dinsdag 30 december 2014

NFD


NFD
Waking The Dead
Jungle Records
Na een onderbreking van vijf jaar kwam vorig jaar deze illustere gothic cultband op de proppen met de mini elpee ‘Reformations’. Een volwaardig nieuw album werd toen aangekondigd voor oktober 2013. De dingen zijn enigszins anders gelopen en op hun nieuwe schijf ‘Waking The Dead’ hebben we een jaartje langer moeten wachten. We kunnen hun verknochte aanhang meteen gerust stellen: NFD blijft trouw aan hun bekende stijl; een spookachtige en duistere, maar gedreven variant van gothic rock met wat metal invloeden en als ultiem kenmerk de rauwe strot van zanger Peter ‘Bob’ White. De huidige line-up met de voornoemde frontman, bassist Tony Pettitt, Chris Milden (ritmegitaar), drummer Luca Mazzucconi – beide ook actief in Lahanya - en gitarist James Mcilroy (Cradle Of Filth) bestaat sinds 2009 en dat komt het groepsgeluid zeker ten goede. Die laatste levert trouwens schitterend werk met een reeks van beklijvende soli. Met de titelsong als opener trekt men meteen alle registers open en ook tracks als het stevige ‘God Left Behind’, ‘Red Sky Burning’, het bezwerende ‘The Great Divide’, het akoestische en mooie ‘Evermore’ en ‘The Silence Of The Angels’ getuigen nog altijd van grote klasse. De overige nummers zijn degelijk tot goed, maar blijven toch wat onder de verwachtingen steken. ‘Waking The Dead’ is een prima plaat en moet kwalitatief in geen geval onderdoen voor één van NFD hun vorige langspelers. Wie een voorstander is van standvastigheid zit hier gebeiteld. Iets meer avontuurlijk aangelegde NFD fans blijven wat op hun honger zitten.

maandag 29 december 2014

thisquietarmy


thisquietarmy
Altar Of Drone
Midira Records
Voor deze release moeten we even terug in de tijd,  namelijk naar 27 september. Dan verscheen deze ‘Altar Of Drone’ in een beperkte uitgave van 99 stuks als cassette op Cassette Store Day. Aanleiding van deze uitgave was het aantreden van thisquietarmy tijdens het Moving Noise Festival dat doorging in de Christuskirche in Bochum. Een bijzondere setting die vroeg om een aangepaste muzikale impressie. De set van thisquietarmy, het alias voor Eric Quach, bestond uit een reeks van vier drone fragmenten. Daar kwamen geen drummachines aan te pas. Alleen een elektrische gitaar, gekoppeld aan een arsenaal aan effecten beogende hulpmiddelen. De titel van dit werkstuk verwijst naar de onmiddellijke omgeving: drones gespeeld staande voor een altaar in een kerk. De overwegend door improvisatie gestuurde drones laten een warme gloed schijnen over deze voor gebed, meditatie en spiritualiteit gebouwde ruimte. Dit ressorteert in een rustgevende, mijmerende collage. Alleen het laatste gedeelte bevat een meer stuwende kracht. Daarbij blaast een gure wind door de middenbeuk en laat een koude rilling gaan over de rug van de tot dan toe in gebed verzonken bezoeker. Is het de voorbode van meer onheil of net een boodschap van hoop? Het laat alvast een onuitwisbare indruk na.

Piiptsjilling


Piiptsjilling
Moarntiids
Midira Records
Nederlands kwartet bestaande uit Rutger Zuydervelt (Machinefabriek), Mariska Baars (Soccer Committee) en Romke & Jan Kleefstra van The Alvaret Ensemble. De vier composities op deze ‘Moarntiids’ kwamen tot stand tijdens het Into The Great Wide Open Festival gehouden op het eiland Vlieland in juni 2011. Het toenmalige project getiteld ‘Seeljocht’ had als doel de omgeving en de lokale indrukken en invloed om te zetten in een muziekstuk. Piiptsjilling gebruikt altijd hetzelfde procedé. Zonder voorafgaande voorbereiding of afspraken begint het viertal ter plekke te spelen. Het grondvlak is gebaseerd op elektronische muziek, aangevuld met gitaar en veldopnames. Het groepsgeluid heeft naast sereen en ingetogen iets geheimzinnigs en onecht over zich. Vooral de in het Fries gedeclameerde poëzie van Jan Kleefstra heeft het geheel een surreëel karakter. De trage opbouw vraagt de groots mogelijke aandacht en een minutieuze gedrevenheid om zich in te leven in de bijzondere leefwereld van Piiptsjilling. Eenmaal je daarin slaagt gaat een universum van verstilde pracht voor je open en is de intensiteit bijna niet te dragen. ‘Moarntiids’ verscheen reeds in juni waarbij het aantal beperkt bleef tot een gelimiteerde oplage van 200 exemplaren.    

American Heritage


American Heritage
Prolapse
Solar Flare Records
De heren van American Heritage hebben een bizar gevoel voor humor. Met ‘Prolapse’ hebben ze een zesde album uit en als je de vertaling en betekenis van het woord ‘prolapse’ gaat opzoeken dan begrijp je pas de ziekelijke en wansmakelijke context van de hoesafbeelding. Een prent die helemaal past bij hun muzikale stortvloed van hardcore, noise en sludge metal. De plaat telt slechts zes eigen nummers, aangevuld met drie covers. Of dit gezien moet worden als een teken aan de wand - dat het vet van de soep is - zou wel eens kunnen. Feit is dat kort na de opnames frontman/zanger/gitarist en lid van het eerste uur Adam Norden zijn biezen heeft gepakt. Wat meteen het gerucht aanwakkerde al zou deze ‘Prolapse’ wel eens het laatste wapenfeit kunnen zijn van American Heritage. Sinds het prille begin in 1996 is de band deel blijven uitmaken van het underground circuit in thuisstad Chicago. Dat in tegenstelling tot stijlgenoten als Mastodon of Baroness die wel zijn kunnen doorbreken en meer bekendheid genieten. Producer Sanford Parker koos dan ook bewust voor een low profile attitude en liet het viertal zijn gang gaan. Daarmee haalt hij het maximum uit het aanbod van songs en nemen tracks als ‘Anxious Bedwetter’, ‘Obliviocrity’ en ‘Blackbird’ een hoge vlucht. Bij de covers is het afsluiter ‘Bulletproof Cupid’ van Girls Against Boys die het meest in het oog springt.

Blueneck


Blueneck
King Nine
Denovali Records
Na het instrumentale album ‘Epilogue’ (2012) krijgen we terug een conventionele plaat van deze Engelse post rock formatie. Tijdens de opnames van ‘Epilogue’ was zanger/tekstschrijver Duncan Attwood al druk in de weer met het schrijven van nieuwe songs. Toch heeft het alles bij elkaar drie jaar voordat ze hun vijfde elpee konden uitbrengen. Dat is een hele poos, maar deze ‘King Nine’ was het wachten meer dan waard. Verbluffend gewoon. Adembenemend, prachtig, fantastisch, … . Ik kom superlatieven te kort. Eens om de zoveel tijd heb je een totaalpakket van muziek die de perfectie benaderd en ‘King Nine’ van Blueneck is zo een werkstuk. Op een bepaalde manier magistraal in al zijn eenvoud en toch vooruitstrevend, gedurfd en rijk geschakeerd. De groep heeft zijn muzikale spectrum uitgebreid en brengt een impressief mengsel van progressieve rock, filmmuziek, alternatieve pop en post rock ingekapseld in verfijnde, breekbare songs die bijwijlen tot tranen toe beroeren. Om een dergelijke, pakkende samenhang te verkrijgen moet je echt top zijn. Met zo een emotionele en romantische collectie liedjes kan je al snel naar de verkeerde kant overhellen en verzanden in meligheid en goedkoop sentiment. Blueneck overstijgt dit alles door het geheel te voorzien van donker getinte en droefgeestige accenten. Een betere manier om 2014 op muzikaal gebied mee af te sluiten had ik me niet kunnen wensen. Sommigen omschrijven Blueneck als één van Engelands best bewaarde geheimen. Wel dan is het de hoogste tijd om daar nu met de release van ‘King Nine’ verandering in te brengen.

Bellanox Mystery


Bellanox Mystery
Interstellar Basics
Dance Macabre
‘Interstellar Basics’ is het debuut voor het duo Simon Salem Mueller en Marco Sven Reingold. Bellanox (dat ‘goede nacht’ betekent) verwijst naar een populair combinatiepreparaat dat werd gebruikt als slaapmiddel midden de jaren zestig van de vorige eeuw. Het tweetal verdiept zich in het mysterie van de sterren. Tijdens hun reis passeren ze ruimteschroot, trekken langsheen diffuse nevels en gaswolken en verkennen de grenzen van het universum. Muzikaal drukt men zich uit in surrealistische soundscapes, veel gelaagd, hypnotisch en complex. Men bespeelt emoties en recycleert droombeelden. De intro klinkt alvast veelbelovend en geraffineerd en loopt naadloos over in ‘Dead Is Glorious’, een door kille drumcomputers gedomineerde track. Wat we gaandeweg missen zijn echte songstructuren. Bijna alle nummers zijn sterk fragmentarisch. De teksten worden meer gedeclameerd in plaats van gezongen. Dat en de harde beats, schrille gitaren en ‘metalen’ industrial ritmes en samples maken het geheel stug en weinig toegankelijk. ‘Interstellar Basics’ mondt uit in een door oncontroleerbaar tumult geteisterde lijdensweg van geluiden. De wazige en jazzy titelsong, het meer op electro pop afgestemde ‘Between Your Eyes’ en dromerige ‘Bunny Under Pressure’ zijn de enige lichtpuntjes in een voor de rest matig tot zwak conceptalbum.   

Black Horizon


Black Horizon
0: (zwart) (2013)
0: (wit) (2014)
Black Horizon viert dit jaar zijn twintigste verjaardag en doet dat in stijl met de release van ‘0: (wit)’, het tweede luik van een ambitieus en massief werkstuk. Deel één ‘0: (zwart)’ verscheen vorig jaar. Sinds een tiental jaar is Black Horizon het soloproject van Menno Meerbach. De man doet en maakt alles zelf en dan kan het al eens zijn dat tussen twee platen in er een tijdspanne van vijf jaar zit. Zo ontstond het idee voor ‘0’ in de periode 2008/2009. Als we nog even verder terug gaan in de tijd dan zag de toekomst van Black Horizon er in 2002 nog heel rooskleurig uit. De groep bracht met ‘Infinity Of Chaos’ een eerste cd uit. Onder meer Alain Monod (Young Gods), Sascha Paeth en zangeres Helena Iren Michaelsen verleenden toen hun medewerking. Spijtig genoeg liep het daarna al snel fout. Doorslaggevende factoren waren problemen met het platenlabel Transmission Records en de muzikanten die andere oorden opzochten. Menno bleef echter niet bij de pakken zitten en had eind 2006 op zijn eentje ‘Speculum Animae’ ingeblikt. Een grootse onderneming op dvd met een rock/industrial album en een ambient plaat, alles voorzien van video. Zelf omschreef Meerbach het als ‘living artwork’. Het was ook tweetalig , want zowel in het Engels als het Nederlands opgenomen. Met een druk op de knop van de afstandsbediening kon je tussen de twee talen switchen. Menno probeerde een platenmaatschappij te vinden, maar geen enkele van de vijftig die hij had aangeschreven hapte toe. Hij bracht ‘Speculum Animae’ dan maar uit in eigen beheer. Van dan af nam hij ook het besluit om alleen nog Nederlandstalige nummers te schrijven. Een bewuste keuze. Als je alleen naar de taal kijkt wordt de afzetmarkt kleiner, doch tegelijk kan je via internet de hele wereld deelachtig maken en muziek is toch universeel of niet? Als artiest moet je doen wat je hart je ingeeft en dat is wat Menno precies heeft gedaan. Niet meer of niet minder. ‘0’ is wie en wat hij is, een studiomuzikant die platen maakt. Wel platen waar je even moet voor gaan zitten en waarvan je de tekst en muziek moet proeven en smaken. ‘0: (zwart)’ is de donkere, duistere kant van het nulpunt en het einde van een tijdperk. ‘0: (wit)’ brengt een meer positieve boodschap en dient zich aan als een nieuw begin. Als je de twee langspelers na elkaar beluistert – meer dan twee uur muziek – ben je wel even zoet. Het is geen verplichting, maar zo krijg je wel een mooi beeld van de twee tegengestelden en word je je bewust van de tegenstellingen. Muzikaal gaat het sowieso verschillende kanten op. De basis is een solide grondvlak van stevige rock. Industrial, metal, symfonische rock, gothic en ambient elementen plus drones en samples leggen verschillende accenten. Tekstueel ontpopt Meerbach zich als een beslagen en bevlogen schrijver en dichter. Hij bekijkt de wereld vanuit een eigen perspectief, behandelt thema’s die hem nauw aan het hart liggen en ventileert zijn mening. De teksten hebben diepgang en nodigen uit tot bezinning of stemmen tot nadenken. Zoals altijd vind je als luisteraar dat of gene nummer al beter dan het andere. Voor ‘0: (zwart)’ zijn dat ‘Zonlicht’, ‘Haat’, ‘De Storm’ en ‘Druppels’. Die laatste ziet Meerbach zelf als een sleutelmoment, zeg maar de aanzet tot ‘0: (wit)’. Hier is het opener ‘Zwart (Het Vallen Van Het Licht)’ dat de link nog maakt met het album ‘0: (zwart)’. Op ‘0: (wit)’ spreken ‘Geloof’, ‘Kijk Omhoog’, ‘Gedachtenkracht’ en ‘Fudoshin’ het meest tot de verbeelding. Als je beseft dat hier jaren aan gewerkt is dan kan je daar alleen maar respect voor opbrengen. De muziek is verkrijgbaar via CD Baby of  iTunes. Van het artwork is een eBook gemaakt die je gratis kan downloaden via de iBookstore van Apple. Het ‘superbooklet’ is ook verkrijgbaar in pdf formaat via de website van Black Horizon.

Dirk Serries


Dirk Serries – Huis 23, AB Brussel – 27/11/014

Voor een select publiek gaf Dirk Serries gisteren een concert in Huis 23. Het mooie zaaltje voorzien van een knusse zithoek met aan de muur een reeks prachtige, sfeervolle foto’s oogt uitnodigend. Net als de setting op het podium. Een houten bijzettafel met een zacht licht verspreidende tafellamp zijn naast de benodigdheden om te kunnen musiceren de enige attributen. Serries bracht voor de gelegenheid uitsluitend nieuw werk en lichtte daarmee een tip van de sluier voor wat de opvolger moet worden van het ‘Microphonics XXI-XXV’ album uit 2013. Als je in de beslotenheid van je huiskamer luistert naar zijn meest recente album ‘The Origin Reversal’ ben je even weg van deze wereld. Een effect dat met het spelen van deze nieuwe composities voor een stukje verloren gaat. De intensiteit en doorleving blijft. Dirk wordt één met zijn instrument. In uiterste concentratie gaat hij helemaal op in zijn op dat moment eigen universum. Tijdens de voorstelling is de stilte – op een paar keer zacht gekuch en een glas dat wordt neergezet na - bloedstollend. De muziek is dat op sommige momenten ook. Vooral wanneer de harde, dreunende drones de bovenhand nemen is het rustgevende en warme gevoel dat ‘The Origin Reversal’ typeert niet meer aan de orde. In verschillende fragmenten gebruikt Serries een strijkstok en het valt op hoe door middel van loops en het opwekken van trillingen de gradatie kan veranderen; van heel subtiel tot wervelend. Na precies een uur stierf de laatste noot weg. Exacte timing, want dit soort muziek eist al je aandacht op en heeft enige tijd nodig om te bezinken Achteraf waren de meningen verdeeld. Persoonlijk vond ik het een unieke belevenis om van zo dichtbij een artiest te mogen meemaken waarbij men zich kan inleven in de creatie van het moment.

This Grey City


This Grey City
This Grey City
Str8line Records
Frans-Belgisch trio dat voor zijn muzikale ontboezemingen de blik richt op het post punk en new wave tijdperk van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het drietal Yannick Rault, Olivier Lang en Paul Fiction probeert de hernieuwde belangstelling voor de toen populaire, analoge opnametechniek te verzilveren. Hun benadering klinkt daarbij waarachtig en geloofwaardig. Af en toe krijg je een nostalgische opstoot te verwerken, zoals in ‘The Strange Part Of Me’, ‘Goodbye’ of ‘The Banker’, maar algemeen beschouwd slagen deze muzikanten erin om hun songs met een hedendaagse en persoonlijke toets te onttrekken aan het verleden. De heren van This Grey City dienen zich aan als koele minnaars die in precies afgestemde dosissen op een poëtische wijze of in een strak keurslijf hun liedjes opdissen en je zo als luisteraar voor zich weten te winnen. We gaan hier niet met namen beginnen goochelen. This Grey City kent zijn klassiekers en pakt af en toe uit met een – de groepsnaam is eentje - hint. U hoort ongetwijfeld zelf wel waar en bij wie ze hun inspiratie hebben gehaald. Laat de koude rillingen hun gang gaan en geniet van het betere werk met het huiveringwekkende ‘Machines’, het ontroerende ‘Voodoo Doll’, het swingende, al eerder genoemde ‘Goodbye’ het messcherpe ‘Smashing Down’ of de prachtige titelsong.

Kong


Kong
Stern
Kongenial
Wat ons betreft behoeft dit Nederlandse, instrumentale collectief geen introductie meer. Wie daar toch behoefte mocht aan hebben verwijzen we graag naar de bespreking van hun vorige album ‘Merchants Of Air’ van twee jaar geleden (http://www.darkentries.be/nl/cds/kong-merchants-of-air/). Kong heeft nog nooit ontgoocheld. Het is een groep die garanties en zekerheid biedt. Kernlid Mark Drillich en co. blijven ook hier trouw aan hun beproefde concept en brengen met ‘Stern’ een bijna helemaal woordeloos, doch avontuurlijk verhaal. Blijft de elektrische gitaar in het middelpunt staan en vormt deze de grondlaag voor hun welbekende stevige rock variant, dan wordt toch meermaals de aandacht en het accent verlegt naar andere genres als industrial, dance, ambient, psychedelische of symfonische rock en metal. ‘Stern’ is geen gemakkelijk werkstuk. Vooreerst zijn er de snedige gitaaruithalen en harde drumpatronen die de muziek een agressieve ondertoon geven. Voeg daar de vele schakeringen, de wisselende stemmingen en de veranderingen van tempo aan toe en je krijgt een tamelijk complex geheel van impressies. Het vraagt echt meerdere luisterbeurten om de dertien, uit vele lagen opgetrokken tracks te doorgronden. De composities die naar mijn gevoel het meest tot de verbeelding spreken zijn opener ‘Fool’s Engine’, ‘Perseverance’ (tjilpende vogeltjes en dan moet ik altijd denken aan Pink Floyd), ‘Surfing Narrative Waves’ dat zijn titel alle eer aandoet, ‘Stars & Tribes’ een brokje onversneden gitaarrock, net als het van tekstsamples voorziene ‘Determine’ en sterk aanleunend bij Ministry plus het fraai opgebouwde ‘Inflate Expand Release’ en het met prog en symfonische trekjes opgesmukte “Feast Of Burden’.  

dinsdag 11 november 2014

Inter Arma


Inter Arma
The Cavern
Relapse Records
‘The Cavern’ van Inter Arma leek een track voorbestemd om herinnerd te worden als een nummer dat regelmatig live werd gespeeld en dat in diverse incarnaties. Maar dat was buiten de waard gerekend van hun label Relapse. Enkele pientere heren aldaar herontdekten deze compositie en onderkenden er onmiddellijk de meerwaarde van. Inter Arma kreeg zo de kans gaf om ‘The Cavern’ te herwerken, te perfectioneren en op te nemen op de manier die de groep voor ogen had. Oorspronkelijk gecomponeerd in een toch wel lange tijdspanne (van 2008 tot 2010) werd deze 45 minuten durende monstertrack in een definitieve plooi gelegd en ingeblikt onder de auspiciën van producer Mikey Allred. De song bestaat uit diverse ‘bewegingen’ waarbij verschillende stijlvariaties aan bod komen, gaande van sludge en doom metal, over progressieve rock naar stoner en black metal tot en met een lang gerekte passage met een imposante, op klassieke rock leest gestoelde gitaarsolo. Om naar het einde toe alles nog eens de uit de kast te halen voor de finale. De jongste jaren zijn er weinig groepen die er in slaagden om een langspeler uit te brengen die me 45 minuten aan één stuk door bleef boeien. Inter Arma doet het met sprekend gemak en dat met één enkel nummer. ‘The Cavern’ is tevens een geschikt schijfje om deze herfstige periode mee door te komen.

Primus


Primus
Primus & The Chocolate Factory With The Fungi Ensemble
ATO Records
Als kleine jongen was Les Claypool helemaal in de ban van de muziekfilm ‘Willy Wonka & The Chocolate Factory’, uit 1971 met in de hoofdrol Gene Wilder. Regisseur was Mel Stuart en het scenario werd geschreven door Roald Dahl, de auteur van het boek ‘Charlie And The Chocolate Factory’ waarop de rolprent gebaseerd is. Het idee groeide om ooit de originele soundtrack onder handen te nemen na de voor Claypool teleurstellende remake in 2005 door Tim Burton waarin Johnny Depp de rol van Willy Wonka vertolkt. Het bezorgde Les, voor wie het altijd een droom is geweest om zelf in de huid te kruipen van Willy Wonka hartzeer. De bezetting van Primus bestaat deze keer, naast Claypool, uit gitarist Larry LaLonde en drummer Tim Alexander. Primus zou Primus niet zijn om aan de liedjes een typische Primus draai te geven. Het groepsgeluid is heel typerend en herkenbaar en dat is nu niet anders. De deuntjes zijn tegelijk grappig en maken soms vreemde capriolen die verwijzen naar dat andere muzikale project van Les Claypool: Frog Brigade. De geest van Frank Zappa waart hier rond en ook die van Roald Dahl wiens verhalen en boeken toch een sinistere ondertoon hebben. Het is een leuke en grillige plaat geworden met zelfs psychedelische trekjes waarbij vooral songs als ‘Candy Man’, ‘Golden Ticket’, ‘Pure Imagination’ en de vier ‘Oompa’ liedjes een voortrekkersrol spelen. Met zijn interpretatie van ‘The Chocolate Factory’ trekt Primus ook op tournee. Voor de gelegenheid zijn er Primus chocoladerepen te koop in plaats van Wonka repen en kan er verbroederd worden met dementerende Oempa Loempa’s. Kers op de taart voor Les is dat hij vanaf eind oktober achttien maanden lang mag rondhossen in een paars fluwelen vest met als bijpassend hoofddeksel een bruine dressuurhoed.

Obake


Obake
Mutations
Rare Noise Records
Naast muzikaal vernuft en een drift om te experimenteren is sfeerschepping het begrip dat deze plaat naar een hoger niveau tilt. Meer nog, je wordt onweerstaanbaar meegezogen in de wonderbaarlijke, futuristische wereld van Obake. De muziek van het kwartet laat zich moeilijk omschrijven. Er zitten heel wat elementen in verweven gaande van gitzwarte doom metal en wondermooie ambient passages tot verpulverende noise en grootse opera. Dit alles samen zorgt voor een originele en interessante invalshoek voor een krachtige mutatie van metal muziek die we alleen maar kunnen omschrijven als veelzijdig. ‘Mutations’ is één van die albums waarbij alle stukjes als bij een puzzel op hun plaats vallen. Je komt terecht in een wervelend verhaal van geluiden en impressies. Beklijvend en meeslepend. ‘Mutations’ is ook een werkstuk waarbij meerdere luisterbeurten noodzakelijk zijn om alles te doorgronden. Daarbij is het telkens genieten geblazen. Een zeldzaamheid in deze tijden van wildgroei in het metal landschap.

Mono


Mono
The Last Dawn / Rays Of Darkness
Pelagic Records
Ik moet het eerlijk toegeven: de laatste tien jaar ben ik Mono compleet uit het oog verloren. Vraag me niet waarom, maar het Japanse viertal hun laatste drie platen, ‘You Are There’, ‘Hymn To The Immortal Wind’ en ‘For My Parents’ zijn me onmerkbaar gepasseerd. Die laatste, uitgebracht in 2012, was de eerste zonder geluidstechnicus Steve Albini waarmee ze de vorige acht jaar hadden samengewerkt. Het was de beurt aan Henry Hirsch om de honneurs waar te nemen. Voor de huidige dubbel release ‘The Last Dawn / Rays Of Darkness’ gingen ze in zee met Fred Weaver. De reden waarom het kwartet nu uitpakt met een tweeluik komt naar eigen zeggen omdat de muziek twee uitersten belicht en toch één geheel vormt. Het is zalven en slaan; het zijn twee werelden van verschil met aan de ene kant ‘The Last Dawn’, de luchtige versie van het verhaal en als tegenpool ‘Rays Of Darkness’, een broeierig en meer agressief werkstuk. Als gastmuzikant werd in het nummer ‘The Hands That Hold The Truth’ beroep gedaan op post hardcore pionier Tetsu Fukagawa, bekend van Envy. Zijn zangpartijen zijn meteen de eerste ooit op een plaat van Mono. Sinds mijn laatste kennismaking is zo te horen Mono toch wel enigszins geëvolueerd. Zo werd voor de opnames van ‘Hymn To The Immortal Wind’ een heus orkest ingehuurd, waarmee het instrumentale post rock landschap plots een andere dimensie kreeg. Die lijn werd op ‘For My Parents’ verder doorgetrokken en ook op ‘The Last Dawn’ zijn georkestreerde passages ingebouwd. Ik had eerlijk gezegd en naar analogie met de bijgeleverde info een meer uitgesproken breuk en antipode verwacht tussen de twee albums, maar bij ‘Recoil Ignite’, de eerste track van ‘Rays Of Darkness’ komt pas halfweg een zwiepende golf, een storm van gitaren opzetten, waarbij meteen al het voorgaande wordt weggeblazen. Ook in ‘Surrender’ mis ik toch het aangekondigde contrast. Goed, de sfeer is iets meer beladen en de strijkers ruimen baan voor een trompet, maar daar blijft het bij. ‘The Hands That Hold The Truth’ is klassiek van opbouw, waarbij langzaam wordt toegewerkt naar een climax. Pas in de afsluiter, het door drones gedomineerde ‘The Last Rays’ komt eindelijk die contradictie waar we al die tijd op zaten te wachten. Waarschijnlijk ontbreekt het me aan inzicht en vat ik niet de essentie van Mono hun concept of ik was niet in de stemming, maar deze dubbele portie was voor ondergetekende een lange, weinig tot de verbeelding sprekende ervaring.

Melvins


Melvins
Hold It In
Ipecac Records
De Melvins zijn altijd al een buitenbeentje geweest in het rocklandschap. Al actief sinds 1983 blijven ze zichzelf heruitvinden en de buitenwereld verbazen met een bodemloos aanbod van onvoorspelbare, soms grillige en altijd eigenzinnige producties. Ook op ‘Hold It In’, als we de tel niet zijn kwijt geraakt, de vierentwintigste studioplaat van Melvins, laten ze zich helemaal gaan en nemen je als luisteraar mee op avontuur. Op dit album biedt Melvins zich aan als een kwartet. Naast de onvermijdelijke Buzz ‘King Buzzo’ Osborne is ook drummer Dale Crover weer van de partij. Gastmuzikanten zijn gitarist Paul Leary en Jeff Pinkus op bas, allebei actief in Butthole Surfers. Volgens Osborne is ‘Hold It In’ een poging om een verfrissende kijk te geven op een voor de rest saaie samenleving waar feiten en fictie door elkaar heen lopen en niemand nog weet waar het echt om draait.
De inbreng van tweevierde Butthole Surfers doet Melvins deugt. Pinkus en Leary werkten actief mee aan het schrijven van het songmateriaal en dat is er aan te horen ook. Opener ‘Bride Of Crankenstein’ is een stevige moot sludge, alternatieve metal op zijn best. In ‘You Can Make Me Wait’ duiken robotstemmetjes op. Het is een lichtvoetige popsong met een pittige gitaarsolo. Toch een stijlbreuk om u tegen te zeggen. Ook ‘Brass Cupcake’ geeft een positieve boost en is erg aanstekelijk. Met het psychedelische ‘Barcelonian Horseshoe Pit’ gaat men een eerste keer op de experimentele toer. In ‘Onions Make The Milk Taste Bad’ wordt de sloophamer nog eens boven gehaald en ‘Eyes On You’ ontpopt zich als een leuke meezinger, net als ‘I Get Along’. We breken ook nog een lans voor het grappige ‘Piss Pisstofferson’. Aan afwisseling dus geen gebrek op deze ‘Hold It In’. De overige tracks hebben elk zo hun eigen wispelturige, soms geestverruimende passages en maken van ‘Hold It In’ een bevreemdend, bont werkstuk dat ongetwijfeld thuis hoort bij het betere werk van de Melvins.

Kruger


Kruger
Adam And Steve
Listenable Records
Hun vorige album, ‘For Death, Glory And The End Of The World’ dateert al van vier jaar geleden en het enige wapenfeit daarna was de 10 inch ‘333’ uitgebracht in 2013. Voor ‘Adam And Steve’ koos het Zwitserse vijftal voor Magnus Lindberg van Cult Of Luna als producer. Op hun toch al vijfde langspeler kiezen de mannen van Kruger meteen het ruime sop en pakken van bij opener ‘Bottoms Up’ uit met snoeiharde riffs. Hun mix van turbulente post hardcore en metal wordt sporadisch afgewisseld met wat meer bedachtzame, aan doom gerelateerde intermezzi of met gewone stem gezongen refreinen. Dit maakt het chaotische, schreeuwerige groepsgeluid iets lichter om dragen. Ondanks de explosie van loeiend luide klanken slaat al na een paar nummers de eentonigheid toe. Het songmateriaal is ronduit zwakjes en saai te noemen. Hoe zanger Renaud Meichtry zich ook de longen uit het lijf schreeuwt; hij kan er de bakens niet mee verzetten. Enig lichtpunt in de woest schuimende geluidsgolven zijn ‘Herbivores’ en ‘The Wild Brunch’. ‘Afsluiter is het instrumentale en slome ‘Farewell’. Heeft niet alleen een toepasselijke titel, maar is na al het tumult een weldoend rustpunt. Toch blijft de algemene conclusie: we zijn weer een desillusie rijker.

Ghost Brigade


Ghost Brigade
IV – One With The Storm
Season Of Mist
Ghost Brigade hun vorige albums werden stuk voor stuk lovend onthaald en terecht. Het Finse combo slaagde er in om van bij zijn debuut ‘Guided By Fire’ (2007) zijn eigen stempel te drukken en een metal formule te vinden waarbij post rock, death metal, doom, metalcore en progressieve rock tot een geheel werden gesmeed. Een moderne metal variant die ze bij elke release verder hebben uitgediept en zich als huisstijl hebben eigen gemaakt. Met deze ‘IV – One With The Storm’ borduren ze verder op het vertrouwde stramien. Niet dat ze zichzelf herhalen, al loert dit gevaar om de hoek in tracks als ‘Anchored’, ‘The Knife’ en ‘Long Way To The Graves’. Het zijn mooie, intrinsiek sterke, maar herkenbare liedjes. In bijna alle composities hoor je dat zanger Manne Ikonen hard heeft gewerkt om zijn zangcapaciteiten verder aan te scherpen. Dat mist zijn uitwerking niet. Ook nieuwkomer en toetsenist Joni Vanhanen laat zich niet onbetuigd en geeft zijn visitekaartje af in nummers als ‘Wretched Blues’ en ‘Electra Complex’. De songs die het meest opvallen zijn het ijzersterke ‘Stones And Pillars’, het flitsende ‘Elämä On Tulta’ en het goed in het gehoor liggende ‘Departures’. ‘Aurora’ en ‘Disembodied Voices’ weten ook elk op hun manier te verrassen. ‘IV – One With The Storm’ is een album dat Ghost Brigade typeert, maar niet echt meer uitdaagt of overdondert.

Charnia


Charnia
Dageraad
Consouling Sounds
Charnia is een Belgische act afkomstig uit het Waasland, we vermoeden Lokeren. Dat laatste durven we toch af te leiden uit de titel van de openingstrack ‘Daknam’. Het viertal vist in dezelfde vijver als -om er een paar te noemen - Amenra, Syndrome en Neurosis. Ze hebben lang gesleuteld aan hun debuut, maar nu is ‘Dageraad’, hun eerste album een feit. De heren brengen een combinatie van post rock en metal, doom, sludge, ambient en drones. Charnia weet de spanning op te bouwen en laat je als luisteraar enkele glimpen opvangen van hun vreemde universum. Het reeds eerder vernoemde ‘Daknam’ is een prachtige introductie, een indringende impressie die je naar adem doet happen. Daarna gaan we mee het territorium verkennen van de ‘Waeslandwolf’, een monumentaal sludge metal opus. Een uitgehongerd beest op bloed belust en met de vlijmscherpe tanden ontbloot. Ook ‘Het Dodenhuis’ vindt zijn oorsprong in diezelfde doom en sludge stijl, doch gaat meer de mystieke toer op met ambient elementen die tegelijk verlangen en onheil prediken. Het fatalisme van ‘Zielsondergang’ graaft en kerft diep en laat zijn sporen na. Littekens op het hart. Sluitstuk ‘Dageraad’ vermengt alle facetten die de muziek van Charnia rijk is in een zestien minuten durende compositie. Verstillende pracht, oerschreeuwen en splijtende gitaar riffs wisselen elkaar af. Met deze eersteling lost Charnia alle verwachtingen in, die sinds hun oprichting in 2012, leefden bij hun aanhang. En hen nu ook ver daarbuiten onder de aandacht zal brengen.

Caudal


Caudal
Ascension
Consouling Sounds
Caudal is één van de vele muzikale ondernemingen waarin gitarist Aidan Baker actief is. Bassist Gary Sweeney en Felipe Salazar op drums maken de line-up van Caudal compleet. ‘Ascension’ is hun tweede langspeler. Het vermelden waard is dat de plaat in zijn geheel live werd ingespeeld in de studio. Het trio staat garant voor fantasierijke en beeldende soundscapes. De ritmesectie stuwt krachtig alles voor zich uit en heeft een sterk herhalend karakter. Baker drapeert daarover heen uit verschillende lagen opgebouwde gitaarriffs. Verschillende aspecten treden op de voorgrond waarbij men meermaals de grenzen overstijgt van krautrock, post punk, psychedelische rock en space rock. Zelfs sporen van stoner rock vallen te bespeuren. Dit alles wordt afgewisseld met introspectieve ambient passages waarbij je vredig kan wegdromen. ‘Ascension’ is een hemels mooie plaat met als hoogtepunt het rustig opgebouwde, maar indringende en meeslepende ‘Slow Bow’.

Aidan Baker / thisquietarmy : Hypnodrone Ensemble


Aidan Baker / thisquietarmy : Hypnodrone Ensemble
Aidan Baker / thisquietarmy : Hypnodrone Ensemble
Consouling Sounds
Het ‘Hypnodrone Ensemble’ is een gelegenheidsproject van muzikale duizendpoot Aidan Baker en thisquietarmy, één van de pseudoniemen waar Eric Quach achter schuil gaat. Een onderneming die tot stand kwam en uitdraaide op een exclusieve voorstelling tijdens de Europese tournee van thisquietarmy in de lente van 2014. De twee muzikanten hadden de voorgaande jaren al meermaals samen gewerkt en het podium gedeeld, dus op dat vlak is deze release dan ook geen verrassing. Dit wordt het wel als je het werkstuk zelf bekijkt. Het gaat hier over één compositie, deels geïmproviseerd waarin sfeer bepalende, met effecten overladen gitaarpartijen, repetitieve, monotone drones en door drums aangestuurde, stuwende polyritmes met elkaar worden verweven. Voor dat laatste luik gestalte te geven werden maar liefst met Felipe Salazar, Jérémie Mortier en  David Dunnett drie drummers gevraagd om aan het project mee te werken. Het ‘Hypnodrone Ensemble’ werd voor een live publiek gespeeld in het NK in Berlin-Neukölln. Op een dergelijke manier veertig minuten vol maken is geen sinecure. Het vijftal slaagt echter met brio in zijn opzet en brengt een veelzijdig muziekstuk waar naast post rock genres als doom, ambient, krautrock en space rock voor de nodige ambiance zorgen. Je blijft geboeid luisteren naar dit fascinerende, muzikale werk dat je moeiteloos in de ban houdt.

Niton Decay


Niton Decay
Chronic Haze
Seja Records
Stefan Gonser is de man achter het eenmansproject Niton Decay. Naast een drietal eerder als mp3 uitgebrachte ep’s debuteerde Niton Decay vorig jaar in mei met een eerste volwaardige elpee getiteld ‘Cage’. Plaat die net als deze cd uitkwam bij Seja Records. De opnamesessies voor Chronic Haze startten eigenlijk al eind 2007. Door omstandigheden kwam het project tot stilstand en kwam het songmateriaal ergens in de onderste schuif te liggen. Datzelfde jaar ontmoette Stefan Michael Kissing. De heren leken wel voor elkaar voorbestemd en in 2009 begonnen ze onder de naam Traffic A.M. een eigen concept uit te werken. Dat leidde tot de release van twee langspelers: ‘A Beautiful Sight’ (2011) en in 2012 ‘Left Behind Within’. Voor zijn soloproject Niton Decay was het leren kennen van Michael eveneens een godsgeschenk. De opnames van ‘Chronic Haze’ werden opnieuw opgediept en beiden waren overtuigt van hun gelijk om dit materiaal een tweede kans te geven en toch nog uit te brengen. Kissing kwam Gonser te hulp door waar mogelijk de geluidskwaliteit te verbeteren. Met de kennis dat dit geen recente opnames zijn ga je toch, zij het bewust of onbewust, anders gaan luisteren naar deze zeven tracks tellende schijf. Wat mij betreft speelt het tijdsverschil geen rol van betekenis. Muziek is nu eenmaal universeel en in sommige gevallen tijdloos. En laat nu net dat laatste van toepassing zijn op ‘Chronic Haze’. Het idee om een symbiose tot stand te brengen tussen Westerse en Oosterse muziek is reeds eerder beproefd en niet altijd navenant. Maar als het werkt dan krijg je ook dat achronisch effect. Niton Decay weet hier de juiste balans te vinden, de gulden middenweg. ‘Chronic Haze’ brengt een arsenaal aan samples en exotische klanken en verweeft die met kille, machinale industrial, harde, overheersende drumpatronen en een onheilspellende darkwave variant. Alles wordt nog versterkt door de monotone zang, het soms repetitieve karakter en het trage, slepende tempo. ‘Chronic Haze’ is dan ook een uitmuntend werkstuk.

Deze info willen we nog meegeven: ‘Chronic Haze’ komt uit in een oplage van slechts 200 stuks. Wie zijn order plaatst voor de officiële release datum (29 oktober) via http://www.seja.nl hoeft geen verzendingskosten te betalen.  

Dirk Serries


Dirk Serries
The Origin Reversal
Projekt Records
Met dit album brengt Dirk Serries ons terug naar de periode waarin hij als vidnaObmana actief was. Muziek met een hang naar nostalgie en drijvend op een retro gevoel. Zij het een aangename beleving, want zijn liefde voor gitaar en de link die hij legt naar ambient muziek als genre is doorleefd en ontroerd. Serries omarmd en streelt zijn Gibson Les Paul als een geliefde. Het geluid is warm, vertederend, rustgevend, weids, vredevol. En ondanks het minimale karakter is het ook muziek met een grote intensiteit en een hypnotiserend effect waardoor het tijdsbesef vervaagt en een parallelle wereld zich aan de luisteraar ontvouwt. Je krijgt een vluchtweg aangeboden, een tijdelijk onderkomen weg van alle heisa. De enkele effectpedalen die Dirk gebruikt zijn genoeg om al deze impressies te etaleren. Het geeft een mooi beeld van tot wat een doorwinterd en een door liefde voor muziek bezeten artiest met een enkele gitaar in staat is. In de intimiteit van de huiskamer worden ook de momenten van stilte plots belangrijk, want ook die stilte maakt deel uit van het organisch geheel. Muziek zonder woorden die ontegensprekelijk een positieve boodschap brengt en de hoop laat opleven dat het bestaan van een ideale wereld geen utopie is.

Concerten:

Synagoge / Wishfulmusic, Groningen, NL - 25 oktober 2014
Effenaar, Eindhoven, NL - 19 november 2014
Le Guess Who? Festival, Utrecht, NL - 23 november 2014
Huis 23 AB, Brussel, B – 27 november 2014
Ciné Palace, Kortrijk, B – 5 december 2014

Das Ding


Das Ding
Triffid Farm / We Can Rebuilt Him
Seja Records
Achter Das Ding gaat de Nederlandse muzikant Danny Bosten schuil. Zijn eerste release, een split cassette met Johan De Koeyer op zijn eigen label Tear Apart Tapes dateert al van 1982. Bosten bleef actief, zij het meer achter de schermen en kwam pas opnieuw in de belangstelling toen de muziek blog ‘No Longer Forgotten Music’ in 2007 en het vanuit New York opererende Minimal Wave label in 2009 zijn muziek terug onder de aandacht bracht. Er kwamen live optredens en nieuw werk met naast de cassette ‘Sequencer’ ook deze 7 inch in een gelimiteerde oplage van 300 exemplaren. Twee songs die klinken alsof Das Ding nooit is weggeweest. Dansbare, moderne electro, new wave tracks met een zekere cool en ook wel een knipoog naar het verleden. Benieuwd of er ook een langspeler in de pijplijn zit.

Fatal Casualties


Fatal Casualties
Psalm
Seja Records
‘Psalm’ is de opvolger van ‘Paria’ waarmee dit Zweedse duo debuteerde in 2012. Fatal Casualties werd eigenlijk al opgericht in 1986, maar hield het in de periode 1987 tot 1991 bij live optredens en het uitbrengen van demo’s. Na een lange onderbreking kwam er in 2010 een reünie die uitmondde in de release van ‘Paria’. Waren sommige tracks op ‘Paria’ nog schetsmatig, dan klinkt ‘Psalm’ toch anders. De stemming is mistroostig en weemoedig. De synths, percussie en zang leiden tot een luguber en klinisch groepsgeluid. Al worden tracks als het opnieuw opgenomen ‘Laica’, met als gastzanger Darrin Huss (Psyche), ‘Somewhere In The Middle’, Missfostret’ en het meest in het oog springende nummer ‘Död Man’, gedragen door een aanstekelijke ondertoon die tot dansen uitnodigt. Stefan Ljungdahl en Ivan Hirvonen slagen erin om een interessante mix te brengen van EBM, industrial en electro waarin schaduwen opdoemen van andere bands zoals Skinny Puppy, Klinik, Cabaret Voltaire of  Click Click zonder die te gaan na-apen. Net als opener ‘Misantropisk Filth’ is ook afsluiter ‘Slut’ heel sterk. Het zijn uitgekiende composities, ontzettend gedetailleerd en doorweven met tal van elementen die kenmerkend zijn voor het industrial genre. De editie van ‘Psalm’ blijft beperkt tot 300 stuks, waarvan 100 op rood vinyl. Snel zijn is dus de boodschap.