vrijdag 11 maart 2016

Obsidian Kingdom

Obsidian Kingdom
A Year With No Summer
Season Of Mist

Het verhaal van Obsidian Kingdom begint in 2005, maar het is pas in 2012 dat een eerste release volgt met het concept album 'Mantiis – An Agony in Fourteen Bites’. De eerste oplage van vijfhonderd exemplaren was in geen tijd uitverkocht. Een onverwachte opsteker die het vertrouwen in eigen kunnen alleen maar aanzwengelde. Deze Catalanen residerend in Barcelona houden van het introduceren van contrasten en probeert telkens uit verschillende muziekstijlen het voor hen meest relevante en bruikbare te filteren. Het vijftal heeft een extreme en experimentele metal achtergrond en dat vertaalt zich in het huidige, op progressieve rock geënte groepsgeluid door de inbreng van dissonante gitaareffecten en snerpende, vlijmscherpe riffs. Ook elektronische klanken komen aan bod en geven het geheel een zowel futuristische als meer dromerige en sonore afronding. De talrijke tegenstellingen doen niets af aan de donkere en duistere aard van het songmateriaal. Af en toe hoor je een zweem van Marillion (‘A Year With No Summer’, ‘Black Swan’ en ‘Darkness’), doch over het algemeen laat Obsidian Kingdom zich niet vastpinnen en zoekt zich een eigen weg in het metal landschap. In hoe ver je daar in meegaat is telkens een kwestie van persoonlijke smaak. Meest inhoudelijk representatief is het opmerkelijke in twee delen opgesplitste ‘Away / Absent’, waarin zowat alle stijlelementen zijn ondergebracht. Als antipode komt het onconventionele ‘10th April’ in aanmerking.

Boris With Merzbow

Boris With Merzbow
Gensho
Relapse Records

Zowel Boris als Merzbow hoeven geen lange introductie en zijn elk op hun muzikaal terrein bijzonder bedrijvig. (Het drietal heeft inmiddels 23 studio albums op de teller staan, Merzbow 400 (!), maar hij is dan ook al actief sinds 1981. Toch blijft het een indrukwekkend aantal). Het is niet voor het eerst dat de drie muzikanten van Boris en geluidsterrorist Masami Akita, alias Merzbow, de handen in elkaar slaan. Een eerste samenwerkingsverband kwam tot stand in 2002 met de langspeler ‘Megatone’. Er zouden er nog een vijftal volgen, inclusief een paar live albums en de 12 inch ‘Walrus / Groon’ (2007). Het nieuwe project ‘Gensho’ wat ‘fenomeen’ betekent is groots opgevat. Deze collaboratie bestaat uit twee en een half uur muziek, gespreid over twee CD’s of twee dubbelelpees. Die laatste zijn elk afzonderlijk verkrijgbaar of als een vier elpee deluxe verpakte editie. De songs van Boris zijn herwerkte interpretaties van enkele van hun meer bekende tracks als ‘Farewell’, ‘Akuma No Uta’, ‘Heavy Rain’ en ‘Rainbow’. Merzbow zijn bijdragen op ‘Gensho’ bestaan uit vier gloednieuwe composities. Voor alle duidelijkheid op de ene CD staan de Boris songs op de andere die van Merzbow. Het is de bedoeling dat je de beide tegelijk afspeelt op verschillende geluidsniveaus om zo het meest effect te ressorteren en telkens het begrip ‘fenomeen’ op een andere manier te beleven en te interpreteren. Zelf heb ik dit niet kunnen uittesten, maar dat deze ‘opdracht’ tot interactie tot onverwachte geluidservaringen leidt kan ik me zo inbeelden. Beide apart afspelen kan uiteraard ook en dan gaat mijn voorkeur automatisch uit naar de Boris schijf. Voor de noise storm van Merzbow te ondergaan moet je echt, voor zo ver die bestaat, in de juiste stemming verkeren. Hoe dan ook, je moet het beide acts toegeven dat het telkens zoeken naar nieuwe uitdagingen hen tot eer strekt. Dat ‘Gensho’ een bijzondere release is hoef ik eigenlijk niet te vertellen. Het toekennen van een quotering heeft dan ook geen enkele zin.

Davie Allan/Joel Grind

Davie Allan / Joel Grind
Split
Relapse Records

Twee legendes en cultfiguren van twee verschillende generaties worden hier op deze ‘Split’ single verenigd. Op kant A staat oudgediende Davie Allan met twee nummers. Allan begon zijn carrière begin de jaren zestig en verwierf al snel een stevige reputatie in het surf rock circuit. De fuzzbox was toen één van de nieuwe speeltjes en Allan ontpopte zich als specialist en was mee verantwoordelijk voor de groeiende populariteit van de fuzz gitaar. Heeft ook heel wat soundtracks op zijn conto staan. Typerend voor de muziek van Davie Allan is de terugkerende combinatie van begrippen als ‘biker’ en ‘acid’ zoals in ‘Recycled Too’. ‘Buzz Saw Effect’ op zijn beurt bevat alle vertrouwde ingrediënten. Een nostalgisch nummer waarin de geest van de jaren zestig ronddoolt. Op kant B vinden we Joel Grind terug, frontman van Toxic Holocaust. Drie à vier generaties jonger brengt Joel twee vuige thrash-punk tracks waarin ook het fuzz element een hoofddrol speelt. Voeg daar nog wat horror effecten aan toe en je hebt het ideale recept voor een paar ultieme ‘bibber’ momenten. Leuke vondst om deze twee heren gitaristen op één schijfje met elkaar te liëren.

Pil & Bue

Pil & Bue
Forget The Past, Let’s Worry About The Future
Name Music/Indie Recordings
De tijd dat we op jacht gingen met pijl en boog ligt ver achter ons. Tenzij je er dezelfde levensstijl op nahoudt als Ted Nugent en over een eigen jachtterrein beschikt, maar dit terzijde. Het duo Aleksander Kostopoulos (drums) en Petter Carlsen (zang en bariton gitaar) debuteerden in 2014 met het album ‘Push Start Button (Level 1)’, een plaat die op veel bijval kon rekenen. Met opvolger ‘Forget The Past, Let’s Worry About The Future’ brengt het tweetal zijn eigen visie over de plaats van de vrouw in onze huidige maatschappij en klaagt het nog steeds heersende klimaat van onrecht, geweld en onderdrukking aan. Gevoelige kwesties die impressies nalaten van dromerig, melancholisch en kwetsbaar tot explosief en turbulent. Muzikale referenties kun je terugbrengen tot het kransje Placebo, Deftones, Sigur Ros, Anathema en Mars Volta. Dat zorgt voor een rijk geschakeerd palet en een interessante mengeling van invloeden gaande van shoegaze en hedendaagse rock tot progressieve rock en zelfs pop. Kostopoulos en Carlsen staan met hun beidjes garant voor een immanent, intens en volbloed groepsgeluid dat je meermaals weet te verrassen. De confrontatie van uitersten wordt hier uitstekend geschetst in nummers als het dwalende `Afterlife’ en het pakkende ‘Nevermind’, maar ook de overige vier tracks hebben zo hun eigen intrinsieke eigenschappen die het ontdekken waard zijn.

Simmer

Simmer
Paper Prisms
Dog Knights Productions

Soms gaan leden van een muziekband al eens gaan samen zitten en zetten een boompje op over de muzikale invulling en richting die ze als groep verder willen ontwikkelen. Dat is wat de mannen van Engelse Simmer deden toen het idee was gerijpt om uit te pakken met een eerste volwaardige langspeler. Men wou zeker niet in herhaling vallen en andere lijnen uitzetten dan op hun eerste twee EP’s ‘Your Tonal Mess’ en ‘Yellow Streak’. Een element dat telkens opdook was dat ze hun herkomst niet konden loochenen. De jongens zijn afkomstig uit Winsford. Niet bepaald een bruisend en levendig stadje en dat vertaalt zich voor een stuk in hun muzikale beleving. Simmer hangt een variant aan van shoegaze, aangevuld met een streep emocore en een hardere, op sfeer afgestemde punk injectie. Het maakt van ‘Paper Prisms’ een  eerder donkere en sombere plaat. Sommige passages zijn heel herkenbaar en geven opnieuw glans aan het subgenre en laten de hoogdagen van shoegaze herleven. Een vernieuwend patroon daarentegen is hier ver te zoeken. Het is sowieso al een stijlvariant die slechts een beperkt gamma aan invloeden toelaat. Als je het breder zoekt dan zit je meteen ‘out of the box’. ‘Paper Prisms’ is op zich best genietbaar, maar geen spek voor de bek voor wie geen fan is van het genre. 

Gudars Skymning

Gudars Skymning
Till Detta Var Jag Nödd Och Tvungen
Transubstans Records

Vierde schijf voor deze Zweden, afkomstig uit het Hoge Noorden (Lapland), waar de Sami hun rendierkudden hoeden of leven van de jacht of visvangst. De groep staat erom bekend om snel te werken en samen alles live in de studio in te spelen. Zo waren ze na vijf dagen reeds klaar met de opnames van ‘Till Detta Var Jag Nödd Och Tvungen’. Wat zoveel betekent als ‘Daartoe was ik beperkt en gedwongen’. Een titel waar je niet meteen bijster blij of gelukkig van wordt. Inhoudelijk heeft het album dan ook een sombere ondertoon en vertoont de kenmerken van een dystopie, het soort van maatschappij waarin men beslist niet zou willen leven. Voor het muzikale tijdsbestek moeten we terug in de tijd, naar de ‘seventies’, de gouden era van de hardrock, aangevuld met invloeden van blues, progrock en Zweedse volksmuziek. Zweedse bands waarmee je hen kunt vergelijken zijn Abramis Brama, Svarte Pan, Magnolia of, maar dan met het Engels als voertaal, Spiritual Beggars. Herkenbaar ook zijn de dualistische gitaarpartijen, denk aan Wishbone Ash of Judas Priest. De meeste liedjes zijn doortimmerd, gezwind en heftig, al durft men in sommige tracks al eens af te dwalen en dan vertoeft het gezelschap in hogere sferen. Dat is het geval in ‘Djupa Revor’, ‘Gånge-Rolf’ en de meeslepende titelsong. Zelf werden we vooral gecharmeerd door pittige nummers als ‘Olyksfågel’, ‘Ur Askan’, ‘Vedergällning’ en de wat dromerige, melodieuze, instrumentale afsluiter ‘Strövtåg I Mörkveden’.

Spirit Adrift

Behind - Beyond 
Prosthetic Records 

Spirit Adrift vervoegt met hun eerste EP het peloton van doom metal bands. Wat we te horen krijgen zijn twee lange, matige tracks. Noch ‘Specter Of Ruin’ of ‘Perpetual Passage’ spreken tot de verbeelding. Nochtans zit muzikaal technisch alles juist, alleen is er geen bezieling. De variaties van traag naar snel en omgekeerd zijn voorspelbaar. Een beetje zoals je ook de tijden van eb en vloed van een tabel kunt aflezen. We trekken de goede bedoelingen van het trio niet in twijfel. Alleen is er meer nodig dan de geijkte riffs en de klassieke muzikale omlijsting om nummers te brengen die blijvend kunnen boeien. Vocaal is het ook al niet veel soeps. Klinkt geforceerd en de begeestering en dynamiek is ver te zoeken. Met ‘Behind - Beyond’ maakt Spirit Adrift geen al te beste beurt. Ze bestaan ook nog maar sinds mei 2015 en misschien is men hier iets te overhaast te werk gegaan. Er zou een eerste volwaardige album op komst zijn. Benieuwd of ze daarmee beter gaan kunnen scoren.

Beehoover

Beehoover
Primitive Powers
Unundeux/Cargo
Duits duo dat een onwaarschijnlijke en gedurfde mix brengt van doom metal, sludge en stonerrock. Slechts gewapend met drums, basgitaar en zang treed Beehoover in het strijdperk. Hun muziek klinkt grimmig, hoekig, complex en bizar. Het tweetal bedient zich van onvoorspelbare wendingen, gaat al eens op de experimentele toer, maar behoudt hoe dan ook het overzicht en grijpt telkens terug naar die kenmerkende gave riffs die je onweerstaanbaar op sleeptouw nemen. ‘Anti Zooo’ kan hierbij dienst doen als uithangbord. Ingmar Petersen (zang en bas) en Claus-Peter Hamisch (drums, zang) zijn met ‘Primitive Powers’ inmiddels toe aan hun zesde langspeler. Tegelijk moet je ook rekening houden met het feit dat mits ze geen toegevingen willen doen, bijvoorbeeld door het instrumentarium uit te breiden, de mogelijkheden beperkt zijn en het moeilijk is om creatief en inventief te zijn binnen dit afgebakende gebied. Al blijven ze de grenzen aftasten. Dat lukt hen aardig en bijvoorbeeld ‘Bombs & Bagpipes’, ‘Millwheels Of Being’ en ‘Light My Pyre’ zijn representatief voor de manier waarop diversiteit en eigenheid één bepaalde song kunnen ontsluiten en waarbij de groove zich opdringt en stuwend het ritme gaat bepalen. Met het langer uitgesponnen ‘My Artillery’ hadden we wat meer moeite. ‘Primitive Powers’ blijft echter een gevarieerd en beloftevol album waarbij je ook al reikhalzend uitkijkt naar hoe ze dit live gaan brengen. 

Snowburner

Snowburner
Future Primitive
Freebird Records

Nederlandse formatie opgericht door ex-leden van Daily Fire, Omission, Gilgamesh en All For Nothing. Onder impuls van gitarist Arjan Zuijderduijn en drummer Jan van der Plas ging het viertal op zoek naar een meer op heavy rock gebaseerde richting. In zanger/bassist Jop Hoekstra en gitarist Badr van der Meijden vonden ze twee muzikanten die na een hardcore en punk periode bij hun vorige bands ook toe waren aan een nieuwe muzikale belevenis  en uitdaging. Dat ze uitkwamen bij stoner rock is op zich geen verrassing, want ze zijn niet de eerste die een dergelijke switch maken. Snowburner kan bogen op een klanktapijt van vette grooves, een solide, potige ritmesectie en stevige gitaar uithalen. De zang raakt soms wat bedolven onder al die overweldigende, in fuzz gedrenkte riffs. De jongens zijn ook niet vies van een psychedelisch getinte trip (‘Stabbed On The Throne’) of een pakkende blues injectie (‘Bailiff’s Blues’). De nummers zijn meestal compact en nemen je gemakkelijk mee op sleeptouw, maar verliezen onderweg soms wat van hun gedrevenheid door toedoen van een mindere passage of minder geslaagde tempowisseling. Zo ervoeren wij dat toch in ‘Reelin’ In The Wasted Years’, ’Ashes In The West’ en ‘Vultures At Bay’. Dit is meer een gevoelsmatig gegeven en dat kan voor iedereen verschillend zijn. Zelf luisteren en oordelen is hier de boodschap. Als je ‘Future Primitve’ in zijn geheel bekijkt: Het is geen overweldigende plaat, maar een niet onaardig debuut van een band die nog over heel wat potentieel beschikt.

Monomyth

Monomyth
Exo
Suburban/Kamikaze PR
Monomyth geeft het begrip instrumentale rock een nieuwe dimensie. Hun muziek vertelt een verhaal, maar dan zonder woorden. Het begon met de release van hun debuut in 2013. Het eerste deel van een trilogie. Het was meteen een groots opgezet concept, toch voor een nieuwkomer. Een jaar later volgde met ‘Further’ dan deel twee. Wetenschap en mythologie gaan bij Monomyth hand in hand. Het kwintet creëerde zijn eigen kosmische speeltuin en voelde zich daar meteen in thuis. Met ‘Exo’ verkent men de planeet 6EQUJ5. Daarmee sluit men naadloos aan bij ‘Further’. Monomyth beschikt over een zeer ruim palet aan mogelijkheden. Het vijftal hun ervaring en technische bagage geven de aanzet. De vele variaties in ritme en verscheidenheid aan muziekgenres helpen mee de saga kleur te geven en er een muzikaal avontuur en evenement van te maken. ‘Exo’ opent met ‘Uncharted’, een op ambient, space, psychedelische en krautrock geënt epos. De opbouw is traag, verfijnd, melodieus en toch diepgaand. De heldere productie maakt het voor een stuk gemakkelijker verteerbaar. Bij iedere luisterbeurt ontdek je nieuwe aspecten die de finesse onderstrepen. Naar het einde gaat het er wat heftiger aan toe om dan toch finaal zachtjes af te ronden. ‘Surface Crawler’ staat steviger op zijn poten. Het is een relatief luchtige rocksong waarin ook talrijke elementen opduiken, gaande van ijle synthesizers tot funky gitaareffecten. Ook in ‘Et Oasis’ spelen andermaal de synthesizers en gitaar een hoofdrol, maar laten ook de ritmesectie en keyboards zich niet onbetuigd. ‘LHC’ leunt dicht aan bij ‘Surface Crawler’, alleen wordt het heavy rock gehalte nog iets meer opgeschroefd. ‘Moebius Trip’ zorgt voor de definitieve, psychedelische kentering waarmee het verhaal in zijn eindfase komt. Zelf heb ik het nog niet geprobeerd, maar ik denk dat het zeker de moeite loont om het drieluik eens na elkaar af te spelen, want naar ik vermoed krijg je pas dan echt  zicht op het volledige plaatje van deze Monomyth trilogie.

Slabdragger

Slabdragger
Rise Of The Dawncrusher
Holy Roar/Bertus

De nodige hindernissen - drummers die komen en gaan (Jack Newnham kreeg uiteindelijk het zitje toegewezen), problemen in de studio tijdens de opnames, klaplongen en andere persoonlijke ongemakken - zorgden ervoor dat het bijna vijf jaar heeft geduurd voor Slabdragger klaar was met de opvolger voor het in 2011 verschenen debuut ‘Regress’. Zanger/gitarist Sam Thredder zelf nam het heft in handen om de opnames van ‘Rise Of The Dawncrusher’ in goede banen te leiden. Daarbij kreeg hij hulp van Steve Austin, een geschift genie en onder meer gekend als frontman van Today Is The Day. ‘Rise Of The Dawncrusher’ speelt zich af ergens ver weg in de ruimte en schetst een mogelijk beeld van wat de toekomst voor de mens in petto heeft. Het album bevat vier epische tracks plus één kortere song die de totale speelduur voorbij het uur tilt. Het trio uit London heeft een patent op een geflipte stijl, een turbulente mix van doom, hardcore, stoner en sludge metal. De heren wentelen en wurmen zich dan ook wellustig in een onoverzichtelijke brij van feedback, distortion, fuzz. Het chaotische, stormachtige en onvoorspelbare karakter maakt dat je nooit weet wat er zich de volgende minuten gaat aandienen. Deze honger naar contrasten laat toe dat er ook psychedelische facetten zich binnen het groepsgeluid kunnen nestelen. Dit zorgt voor een beetje verademing en momenten van bezinning. Maar lang duren die intermezzo’s nooit. De zang of wat daarvoor moet doorgaan wordt meermaals overstemt door de luide, ronkende bas van mede vocalist Yusuf Tary en de mokerslagen van nieuwkomer Newnham. Je moet al een grote fan zijn om deze alles overtreffende muur van luider dan luid metal en het  niet aflatende, ongenadige gebeuk weten te appreciëren. Hou alvast een doos aspirientjes of andere pijnstiller(s) binnen handbereik.

The Black Cult

The Black Cult
The Black Cult
Suburban Records/Kamikaze PR

Net als het Belgische The Sore Losers mag je het Nederlandse The Black Cult omschrijven als een garagerock band. De eerste verruimen hun muzikale horizon met blues en country, zijn volwassener, meer doordacht en niet aan hun proefstuk toe. De laatste kiezen voor extra pop en punk impulsen, klinken soms wat luchtiger, bijvoorbeeld in ‘Older’ of ‘Cornershop’, al kunnen ze ook venijnig en scherp uit de hoek komen. Dat doen ze onder meer in ‘I Don’t Want It’ en ‘No’. Andere tracks blijven zich voor langere tijd in je hoofd nestelen (‘My Time’, ‘Before’, ‘All I Know’, ‘High’ of ook nog het flitsende ‘On My Own’). The Black Cult moet het dus duidelijk hebben van zijn jeugdige onbezonnenheid. Het zijn ‘Groningse schoffies met een grote bek’ zoals ze in Nederland zeggen. Het trio kiest op hun debuut voor korte, gedreven nummers. Dat houdt de vaart erin. Nadeel is dat na 29 minuten het al gedaan is met de pret. Meerdere keren na elkaar afspelen is dan een optie. En daar leent dit plaatje zich wel toe. Naar het schijnt zijn ze ook live best goed. In de gaten houden dus.

The Sore Losers

The Sore Losers
Skydogs
Excelsior Recordings

The Sore Losers zijn sinds hun oprichting in 2009 gestaag bezig aan een opmars naar het hoogste schavotje in het Belgische rockcircuit. Het begon met een tweede plaats in 2010 in Humo’s Rock Rally. Vier jaar later stonden ze op Rock Werchter en Pukkelpop. In december 2014 speelden ze een eerste show als headliner in de rocktempel van de Ancienne Belgique in Brussel. Hun tweede worp ‘Roslyn’ deed het uitstekend en verscheen ook in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Die lijn doortrekken en nog beter doen was dan ook de uitdaging die men aanging. Voor de release van hun derde album werden dan ook kosten nog moeite gespaard. Voor de opnames trok men naar de Vox Ton studio in Berlijn en als producer werd niemand minder dan Dave Cobb ingehaald. De in Nashville residerende Cobb maakte vooral naam als (huis)producer van Rival Sons en zat in 2015 ook achter de knoppen bij Europe, tijdens de opnames van hun meest recente plaat ‘War Of Kings’. Tijdens de opnames van ‘Skydogs’ koos men onder impuls van Dave Cobb voor een meer directe aanpak. Met als resultaat tien korte, krachtige en gebalde songs, zonder digitale opsmuk en met referenties verwijzend naar enkele grote namen als MC5, The Stooges en The Yardbirds. The Sore Losers zijn er in geslaagd om een wat ruigere, rauwe sound neer te zetten. Elk nummer is een beetje een avontuur. ‘Skydogs’ is in zijn geheel opwindend en soms zelfs zinderend. De stempel van producer Cobb is nadrukkelijk aanwezig, maar de groep heeft genoeg talent en persoonlijkheid in huis om de songs te voorzien van hun eigen kenmerkende en ontegensprekelijke signatuur bestaande uit garage rock doorspekt met blues en een streepje country. Missie geslaagd en The Sore Losers staan alweer een trapje hoger in de pikorde.

Ashby

Ashby
Fragmental
Eigen Beheer

Duitse progressieve metal formatie die in mei 2013 debuteerde met de EP ‘A Question Never Heard’. Mede dankzij de deelname in 2014 van zangeres Sabina Moser aan de Duitse editie van ‘The Voice’ kreeg ook de band meer naam bekendheid. Net voor aanvang van de finale trok ze zich echter terug. De groep concentreerde zich vanaf dan op het schrijven van nieuwe nummers voor hun eerste CD ‘Fragmental’. In de studio konden ze rekenen op de expertise van onder meer Christian Moos (Delain, Armed Cloud, Imperia en Thanatos om er een paar te noemen) en de alom tegenwoordige Joachim Ehrig, beter gekend als Eroc. De productie is dan ook helder en kraaknet. De stem van zangeres Moser heeft een ruig kantje en dat geeft bepaalde fragmenten toch een andere en originele klankkleur. Dat laatste lijkt me toch een slag om de arm, die andere gelijkaardige acts ontberen. De composities zijn nogal complex en de vier muzikanten krijgen de kans om hun virtuositeit te onderstrepen mits het spelen van diverse, korte solo’s. Ook aan tempowisselingen en het veranderen van stemmingen is gedacht. Vier nummers duren tien minuten of langer en dan maakt het gezelschap het de luisteraar soms lastig om bij de les te blijven. Dat is onder meer het geval met het plechtstatige en lang uitgesponnen ‘The Colossal Empire’ dat pas naar het einde toe alle registers opentrekt. Tot het betere werk behoren ‘The Faceless And The Shore’, ‘Ashes Decay’, het heel mooie en beklijvende ‘Pax’, het venijnige ‘Holy Water’ en ‘Aether - A Lunar Year’ het magnus opus van dit album.

Moloken

Moloken
All Is Left To See
Temple Of Torturous

Moloken is een duister gezelschap afkomstig uit het Zweedse Umeå. Hun roots liggen bij death, doom en black metal van de jaren negentig. Vielen er op hun eerste platen ook nog invloeden te bespeuren van progressieve rock dan kiest het combo nu als muzikale omlijsting voor een meer op sludge, hardcore en ambient afgestemde sfeer. ‘All Is Left To See’ is hun vierde release – het eerste luik van de ‘Mörkrets Kärna’ trilogie - en telt acht tracks met slechts een speelduur van dertig minuten. Drie van de acht composities zijn korte nummers, zeer uiteenlopend van stijl. De volgorde waarin de liedjes zich aandienen ressorteert een maximaal effect en brengt songs als ‘Seventh Circle’ en ‘I Dig Deeper’ frontaal in beeld. Ook de instrumentale afsluiter ‘Beginning Of The End’ trekt met zijn lange en weemoedige viool intro en de daaraan gekoppelde, zwartgallige klankkleur van een ambient soundscape de aandacht. ‘All Is Left To See’ is mistroostig en droefgeestig en dirigeert je met vaste hand richting afgrond. Lang geleden dat een plaat nog zo een diep deprimerende indruk heeft nagelaten. Als dat de opzet was van Moloken dan zijn ze bij deze met brio geslaagd.

Zlang Zlut

Zlang Zlut
Crossbow Kicks
Czar Of Cricket Productions

Cellist Beat Schneider en zanger/drummer Fran Lorkovic speelden beide in het klassiek ensemble Phoenix dat zich specialiseerde in het vertolken van eigentijdse klassieke muziek. Later zouden ze elkaar ook terugvinden in het rocktrio Rockpost dat maar een kort leven was beschoren. In 2010 kozen ze dan voor een duo bezetting onder de naam Zlang Zlut, een Zwitsers Duitse term die je kunt vertalen als ‘te lang te luid’. Het tweetal is met deze ‘Crossbow Kicks’ toe aan zijn tweede volwaardige langspeler. De keuze van instrumenten met elektrische cello, Moog Taurus pedalen en een drumkit is wat bij Zlang Zlut het meest in het oog springt. Qua stijl kiest het tweetal voor op klassieke leest geschoeide hardrock waarin ook blues elementen opduiken. De cello van Schneider rockt bij momenten als de pest, onder andere in het wat slome en hoekige ‘Rage’. Lorkovic van zijn kant is niet het soort zanger die voortdurend imponeert. Daarvoor heeft hij een te beperkt bereik. Op zijn best is hij in het met mondharmonica opgesmukte ‘Freedom Is A Bitch’, het ruige ‘Out Of Control’ en het lekker swingende ‘Get Down’. Minder fraai gaat het er aan toe in het rommelige en langdradige ‘Now’. Ook in ‘Hit The Bottom’, het abominabele ‘Everlasting Dream’ en ‘Against The Wall’ gaat het goed fout. Beat Schneider is ongetwijfeld een uitstekende en getalenteerde cellist, maar soms kan zich dat tegen je keren., vooral als je met alle remmen los op de solotoer gaat. Fran Lorkovic van zijn kant heeft vocaal nog werk aan de winkel. Aan het songmateriaal mag ook gesleuteld worden, want wat diversiteit en finesse is altijd welkom. Nee met ‘Crossbow Kicks’ maakt Zlang Zlut geen al te beste beurt.

Throwers

Throwers
Loss
Golden Antenna

Duitse band uit Leipzig die sinds januari 2011 aan de slag is. ‘Loss’ is na twee EP’s hun eerste full-CD. Throwers komt uit de lokale DIY beweging waar de basis werd gelegd voor het huidige groepsgeluid. Chaos is de term die deze langspeler perfect omschrijft. Het gezelschap gaat furieus en fel, maar stuurloos te keer. De songs zijn een dissonante mix van hardcore en metal, doch missen degelijke structuren en teren te veel op het technisch vermogen van elk van de muzikanten afzonderlijk. Geen enkel nummer maakt een echt blijvende indruk. Positief zijn de tragere passages in bijvoorbeeld ‘Homecoming’ en ‘Assigning’ die het monotone spervuur van riffs even doorbreken. Het valt moeilijk te duiden waar het ondanks de onbetwistbare veelzijdigheid van de muzikanten misloopt. Je kunt alleen maar vaststellen dat het hectische verloop en de manische, grauwe impressies die worden opgewekt, het gebrek aan creativiteit en verscheidenheid moeten verdoezelen. Eigenlijk mogen we blij zijn dat de speelduur van deze ‘Loss’ slechts 35 minuten bedraagt en we zo van een nog langere helletocht gespaard blijven.

Ghost - Dead Soul - 31 januari 2016 - Vooruit Gent

Ghost - Dead Soul - 31 januari 2016 - Vooruit Gent

In 2015 is er al heel wat gezegd en geschreven geweest over het Zweedse collectief Ghost. ‘Meloria’ haalde het met sprekend gemak als nummer één in de jaarlijst van Rock Tribune en liet de concurrentie ver achter zich. Hun concerten zijn steevast uitverkocht en in de Vooruit in Gent was dat niet anders. Nochtans is Ghost meer dan een metalband. De mengeling van de vele facetten uit de rock en popmuziek geeft aan hun groepsgeluid een speciale en unieke weerklank. Ook het door god en duivel georkestreerde concept spreekt veel mensen aan. Vaste prik tijdens hun ‘Black To The Future’ tournee is het voorprogramma, Dead Soul. Bij het betreden van de concertzaal kon je voor de gelegenheid ook plaatsnemen boven op de galerijen. Ik koos daar voor een plekje links van het podium. Naast mij stond een slanke jongedame met haar mobieltje voortdurend in de aanslag. Als ze ging neerzitten op de rand van de balustrade kon ik de tatoeage op haar onderrug zien, de donkere schaduw van de bilspleet en meer dan alleen maar de rand van een zwart slipje. Tijdens de set van Dead Soul (7) betrapte ik me erop dat mijn blik enkele keren naar die plek afdwaalde. Niet dat het duo, aangevuld met een extra gitarist het er slecht vanaf bracht. Hun nieuwe cd ‘The Sheltering Sky’ is een prima plaat. Ze mochten aantreden voor een bijna volle zaal en dat is toch altijd meegenomen. Zanger Anders Landelius zijn stem heeft een warme en gevarieerde soul en blues intonatie die in contrast staat met de door drumcomputers en synthesizers aangestuurde muziek van zijn kompaan Niels Nielsen. De gitaren zorgden voor een soort van kruisbestuiving tussen industrial en metal. Het geluid was verre van ideaal, maar het trio haalde gaandeweg een meer dan degelijk niveau. Na veertig minuten zat hun taak erop en was het wachten op Ghost (9). Intussen was de zaal helemaal vol gelopen en groeide de spanning. Tijdens de aanloop kon je al aanvoelen dat dit niet kon mislopen, want eigenlijk had Ghost al gewonnen spel nog voor ze één noot hadden gespeeld. Het publiek ging dan ook al van bij opener ‘Spirit’ meteen uit zijn dak. Er werd luid meegezongen en spontaan meegedeind. Nochtans zat het geluid niet goed. Het samenspel klonk slordig en Papa Emeritus III kon je bijna niet horen. Toch niet vanaf het balkon waar ik me had geposteerd. Ook hier hadden de technici wat tijd nodig om een betere balans te vinden. Een eerste klassenflits kwam er met ‘Stand By Him’. Tijdens het eerste intermezzo mochten twee Nuns Of Sin even opdraven, waarna het alsmaar beter werd. Helemaal te gek werd het na de kostuumwissel van de voorganger/zanger. Het was alsof er plots een andere band op het podium stond. De songs waren gewoon weergaloos en briljant, met een dankbaar publiek dat maar al te graag dienst deed als achtergrondkoor. Frontman Papa Emeritus III ontpopte zich tot een echte entertainer met zin voor humor, die met één beweging de hele zaal naar zijn hand kon zetten. De show was uitgekiend, maar zonder tierelantijntjes. Alle aandacht ging naar de muziek en alleen de wisselende opstellingen van de muzikanten verraadden soms een muzikale wending. Wat de songkeuze betreft: De nadruk lag uiteraard bij materiaal afkomstig van ‘Meloria’. Fel gesmaakt was ook semi akoestische versie van ‘If You Have Ghosts’ van Roky Erikson. Bij de bis ronde(s) blijft het altijd afwachten, maar men koos voor vertrouwde nummers met sublieme vertolkingen van ‘Ghuleh / Zombie Queen’ en ‘Ritual’. Voor de absolute uitsmijter werd gekozen voor het al even schitterend gebrachte ‘Monstrance Clock’. Bij het verlaten van de zaal stonden de twee kernleden van Dead Soul wat wezenloos en perplex voor zich uit te staren bij de merchandise stand. Ik vroeg me af wat er in hun hoofden omging. Toch als je net als toeschouwer, waarschijnlijk niet voor het eerst, het muzikale meesterschap hebt moeten aanschouwen en ondergaan van een duivels meesterlijke band als Ghost.

Cult Of Luna/The Old Wind

Cult Of Luna / The Old Wind
Råångest
Pelagic Records

Nadat The Ocean en Mono met elkaar werden verbonden op een eerste spilt EP is het voor de tweede release in deze serie van Pelagic de beurt aan Cult Of Luna en The Old Wind. Cult Of Luna koos voor een cover, ‘Last Will And Testament’, een nummer van de groep Amebix uit 1987. Een ontdekking van gitarist Johannes Persson, die onmiddellijk een soort van verwantschap voelde. De song heeft Cult Of Luna zich geheel eigen gemaakt, doch met het nodige respect voor de originele uitvoering. Het eveneens uit Zweden afkomstige The Old Wind brengt twee eigen nummers. Je kunt ze beschouwen als voorlopers, een voorsmaakje van wat het nieuwe album dat later dit jaar verschijnt, te bieden heeft. Je hoort dat beide acts met elkaar verwant zijn. Al zijn de nummers van The Old Wind meer melodieus en progressief, toch blijft het doom, post metal en sludge gehalte hoog. Favoriete track is zonder enige twijfel ‘Wooden Scythe’. Het idee om met elkaar corresponderende, gekende met minder bekende bands samen te brengen op één plaat is niet nieuw. In de perceptie die Pelagic voor ogen heeft is het alleszins een formule die werkt. Na deze eerste twee schijfjes kijken we met belangstelling uit naar wat deze reeks nog in petto zal hebben.

Takaakira Goto

Takaakira Goto
Classical Punk And Echoes Under The Beauty
Pelagic Records

Takaakira Goto is beter gekend als ‘Taka’, één van de gitaristen bij Mono, een Japans instrumentaal combo, aan de slag sinds 1999. Het viertal verwierf zich een reputatie als cultband, zowel live op het podium als met de release van zijn albums. De groep brengt een mix van experimentele rock, shoegaze, noise, minimal music aangevuld met invloeden uit de klassieke muziek. Het complexe gitaarwerk van Mono blijft op dit eerste solo album van Goto grotendeels achterwege. Op ‘Classical Punk And Echoes Under The Beauty’ deelt Takaakira zijn ervaringen zowel, als muzikant bij Mono, als componist van soundtracks voor films als ‘Snow Angels’ en ‘All Gods Children Can Dance’. Een andere, grote inspiratiebron was de film ‘Breaking The Waves’ van Lars Von Trier. De oorspronkelijke opnames voor deze ‘Classical Punk…’ dateren van 2003. Destijds was het niet de bedoeling van Takaakira om deze muziek op plaat uit te brengen. Het was eerder een reflectie van zijn eigen muzikale visie en niet meteen bestemd voor de buitenwereld. De songs hadden ook weinig gemeen met Mono en verzeilden als ‘niet passend’ geruisloos op de achtergrond. Tot begin dit jaar, want toen vond Goto de tijd aangebroken om te starten met een solocarrière. Het oude songmateriaal werd opgevist en zonder extra toevoegingen in zijn eer herstelt. Wat direct opvalt is het sterke, melancholische en ontroerende karakter. Taka pakt uit met overwegend grootse orkestraties. De ‘punk’ en ‘echoes’ uit de albumtitel komen sporadisch aan bod en geven het geheel een meer doortastende bijklank. Een verwijzing ook naar zijn muzikale roots. Het is de bedoeling van Goto dat hij als soloartiest in dit muzieksegment zich verder kan specialiseren. Dit eerste album is alvast een overtuigende, eerste stap.

HoaxHoax

HoaxHoax
Shot Revolver
Atypeek Music

Trio uit Frankrijk dat kiest voor een soort van berekende, instrumentale variant van post rock in een klassieke opstelling van basgitaar, drums en elektrische gitaar. In een aantal nummers zorgen het farfisa orgel of diverse synthesizers voor wat extra pigment. Elke compositie heeft een bepaald patroon. Rond dat stramien wordt een muzikale structuur uitgewerkt waarbij facetten van mathcore, jazz, punk en noise infiltreren. Muziek die ook af en toe flirt met het atonale en de structuren aftast om net niet te worden meegesleurd in een wanordelijke maalstroom aan geluiden. Zo krijg je bij ‘Cerro Torre’ soms de indruk dat een grens is overschreden, maar net op het juiste moment zet men terug orde op zaken en haalt het thema van de song opnieuw de bovenhand. Deze mengeling van beredenering, improvisatie en experimentele drang zorgt voor een bijzondere samensmelting van alle voornoemde stijlen en genres. Elk instrument krijgt ook regelmatig vrij baan om te excelleren. In ‘Ablution’ is dat bijvoorbeeld de basgitaar. In ‘Moloch’ vertolken alle drie de instrumenten een importante rol. De keyboards doen hier dienst als storende factor. Het tempo gaat de hoogte in, maar voor het uit de hand dreigt te lopen komt het tot een abrupt einde. ‘Amaterasu’ is het minst avontuurlijk en het verloop is naar analogie met de voorgaande tracks voorspelbaar. De laatste compositie ‘Aral’ is het langste nummer. De start is grimmig, dan traag en loom, doch houdt wel de aandacht gaande met onheilspellende gitaareffecten. Naar het einde toe mag het orgel de bijna religieus getinte finale afsluiten.

Hypno5e

Hypno5e
Shores Of The Abstract Line
Pelagic Records

Op hun derde plaat zetten de heren van het Franse Hypno5e de lijnen uit voor een grootse vertelling over de kracht van de verbeelding, het koesteren van herinneringen, maar ook het aftasten van het onbekende en onverhoopte. Aspecten die aan bod komen zijn onder meer vormen van reminiscentie en manieren om de mens te conditioneren, binnen het gareel te houden. Een wat abstracte, conceptuele benadering die wel naadloos aansluit bij de gecompliceerd samengestelde mengeling van muziekstijlen. Eén van de kenmerken van het album is het filmische, melancholische en internationale karakter. Een onderdeel van het concept zijn de stroken land langs de zee. De composities ‘spoelen aan’ op fictieve kusten, verspreidt over alle vier de windstreken. Veel van de teksten bestaan uit dialogen, gebracht in verschillende talen, die dat cinematografische aspect nog meer accentueren. De muzikale invulling dient zich aan als een ritmisch, doch chaotisch patroon, zeer gevarieerd, technisch onderlegd en bij vlagen zeer krachtig. Gespreid over de gehele duur van de CD worden Latijns getinte muziekpassages meermaals bruusk onderbroken door agressieve uithalen van progressieve metal, mathcore en groove metal of halen die de bovenhand op dromerige progrock fragmenten. De muziek van Hypno5e roept soms herinneringen op aan Between The Buried And Me, Cynic, The Dillinger Escape Plan en Gojira. Maar door de eigenzinnige en persoonlijke inbreng groeit de muziek uit tot een unieke belevenis. De appreciatie ervan is dan weer een puur individuele kwestie. Tekstdichter en zanger/gitarist Emmanuel Jessua doet graag een beetje geheimzinnig over zijn teksten en dat maakt het allemaal nog een beetje meer sibillijns en raadselachtig. ‘Shores Of The Abstract Line’ is zware kost van een band die alle muzikale restricties overboord gooit en redelijk onstuimig te keer gaat. De uitkomst staat gelijk aan ongenaakbare en tezelfdertijd bijzondere luisterervaring.

Silver Snakes

Silver Snakes
Saboteur
Pelagic Records

Het brein achter Silver Snakes is zanger, gitarist en componist Alex Estrada, voorheen actief in het hardcore combo Cathedrals. Vielen er al invloeden te bespeuren van Ministry en Godflesh, dan laat Estrada zich voor deze derde langspeler van Silver Snakes inspireren door acts als Nine Inch Nails en Sleep en meer bepaald de albums ‘The Downward Spiral’ en ‘Dopesmoker’. Al blijft het hardcore verleden mee de stijl bepalen. Silver Snakes maakt op deze ‘Saboteur’ voor het eerst veelvuldig gebruik van samples en beats. Daarmee gaat men dichter aanleunen bij een industrial groepsgeluid. Dat in combinatie met massieve gitaaruithalen en genadeloos beukende drums. Naast deze heftige muzikale excessen ging Alex voor het pennen van de teksten op zoek naar nieuwe ingevingen. Hij kwam op het idee om te gaan delven in de ziekelijke aspiraties van het menselijk denken en kwam zo terecht bij het gegeven ‘sabotage’ als kerngedachte. De drang om iemand te zien mislukken, door te manipuleren en saboteren, lijkt soms zeer aantrekkelijk. Zeker als dit leidt tot eigen successen. De vraag die zich dan stelt is hoever men wil gaan om dat doel te bereiken, want vroeg of laat komt de dag dat je rekenschap moet afleggen voor je daden. Het integreren van nieuwe elementen is niet altijd zonder risico. Hier is de uitkomst positief te noemen. Vertrekkend vanuit een solide basis stralen nummers als ‘Electricity’, het loodzware ‘Glass’, het als single geknipte ‘Raindance’, ‘Devotion’, ‘Red Wolf’ en ‘La Dominadora’ een bijzondere aantrekkingskracht uit. De overige tracks zorgen voor afwisseling, maar hebben minder te bieden en zijn eerder langdradig en al te zeer uitgesponnen. In navolging van hun muzikale helden proberen Silver Snakes bij elke nieuwe release de bakens te verzetten en andere horizonten op te zoeken. Met deze ‘Saboteur’ zet men alvast een flinke stap vooruit en is Silver Snakes goed op weg om zich wat meer op het voorplan te knokken.

Atmospheres

Atmospheres
The Departure
Eigen Beheer

Belgisch/Franse formatie die eind 2013 debuteerde met het album ‘Atmospheres’. Hun muziek werd gretig digitaal opgehaald en men bereikte meteen een internationaal publiek. Voor hun tweede schijf koos het viertal voor één bepaald thema als uitgangspunt. De mensheid moet op zoek naar een nieuwe planeet en begint aan een intergalactische exodus. De muziek van Atmospheres heeft als voornaam kenmerk een polyritmisch karakter. Stevig onderbouwd met aan metal gelieerde gitaarriffs en afgewisseld met dromerige ambient passages. Die laatste zorgen voor een meer luchtige, positieve noot, net als de fraaie, meerstemmige zang, terwijl de krachtige drumslagen, ronkende basgitaar en het heftige gitaarwerk garant staat voor een donkere en meer sombere klankkleur. De som van genres als postrock, progressieve rock, post metal en ambient - op de manier die Atmospheres die met elkaar vermengt - is bijzonder en tegelijk tamelijk complex. Het vraagt enige inspanning om je in te leven. Als beloning krijg je toegang tot het eigen, unieke universum van Atmospheres. Het wordt een boeiende reis met vele verschillende wendingen en luisterrijke facetten. Songs als ‘The Arrival’, ‘Satellite’, ‘Into Orbit’, ‘The Farthest Star’ en ‘Sun’ illustreren dit bovenmatig. ‘The Departure’ is een uitnodigend homogeen werkstuk. Eentje dat niet onopgemerkt zal blijven en menig muziekliefhebber zal weten te bekoren.     

Monomyth

Monomyth
Exo
Suburban/Kamikaze PR

Het Nederlandse Monomyth geeft het begrip instrumentale rock een nieuwe dimensie. Hun muziek vertelt een verhaal, maar dan zonder woorden. Het begon met de release van hun debuut in 2013. Het eerste deel van een trilogie. Het was meteen een groots opgezet concept, toch voor een nieuwkomer. Een jaar later volgde met ‘Further’ dan deel twee. Wetenschap en mythologie gaan bij Monomyth hand in hand. Het kwintet creëerde zijn eigen kosmische speeltuin en voelde zich daar meteen in thuis. Met ‘Exo’ verkent men de planeet 6EQUJ5. Daarmee sluit men naadloos aan bij hun vorige album ‘Further’. Monomyth beschikt over een zeer ruim palet aan mogelijkheden. Het vijftal zijn ervaring en technische bagage geven de aanzet. De vele variaties in ritme en verscheidenheid aan muziekgenres helpen mee de saga kleur te geven en er een muzikaal avontuur en evenement van te maken. ‘Exo’ opent met ‘Uncharted’, een op ambient, space, psychedelische en krautrock geënt epos. De opbouw is traag, verfijnd, melodieus en toch diepgaand. De heldere productie maakt alles voor een stuk gemakkelijker verteerbaar. Bij iedere luisterbeurt ontdek je nieuwe aspecten die de finesse onderstrepen. Naar het einde gaat het er wat heftiger aan toe om dan toch finaal zachtjes af te ronden. ‘Surface Crawler’ staat steviger op zijn poten. Het is een relatief luchtige rocksong waarin ook talrijke elementen opduiken, gaande van ijle synthesizers tot funky gitaareffecten. Ook in ‘Et Oasis’ spelen andermaal de synthesizers en gitaar een hoofdrol, maar laten ook de ritmesectie en keyboards zich niet onbetuigd. ‘LHC’ leunt dicht aan bij ‘Surface Crawler’, alleen wordt het heavy rock gehalte nog iets meer opgeschroefd. ‘Moebius Trip’ zorgt voor de definitieve, psychedelische kentering waarmee het verhaal in zijn eindfase komt. Zelf heb ik het nog niet geprobeerd, maar ik denk dat het zeker de moeite loont om het drieluik eens na elkaar af te spelen, want naar ik vermoed krijg je pas dan echt  zicht op het volledige plaatje van deze Monomyth trilogie. Wie ze live aan het werk wil zien: Op 28 april zijn ze te bewonderen in de Charlatan te Gent.