zaterdag 7 maart 2020

Pyre Of Descent

Pyre Of Descent
Peaks Of Eternal Light
Terror From Hell
Na een demo in 2018 komt het in Berlijn gevestigde Pyre Of Descent aanzetten met een eerste vier nummers tellende ep. Spilfiguur is een zekere Dave S. die zich onderdompelt in mysterieuze zielenroerselen, occultisme, visioenen, spiritualiteit en psychedelica. De melancholische en melodieuze muziek kun je onderbrengen in de categorie dark rock (met een streepje gothic). Doet meermaals denken aan Fields Of The Nephilim en aanverwante acts als Sensorium, NFD (Noise For Destruction) en The Nefilim. De beste track is opener ‘Fyre’. Daarna raakt Pyre Of Descent een beetje op de dool. Af en toe kent het gezelschap een opflakkering met een paar fraaie instrumentale passages. Toch gaat het nog helemaal mis wanneer inspiratieloos gepingel en duister gegrom (‘†’, ‘To See Into The Dark (VI Wheel)’) in de vorm van een plots opdoemende dikke mist, de veelbelovende sibillijnse tocht in de kiem smoort.

Crowhurst and Gavin Bryars

Crowhurst and Gavin Bryars
Incoherent American Narrative
Prophecy

Gavin Bryars is een gerenommeerde Engelse componist en contrabassist. Inmiddels 77 jaar oud, maar nog steeds zeer productief. Voelt zich thuis in zowel jazz, vrije improvisatie, minimalisme, klassieke en experimentele muziek, avant-garde en neoklassiek. De in Philadelphia gevestigde band Crowhurst is opgericht in 2011 en het geesteskind van Jay Gambit. Crowhurst heeft naast banden met noise en black metal ook raakvlakken met drone, vrije improvisatie en minimale muziek. Beide artiesten - die een ellenlange lijst van releases kunnen voorleggen - werken hier voor het eerst samen. De bron van de drie stukken op deze ‘Incoherent American Narrative’ ligt bij niet eerder gebruikte fragmenten afkomstig van diverse geluidsbronnen en opgediept uit het rijkgevulde arsenaal van Gavin Bryars. Op het eerste gehoor misschien onsamenhangend ontvouwt er zich na verschillende luisterbeurten een desolaat landschap waar ook bijzondere accenten in weerklinken (klokkenspel, hoorn). De tracks hebben een sterk filmisch karakter waarbij monotone, massieve drones en op minimale muziek gebaseerde loops het geheel sturen en domineren. De overwegende teneur is somber en naargeestig, doch ook reflecterend, huiveringwekkend en monumentaal. Andere kunstenaars die hier als referentiepunt kunnen dienen zijn Brian Eno, Philip Glass, Sunn O))) en de tandem Trent Reznor/Atticus Ross. 

Folian

Folian
Blue Mirror
Anima

David Stephen Fylstra, een in Portland, Oregon residerende muzikant, componist, geluidskunstenaar en eigenaar van het platenlabel Anima Recordings is een bezige jongen. Naast zijn huidige, volwaardige solodebuut ‘Blue Mirror’ werkt(e) hij mee aan tal van andere projecten en experimentele acts als Ramprasad (met leden van Lumbar, Process Black), Flood Peak (met muzikanten van Lament Cityscape, Juracán), KVØID (een samenwerking met kunstenaar Dylan Garrett Smith), Canadensis (een duobezetting met Dragon Turtle's Tom Asselin), Bible Black Tyrant. Meer recent zijn er nog The Stargazer Lilies (Rad Cult / Graveface) en Drowse (The Flenser). Op deze ‘Blue Mirror’ put David uit een mengsel van verschillende muziekstijlen (shoegaze, metal, noise, drone, psychedelische rock en elementen uit de popmuziek) en voegt daar nog eigen veldopnames aan toe. De teksten zijn gebaseerd op eigen ervaringen zowel relationeel als emotioneel. Het is een voortdurende tweestrijd, een zoektocht naar het vinden van de juiste balans. De sfeer is er een van depressie, angst en drugverslaving. Naast het gedrukte tempo is ook de zangstijl van Folian weinig hoopgevend en klinkt hij mismoedig. Je zou er zelf moedeloos van worden. In die optiek lijkt Fylstra in zijn opzet te slagen. Ideaal voor wie graag wegzinkt in het grijs en de gure kilte van februari.

Human Impact

Human Impact
Human Impact
Ipecac

In New York City en omstreken zal men hier durven gewagen van een supergroep. Human Impact smeed immers een band tussen klinkende namen als Chris Spencer (Unsane), Jim Coleman (Cop Shoot Cop), Chris Pravdica (Swans, Xiu Xiu) en Phil Puleo (Cop Shoot Cop, Swans). Martin Bisi - nog een veteraan uit de New Yorkse scene - werd aangezocht om in de studio alles in goede banen leiden. Ipecac was er dan ook als de kippen bij om de band vast te leggen. De vier doorwinterde muzikanten maken hun reputatie helemaal waar. Het groepsgeluid is een mix van industrial, noise en vuige rock. Het typische gitaargeluid en stem van Spencer worden naar voren gestuwd door het filmische en futuristische karakter van Coleman zijn toetseninstrumenten en doordringende samples. Zowel drummer Puelo als bassist Pravdica staan garant voor een geraffineerd samenspel van bijna ritmische perfectie. Het geheel wordt verstoord door scherpe geluidsvervormingen die een samenleving in verval voorspiegelen en een luguber beeld schetsen van een nabije toekomst. Human Impact is vandaag hét ultieme klankbord voor NYC (‘The City That Never Sleeps’), de uit zijn voegen barstende, grootste metropool in de VS. Geniet van opruiende pareltjes als ‘Consequences’, ‘This Dead Sea’, ‘Protester’, ‘Cause’ en het sublieme ‘Portrait’. 

Mitochondrial Sun

Mitochondrial Sun
Mitochondrial Sun 
Argonauta
Niklas Sundin is gitarist en mede-oprichter van de Zweedse band Dark Tranquility. Na een carrière van dertig jaar brengt hij nu een eerste soloalbum uit. Aanleiding was het verlangen om tijdens zijn ouderschapsverlof
muzikaal actief te blijven. De aankoop van nieuw studiomateriaal sterkte het idee om zich te wagen aan het experimenten met elektronische muziek. De grondslag voor de meeste composities ligt in het verleden. Niklas zocht in zijn collectie van oude cassettes en cd-r’s naar materiaal dat destijds niet geschikt bleek om te gebruiken bij Dark Tranquility, maar nu van pas kwam en naar zijn mening de tand des tijds wel had weten te doorstaan. Favoriete riffs en melodieën werden in een nieuw kleedje gestoken en verwerkt in dit tien nummers tellende solodebuut. Voor het maken van ‘Mitochondrial Sun’ kreeg Sundin hulp van zijn maatje bij Dark Tranquility, toetsenist Martin Brändström, celliste Annika Blomfeldt en producer, geluidstechnicus, muzikant en fervent liefhebber van vintage apparatuur

Anders Lagerfors. Op zijn eersteling brengt Niklas verschillende werelden bij elkaar. Naast echte instrumenten zijn er de elektronische elementen. Samen staan ze voor de beeldvorming van het evolueren en verstrijken van de tijd. Wat genres betreft is er voldoende afwisseling. Naar klassieke muziek neigende composities worden afgewisseld met futuristische ambient of industrial getinte taferelen, diverse filmmuziek, etnische muziek en eenmaal aanleunend bij metal in de afsluiter ‘The Great Filter’. Dit alles vormt een stijlvol geheel waar je wel de nodige tijd moet voor uittrekken.

Then Comes Silence

Then Comes Silence
Machine
Oblivion/SPV

Zweeds postpunk en gothic combo dat na drie eerder verschenen albums op het bescheiden Novoton label onderdak vond bij Nuclear Blast en in 2017 een doorbraak kende met hun vierde langspeler ‘Blood’. De meeste ideeën voor hun teksten halen ze bij het thema dood. Dat de groep in al zijn facetten, nadrukkelijk morbide en macaber voor de dag komt spreekt voor zich. Voor zanger/bassist en songsmid Alex Svenson-Metés is de dood bijna een obsessie. ‘Hoewel sterven verdriet en pijn brengt aan degenen die achterblijven, moeten we accepteren dat het de uiteindelijke bestemming van iedereen is. Ik denk elke dag aan de dood en dat maakt me een aardiger persoon, dat weet ik zeker’, aldus nog Alex. Muzikaal sluit men nauw aan bij de goth/postpunk scene, een nog altijd immer populair genre. Je hoort wat Sisters Of Mercy, Joy Division, The Mission, Bauhaus en daar maakt men een uitgekookte, eigentijdse mix van. Ondanks de kille, ijskoude grondtoon zijn er aangrijpende songs als ‘Ritual’, ‘We Lose The Night’, ‘Apocalypse Flare’ ‘W.O.O.O.U’, ‘Devil’, ‘Dark End’ die nog dagen in je hoofd blijven rondspoken. Andere zijn nog iets meer sinister, duister en zwartgallig van aard: ‘Cuts Inside’, ’In Your Name’, ‘Glass’, ‘Kill It’ en ‘I Gave You Everything’, maar kwalitatief moeten ze niet onderdoen voor de eerder genoemde titels. Fijne plaat deze ‘Machine’ van Then Comes Silence.

Rosetta

Rosetta
Terra Sola
Pelagic

Amerikaanse band, actief sinds 2003 en gestaag zoekend naar nieuwe texturen en concepten. Omschrijven zelf hun groepsgeluid als ‘metal voor astronauten’. Boekten tot nu toe hun grootste succes met de langspeler ‘The Anaesthete’ (2013). Na een lange, twee jaar durende toernee ter ondersteuning van hun meest recente release ‘Utopioid’ - uitgebracht in 2017 - komt men terug aan het platenfront met de ep ‘Terra Sola’. Daarop gaat men verder op de ingeslagen weg van ‘Utopioid’ met mooie instrumentale, uitgewerkte en melodieuze passages afgewisseld door de bekende forse naar hardcore en sludge metal neigende uithalen. De nadruk ligt duidelijk op een meer ruimtelijke dimensie die afdwaalt van het metal pad. De drie composities op deze ‘Terra Sola’ zijn heel geraffineerd en delicaat. Eigenlijk is het hier enkel nog in de elf minuten lange titelsong dat de moker nog wordt gehanteerd. Zowel het stijlvolle ‘57844’ als het dromerige ‘Where Is Hope’ stralen rust uit. Benieuwd welke weg men zal bewandelen met het volgende volwaardige album.

Pray For Sound

Pray For Sound
Waves
dunk!

Hoop en geluk vinden in muziek, het kan. En dat zelfs zonder maar één woord uit te spreken. Het uit Boston afkomstige instrumentale postrock gezelschap Pray For Sound wou met zijn vierde album een positieve boodschap brengen. Dit in tegenstelling tot vooral dan hun eersteling waar oprichter Bruce Malley uiting gaf aan zijn frustraties (Bruce is doof in zijn linkeroor). Directe aanleiding voor deze totaal andere benadering was de zware rugblessure van Nick Stewart die daardoor op non-actief kwam te staan. Ondanks alles nam hij toch deel aan het creatieve proces en met de hulp van zijn medemuzikanten was hij in staat om zo de pijn te kanaliseren. Ook voor Malley was de uitkomst gunstig. De onderlinge steun stelde hem in staat om de ergernis over zijn doofheid definitief achter zich te laten. Die triomfantelijke sfeer dringt door in de composities op ‘Waves’ een titel die symbool staat voor een emotionele achtbaan van hoogte- en dieptepunten. De songs zitten boordevol goed in het gehoor liggende melodieën, energieke riffs, robuuste bastonen, luisterrijke synths, tribale percussie en dat alles afgewisseld met meer rustige, spirituele passages. Pray For Sound hoopt zijn enthousiasme en positivisme, men spreekt zelfs van een genezende kracht, over te brengen naar de luisteraar. Geniet van fonkelende liedjes als ‘All The Days’, ‘Spiral’, ‘Talus’ en de titelsong.

rýr

rýr
Left Fallow
Narshardaa

rýr is IJslands en betekent kaal, schaars, zwak. Is nochtans geen IJslandse formatie, maar afkomstig uit Berlijn. Het Duitse viertal kiest voor een instrumentaal parcours en ‘Left Fallow’ is hun eerste langspeler. Wisselt in en mengt sfeervolle, heldere en weidse postrock/ambient fragmenten met vernietigende, monumentale en slopende doom/metal riffs. Het doel van rýr is om een kruisbestuiving tot stand te brengen tussen deze zeer van elkaar verschillende muziekstemmingen. In hun optiek complementerend en helemaal geschikt om voor een aantrekkelijk en opwindend live spektakel te zorgen. De composities klinken niet gekunsteld en werken in op een gevoelsmatige en persoonlijke inleving. ‘Left Fallow’ staat garant voor een geschakeerd veld van elkaar opvolgende prikkels, soms een tikje sentimenteel, doch meestal in balans waarbij de postrock en post metal elementen als vanzelfsprekend in elkaar overlopen. Interessant debuut en het wordt inderdaad uitkijken hoe ze het er live gaan van afbrengen.

The Glad Husbands

The Glad Husbands
Safe Places
Atypeek

Italiaans trio dat in 2012 debuteerde met het album ‘God Bless The Stormy Weather’. Ze hebben er enkele jaren voor nodig gehad, maar de opvolger ‘Safe Places’ is nu een feit en daarop halen de The Glad Husbands alles uit de kast om de luisteraar in de watten te leggen. Toch de liefhebber van een ongebreidelde mix van math rock, noise, post-hardcore en punk. Soms probeert het drietal alle stijlen in één enkele song te proppen waarbij talloze, complexe tempowisselingen elkaar opvolgen. De impressies die men krijgt zijn dubbel en te omschrijven als ‘dwars liggen’ en ‘onhandig aanvoelen’. De nummers worden wel passioneel en explosief ingespeeld. Het turbulente ‘Midas’ is daarvan het perfecte uitvloeisel, maar hangt tegelijk met haken en ogen aan elkaar. Met uitzondering van afsluiter ‘Like Animals’ wordt het doorgaans wervelende effect deels teniet gedaan en wat overblijft is een nerveus slingerend traject van een band met een aardig potentieel, maar die nog niet de ideale weg heeft gevonden om zijn stijle ambities waar te maken.