zondag 2 juni 2013

Blind Passenger


Blind Passenger
Zeitsprung
Wannsee Records
Blind Passengers was actief in de jaren negentig en verwierf zich enige faam binnen de Duitse wave en electro beweging. Het daarop volgende decennium acteerde frontman Nik Page onder zijn eigen naam. Tot 2010, wanneer hij als Blind Passenger (enkelvoud, de 's' is weggelaten) zich aan het front meldt met de cd 'Next Flight To Planet Earth'. In afwachting van een opvolger laten Page en zijn kompaan Oliver Christen hun licht schijnen over de jaren tachtig. Enkele wave klassiekers van toen krijgen op 'Zeitsprung' een Blind Passenger behandeling. Aanvullend steekt Nik een paar eigen oude krakers in een hedendaags kleedje en als slot krijg je nog paar live tracks als uitsmijter. Dit soort van releases vind je dezer dagen wel meer. Over de keuze van de nummers die gecoverd worden kan je van mening verschillen. Het begint al met 'Fade To Grey'. Je wordt plat geslagen met het aantal bewerkingen die deze classic al ten deel zijn gevallen en nu komt er dus nog eentje bij. Daarna volgt 'You' van Boytronic en 'Sunglasses At Night' van Corey Hart. Die klinken fris van de lever en deze interpretaties zijn leuk en vallen in de smaak. Je eigen songs opfrissen kan soms geen kwaad, maar het is wel oppassen geblazen. Het eerst aan de beurt is het twintig jaar oude 'Walking To Heaven'. Het dromerige, romantische aspect is zo goed als verdwenen. Kille synthesizer klanken en drumcomputers nemen hier de bovenhand. Met 'I Ran' van A Flock Of Seagulls komt de volgende cover er aan, maar met alle respect, dit lijkt me toch wat te hoog gegrepen en deze versie kan op geen enkel moment tippen aan het origineel. 'The Cross' is een opgefriste albumtrack en gelicht uit de in 1996 verschenen langspeler 'Destroyka'. 'The Cross' doet het vooral live goed en ik vermoed dat dit de reden is waarom het ook op deze 'Zeitsprung' prijkt. Met 'Push' van The Invincible Limit zitten we opnieuw in de jaren tachtig, op de dansvloer met een uitvoering die dicht aanleunt bij het origineel. We krijgen ook een idee van hoe Blind Passenger zich vandaag live presenteert met het populaire 'Aburdistan' en het even bekende 'Born To Die'. 'Zeitsprung' is een snelle hap tussen twee bedrijven in die vooral de diehard fans zal aanspreken.
 

Vive La Fête


Vive La Fête
2013
Firme De Disque
Ongeveer een jaar na 'Produit De Belgique' laten Danny Mommens en Els Pynoo opnieuw van zich horen met hun nieuwe album '2013'. Naar eigen zeggen keren ze hiermee terug naar hun beginjaren. In hun typische stijl, een mix van wave uit de jaren tachtig en Franse pop, brengen ze negen eigen nummers en een cover van Claude François zijn 'Alexandrie Alexandra'. Die laatste is een minder gelukkige keuze en de interpretatie, lees de zang van Els, is slapjes. Beterschap komt er met 'Je Souhaite' en 'Oiseau Bleu'. Twee knisperende, sexy liedjes waar je lekker kan op dansen. Daarna valt het geheel wat in duigen. Het tweetal plooit helemaal terug op hun oude gekende recept. Het klinkt routineus, inspiratieloos en soms kinderlijk eenvoudig ('Ping Pong'). Af en toe een leuke gitaar riff of een tempowisseling brengen is niet genoeg om van '2013' een goeie plaat te maken. Na 'Tics Nerveux' krijg je de traditionele geheime track. Twintig experimentele minuten, onsamenhangend maar contrasterend met de rest van het aanbod. Als de tandem Mommens/Pynoo echt wil vernieuwen moeten ze het de volgende keer misschien meer in die richting zoeken.
     

The Saint Paul


The Saint Paul
Consequence
Danse Macabre
De track 'Two Faces' vertelt veel over dit duo. Marc en Paul zijn elk op zich al jaren actief in het electro wereldje. Ze liepen elkaar in 2010 tegen het lijf. Bleek dat ze dezelfde muzikale smaak hebben weliswaar elk met andere accenten en een persoonlijke inbreng. Op hun eerste EP 'Rewind The Time' werden de artistieke verschillen bijgesteld en met succes. Het was de aanzet voor meer. Het tweetal weet op 'Consequence', hun eerste, volwaardige langspeler, de gulden middenweg te vinden tussen commerciële, dansbare tunes en meer duistere, licht experimentele tracks. Tot de eerste categorie behoren de titelsong, het eerder vermelde 'Two Faces', 'E:dot', 'Came To Loose', 'Lonely Despair' en 'Eternity'. Een beetje een buitenbeentje in het aanbod is 'Last Black Rose'. Een melodramatisch nummer, gelukkig zonder over te hellen naar de melige kant. En dat is nu net de kunst die het duo beheerst. Niet overdrijven aan deze of gene kant. Enkele songs krijgen een lichte voorkeur op de rest. Dat is het geval voor de sterke opener 'Inside Outside', de clubhit 'Two Faces', het donkere en kille 'Rise And Fall' en het door harde beats voortgestuwde 'E:dot'. The Saint Paul brengt een niet alledaagse, interessante combinatie van synth pop, EBM, future pop en dark electro. Zo mochten er meer zijn.
   

The Haxan Cloak


The Haxan Cloak
Excavation
Tri Angle Records
Het eerste album van Bobby Krlic als The Haxan Cloak beschreef de laatste tocht van een niet nader omschreven personage die zijn dood tegemoet gaat. 'Excavation' is het tweede luik en zoekt verder naar een beleving na de dood. Het gaat over het loslaten, de draad doorknippen met het aardse bestaan. Het achterlaten van het lichaam, de zoektocht naar het onbekende, de ultieme astrale ervaring. Ook al is de bestemming noch de hemel, noch de hel; gejaagde en verontrustende aspecten ondergraven dit avontuur. Met 'Excavation' gunt Krlic ons een kijk binnen zijn bijzondere wereld. Die geeft een totaal ander beeld op de stand der dingen. Sloot Bobby zich voor het maken van 'The Haxan Cloak' op in een kelderhok omringt door op de schroothoop ontdekte geluiden en rudimentair gedreun dan gaat het er op 'Excavation' iets meer gesofisticeerd aan toe. Onderkoelde beats gaan samen met zware baspatronen en minimalistische drones. Het geheel krijgt af en toe een lichtere toets met afgemeten melodieuze synthesizerlijnen en samples van stemmen. Dit experimentele werk benadrukt de somberheid en wie verwacht dat na het sterven het leven pas begint komt van een kale reis thuis. Het is slechts één perceptie, want hoe zou het er aan toe gaan in één van die andere parallelle werelden die ons omringen? 'Excavation' is de belichaming van de kracht van muziek. Klanken die samensmelten met het vermogen om te zien. Of toch de illusie van het beeld in stand houden.

Hellange


Hellange
Exile
Murphy Albums
Hellange bestaat al vijf jaar en bracht in 2009 met ‘DDEEMMOONN’ een eerste EP uit. Het drie tracks tellende plaatje was tot voor kort nooit te koop, maar de nummers kon je wel vrij downloaden. Het bracht Hellange onder de aandacht van liefhebbers van erg sombere doom, kille ambient en met loops opgebouwde geluidssculpturen. Op een eerste volwaardige album was het wachten tot begin mei van dit jaar. Hellange trekt die lijn verder door en selecteerde negen composities gekozen uit materiaal opgenomen in de maand augustus 2012 op verschillende locaties in Frankrijk en Luxemburg. De sfeer die de songs oproept is koortsig, dreigend, sonoor en sinister. De mix van verschillende muziekstijlen varieert van drones, naar minimalistisch tot ambient over avant-garde en experimenteel. De intensiteit en beleving die uitgaat van 'At Night', de titelsong en 'Bell' is zonder meer overweldigend. De klanken van een kerkorgel geven 'Raveon' een sacrale toets. Verrassend in de context van Hellange is het op akoestische gitaar gespeelde 'Brave Men Rising' met op de achtergrond toch die zweem van onrust door middel van nauwelijks hoorbare loops en drones. 'Takeoff' klinkt eerder als een mislukte dan geslaagde lancering. Men komt letterlijk niet van de grond en blijft rondjes draaien. 'Exile' is een sterk debuut, in die zin dat je als luisteraar zelf een interpretatie kan geven aan wat je te horen krijgt. De uitvoerders cijferen als het ware zichzelf weg en laten de relevantie van de perceptie primeren.    

Carl Et Les Hommes-Boîtes


Carl Et Les Hommes-Boîtes
La Paroi De Ton Ventre
Humpty Dumpty Records
Centrale figuur binnen deze formatie is Carl Roosens. De man is in de eerste plaats performer en verteller. Eén met een uitgebreide muzikale kennis. Geen enkele stijl lijkt hem onbekend. Je krijgt dan ook een brede waaier van (sub)genres aangeboden. Tekstueel beschikt Roosens over een scherpe pen. De veertien songs verwoorden de huidige tijdsgeest. De ene keer lichtvoetig, dan weer kwetsbaar of droefgeestig. Als zanger schiet Carl soms te kort. Zijn stem is monotoon en met uitzondering van het naar Scott Walker refererende ‘Au Tour Du Lac’ en opener 'Perdre La Langue' wordt er niet echt gezongen maar gereciteerd. Percussie neemt een belangrijke plaats in en stuurt de songs aan. Bijvoorbeeld in het schematisch opgebouwde 'Nos Odeurs' en het zwoele, broeierige 'Surface Vides' waarbij elektronische geluiden ver weg in de mix zitten verborgen en toch mee de sfeer helpen bepalen. De honger naar het experiment is groot en dat leidt tot enkele heel fraai uitgewerkte composities als 'Plaine De Jeux' en 'Bûche'. Het zijn een soort functionele collages van geluiden. Venijnige gitaarriffs geven 'La Petite Porte A Gauche' een onrustige ondertoon. Nog meer rock krijg je te verwerken in het meer commercieel klinkende en swingende 'L'Objet Qui Na Pas De Nom'. Met 'La Paroi De Ton Ventre' brengen Carl Et Les Hommes-Boîtes een prima vervolg op hun positief onthaalde debuut 'Où Poser Des Yeux' van 2009. En we zien geen enkele reden dat dit schijfje niet dezelfde eer te beurt valt.