De teloorgang van het collectieve bewustzijn (of toch een
deel ervan)
Chris Connelly heeft al vele watertjes doorzwommen. Als je
zijn discografie doorloopt en de verschillende acts waar hij lid van was en de
projecten waar hij aan meewerkte bekijkt dan kom je aan een indrukwekkend
lijstje. Vorig jaar verraste hij ons nog in positieve zin met de release van
‘Turning Lead Into Gold With The High Confessions’ van The High Confessions. En
nu is er dus ‘Artificial Madness’. Een babbel met een muziekicoon als Chris
Connelly is een beetje avontuur, want dertig jaar rockgeschiedenis overspan je
niet zo maar. Chris belde ons op een maandag van op zijn werk.
Paul Van de gehuchte
Plaatjes verkopen in Chicago
Chris werkt in een platenzaak in Chicago. Hij is daar al
vele jaren aan de slag. Naar eigen zeggen is dat soort job het enige waar hij
goed in is. Dat en muziek maken. Voordeel is dat hij goed thuis is in het
algemene muziekaanbod, zowel als het gaat om klassieke albums of nieuwe platen.
Het best verkopen oudere releases op elpee, waarmee hij kan bevestigen dat de
verkoop van vinyl al een tijdje terug in de lift zit.
Voor het samenstellen van zijn band voor het inblikken van
‘Artificial Madness’ deed Chris beroep op Sanford Parker. Hij leerde Sanford
toevallig kennen als studio technicus tijdens een opnamesessie. Ze raakten
bevriend en Parker zou meewerken aan de opnames van enkele van zijn soloplaten
en speelde, net als gitarist Dallas Thomas, ook mee op ‘Turning Lead Into Gold
With The High Confessions’. Dallas wou Connelly er zeker bij hebben. Sanford is
dan ook zoek gegaan naar een drummer en bassist en koos uiteindelijk voor
respectievelijk Noah Leger en Will Lindsay. Chris had ze voordien nooit persoonlijk
ontmoet, maar kende wel de reputatie die ze genoten in en rond Chicago.
Tegelijk vroeg hij aan Sanford om het nieuwe album te produceren. Chris: ‘Ik
had Sanford in grote lijnen uitgelegd hoe ik het concept van ‘Artificial
Madness’ zag. In vergelijking met vorige albums zouden de songs korter zijn,
sneller en ook wel harder. In die optiek heeft hij dan de naar zijn inzicht
juiste muzikanten gekozen. En ik ben best tevreden met de uitkomst.’
Terug naar de kern
Zoals gezegd schreef Connelly korte, puntige rocksongs. Hij
is het soort van liedjesschrijver die in zijn hoofd hoort hoe de nummers moeten
klinken. Normaal gaat hij dan dingen toevoegen, zoals keyboards, strijkers of
samples. In het geval van ‘Artificial Madness’ vertrok men van een
basisbezetting. Om een paar accenten te leggen zijn er sporadisch keyboards te
horen. Chris vond het belangrijk om het essentiële, de kerngedachte naar voor
te schuiven. Tegelijk is het een krachtig statement. Chris: ‘Als je niets hebt
toe te voegen of te zeggen dan is het beter dat je de zaak afrond. Hou het zo
simpel als mogelijk.’ Connelly houdt er van om zich uit te drukken met veel
woorden. Hij speelt met formuleringen en uitdrukkingen en heel wat zijn vorige
releases bevatten dan ook veel tekst. Net als wat de muziek betreft wou hij op
‘Artificial Madness’ zich tekstueel beperken tot het strikt noodzakelijke. Het
geheel komt zo beter tot zijn recht. De overdracht is sterker. Wat je als
boodschap wil overbrengen komt aan.
Writer’s block
Vroeger was Chris een ‘veelschrijver’, maar hij heeft nu een
vrouw en twee kinderen en die eisen hun deel op van zijn tijd. Daar waar hij
vroeger elke dag wel een paar uur besteedde aan het schrijven. Dat behoort nu
tot het verleden, maar hij heeft nu een alternatief. Elke dag gaat hij naar
zijn werk met de trein en tijdens de reis houdt hij zich onledig met schrijven.
Zelfs al is wat hij dan schrijft niet zo denderend goed, dan toch gaat hij
ermee door. Kwestie van zijn brein actief te houden. Wanneer hij dat bijzondere
gevoel krijgt – het is als honger die moet gestild worden – om aan een nieuwe
plaat te beginnen dan komt het schrijfproces vanzelf op gang en het geeft hem
telkens voldoening. Zoals nu voor ‘Artificial Madness’. Het was toch een tijd
geleden dat hij nog liedjes had geschreven, maar dat bleek geen struikelblok.
Hij was heel snel klaar. Chris: ‘They just came tumbling one after another
(lacht). Ik volg mijn instinct. Ik probeer nooit iets te forceren. Ik heb ook
geen schrik van een writer’s block. Als de inspiratie niet komt dan wacht ik
gewoon.’
Te oud voor hits
Het maken van een album vandaag kan soms problematisch zijn.
Elke plaat is hoe dan ook uniek. Wat Chris een goede zaak vindt in het huidige
muzieklandschap is dat als men zich kan omringen met de juiste mensen, wat voor
Connelly het geval is in de persoon van Sanford Parker, dan kan je veel
kostbare studiotijd winnen, gewoon omdat je sneller kan werken. Begin de jaren
tachtig nam het opnemen van een langspeler heel wat meer tijd in beslag. Je had
niet de technische mogelijkheden en technologische snufjes die een studio nu
biedt. Veel artiesten doen al het voorbereidende werk nu ook gewoon thuis zodat
volgens Chris het huren van een studio goedkoper is geworden. Vanuit dat
standpunt bekeken is het gemakkelijker om een plaat te maken. Labels en
budgetten is een andere zaak. Chris: ‘Ik behoor tot het kransje van gelukkigen
die al heel lang actief zijn in het rockcircuit. Ik ben fortuinlijk in die zin
dat er vandaag veel mensen zijn die mijn staat van dienst en werk appreciëren
en respecteren. Er zijn nog altijd labels die met mij in zee willen gaan omdat
ze van mijn muziek houden. Maar er is inderdaad veel veranderd. Ik ben
bijvoorbeeld te oud om nu nog te hopen dat een nummer van mij in één of andere
hitlijst geraakt. Daar maal ik ook niet om. Ik kan een werkstuk ook niet
loslaten tenzij het helemaal af. Pas dan kan ik verder gaan. Sinds mijn jeugd
is mijn leven opgedeeld in evenveel hoofdstukken als er mettertijd albums zijn.
Ik ben een beetje verontrust over de huidige gang van zaken, want om aan een
project te beginnen moet je uiteraard nog over voldoende kapitaal beschikken of
een geldschieter. En dat is vandaag niet altijd evident.’
Een vrouw en twee kindjes
De vrouw van Chris is van beroep filmregisseur en ze
begrijpt hoe het er aan toe gaat wanneer je begint aan een project en het
creatieve proces dat aan de grondslag ligt. Toeren zit er voor Connelly niet
meer in. Af en toe een concert spelen kan nog net. Hij is wel van plan er
opnieuw tegenaan te gaan wanneer zijn kinderen ouder zijn. Nu zijn ze twee en
vijf jaar oud en beseffen nog niet goed wat hun papa eigenlijk doet. Dus werkt
Chris wanneer ze in bed liggen of voor ze ’s ochtends moeten opstaan. Hij zet
dan zijn wekker op vier uur en kan dan voor een paar uur aan de slag. Een
andere mogelijkheid is er niet. Maar het systeem dat hij met zijn echtgenote
heeft uitgedokterd werkt en stemt iedereen tevreden. Voor hij kinderen had
hoefde hij met niets of niemand rekening te houden. Nu moet hij de discipline
kunnen opbrengen om voor zowel zijn gezin te zorgen en muziek te maken. Als er
iets moet geregeld worden dan komt hij altijd wel met een oplossing voor de
dag. Een voordeel is dat Chris al de veertig voorbij was toen zijn kinderen
zijn geboren. Zijn dolle jaren lagen toen al achter hem. Chris: ‘Ik zal mijn
kinderen nooit adviseren over iets, tenzij ze er zelf om vragen. Als teenager
speelde ik in mijn eerste band in mijn geboortestad Edinburgh en het was het
beste wat me kon overkomen. Ik heb me geen minuut verveeld en heb geleerd om
constructief te leren werken met anderen, iets waar ouders of leraren geen vat
op hadden. Het was mijn groep en in mijn eigen tijd. En als mijn kinderen voor
hetzelfde zouden kiezen dan zou ik ze zeker steunen en achter hun beslissing
staan. Ik zou hen vertellen dat de muziekbusiness een harde wereld is en dat ze
rekening moeten houden met ontgoochelingen. Maar voor wie doorzet kan het wel
lukken. Ik speel nog altijd muziek omdat ik hou van wat ik doe.’
Chicago of Edinburgh
Aan zijn lange en rijk gevulde carrière houdt Chris vele
goede herinneringen over. Eén van
de eerste memorabele gebeurtenissen was zijn vertrek uit Edinburgh naar de VS
om aan te sluiten bij Revolting Cocks. Hij was toen drieëntwintig jaar en de
wereld lag aan zijn voeten. Eigenlijk heeft hij altijd met volle teugen genoten
van elk moment. Zowel in het verleden als nu zijn de kennismaking en het
musiceren met al die verschillende, talentvolle muzikanten onvergetelijke
belevenissen. Vooral die dan waarmee Chris aanvoelde dat het meteen goed zat.
Doch elk project kende zijn hoogtes en laagtes. Een teleurstelling was het feit
om te moeten constateren dat een plaat voor geen meter verkocht en
daartegenover stond dan het positieve: de creatie van het werkstuk zelf. Het
enige waar Connelly spijt van heeft is dat hij naar eigen zeggen tijdens de
jaren negentig zijn muzikale loopbaan te weinig heeft gestuurd. Chris: ‘Na de
split van Revolting Cocks en mijn vertrek bij Ministry mag ik toch stellen dat
ik een paar heel goede soloplaten heb afgeleverd, maar ik had meer gefocust
moeten zijn en had meer risico’s moeten durven nemen. Ik had bijvoorbeeld niet
in Amerika mogen blijven en op een bepaald punt moeten terugkeren naar
Schotland, maar dat heb ik toen niet gedaan. Begrijp me niet verkeerd: ik woon
graag in Chicago en het is een mooie stad, maar de voornaamste reden waarom ik
hier ben zijn mijn vrouw en kinderen. Mijn echtgenote heeft hier een mooie
carrière uitgebouwd als professor en filmmaker en is zelfs tamelijk bekend. Nu
met mijn familie verhuizen naar Edinburgh met geen uitzicht op werk zou
onredelijk en onrechtvaardig zijn tegenover hen. Ik ben heel tevreden en
gelukkig met mijn bestaan hier. Als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat met
ouder worden het besef groeit dat ik thuishoor in Schotland, daar liggen mijn roots.
Maar ik bekijk het dag per dag en als gevestigd muzikant hier is opnieuw van
nul beginnen geen optie. Ik heb alleen maar af en toe heimwee en daar moet ik
maar leren mee leven. Nu is het toch een paar jaar geleden dat ik er nog
geweest ben. Om met de hele familie naar Edinburgh te vliegen is een dure
onderneming. Na een tijd vervagen de herinneringen en moest ik nu terugkeren
dan zou ik opnieuw geconfronteerd worden met de beslissing waarom ik in de eerste
plaats Edinburgh heb verlaten. Oh yeah, now I remember why I left this place
(lacht).’
Auteur van boeken
Chris staat ook bekend als schrijver. Het idee voor een eerste boek rees in
1996. Min of meer op verzoek bundelde hij toen al zijn teksten sinds het voor
hem startte in 1982 en vulde die aan met onuitgegeven materiaal en gedichten. ‘Confessions
of the Highest Bidder: Poems and Songwords, 1982-1996’ werd voor het eerst
gepubliceerd in juni 1999. Zijn turbulente doortocht bij Revolting Cocks en Ministry
is ook in boekvorm gegoten: ‘Concrete, Bulletproof, Invisible and Fried: My
Life As a Revolting Cock’ verscheen in december 2007. In zijn memoires als
jonge industrial rocker neemt Connelly geen blad voor de mond. Zijn meest
recente werk is de novelle ‘Ed Royal’. Chris: ‘‘Ed Royal’ heb ik geschreven nog
voor mijn dochter is geboren. Ik ben eraan begon tijdens een periode dat ik
voor even toch geen zin had om te werken aan een nieuwe plaat. Het was een
totaal andere manier van schrijven en het gaf me veel satisfactie. Daarna ben
ik aan een volgende boek begonnen en daarmee ben ik halfweg. Na de geboorte van
mijn dochter heb ik een paar albums uitgebracht en nu is er ‘Artificial
Madness’ en ik heb noch de tijd gehad, noch de lust om de draad terug op te
pikken. Dat komt nog wel, ook al kan het nog een tijd duren voor het afgeraakt.’
Andere interesses
Als hij vrije tijd heeft dan houdt Chris zich onledig met
lezen en het luisteren naar muziek. Hij heeft een uitgebreide, goed
gestoffeerde collectie en herontdekt op die manier veel muziek. Er was een tijd
dat hij naar muziek luisterde en dan probeerde hij er uit te halen wat hij kon
aanwenden als aanzet of muze in zijn eigen composities. Pas een tijdje geleden
kwam hij tot de ontdekking dat er muziek is die je zelf speelt als muzikant en
andere muziek waar je alleen naar luistert als vrijetijdsbesteding. Chris: ‘Ik
zit nu in wat ikzelf beschouw als een recreatieve episode. Ik luister naar
muziek voor het genot ervan. Om op die manier artiesten te ontdekken en te
beleven schenkt me heel veel voldoening. Ik hou ook van whisky. Dat kan ook
moeilijk anders gezien mijn afkomst. Het is een hobby. Nee, ik ben geen
verzamelaar van whisky’s. Daar ben ik niet toe in staat. Ik drink alleen maar.
De collectie is verloren gegaan via mijn keel (lacht).’ Chris heeft altijd
whisky in huis. Tot zijn eigen verbazing is er een ruim aanbod van whisky’s dus
hij kan ten allen tijde zijn voorraad aanvullen.
Sterren en beroemdheden
Tussen alle muzikanten die zijn pad hebben gekruist zitten
er toch een paar opmerkelijke persoonlijkheden. Chris: ‘Laatst heb ik
meegewerkt aan het album ‘Weather’ van Meshell Ndegeocello. Tussen haar en mij
zit een wereld van verschil. Muzikaal heeft ze een totaal ander stijl, een mix
van hiphop, soul, r&b, new wave en rock, maar we vonden elkaar en we hebben
samen een aantal nummers geschreven. Daarnaast heb ik gitarist Robert Fripp
(King Crimson) leren kennen. Hij werkte samen met Bill Rieflin aan een album
waarbij ik ook betrokken was. Fripp is een heel lieve man en een grote
persoonlijkheid, maar tijdens de opnames hield hij er rare werkmethodes op na. Het
was een uitzonderlijke ervaring moet ik zeggen. Een andere vreemde ontmoeting
was die met Cabaret Voltaire omdat het incidenteel gebeurde. Ze waren naar
Chicago gereisd om er met producer Marshall Jefferson hun album ‘Groovy,
Laidback And Nasty’ op te nemen. Toen ze arriveerden bleek Jefferson ziek en
moest met buikgriep drie, vier dagen in bed blijven. Dus konden ze niet aan de
slag. Ik en mijn vrienden van Ministry liepen hen toevallig tegen het lijf en
als Acid Horse hebben we dan in een paar dagen tijd de ep ‘No Name, No Slogan’
ingeblikt. Tussenin hebben we hen de bezienswaardigheden van Chicago laten zien
en van het nachtleven laten proeven. Ja, we hadden een leuke tijd toen.’
Ik heb een aversie voor
Chris: ‘Fascisme en de afgeleide ervan, onmenselijkheid. Mensen
die van elkaar misbruik maken. Dat kan ik echt niet verdragen. Dat fascisme, na
alles wat er is gebeurt, nog bestaat kan ik moeilijk geloven, maar het is zo.
Het stemt me verdrietig. En toch blijf ik optimistisch. Als je kijkt naar
landen als Tunesië, Egypte, Libië waar de mensen zolang onderdrukt zijn geweest
daar nu toch uitzicht hebben op een vorm van democratie en vrijheid vind ik
hoopgevend. Wij kunnen ons niet voorstellen wat ze al die jaren dag in dag uit
hebben meegemaakt. Wij mogen echt niet klagen. De meesten van ons hebben het
goed. Er is ook niemand die ons komt vertellen wat we moeten doen. Het feit dat
de bevolking aldaar zich vragen begon te stellen en kritisch stond tegenover de
machthebbers kan je alleen maar toejuichen. Maar we zijn er nog niet. We hebben
allemaal ‘Animal Farm’ gelezen en zie wat er daar is gebeurt. Het is de
menselijke natuur. Ik kan hier nog de hele nacht over praten (lacht), maar
laten we het hierbij houden. Laat ons hopen dat de kentering zich niet tegen
ons keert.’
selectieve discografie
‘Whiplash Boychild’ (1991)
‘Phenobarb Bambalam’ (1992)
‘Shipwreck’ (1994)
‘Songs For Swinging Junkies’ with William
Tucker (1994)
‘The Ultimate Seaside Companion’ with The Bells (1997)
‘Blonde Exodus’ with The Bells (2001)
‘Largo’ with Bill Rieflin (2001)
‘Private Education’ (2002)
‘Initials C.C.’, a collection of rarities and Connelly's
personal favorites (2002)
‘Night Of Your Life’ (2004)
‘The Episodes’ (2007)
‘Forgiveness & Exile’ (2008)
‘Pentland Firth Howl’ (2009)
‘How This Ends’ (2010)
‘Artificial Madness’ (2011)