zondag 16 februari 2014

Cynic


Cynic
Kindly Bent To Free Us
Season Of Mist
Cynic is een groep die verandering niet schuwt. Bij iedere nieuwe uitgave zorgen frontman Paul Masvidal en co. voor verrassingen. De weg naar een meer puur progressieve rock aanpak werd geëffend met de release van twee ep’s: ‘Re-Traced’ (2010) en ‘Carbon-Based Anatomy’ in 2011. Voor hun vorige volwaardige album ‘Traced In Air’ moeten we al terug naar eind 2008. Een plaat die toen een verpletterende indruk naliet en door ondergetekende in de hemel werd geprezen. ‘Kindly Bent To Free Us’ kan ons minder bekoren. Speltechnisch valt er niets af te dingen op de kwaliteiten van muzikanten als Masvidal, Sean Reinert (drums) en bassist Sean Malone. De songs zijn fijn uitgedokterd, complex en melodieus. Het geheel komt naar mijn gevoel nogal steriel over. Een euvel dat zich wel meer aandient bij progrock acts. Nochtans zijn de nummers met een maximum speelduur van onder de zeven minuten relatief compact te noemen. De tempowisselingen vliegen je wel om de oren. In een paar monumentale tracks – de titelsong, ‘Infinite Shapes’ en ‘Gitanjali’ - vallen alle puzzelstukjes wel op hun plaats en dan hoor je Cynic op zijn best. Laat ons wel wezen; deze ‘Kindly Bent To Free Us’ klinkt nog altijd stukken beter dan het merendeel van het huidige progressieve rock aanbod, maar van een groep als Cynic verwacht je altijd net dat ietsje meer.

Cynic


Cynic

Via Skype hadden we een gesprek met de drijvende kracht achter Cynic, zanger, componist en multi-instrumentalist Paul Masvidal. In zijn woonplaats Los Angeles was het net na de middag en dan krijg je honger. Onze gesprekspartner maakte dankbaar gebruik van dit intermezzo om de innerlijke mens te versterken. De man zich zat vol te proppen met allerlei lekkers. Een mondvol moet je dan eerst doorslikken voor je iets kan zeggen. De dorst lessen hoort ook bij dit ritueel. Achteraf je bord onder de kraan afspoelen ook. Wat zachte muziek op de achtergrond mocht niet ontbreken. Zo kwam deze conversatie tot stand.
Paul Van de gehuchte

Je hebt over de nieuwe songs eens gezegd en ik citeer: ‘It’s sci-fi, futuristic and alien but at the same time very song-driven’. Was het dat wat je in gedachten had bij het schrijven van nieuwe nummers voor ‘Kindly Bent To Free Us’?
‘Ik denk dat die uitspraak al meer dan drie jaar de ronde doet op het internet. Ik was me dan nog helemaal niet bewust van wat de uitkomst zou zijn van de nieuwe plaat. Het was toen een impressie van het werkproces. ‘Kindly Bent To Free Us’ vind ik nu zelf een ruwe diamant, puur en zuiver. Er is geen gebruik gemaakt van verfijnde verwerkingsprocessen zoals Pro Tools. Het is heel transparant. Drie muzikanten die hun ding doen. Zonder franjes, alleen de essentie blijft over. ‘Kindly Bent To Free Us’ is een sleutelmoment in het bestaan van Cynic en tegelijk een momentopname van wat en waar we als groep voor staan.’

Op een dag beslis je om een nieuwe langspeler te maken, maar hoe begin je er aan?      
‘De meeste tijd breng ik door met het schrijven van liedjes. Ik heb honderden songs gestockeerd in een eigen bibliotheek. Die werk ik regelmatig bij en als het ogenblik dan is aangebroken om aan een nieuwe plaat te beginnen dan ga ik grasduinen, luister naar fragmenten. Die waar ik de juiste weerklank bij vind en goed aanvoel, daar ga ik aan sleutelen tot wanneer ik tevreden ben met het resultaat en de song wat mij betreft is afgewerkt. Laat er geen misverstand over bestaan: daar kruipt echt heel wat tijd in.’

Het is dus best mogelijk dat oud materiaal toch nog een introductie krijgt?
‘Wel, heel wat van het materiaal stamt uit de tijd van ‘Traced In Air’. Eigenlijk zijn we aan ‘Kindly Bent Us Over’ al begonnen net na de release van ‘Traced In Air’. Tussendoor kwamen nog de twee ep’s, maar deze nummers of een groot deel ervan, lagen al te sudderen in ons collectieve geheugen. Uiteindelijk hebben die het ook gehaald en krijg je die te horen op deze release.’

Waarom koos je als titel voor ‘Kindly Bent Us Over’?
‘Komt uit een boek, eigenlijk een trilogie geschreven door een Tibetaanse monnik in de veertiende eeuw, met als titel ‘Kindly Bent To Ease Us’. Ik ben er altijd door gefascineerd geweest. Het brein, de geest is een actief onderdeel van ons bestaan en er is een connectie, een brug naar de teksten toe van de composities op dit album. Alles houdt verband met elkaar ook de hoesillustratie in de vorm van hersenen/paddenstoel/wolk/boom, naargelang je eigen interpretatie. Het is moeilijk om de keuze van een albumtitel uit te leggen, maar voor mij voelde deze juist aan en het leek me dan ook logisch om voor deze te kiezen.’

Haal je inspiratie voor de teksten uit je persoonlijke leven of uit boeken?
‘Ik schrijf over waar gebeurde feiten en dat zijn dan toch meestal persoonlijke belevenissen. Ik probeer die waarheidsgetrouw weer te geven. Dat lijkt me de meest eerlijke manier om een band op te bouwen met de mensen die naar je liedjes luisteren.’

Waar plaats je de twee ep’s ‘Re-Traced’ en ‘Carbon-Based Anatomy’ in de geschiedenis van Cynic? Zijn ze een onderdeel van de natuurlijke evolutie van Cynic als groep?
‘Ik denk het wel. We hadden wat vrije tijd – vier tot zes weken - tussen twee rondreizen in. We houden er niet van om stil te zitten en we vroegen ons af hoe we die tijdspanne het best konden invullen. Ik dacht toen aan  de demo’s die we nog hadden liggen van ‘Traced In Air’. De kwaliteit van de muziek was goed en ik vond het naar de fans toe een leuk idee om die ook uit te brengen. We hebben die dan opnieuw onder handen genomen, terug ingespeeld en opgenomen. Voor ons was het soort van experiment. ‘Carbon…’ was dan weer een snapshot. We waren al bezig met ‘Kindly Bent To Free Us’ en ik had het wat moeilijk en kreeg het in die bewogen periode zwaar te verduren. ‘Carbon…’ gebruikte ik om voor mezelf een emotioneel zuiveringsproces op gang te brengen. Het was iets wat ik kon bevatten in relatief korte tijd. Het maken van een plaat is voor mij een huzarenstuk, een enorm werk. Ik vergelijk het met het draaien van een film. Een ep was meer beheersbaar. Achteraf voelde ik me stukken beter en kon me terug concentreren op ‘Kindly Bent To Free Us’. Onze manager moedigde ons ook aan om toch met iets voor de dag te komen en de leegte tussen twee albums in op te vullen. We konden er een korte tournee aan koppelen. Verschillende elementen waren de aanleiding met als eindpunt de ep ‘Carbon-Based Anathomy’. Het maakt zeker deel uit van onze historie. Alles is onderling verbonden met elkaar.’
 
Cynic heeft een eigen stijl met moderne facetten ontwikkeld, maar als ik goed geluisterd heb dan ligt de basis van jullie muziek bij progrock acts uit de jaren zeventig: Yes, King Crimson, Weather Report, Gryphon…
‘Ja, ik ben opgegroeid met die muziek. Ik had een broer en die had platen van degene die je opsomde. Daar horen ook nog Pink Floyd en Rush bij. Al die bands brachten toen experimentele en bijwijlen hypermoderne muziek. Onze wortels liggen daar. Ook het feit dat we ervoor kiezen om op ‘Kindly Bent To Free Us’ als trio naar voor te treden kent daar zijn oorsprong. Aan de ene kant heb je die invloeden. Daar tegenover staat dat als ik aan een plaat werk ik nooit naar muziek luister. Er zitten zoveel geluiden in mijn hoofd en ik ben zo geconcentreerd bezig dat het me alleen maar zou afleiden. Ik probeer zoveel mogelijk om in stilte te werken. Ik wou nog kwijt dat geluid in het algemeen me kan inspireren. Een auto die passeert, de wind die door de bomen ruist, vogels die fluiten, het feit dat je bewust bent van te leven. Naast muziek is ook dit voedsel voor mijn creativiteit.’

Net als voor ‘Traced In Air’ is er van ‘Kindly Bent To Free Us’ een gelimiteerde box uitgave van duizend stuks. Is die even spectaculair?  
‘De twee zijn niet te vergelijken denk ik. Naar mijn idee is deze uitgave iets meer verfijnd. Het heeft de vorm van een boek, binnenin uitgehold. Het lijkt op een boek uit de oudheid. De cd telt hier met ‘Earth Is My Witness’ een exclusieve bonus track. Er zit een uitgeschreven partituur bij van één van de songs. Dan heb je nog groepsfoto’s, een mooi geïllustreerd tekstboekje, vijf transparante dia’s allemaal van de hand van kunstenaar Robert Venosa. Ik kan niet zo goed overweg met verkooptrucs, maar ik dacht dat deze editie minder duur is dan die van ‘Traced In Air’.’

Jullie tekenden een contract bij Season Of Mist voor de release van ‘Traced In Air’. Nog altijd tevreden over de samenwerking?
‘Ja, ze hebben net als wij een lange weg afgelegd en zijn er als organisatie sterk op vooruit gegaan. Hun aandeel in het metal aanbod is serieus gegroeid. Sinds we bij hen onderdak vonden kregen ze ook heel wat respons uit de VS en maken er andere Amerikaanse bands deel uit van hun scala. Onder meer Atheist, Morbid Angel en Dillinger Escape Plan.’ 

Heb je muziek gestudeerd?
‘Ja, ik ben als knaap begonnen met klassieke gitaar te studeren. Later ben ik overgestapt naar jazz. Eigenlijk ben ik nog altijd bezig met leren. Ik voel me een beetje als een eeuwige student. Cynic telt alleen maar hooggeschoolde en geoefende muzikanten. Bassist Sean Malone bezit een academische graad en geeft les aan de universiteit. Zijn vakgebied is ‘muziektheorie en compositie’. Naast gerenommeerd drummer is Sean Reinert een getalenteerd pianist en componist. Buiten Cynic zijn we allemaal op professionele basis bezig met muziek. Dat en onze interesse en bezorgdheid voor het educatieve luik en honger naar muziek heeft er voor gezorgd dat we met Cynic zo divers zijn en constant evolueren.’

Zijn er plannen voor een tournee?
‘Dat is de bedoeling. De onderhandelingen met promotors zijn gestart, maar er zijn voorlopig nog geen data bekend. Binnenkort gaan we een paar dagen spelen op een cruiseschip, dat is de enige zekerheid die we momenteel hebben.’
Dit is al bekend: jullie komen naar de Graspop Metal Meeting in België op zaterdag 28 juni. Kijk je er naar uit?
‘Absoluut. In 2007 zijn we daar ook geweest. Ik heb er goede herinneringen aan over gehouden. Ben benieuwd hoe het dit jaar gaat verlopen.’

Als jullie gaan toeren, hoeveel tijd brengen jullie door in het repetitiehok als voorbereiding?
‘Een week of twee is genoeg om alles door te nemen, om de puntjes op de i te zetten, de speellijst samen te stellen. Heel belangrijk is fysieke paraatheid. Rondreizen vergt veel van het lichaam. Je moet echt wel helemaal fit zijn. Ik hou van het optreden voor mensen, het spelen van concerten, de interactie met publiek. Ik ben geen fan van het reizen, het onderweg zijn. Ik heb het daar soms heel lastig mee. Genoeg slaap krijgen is fundamenteel. De rest lukt dan wel.’

Je woont in Los Angeles. Waarom precies daar?
‘Ik ben naar hier gekomen in 1996 na de split van Cynic. Ik ben afkomstig uit Miami, Florida. De voornaamste reden om naar hier te komen was dat ik hier een studiebeurs kreeg aan de universiteit. Ik wou terug gaan studeren. Een ander pluspunt: mijn oudere broer woonde hier ook. Het is altijd geruststellend om familie in de buurt te hebben. Ik heb sindsdien nooit meer achterom gekeken. Deze stad biedt mogelijkheden voor wie zijn kans wil grijpen. Vooral muzikanten hebben het hier naar hun zin. Het weer is fantastisch. Momenteel zit ik buiten op het terras. Nee, mij krijg je hier niet weg.’

Frequency Drift


Frequency Drift
Over
Gentle Art Of Music/Soulfood Music
Het Duitse Frequency Drift experimenteert sinds hun debuut 'Personal Effects (part one)' op alle domeinen en blijft dit ook verder doen op hun inmiddels vijfde elpee ‘Over’. Zo krijgt de mooie stem van Isa Fallenbacher extra vocale ondersteuning van de als jazz zangeres opgeleide Agathe Labus. Naast de reeds bekende instrumenten als harp, cello, viool, fluit en gemshoorn worden daar nu duclar, tinwhistle, marimba, wavedrum en nog meerdere soorten harpen aan toegevoegd. De twaalf composities op deze ‘Over’ zijn dan ook stuk voor stuk juweeltjes wat betreft opbouw, arrangementen en inkleuring. De hemelse stemmen, melodieuze pracht en verfijnd instrumentarium verheffen dit album tot een fraaie en avontuurlijke onderneming. Wie zijn zinnen heeft gezet op meer technische of bij metal aanleunende progressieve rock blijft hier wel wat op zijn honger zitten. Geen spervuur van flitsende hoogstandjes op gitaar, drums of keyboard. Op het eerste gehoor kabbelen de liedjes zachtjes voorbij. Toch zit er heel wat variatie in de nummers. Het vraagt alleen wat tijd om de finesses te ontdekken en die te leren waarderen. Hoe meer je er naar luistert, hoe meer je in de ban raakt van ‘Over’. Ook een vermelding waard zijn de impressies van fotografe Alina Rudya. Deze Oekraïense toont haar geboorteplaats, de spookstad Pripjat, waar het leven voor de mens sinds de kernramp in Tsjernobyl (1986) nog altijd onmogelijk is. Ondanks de levensbedreigende en bijzondere omstandigheden neemt de flora en fauna er stapsgewijs de overhand. ‘Over’ is dus op alle gebied een interessant werkstuk.

Birth Of Joy


Birth Of Joy
Prisoner
Suburban Records
‘Birth Of Joy is sixties on steroids’ lezen we in de biografie ingesloten bij de derde cd van dit Nederlandse trio onverlaten. En ja, daar valt iets voor te zeggen. De drie kerels hebben en eigen muzikaal gezicht, maar weloverwogen en op een uitgekookte manier laten ze elementen toe uit grunge, stoner en punk. Deze guerrilla techniek zorgt voor leuk vertier. Wie doodstil op zijn stoel blijft zitten bij het luisteren naar zinderende nummers als ‘The Sound’, ‘How It Goes’, ‘Grow’, ‘Rock & Roll Show’ en ‘Longtime Boogie’ is niet goed bij zijn hoofd. Datzelfde gevoel treft ons niet midden de hartstreek bij liedjes als ‘Mad Men’ en ‘Clean Cut’. In ‘Keep Your Eyes Shut’ gooit een poging tot psychedelische break roet in het eten en de titelsong is wel heel erg grimmig. Het tragere ‘Three Day Road’ heeft dan weer een heerlijk, schuifelende groove, net als ‘Holding On’ dat bijwijlen aan The Doors doet denken. Birth Of Joy hun derde worp krijgt een wereldwijde distributie en dit zal het drietal ongetwijfeld meer bekendheid geven en hen de kans geven om daarmee gepaard gaande optredens te versieren. En zo hebben de festivals er deze zomer een troef bij om uit te spelen.  

zaterdag 1 februari 2014

We All Die (Laughing)


We All Die (Laughing)
Thoughtscanning
Kaotoxin Records
Aron Strobl maakte naam als vocalist van Carnival In Coal en als gastzanger voor de Franse act 6:33. Voor deze ‘Thoughtscanning’ slaat hij de handen in elkaar met Déhà, een creatieve geest die van vele markten thuis is en aan heel wat projecten – onder meer Maladie, C.O.A.G, Yhdarl, Imber Luminis - meewerkte. Thoughtscanning’ telt slechts twee tracks. Het ambitieuze ‘Thoughtscan’ en een cover van Amy Winehouse: ‘Back To Black’. ‘Thoughtscan’ duurt 33 minuten en overschouwt zowat alle facetten die een symbiose van progressieve rock, grindcore, doom en extreme metal te bieden heeft. Gezien Aron zijn reputatie verwacht je dat één van de sterke punten de zangpartijen zijn, maar dan kom je hier van een kale reis terug. De oerschreeuwen en grunts zitten soms ver weg in de mix en de gewoon gezongen fragmenten zijn mediocre. Muzikaal en compositorisch slaagt het duo er in dat half uur slechts zelden in om te boeien, laat staan te verrassen. De cover van ‘Back To Black’ is ook al geen hoogvlieger al proberen ze de titel van de song alle eer aan te doen door hun meest duistere kant te etaleren. Meest spectaculair is nog de hoestekening van Maxime Taccardi die met bloed zou zijn getekend.

Dream Theater


Dream Theater
Live At Luna Park
Eagle Vision/PIAS
Na het vertrek van sterdrummer en medeoprichter Mike Portnoy in september 2010 – hij maakt nu het mooie weer bij Transatlantic, Adrenaline Mob en Neal Morse – rees er enige twijfel omtrent de voortzetting van Dream Theater. De rest van supergroep bleef echter niet bij de pakken zitten en koos tenslotte voor Mike Mangini (bekend van Annihilator, Extreme en Steve Vai) om de vacature in te vullen. Na twee studioalbums, ‘ A Dramatic Turn Of Events’ en ‘Dream Theater’ en de daaraan gekoppelde wereldtournee leek het vanzelfsprekend dat een dvd er zat aan te komen. De opnames voor hun zesde live release vonden – gespreid over twee dagen - plaats in het Luna Park Stadium in Buenos Aires. Meer recente nummers gaan hier hand in hand met oudere songs. Dit zorgt tegelijk voor evenwicht en afwisseling. Er is zelfs een gesmaakt akoestisch intermezzo, inclusief strijkkwartet. Dat de vier muzikanten stuk voor stuk virtuozen zijn staat buiten kijf. Dit wordt hier ten overvolle geïllustreerd via verschillende solo’s. Zanger James LaBrie verdwijnt dan wijselijk uit beeld. Vooral de (te) lange drumsolo van Mangini is zonder meer imponerend. De editie die we toegestuurd kregen bevat een extra schijf met zes opnames van de tweede dag in Luna Park, plus een documentaire, trailer, cartoon intro en er wordt ons een blik achter de schermen gegund. Met deze spectaculaire en flitsend in beeld gebrachte live shows bewijst Dream Theater nog steeds tot de top te behoren in de categorie progressieve metal en rock. Het wordt ook uitkijken naar hun prestatie in de Brielpoort in Deinze op 8 februari.

Peter Murphy


Peter Murphy
Love Hysteria
Cherry Red Records
Naast David J viert Cherry Red ook de vijfentwintigste verjaardag van de release van Bauhaus en Dalis Car zanger Peter Murphy zijn tweede soloalbum uit 1988, ‘Love Hysteria’. In vergelijking met Haskins is het werk van Murphy toegankelijker en commerciëler van aard. Composities als ‘Time Has Got Nothing To Do With It’, My Last Two Weeks’ en ‘Socrates The Python’ zijn wat serieuzer en een tikje speciaal. Hier wordt alleszins minder geëxperimenteerd dan op ‘Etiquette Of Violence’. Deze collectie songs is kunstig samengesteld en artistiek te verantwoorden. In dit geval speelt de toenmalige tijdsgeest ook zijn rol. Moet het nog gezegd dat de stem van Murphy een typerend timbre heeft en redelijk uniek is. Het blijft een niet te onderschatten troef. Als liedjesschrijver haalt hij hier - ook wel dankzij de inbreng en steun van Paul Statham (B-Movie) - een meer dan behoorlijk niveau. Net als bij David J gaat deze heruitgave vergezeld van een bonus schijf. Van zeven van de negen songs krijg je een demo weergave. De rest zijn remixen, een paar bewerkingen en verbeterde versies. Men sluit af met drie verschillende mixen van hetzelfde nummer (‘Blind Sublime’). Naar mijn gevoel een overaanbod dat niet hoefde. ‘Love Hysteria’ blijft een kwart eeuw na zijn officiële verschijningsdatum hoe dan ook een fraai album.       

David J


David J
Etiquette Of Violence
Cherry Red Records
David John Haskins is het meest bekend als bassist van Bauhaus. In 1985 stond hij samen met zijn jongere broer Kevin en Daniel Ash mee aan de wieg van Love And Rockets. ‘Etiquette Of Violence’ was zijn eerste soloplaat en die werd uitgebracht in 1983 op het Situation Two label. In 1990 kwam er een eerste en tegelijk laatste editie op cd. Deze heruitgave als dubbel-cd werd helemaal opgefrist en de tweede schijf bevat demo’s, thuis opgenomen spul en B-kanten. Van de zeventien tracks zijn er elf nooit eerder verschenen op plaat. Als soloartiest is David nog altijd actief. De laatste tijd concentreert hij zich vooral op het componeren van muziek voor film en theater. ‘Etiquette Of Violence’ kwam uit vlak na de split van Bauhaus. Het werk sluit nauw aan bij de stijl van Bauhaus. David kiest wel voor een sobere invulling. De nadruk ligt helemaal op het scheppen van een stemming. Donker, vreemd en dichterlijk. Doet soms denken aan de albums van The Church icoon Steve Kilbey. In ‘No One’s Sending Roses’ zorgen saxofoon, drums en bas voor een broeierig, gespannen sfeer. Met ‘Joe Orton’s Wedding’ trekken we naar een obscuur cabaret etablissement en ‘With The Indians Permanent’ is een soort monoloog met een klagerige sax op de achtergrond. ‘Saint Jackie’ is het meest luchtige en pakkende nummer. Op deze eerste solo uitstap toont David J zijn interesse voor verschillende stijlen. Bijna elke song klinkt anders. Op deel twee dringt de vraag zich op: in hoeverre ga je mee in de experimentele drift van een artiest? Meest interessant, onverwacht en verwonderlijk is zijn eenmalige samenwerking met René Halkett waarmee Haskins één single uitbracht en het een kort leven beschoren project The Sinister Ducks. ‘Etiquette Of Violence’ was geen spetterende of wereldschokkende release. Voor wie vertrouwd wil raken met het werk van David J is het wel een prima aanzet.

The Foxholes


The Foxholes
Escaparatismo Cósmico
Eigen Beheer
Eind vorig jaar verscheen de vierde cd van dit Catalaanse combo. Vanuit hun thuisbasis Barcelona probeert het trio sinds 2006 een eigen traject uit te stippelen. De groep kan je onderbrengen in het progressieve rock kamp. Daar alleen al is het aanbod enorm. Om boven de massa uit te stijgen moet je al over heel wat talent beschikken. Dit drietal tracht dat te doen en speelt voornamelijk instrumentale nummers. Alleen in ‘Todas Tus Horas’, ‘Falsa Ciencia’ en ‘Otro Mundo’ wordt er gezongen. Jonah Luke, Yuca Ruiz en Jose Adames vertrekken vanuit een tamelijk gespierd rockconcept en maken de composities wat luchtiger door rustige fragmenten in te bouwen met akoestische gitaar, Hammond orgel, percussie en dromerige synthesizerlijnen. De drie muzikanten mengen beproefde recepten met vernieuwende ingrediënten. Zo houden ze ervan om een track van ruim vijfentwintig minuten op te delen in vier stukken. Alleen staat in dit geval deel één (de opener ‘Escaparatismo I’) los van de rest (‘Escaparatismo II, III en IV’). Verfrissend in hun concept is de onversneden rock die tussendoor wordt geserveerd. Toch maakt deze verzameling liedjes een wat belegen indruk. Komt omdat The Foxholes nog met één been - diep geworteld - in de vorige eeuw staan. Het is, bij wijze van spreken, de Achillespees van dit werkstuk.

Deathless Legacy


Deathless Legacy
Rise From The Grave
Danse Macabre
Deathless Legacy is afkomstig uit Italië en de nieuwste telg in het segment horror metal. Muziek, teksten, kostuums, make-up; de twee dames en vier heren doen er alles aan om als ‘echt’ over te komen en iedereen de schrik van zijn leven te bezorgen. Dat lukt aardig in tracks als ‘Devil’s Thane’ en ‘Queen Of Necrophilia’. In de overige nummers duiken te veel voorspelbare clichés op. Bijvoorbeeld de flamenco gitaar in ‘Flamenco De La Muerte’. Deathless Legacy komt nooit uit de schaduw van aanverwante zielen als The Vision Bleak, King Diamond of Ghost B. C. Men doet zo zijn best om het griezel facet uit te vergroten dat men de rest uit het oog verliest. De inbreng van wat gothic elementen brengt ook geen zoden aan de dijk. Ondanks alle goede bedoelingen mist het combo punch en daadkracht. Toch nog twee pluspunten vermelden. Voor de betere momenten zorgen het hammond orgel en enkele van de gitaar riffs zijn best wel inventief en pittig. Alles bij elkaar toch maar een magere oogst en lang zal dit album dan ook niet in de belangstelling staan.   

Galahad


Galahad
Incredibile
Danse Macabre
Oorspronkelijk uitgegeven midden 2011 werd deze schijf eind vorig jaar nog eens in omloop gebracht. Het Duitse Galahad is, net als de Britse progrock formatie met dezelfde naam, al actief sinds 1985. ‘Incredibile’ is hun zesde album. De reden waarom we dit nog eens in de maag gesplitst krijgen is me een compleet raadsel. ‘Incredibile’ is een aftands vehikel. Een zoals men het bij onze Noorderburen zo mooi omschrijft pokkeplaat. Zowat alles wat fout kan gaan is hier misgelopen. Zwakke nummers, flauwe teksten, slecht gezongen, mak ingespeeld, slappe productie. Alhoewel ook zij meer dan eens de mist ingaat geven we alleen zangeres Tina Schneider wat krediet. Wat het genre betreft is de groep een kruising tussen Jethro Tull, Steeleye Span en Clannad, maar haalt nooit enig niveau. Spijtig dat er geen vergeetputten meer zijn, want dat is de enige plaats waar deze cd thuishoort.