijen. Na zestien minuten is het welletjes en schakelt men een versnelling hoger met hammond orgel en percussie. Het laatste woord - of toch bijna - is voor trommelaar Bastian Shuhbeck die het geheel afrond met een heuse drum en vibrafoon solo.

Cthuluminati

Cthuluminati
Reliqideus
Eigen Beheer

Nederlandse formatie opgericht in 2015, maar die eigenlijk de voortzetting is van het black metal combo Marquis dat in de periode 2008 tot 2015 drie albums uitbracht. Een grote inspiratiebron vormt het werk van de Amerikaanse auteur van fantasy- en horrorverhalen Howard Phillips Lovecraft. De naam van de groep is een vingerwijzing naar ‘The Call of Cthulhu’ dat voor het eerst werd gepubliceerd in 1928. De vier muzikanten van Cthuluminati blijven voor een deel trouw aan hun black metal verleden, maar verbreden hun muzikale spectrum met een diversiteit aan muziekstijlen met als voornaamste invloeden psychedelische rock, progressieve metal, doom en stoner. Cthuluminati is ook een totaalconcept met naast de muziek en de teksten daaraan gekoppelde griezelsagen en unieke kunsttaferelen. De groep zijn steilorige manier van musiceren geeft hen een eigen gezicht en het vooruitzicht om het nog ver te schoppen. Nochtans is wat we op ‘Reliqideus’ te horen krijgen niet allemaal zaligmakend. De plaat bevat wel een aantal opmerkelijke tracks zoals het monumentale ‘Illumni Fhtagn’, het epische ‘Svartálfr’ en het obscure ‘A Thin Line’. Niet mijn favoriet, maar wel fascinerend is de uitsmijter ‘Umibozu’. Een nummer met meerdere onverwachte wendingen. Tijd dus om kennis te maken met de visionaire wereld van Cthuluminati.

donderdag 6 juni 2019

MoE + Mette Rasmussen

MoE + Mette Rasmussen
Tolerancia Picante
Conradsound

MoE zijn Guro Skumsnes Moe (contrabas, basgitaar en zang), Håvard Skaset (gitaar) en Joakim Heibø Johansen (drums). Ze ontmoeten en speelden een eerste keer samen met saxofoniste Mette Rasmussen tijdens het Jazzfest in Trondheim van mei 2018. Datzelfde jaar begonnen ze nog aan de opnames van ‘Tolerancia Picante’ en trokken ook samen op tournee door Mexico. MoE heeft zich de laatste jaren een aardige reputatie bij elkaar gespeeld. Naast improvisatie is creativiteit hun sleutel tot succes. Het drietal houdt van contradictie en combineert no wave, noise en sludge met rock en free jazz. De Deense Mette Rasmussen heeft als uitvalsbasis Trondheim, Noorwegen. Ze speelt zowel solo als met haar eigen band Trio Riot. Ze is bijna constant op rondreis en deelde het podium meten onder meer Cocaine Piss, Godspeed You! Black Emperor en muzikanten als Alan Silva en Chris Corsano. De saxofoon heeft voor haar geen geheimen meer. Mette drijft zichzelf tot het uiterste en puurt alles uit haar instrument. Daar zit ze zowat op dezelfde golflengte met MoE die ook voluit gaan op het gebied van vrij musiceren, experimenteren met geluid en expressie, zowel improviserend als gecontroleerd. De elf tracks op ‘Tolerancia Picante’ bieden een breed palet aan waarbij noise, sludge, drone en free jazz vrij spel krijgen. Soms slaat de kakofonie toe en gaat men helemaal loos. Er zijn onrustwekkende passages van monotone en hamerende, dreunende drones of de hoge kreten en strakke, afgemeten stoten van de sax. Structuur wordt afgewisseld met onsamenhangend. Maar op één of andere manier komt het altijd goed. Ook met de vocale capriolen van Guro. Hoe dan ook is dit muziek die je niet onbewogen laat in zowel positieve als negatieve zin. De termen extreem en speciaal zijn hier bijna een understatement. 

Pateras / Baxter / Brown

Pateras / Baxter / Brown
Bern · Melbourne · Milan
Immediata

Dit trio van muzikanten bestaande uit Sean Baxter (drums), David Brown (geprepareerde gitaar) en Anthony Pateras (geprepareerde piano) vormde een band in 2002. Een eerste album ‘Gauticle’ verscheen in 2004. Daarna volgde nog datzelfde jaar ‘Ataxia’. ‘Interference’ en ‘Live At L’Usine’ werden allebei uitgebracht in 2008. In die periode werd ook veel getoerd en opgetreden. Zo deden ze een paar uitgebreide Europese tournees. Tijdens hun onvoorspelbare concerten gingen verschillende genres als hedendaags klassiek, elektronische muziek, jazz, grindcore en avant-garde voor de bijl wat hen een cult aanhang aan volgelingen opleverde. Na een lange onderbreking van zes jaar begon het drietal in 2017 aan nieuwe opnames onder de noemer de ‘Inland Concert Series’. Wat we op deze ‘Bern · Melbourne · Milan’ te horen krijgen zijn, naast de ‘Inland’ introductie een verzameling tracks in de vorm van een dubbel cd van archief- en liveopnames plus hun eerste op tape vastgelegde repetities uit 2002 (‘Mcilwraith St’). De titel van de plaat verwijst naar de plaatsen waar de live registraties werden gemaakt. Ondanks het vertrekpunt met improvisaties krijg je hier een verbonden en uniek geluidslandschap waarin percussie meestal de bovenhand neemt (ook al zijn de andere instrumenten gemakkelijk herkenbaar). Hectische vormen maken plaats voor meer rustige passages en omgekeerd. Dit is de veertiende en voorlaatste release voor Immediata. Net zoals alle overige uitgaves is deze gelimiteerd (300 exemplaren) en mooi gepresenteerd. De verpakking bestaat uit gerecycleerd karton, robijnrood met zilveren opdruk. De tekst in het begeleidende boekje is van de hand van drummer Sean Baxter.

Anthony Pateras

Anthony Pateras
Collected Works Vol. II (2005-2018)
Immediata

Na ‘Collected Works (2002-2012)’, de eerste release op Anthony Pateras zijn eigen label Immediata - een muziek- en tekstproject rond hedendaagse muziek - is dit de tweede vijfdelige box die de periode 2005 tot 2018 bestrijkt. Het is meteen de vijftiende en laatste release in de Immediata serie. Deze Australische componist, pianist en wereldreiziger heeft meer dan vijftig werken op zijn conto staan en werkte samen met onder meer Mike Patton, Chris Abrahams, Sunn O))) en Valerio Tricoli en werd in tal van landen uitgenodigd als muzikale resident. Deze ‘Collected Works Vol. II’ omvat zesentwintig werken/composities van solo uitvoeringen en samenwerkingsverbanden zoals eigengereide trio combinaties. Het is ook een zoektocht naar elektroakoestische orkestraties en allerhande geluidsverschijnselen. Naast de interactie tussen verschillende instrumenten bouwt Pateras aan variaties in timbre en toon waarin een eindeloos lijkende keten van energie waaruit een dialoog ontstaat tussen uitvoerder en toehoorder(s). De eerste schijf kreeg als titel ‘Solo & Electronics’ mee. Het is een eerste luik, want cd vier bevat een tweede deel met gelijkaardige werken, al zijn er ook grote verschillen in opvatting. Op beide platen worden electronics gecombineerd met telkens één instrument zoals fluit, piano, viool, contrabas of klarinet. De meest opvallende combinaties zijn die op de vierde langspeler met tam-tam en het laatste stuk met sopraan Jessica Aszodi. Cd twee omvat twee lange improvisaties voor ensembles van respectievelijk negen en tien muzikanten. Hier concentreert Pateras zich op de fysieke ruimte en de uitvoering. In ‘Decay Of Logic’ zitten de muzikanten in een cirkel vergezeld van luidsprekers die in lijn tegenover elke musicus staan en zo de geluiden over en weer projecteren. Schijf drie bestaat uit werken in triobezetting. Het instrumentarium is heel uiteenlopend en combineert onder meer gitaar, vibrafoon met een voorbereide piano of ook drie saxofonisten met electronics. Op de vijfde langspeler staan weer improviserende ensembles centraal. Deze keer zijn het orkestrale stukken. Het laatste fragment is meteen het oudste (2005), een fantasierijk stuk uitgevoerd door het gelegenheidscombo Twitch met de toepasselijke titel ‘Fragments, Splinters & Shards’. ‘Collected Works Vol. II’ is een bijzondere luisterervaring. De vijfdelige set schets een beeld en verkent de wereld van Anthony Pateras. Een mooi overzicht om mee in schoonheid te eindigen.    

Visible Cloaks, Yoshio Ojima & Satsuki Shibano

Visible Cloaks, Yoshio Ojima & Satsuki Shibano
FRKWYS Vol. 15: serenitatem
RVNG Intl.

De FRKWYS reeks van het in Brooklyn gevestigde RVNG Intl. label probeert artiesten van verschillende generaties samen te brengen en met elkaar te laten werken. Dat moet leiden tot een soort van muzikale, creatieve conversatie. Visible Cloaks zijn Spencer Doran en Ryan Carlile uit Portland, Oregon. Zij krijgen op volume 15 het gezelschap van twee Japanse partners in crime. Componist Yoshio Ojima is een begrip in ambient muziek en een pionier op het gebied van gegenereerde software en de daaruit voortvloeiende generatieve kunst. Pianiste Satsuki Shibano is vooral bekend van haar baanbrekende interpretaties van Erik Satie en Claude Debussy. De twee waren heel productief tijdens de jaren tachtig en negentig. Hun laatste gezamenlijke wapenfeit ‘Belle De Nuit’ dateert van 2012. Een grote inspiratiebron voor Visible Cloaks waren het tweetal hun bijdrage, aan radio experimenten onder de noemer St. Giga, een samensmelting tussen een constante stroom van veldopnames en Japanse poëzie, ingelezen door Satsuki. De vier muzikanten ontmoeten elkaar in Tokio eind 2017 bij de afsluiting van Visible Cloaks hun eerste Japanse tournee. Een week werkten ze samen aan ‘serenitatem’ en werd een muzikale strategie uitgetekend. Voor de overige processen werden geluidsschetsen en composities bewerkt en over en weer gestuurd. De ingesproken teksten werden door Carlile aangepast en gegenereerd via het MIDI softwareprogramma Wotja. Opmerkelijk is ook de bewerking van twee middeleeuwse muziekstukken: ‘S'Amours ne fait par sa grace adoucir (Ballade 1)’ van Guillaume de Machaut (1300–1377) en ‘Canzona per sonare no. 4’ van Giovanni Gabrieli (1557–1612). De MIDI arrangementen zorgen er voor dat het geheel baadt in een moderne, futuristische en optimistische sfeer van verfijning. De geluidslandschappen reiken verder dan een genre als ambient. Delicaat, ongerept, melancholisch en vederlicht zijn maar een paar van de eigenschappen die deze ‘serenitatem’ boven het gewone uittilt. Het is een meer dan geslaagde release die helemaal thuishoort in deze serie.

Stereo Hypnosis & Christopher Chaplin

Stereo Hypnosis & Christopher Chaplin
Bjarmi
Fabrique Records

Het IJslandse, elektronische trio Stereo Hypnosis bestaat uit vader en zoon Óskar en Pan Thorarensen en componist Þorkell Atlason. Het drietal werd opgericht in 2006 op het afgelegen eiland Flatey dat zoveel betekent als plat eiland. De act staat bekend om zijn werkwijze waarbij veel wordt gebruik gemaakt van omgevingsgeluid en veldopnames uit de natuur zoals golven die de kust breken, druppelend water, vogels in hun habitat en dat alles aangevuld met getemperde beats en al even zachte melodieën. Componist Atlason studeerde klassieke gitaar en vindt zijn weg zowel in pop, hedendaags klassiek als elektronische muziek. Vader en zoon Thorarensen delen al veertig jaar muzikaal lief en leed. Zijn welbekend in eigen land en staan aan het roer van het jaarlijks terugkerend elektronische muziekfestival Extreme Chill. De Britse componist en experimentele muzikant Christopher James Chaplin maakte naam en faam mer twee soloalbums: ‘Je Suis Le Ténébreux’ (2016) en het vorig jaar verschenen ‘Paradise Lost’, een samenwerking met de Amerikaanse dichter Leslie Winer en de Britse tenor Nathan Vale. Stereo Hypnosis en Chaplin hebben de laatste jaren samen een aantal concerten gespeeld bestaande uit live, elektronisch gestuurde improvisaties. Het lijkt dan ook logisch dat het idee werd opgevat om ooit met elkaar een plaat op te nemen. In de zomer van 2018 kwam er schot in de zaak. Als locatie werd gekozen voor het stadje Hvammstangi in het noorden van IJsland. De naam van het album ‘Bjarmi’ en de titels van de songs verwijzen naar het schiereiland Heggstaðanes dat wordt begrensd door twee fjorden. Hier vind je alleen drasland, veengrond, zeehonden, eidereenden, aalscholvers, schapen met hun herders en twee rijen met boerderijen. ‘Bjarmi’ is live opgenomen in de studio en de prachtige ambient texturen staan in verhouding tot de ijzige en kale geluidslandschappen. Er werd enorm veel geïnvesteerd in het overbrengen van gedetailleerde en subtiele infiltraties van passende veldopnames in de door synthesizers geweven klanktapijten. Het geheel is helemaal in harmonie met het decor van de IJslandse fauna en flora op de achtergrond. In ‘Heggur’ en ‘Tangi’ is de toon iets donkerder en onheilspellend. Zich in de wilde natuur begeven is dan ook niet altijd zonder gevaar. Alleen wie eerbied en respect toont hoort er thuis. ‘Bjarmi’ maakt de luisteraar alvast warm om op ontdekkingstocht te gaan.

Sans Titre

Sans Titre
#1
Atypeek Music/Ormo Records

Ormo Records is een label gevestigd in Nantes dat zich tot doel stelt om muzikale creaties die dikwijls moeilijk of niet te classificeren zijn onder de aandacht te brengen. De luisteraar vertrouwt maken met het onbekende, het onbetreden, het obscure dat vele gezichten heeft via experiment en improvisatie. De elementen waarmee dergelijke geluiden zich manifesteren zijn al even enigmatisch als ondoorgrondelijk: trillingen, beelden, botsingen, stiltes, machines, schokken, het ademen; je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt er muziek uit puren. Sans Titre verenigd met Gabriel Lemaire (alto en bariton saxofoons), Matthieu Prual (alto saxofoon en basklarinet), D’Incise (Orla keyboards, objecten en electronics), Toma Gouband (drums, percussie, zangtonen) en Mathias Delplanque (live sampling en audio processing) vijf muzikanten van uiteenlopende strekkingen. Het was Prual die ze bij elkaar bracht voor ‘#1’ een live optreden dat drie uur in beslag zou nemen. Wat er voor deze release uit werd gedistilleerd omvat twee lange fragmenten van respectievelijk negentien en zeventien minuten. Ze openen het portaal naar een andere wereld waar de muziek zich fysiek laat gelden en het lichaam raakt, doordringt, omhult en bewerkt. Voor wie het toelaat, zijn het vreemde gewaarwordingen. Je zweeft, dwaalt en hallucineert in het tijdloze. Deze muziekcollages zitten boordevol details en variaties die telkens de perceptie een andere weg opsturen. Het is muziek die je bevrijdt van de dagelijkse sleur en zorgen. Een impressie die je ook na het verstrijken van de laatste tonen nog probeert vast te houden.  

Ultra Zook

Ultra Zook
Ultra Zook
Atypeek Music

Frans trio bestaande uit Benjamin Bardiaux (keyboards, zang), Remi Faraut (drums, zang) en Emmanuel Siachoua (basgitaar, fluit, zang) die samen Ultra Zook vormen. Ze brengen een raar en vreemd mengsel van genres. Een naïeve variant van Zeuhl (toch op het eerste gehoor), experimentele rock, Zouk uit de Franse Antillen, avant-garde, rock in opposition (RIO), math rock, progressieve rock en Franse volksmuziek. Kinderlijke eenvoud wordt hier gekoppeld aan complexe harmonieën, er zijn de originele en subtiele ingevingen, de tropisch apocalyptische ritmes. En dat alles afgerond met een postmoderne toets. De teksten zijn al even bizar. Er wordt gespeeld met woorden en dat staat helemaal in verhouding met hun manier van musiceren. Voor zo ver ik het kan inschatten is de muziek van Ultra Zook uniek. Het lijkt allemaal eenvoudig, maar dat is slechts schijn. De manier waarop ze bijvoorbeeld de zangpartijen brengen is heel gevarieerd en dynamisch. Twee van de hoogtepunten op alle gebied zijn ‘La Plasticité Mentale Du Monsieur’ en ‘Ping Pong’. In de categorie knotsgek mag je ‘Gibeli Gibelo’ en ‘Hmong Song’ onderbrengen. Maar het lekkerst is en blijft toch ‘Frangipanier’. Het duurt een hele tijd om deze hoekige muziekjes te vatten en wennen doet het nooit. Flauwe grappen en grollen of geniaal? Het komt van de twee kanten.

Denis Frajerman

Denis Frajerman
Wastelands/Lawrence Of Arabia
Klanggalerie

Denis Frajerman is een origineel lid en medecomponist van de Franse experimentele groep Palo Alto. Denis heeft een grote interesse in literatuur en de mondelinge overdracht er van. Hij werkt dan ook op regelmatige basis samen met schrijvers en vertellers voor radiosessies, oratoria of op plaat. Twee van zijn favoriete auteurs zijn Antoine Volodine en Jacques Barbéri. Zijn solodebuut in 1999 was sterk beïnvloed door het werk van Volodine. Ze delen dezelfde belangstelling voor alles wat te maken heeft met horror, zwarte humor en hekserij. De laatste jaren werpt Frajerman zich op als componist voor soundtracks, dansvoorstellingen, objecttheater, documentaires plus animatie- en kortfilms. Muzikaal heeft hij zich toegelegd op het spelen van gitaar en zijn aandacht gaat uit naar volksmuziek uit Griekenland en country blues uit de zuidelijke staten van de VS. Zijn nieuwe album bestaat uit twee delen. Het idee voor het eerste luik ‘Wastelands’ rijpte bij Frajerman al tien jaar geleden. Het is een project waar de stem van Susannah Rooke centraal staat. De teksten die ze declameert komen uit het vijf delen omvattende gedicht ‘The Wasteland’ van auteur Thomas Stearns Eliot. Het instrumentarium evolueerde van ritmeboxen en toetsen naar een akoestische setting van drums, strijkers, saxofoon en klarinet. Het tweede deel bestaat uit composities die eerder reeds werden gepubliceerd op een aantal compilaties in de periode 2016-2018. ‘Clock Bird’ is een cover van Minimal Compact. Het origineel vind je terug op de elpee ‘Made To Measure vol. 10’ (1987). ‘Wie Der Wind Am Ende Einer Strasse’ is oorspronkelijk van Amon Düül II en terug te vinden op hun album ‘Wolf City’ uit 1972. De meeste nummers hebben een Oosters karakter. Daarom koos Denis voor ‘Lawrence Of Arabia’ als verzamelnaam voor deze collectie songs. Het is ook één van zijn favoriete films. De plaat zelf is in zijn geheel erg rustgevend. Er wordt fraai gemusiceerd. De verschillen tussen de twee delen zijn niet zo groot. De overgang gaat geleidelijk. De sterkste punten van verscheidenheid zijn uiteraard de Oosterse elementen en ook de wat jazzy invloeden die hier en daar opduiken. ‘Wastelands/Lawrence Of Arabiai’ is een sierlijke verzameling van hedendaags klassieke muziek.

Tempel

Tempel
Tempel
Jansen Records

Tempel is een zijproject van Kvelertak drummer Kjetil Haugland Gjermundrød en niet te verwarren met het gelijknamige, instrumentale metal duo uit Phoenix, Arizona. Andere groepsleden in het Noorse kamp zijn de twee broers van Kjetil. Espen speelt gitaar en Inge neemt de basgitaar en zang voor zijn rekening. Tweede gitarist is hun gezamenlijke jeugdvriend Andreas Espolin Johnson. Voorlopig is Kvelertak voor Kjetil nog altijd hoofdzaak. Het drukke schema van Kvelertak verplichtte hem er zelfs toe om voor de concerten zijn zitje achter het drumstel af te staan aan het aanstormende talent Jonas Usterud Rønningen. Qua muzikale stromingen blijft Tempel in de buurt van grote broer Kvelertak. Ze vergeten ook de bands niet - The Hellacopters, Black Sabbath, Mastodon, Thin Lizzy en Enslaved - die hen inspireerden om Tempel op poten te zetten. Van in het begin gaat het er hard aan toe. Zanger/bassist Inge schreeuwt zich veertig minuten schor en haalt alles uit de kast. Gelukkig zit er meer afwisseling bij de overige instrumenten. De invloeden gaan van hardcore over thrash plus punk, black metal, klassieke rock en hardrock. In ‘Fortress’, ‘Torches’ en ‘Farewell’ is er zelfs plaats voor enkele rustige, melodieuze passages en in die laatste laat Inge zich zelfs verleiden om, net als in ‘Confusion’, een keer niet te schreeuwen maar gewoon te zingen. Het toont het brede spectrum aan waarin Tempel zich thuis voelt. Het gevarieerde aanbod is meegenomen, doch we lieten ons vooral inpakken door de rechttoe rechtaan nummers ‘Vendetta’, ‘Afterlife’ en het eerder genoemde meer harmonische ‘Confusion’.

Maps And Diagrams

Maps And Diagrams
Azurescens
False Industries/Handstitched*

Ze zijn al lange tijd vrienden en muzikale partners: Tim Diagram (echte naam Tim Martin) en Yair Etziony. Ze hebben nu hun krachten gebundeld voor een split label release op hun eigen uitgeversmerken Handstitched* en False Industries voor het uitbrengen van ‘Azurescens’ de nieuwe plaat van Maps And Diagrams, het alter ego van Tim Martin. Het album komt er in een beperkte oplage van tachtig exemplaren. Elke cd afzonderlijk is handgemaakt en zit in een hoes met op 100% witte katoenen vezels gebaseerd papier met elk een hand gestempelde illustratie en een sporenfiguur plus individuele collage afbeeldingen, uniek voor elk exemplaar. De cd en inlegbladen zijn dan nog eens verpakt in een plastic tas en individueel met de hand genummerd. De eveneens gelimiteerde cassette uitvoering bevat illustraties van de hier boven vermelde collage kunstwerken. Daarnaast is ‘Azurescens’ ook in digitaal formaat beschikbaar. Actief sinds 2003 heeft Maps And Diagrams meer dan twintig werken uitgebracht. Het concept voor ‘Azurescens’ kwam er in de herfst en winter van 2018. Het is een 69 minuten durende akoestische verkenning van oudere stukken van Maps And Diagrams. Wat herkenbaar blijft is het sentiment en de stemmingen die in eerdere opnames werden gevonden. De muziek staat garant voor een weids panorama, doch ook een zekere intimiteit. Enkele fragmenten zijn kil en huiveringwekkend (‘Sola’, ‘Shiro’ en ‘Helvella’). Andere doen denken aan de stijl van de Berlijnse School of zijn soms wat psychedelisch of hypnotiserend (‘Kubensis’, ‘Spore’, ‘Odora’ en ‘Amarra’). Ook belangrijk is het kosmische aspect dat meermaals terugkeert. De reeks van elf tracks is weelderig van opzet en rijk geschakeerd. Als luisteraar kom je terecht op verschillende niveaus die je meermaals doen dromen van verre reizen. De ontelbare effecten zijn deskundig verdeeld over het glansrijke aanbod. ‘Azurescens’ zorgt in zijn totaliteit voor een zeer aangename luisterervaring.  

The London Sound Survey

The London Sound Survey
Thames
Persistence Of Sound

Ian Rawes woont in Londen. Hij werkt er voor de stadsdiensten als ‘urban field recorder’ en is de oprichter van The London Sound Survey website die hij fulltime runt. Sinds 2008 heeft Rawes het veranderende geluid van de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk gedocumenteerd door middel van een enorme reeks van meer dan tweeduizend veldopnames, die elk aspect van het leven in Londen vastleggen. Ian begon veldopnames te maken van het Londense straatleven om het te kunnen documenteren en te bewaren voor de komende generaties. In 2009 ging de site van de London Sound Survey online en laat de bezoeker toe om via verschillende archieven de mozaïek aan stadsgeluiden te verkennen en te ontdekken. Ze kunnen als het ware terugreizen in de tijd. Dit album beperkt zich tot geluiden die in verband staan met de rivier de Theems. Verrassend is het rijke assortiment van geluidsopnames die je op deze plaat terugvindt. Indrukwekkend is bijvoorbeeld wanneer je in de twee bascule kamers bent (één in de noordelijke toren en één in de zuidelijke) van de Tower Bridge. Enorme gewichten later er de brug omhoog of naar beneden gaan. Het grote verschil tussen beide is dat het tweede fragment is opgenomen terwijl het regent. Er gaat een zekere en onverwachte muzikaliteit uit van al deze op verschillende tijdstippen en plaatsen geregistreerde geluiden, zowel als het gaat om dieren, zoals vogels, kikkers en insecten of machines, vlaggenmasten en de sirene van een raffinaderij. De laatste twee zijn intussen verdwenen. De masten werden weggehaald tijdens de renovatie van het Albert Bassin in de Docklands en de Coryton Refinery, gevestigd in de Thames Estuary, ging dicht in 2012. ‘Thames’ is een tot de verbeelding sprekende release. Ben er van overtuigt dat je nog heel wat andere (geluid)schatten vindt op de pagina’s van de London Sound Survey internetsite. 

Robert Worby

Robert Worby
Factitious Airs (Electronic Music)
Persistence Of Sound

Robert Worby is een componist, geluidskunstenaar, schrijver en omroeper. Net als Iain Marsh heeft hij zich gevestigd in Londen en werkt er sinds de jaren ’90 voor BBC Radio 3. Hij is de medeoprichter in 2002 van Cut & Splice, een festival met aandacht voor elektronische muziek en geluidskunst. Robert heeft een onverzadigbare fascinatie voor geluid in al zijn vormen en patronen. Hij houdt ervan om geluiden met elkaar te combineren wat zijn veelzijdigheid beklemtoont en zijn nieuwsgierigheid aanwakkert. Deze ‘Factitious Airs (Electronic Music)’ is zijn eerste solowerk waarmee hij zijn bewondering uit voor Karlheinz Stockhausen, Pierre Henry en andere pioniers van elektronische muziek geproduceerd tijdens de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Daarvoor maakt Worby gebruik van verouderde apparaten en technieken zoals een kortegolfradio, analoge opnametoestellen en oscillatoren. Shapechanger is een door hemzelf gebouwde geluidsinstallatie gemaakt van afgedankte hifi-luidsprekers en gebaseerd op de sage van de Viking-kroniekschrijver Egil. ‘Factitious Airs (Electronic Music)’ telt tien tracks. Die bestaan uit fragmenten van bestaande muziekstukken die worden ontleed, gemanipuleerd en gecombineerd tot een nieuwe constellatie van hedendaagse elektronische muziek. Het zou ons te ver leiden om elk fragment apart te gaan omschrijven. Elke van de tien composities heeft zijn eigenheid en oorsprong. Zo is bijvoorbeeld ‘To Come Speedy Upon Them’ geïnspireerd door vogels die door de lucht klieven, tuimelen, rondcirkelen en fladderen. Midden de jaren tachtig kwam een oude man uit Wit-Rusland naar Leeds. Hij kwam er plots te overlijden. Op zijn zolder vond men een koffer vol bandopnames. ‘Electronic Sound From Belarus’ is een collage van geluidsfragmenten afkomstig van die tapes. Pianomuziek in de stijl van musique concrète gaat helemaal crescendo, laag na laag wordt gebouwd om dan als een kaartenhuis in elkaar te storten in ‘The Blind Momentum Of Catastrophe’. In zijn geheel is ’Factitious Airs (Electronic Music)’ erg abstract. Ten opzichte van elkaar is er weinig samenhang tussen de stukken. Het zijn eerder alleenstaande brokken van bijeen gezochte geluiden. Wie er dieper op ingaat ontdekt meerdere facetten, maar het is en blijft een moeilijke oefening.

Iain Chambers

Iain Chambers
The Eccentric Press
Persistence Of Sound

Iain Chambers is een Engelse componist, producer en kunstenaar. Hij is actief sinds de jaren negentig. Is het meest bekend voor zijn werk voor radio, tv en film. Vormde in 2003 samen met twee collega’s van BBC Radio 3 het musique concrète collectief Langham Research Centre. Enkele jaren later begon Chambers te experimenteren met opnames die locatie gebonden zijn. Zo kreeg één van zijn installaties een vaste stek op het hellend dak van het Operahuset in Oslo. In 2015 organiseerde Iain voor het eerst een concert in de basculekamer van de Tower Bridge in Londen. De geluiden van de brug die open en dicht gaat zijn hier ingezet als compositorisch materiaal samen met trompetten en trombones. Sindsdien zijn de Bascule Chambers Concerts een jaarlijks terugkerend evenement. De man heeft nog heel wat meer (indrukwekkende) creaties op zijn conto staan zoals The Regent’s Canal, Recomposed en The House Of Sound. Dit jaar lanceerde Chambers met Persistence Of Sound een eigen label dat zijn nieuwe werken en dat van anderen nog meer en beter tot hun recht moet laten komen. De eerste release kreeg als titel ‘The Eccentric Press’ en omvat twee stukken van radio fonisch werk. Ze behoren tot het ‘Sounds Of Changes’, een pan-Europees project dat als doel heeft industriële en dagdagelijkse geluiden die gedoemd zijn om ooit te verdwijnen te documenteren. Het eerste deel ‘The Eccentric Press’ werd gemaakt in opdracht van de Westdeutscher Rundfunk (WDR) in Keulen. Opdrachtgever voor ‘Maudsley Engine’ is ABC Radio National uit Australië. Beide werden gecomponeerd in 2016. De oorsprong van de geluidsopnames is heel uiteenlopend en zijn afkomstig uit verschillende landen. Naast Duitsland zijn dat Zweden, België, Polen en het Verenigd Koninkrijk. Er passeren heel wat geluidsfragmenten, zoals een ratelende naaimachine, vuurspuwende hoogovens, geschraap van staal, geklop en gedreun van mechanische installaties, belsignalen, klokken, stoommachines, een Saab gevechtsvliegtuig, een opstartende IBM computer uit 1991 en de sirenes van een brandweerwagen. De twee symfonieën zijn een ode aan een industrieel tijdperk waar nog lang sporen van zullen terug te vinden zijn. De opbouw en structuur bestaat uit in lagen aangebrachte en verwerkte veldopnames. Het zijn uitzonderlijke, muzikale realisaties waarin de samenhang en het melodieuze karakter pas na een aantal luisterbeurten zijn weg vindt naar de toehoorder. 

Into Orbit

Into Orbit
Kinesis
Ironclad Productions

Na ‘Caverns’ en ‘Unearthing’ is ‘Kinesis’ de derde worp voor dit uit Nieuw-Zeeland afkomstige tweetal. Drummer Ian Moir en gitarist Paul Stewart begonnen hun Into Orbit avontuur in 2013 in Wellington. Het duo klinkt dankzij hulpmiddelen als loops, overdubs en andere effecten net zoals een volwaardige band. Meer nog, ze slagen erin om een indrukwekkende geluidsmuur op te trekken. Door een gevarieerd aanbod aan stijlen weten ze ook de typische kenmerken van de doorsnee instrumentale (post)rockband te overstijgen. De tandem gooit moeiteloos en met branie experimentele rock, metal, doom, hardrock, progressieve en klassieke rock, drone, postrock en postmetal in het strijdperk. ‘Kinesis’ is een evenwichtig album dat zowel loeiharde en epische songs bevat met daarin verweven melodieuze, zachte of sombere passages. Een mooi voorbeeld krijg je al onmiddellijk in het openingsfragment met de toepasselijke titel ’Shifter’. Het zijn welgekomen nuances die de muzikale chemie levendig houden en de aantrekkingskracht bestendigen. Andere opvallende composities zijn ‘Between Stars’, ‘Summoning’, ‘Emergence’ en ‘Pale Sky’. Het maakt ‘Kinesis’ ook emotioneel en attractief, iets waar het instrumentale bands al eens aan ontbreekt. Deze maand komt Into Orbit voor het eerst op tournee naar Europa. Zij het niet naar onze contreien. Maar het is een begin. En als ze live even massief en gedreven overkomen als op plaat dan zou de fan basis wel eens snel kunnen aangroeien.  

Yair Etziony

Yair Etziony
Ingress
False Industries

Voor de Israëliër Yair Etziony is dit zijn vijfde release onder de vlag van zijn eigen False Industries label (opgericht in 2010) en zijn derde sinds hij als woonplaats Tel Aviv inruilde voor Berlijn. Met ‘Ingress’- dat zoveel betekent als ‘zich het recht toe-eigenen om binnen te gaan’ - zet Yair de lijn verder van zijn vorige platen: ‘As Above So Below’ en Deliverance’. Het is andermaal een duister minimalistisch opus over ondergang, dood, ruïnes en verval in een omgeving van kale desolate gebieden en ijsvlaktes. Tijdens de opnames werd Etziony tweemaal in het ziekenhuis opgenomen. Ingrijpende gebeurtenissen die een aantal emoties opwekken waaruit zowel wanhoop spreekt, als geestkracht en een positieve ingesteldheid. De geluidslandschappen hebben eveneens een futuristisch en filmisch karakter. In al zijn werken probeert Yair altijd zichzelf opnieuw uit te vinden als uitvoerder en als componist. Op deze ‘Ingress’ worden een aantal nieuwe opname- en mengtechnieken geïntroduceerd. Het instrumentarium bestaat slechts uit één modulaire synthesizer en één polysinth. Voor de rest zijn het analoge oscillatoren, filters, compressie en andere effecten die hier de lagere regionen van het geluidsspectrum moeten accentueren. ‘Ingress’ is een somber en loodzwaar werkstuk met subtiele en kleine klanknuances. Die zorgen voor enkele lichtpunten en doen dienst als hoopgevende factor. Dit alles samen maakt van ‘Ingress’ een meeslepend en imponerend album.

Kedr Livanskiy

Kedr Livanskiy
Your Need
2MR

Het tweede album van Kedr Livanskiy (echte naam Yana Kedrina) ‘Your Need’ is de opvolger voor het in 2017 verschenen ‘Ariadna’. Daarvoor had ze eerder al twee ep’s uitgebracht. Na de release van ‘Ariadna’ verkeerde Kedr een beetje in een identiteitscrisis. Het werd voor haar een zoektocht om zichzelf terug op de rails te krijgen. Een hulpmiddel om daar te geraken en haar zelfbeeld bij te stellen was de rol die ze op zich nam van DJ. Anderhalf jaar lang exponeerde ze haar interesse in ‘old school’ dansmuziek zoals ghetto, house, breakbeat, garage en breidde haar speelveld uit met ambient, krautrock en meer experimentele muziek. Onder impuls en leiding van haar vriend Flaty (alias voor kunstenaar Evgenii Fadeev) begon ze te werken aan haar tweede plaat. Na een marathon van tien dagen onafgebroken schrijven van nieuwe nummers was het tijd om het geheel op punt te stellen in de studio. ‘Your Need’ is een afspiegeling geworden van het echte leven met zijn ups en downs. Tegen een achtergrond van een stedelijke jungle is voor Livanskiy en haar avatar elke dag een nieuw begin. Zocht ze met ‘Adriana’ meer aansluiting bij de underground dansbeweging dan leunt ‘Your Need’ dan weer meer aan bij electro pop en op de jaren negentig geënte genres en tradities. Bij een aantal songs bekruipt je dan ook een sterk déjà vu gevoel. Het album bevat tien relatief korte tracks. Daardoor krijg het verloop een (v)luchtig effect. Voor slappe songs als ‘Sky Kisses’, de twee versies van ‘Your Need’ en ‘City Track’ is dat een pluspunt. Betere nummers als ‘Why Love’, het door dub gedreven ‘Lugovoy (November Dub)’ en ‘Bounce 2’ mochten best wat langer duren en beter zijn uitgewerkt. In zijn geheel stelt deze plaat teleur. ’Your Need’ lijkt me een halfbakken productie die snel zal ondergesneeuwd geraken in het aanbod gelijkaardige muziekjes.   

Dark Star Safari

Dark Star Safari
Dark Star Safari
Arjunamusic Records

Dark Star Safari is een nieuw gevormde band met als groepsleden Jan Bang, Erik Honoré, Eivind Aarset en Samuel Rohrer. Deze Noorse muzikanten/producers hebben allemaal een eigen palmares en kennen elkaar van eerdere projecten en collaboraties met artiesten als David Sylvian, Jon Hassell, Nils Petter Molvær en Sidsel Endresen. De aanzet voor Dark Star Safari kwam er op initiatief van Samuel Rohrer die Jan Bang en Eivind Aarset uitnodigde voor een muzieksessie in de Candy Bomber Studio in Berlijn. Als geluidstechnicus deden ze beroep op de befaamde Ingo Krauss (bekend van de Conny Plank Studio) die gebruik maakte van zowel analoge apparatuur als digitale processen. Het viertal ging erna verder aan de slag met dit geïmproviseerde materiaal om deze uit te werken tot echte composities. Daar hoorden ook teksten bij en Bang betrok Erik Honoré bij het project die alle teksten voor zijn rekening neemt en met ‘Mordechai’ en Fault Line’ twee extra nummers componeerde die de setlist vervolledigen. Teksten betekent dat je een zanger nodig hebt en na een tijdje erover te hebben nagedacht kwam Jan Bang tot de conclusie dat hij zelf die rol op zich zou nemen. Hij was ooit vocalist geweest in het begin van zijn carrière en dit leek de juiste zet. En inderdaad, Bang bezit een specifiek timbre dat ergens het midden houdt tussen David Sylvian en Graham Lewis (Wire). Met Honoré erbij was de bezetting compleet. Samen werkten ze verder aan de verfijning van de in totaal tien tracks. Hoeksteen van het album blijft de eerste op improvisatie geënte sessie en de vrijheid die de muzikanten aan elkander gunnen om het songmateriaal te bewerken en op elkaar af te stemmen. Het zijn liedjes die je ondanks de soms vreemde en afstandelijke klanken kunt koesteren en in het hart sluiten. Bij elke droom hoort echter een schaduwzijde en die zweeft tussen en door de veelgelaagde songstructuren. Ben benieuwd naar de interactie van dit toch wel opvallend werkstuk met een live publiek.   

Exoterm

Exoterm
“Exits Into A Corridor”
Hubro

Vier grote muzikale personaliteiten uit de Noorse en de Amerikaanse jazzwereld slaan hier de handen in elkaar. De term supergroep wordt soms ten onrechte gebruikt, doch is hier wel degelijk op zijn plaats. Saxofonist Kristoffer Berre Alberts is lid van Cortex, Starlite Motel en Paal Nilssen-Love zijn Large Unit. Speelt daarnaast nog in verschillende duobezettingen met andere gerenommeerde muzikanten. Rune Nergaard (basgitaar) kennen we van Bushman’s Revenge, Fra Det Onde, Scent Of Soil, Astro Sonic en zijn eigen Rune Your Day kwartet. Gitarist Nels Cline is al vijftien jaar actief in Wilco en heeft sinds zijn debuut veertig jaar geleden zowat alles uitgeprobeerd in muziekstijlen als jazz, rock en avant-garde. Laatste in het rijtje is drummer Jim Black. Heeft ook al een mooi palmares bij elkaar gespeeld. Vanaf 2000 actief met zijn eigen band AlasNoAxis waarmee hij als zes albums heeft uitgebracht. Alle muziek op deze eersteling van Exoterm is van de hand van Rune Nergaard. Sommige tracks zijn bewust schetsmatig gelaten, andere hebben meer de structuur en harmonie van traditionele melodieën. De zes nummers werden in amper twee dagen ingeblikt in de Figure 8 Recording Studio in Brooklyn, NYC. Het kwartet veegt hier alle obstructies en grenzen van tafel. Improvisatie is de sleutel die alle deuren opent. Met dit genre overstijgende werk combineren de muzikanten hun diverse invloeden en smeden dit tot een complex geheel van elektronische klanklandschappen, avant-garde, power jazz, noise, thrash, free jazz en rock. Dromerige en verfijnde passages worden afgewisseld met energieke uithalen, ingewikkelde grooves, gespierde riffs en een bijna tot kakofonie gedreven saxofoon. Indrukwekkende plaat deze “Exits Into A Corridor”.   

Deer

Deer
There’s No Future
Eigen Beheer

Deer is een Mexicaans duo bestaande uit Adriana Martinez (zang, gitaar, basgitaar, percussie) en Miguel Bastida (synthesizers, programming, piano). Ze kozen voor een verhuis naar Hong Kong en maken daar nu het mooie weer met hun mix van industrial, trip hop, EBM en indie rock. In 2018 brachten ze met ‘Portraits’ een eerste ep uit. Voor de opnames er van trokken ze naar Taiwan en werkten er samen met producer Yuchain (Green Eyes). Een oefening die ze nog eens over doen voor de registratie van hun eerste album. Met slechts zeven nummers en een speelduur van net boven de dertig minuten valt die wat magertjes uit. Aan de andere kant lijkt me dit als introductie net voldoende. De thema’s die het tweetal aankaarten - het einde van de wereld, de manier van leven van de moderne mens, zijn politiek en sociaal gedrag - wegen zwaar door in de teksten. De donkere en duistere op industrial georiënteerde muziek sluit naadloos aan bij deze doemscenario’s. Zangeres Adriana kiest voor elk nummer telkens een ander timbre en een passende intonatie, wat de geloofwaardigheid ten goede komt. De titelsong is met zijn net over half weg op EBM geënte versnelling het speerpunt van deze plaat. Andere hoogtepunten zijn het door staccato riffs gedomineerde ‘Wailing Wood’, het fraaie, met triphop elementen opgesmukte ‘Tell-Tale H…’ en het harde, gedreven ‘Dead Souls’. Fijn debuut deze ‘There’s No Future’ van Deer.