dinsdag 11 november 2014

Inter Arma


Inter Arma
The Cavern
Relapse Records
‘The Cavern’ van Inter Arma leek een track voorbestemd om herinnerd te worden als een nummer dat regelmatig live werd gespeeld en dat in diverse incarnaties. Maar dat was buiten de waard gerekend van hun label Relapse. Enkele pientere heren aldaar herontdekten deze compositie en onderkenden er onmiddellijk de meerwaarde van. Inter Arma kreeg zo de kans gaf om ‘The Cavern’ te herwerken, te perfectioneren en op te nemen op de manier die de groep voor ogen had. Oorspronkelijk gecomponeerd in een toch wel lange tijdspanne (van 2008 tot 2010) werd deze 45 minuten durende monstertrack in een definitieve plooi gelegd en ingeblikt onder de auspiciën van producer Mikey Allred. De song bestaat uit diverse ‘bewegingen’ waarbij verschillende stijlvariaties aan bod komen, gaande van sludge en doom metal, over progressieve rock naar stoner en black metal tot en met een lang gerekte passage met een imposante, op klassieke rock leest gestoelde gitaarsolo. Om naar het einde toe alles nog eens de uit de kast te halen voor de finale. De jongste jaren zijn er weinig groepen die er in slaagden om een langspeler uit te brengen die me 45 minuten aan één stuk door bleef boeien. Inter Arma doet het met sprekend gemak en dat met één enkel nummer. ‘The Cavern’ is tevens een geschikt schijfje om deze herfstige periode mee door te komen.

Primus


Primus
Primus & The Chocolate Factory With The Fungi Ensemble
ATO Records
Als kleine jongen was Les Claypool helemaal in de ban van de muziekfilm ‘Willy Wonka & The Chocolate Factory’, uit 1971 met in de hoofdrol Gene Wilder. Regisseur was Mel Stuart en het scenario werd geschreven door Roald Dahl, de auteur van het boek ‘Charlie And The Chocolate Factory’ waarop de rolprent gebaseerd is. Het idee groeide om ooit de originele soundtrack onder handen te nemen na de voor Claypool teleurstellende remake in 2005 door Tim Burton waarin Johnny Depp de rol van Willy Wonka vertolkt. Het bezorgde Les, voor wie het altijd een droom is geweest om zelf in de huid te kruipen van Willy Wonka hartzeer. De bezetting van Primus bestaat deze keer, naast Claypool, uit gitarist Larry LaLonde en drummer Tim Alexander. Primus zou Primus niet zijn om aan de liedjes een typische Primus draai te geven. Het groepsgeluid is heel typerend en herkenbaar en dat is nu niet anders. De deuntjes zijn tegelijk grappig en maken soms vreemde capriolen die verwijzen naar dat andere muzikale project van Les Claypool: Frog Brigade. De geest van Frank Zappa waart hier rond en ook die van Roald Dahl wiens verhalen en boeken toch een sinistere ondertoon hebben. Het is een leuke en grillige plaat geworden met zelfs psychedelische trekjes waarbij vooral songs als ‘Candy Man’, ‘Golden Ticket’, ‘Pure Imagination’ en de vier ‘Oompa’ liedjes een voortrekkersrol spelen. Met zijn interpretatie van ‘The Chocolate Factory’ trekt Primus ook op tournee. Voor de gelegenheid zijn er Primus chocoladerepen te koop in plaats van Wonka repen en kan er verbroederd worden met dementerende Oempa Loempa’s. Kers op de taart voor Les is dat hij vanaf eind oktober achttien maanden lang mag rondhossen in een paars fluwelen vest met als bijpassend hoofddeksel een bruine dressuurhoed.

Obake


Obake
Mutations
Rare Noise Records
Naast muzikaal vernuft en een drift om te experimenteren is sfeerschepping het begrip dat deze plaat naar een hoger niveau tilt. Meer nog, je wordt onweerstaanbaar meegezogen in de wonderbaarlijke, futuristische wereld van Obake. De muziek van het kwartet laat zich moeilijk omschrijven. Er zitten heel wat elementen in verweven gaande van gitzwarte doom metal en wondermooie ambient passages tot verpulverende noise en grootse opera. Dit alles samen zorgt voor een originele en interessante invalshoek voor een krachtige mutatie van metal muziek die we alleen maar kunnen omschrijven als veelzijdig. ‘Mutations’ is één van die albums waarbij alle stukjes als bij een puzzel op hun plaats vallen. Je komt terecht in een wervelend verhaal van geluiden en impressies. Beklijvend en meeslepend. ‘Mutations’ is ook een werkstuk waarbij meerdere luisterbeurten noodzakelijk zijn om alles te doorgronden. Daarbij is het telkens genieten geblazen. Een zeldzaamheid in deze tijden van wildgroei in het metal landschap.

Mono


Mono
The Last Dawn / Rays Of Darkness
Pelagic Records
Ik moet het eerlijk toegeven: de laatste tien jaar ben ik Mono compleet uit het oog verloren. Vraag me niet waarom, maar het Japanse viertal hun laatste drie platen, ‘You Are There’, ‘Hymn To The Immortal Wind’ en ‘For My Parents’ zijn me onmerkbaar gepasseerd. Die laatste, uitgebracht in 2012, was de eerste zonder geluidstechnicus Steve Albini waarmee ze de vorige acht jaar hadden samengewerkt. Het was de beurt aan Henry Hirsch om de honneurs waar te nemen. Voor de huidige dubbel release ‘The Last Dawn / Rays Of Darkness’ gingen ze in zee met Fred Weaver. De reden waarom het kwartet nu uitpakt met een tweeluik komt naar eigen zeggen omdat de muziek twee uitersten belicht en toch één geheel vormt. Het is zalven en slaan; het zijn twee werelden van verschil met aan de ene kant ‘The Last Dawn’, de luchtige versie van het verhaal en als tegenpool ‘Rays Of Darkness’, een broeierig en meer agressief werkstuk. Als gastmuzikant werd in het nummer ‘The Hands That Hold The Truth’ beroep gedaan op post hardcore pionier Tetsu Fukagawa, bekend van Envy. Zijn zangpartijen zijn meteen de eerste ooit op een plaat van Mono. Sinds mijn laatste kennismaking is zo te horen Mono toch wel enigszins geëvolueerd. Zo werd voor de opnames van ‘Hymn To The Immortal Wind’ een heus orkest ingehuurd, waarmee het instrumentale post rock landschap plots een andere dimensie kreeg. Die lijn werd op ‘For My Parents’ verder doorgetrokken en ook op ‘The Last Dawn’ zijn georkestreerde passages ingebouwd. Ik had eerlijk gezegd en naar analogie met de bijgeleverde info een meer uitgesproken breuk en antipode verwacht tussen de twee albums, maar bij ‘Recoil Ignite’, de eerste track van ‘Rays Of Darkness’ komt pas halfweg een zwiepende golf, een storm van gitaren opzetten, waarbij meteen al het voorgaande wordt weggeblazen. Ook in ‘Surrender’ mis ik toch het aangekondigde contrast. Goed, de sfeer is iets meer beladen en de strijkers ruimen baan voor een trompet, maar daar blijft het bij. ‘The Hands That Hold The Truth’ is klassiek van opbouw, waarbij langzaam wordt toegewerkt naar een climax. Pas in de afsluiter, het door drones gedomineerde ‘The Last Rays’ komt eindelijk die contradictie waar we al die tijd op zaten te wachten. Waarschijnlijk ontbreekt het me aan inzicht en vat ik niet de essentie van Mono hun concept of ik was niet in de stemming, maar deze dubbele portie was voor ondergetekende een lange, weinig tot de verbeelding sprekende ervaring.

Melvins


Melvins
Hold It In
Ipecac Records
De Melvins zijn altijd al een buitenbeentje geweest in het rocklandschap. Al actief sinds 1983 blijven ze zichzelf heruitvinden en de buitenwereld verbazen met een bodemloos aanbod van onvoorspelbare, soms grillige en altijd eigenzinnige producties. Ook op ‘Hold It In’, als we de tel niet zijn kwijt geraakt, de vierentwintigste studioplaat van Melvins, laten ze zich helemaal gaan en nemen je als luisteraar mee op avontuur. Op dit album biedt Melvins zich aan als een kwartet. Naast de onvermijdelijke Buzz ‘King Buzzo’ Osborne is ook drummer Dale Crover weer van de partij. Gastmuzikanten zijn gitarist Paul Leary en Jeff Pinkus op bas, allebei actief in Butthole Surfers. Volgens Osborne is ‘Hold It In’ een poging om een verfrissende kijk te geven op een voor de rest saaie samenleving waar feiten en fictie door elkaar heen lopen en niemand nog weet waar het echt om draait.
De inbreng van tweevierde Butthole Surfers doet Melvins deugt. Pinkus en Leary werkten actief mee aan het schrijven van het songmateriaal en dat is er aan te horen ook. Opener ‘Bride Of Crankenstein’ is een stevige moot sludge, alternatieve metal op zijn best. In ‘You Can Make Me Wait’ duiken robotstemmetjes op. Het is een lichtvoetige popsong met een pittige gitaarsolo. Toch een stijlbreuk om u tegen te zeggen. Ook ‘Brass Cupcake’ geeft een positieve boost en is erg aanstekelijk. Met het psychedelische ‘Barcelonian Horseshoe Pit’ gaat men een eerste keer op de experimentele toer. In ‘Onions Make The Milk Taste Bad’ wordt de sloophamer nog eens boven gehaald en ‘Eyes On You’ ontpopt zich als een leuke meezinger, net als ‘I Get Along’. We breken ook nog een lans voor het grappige ‘Piss Pisstofferson’. Aan afwisseling dus geen gebrek op deze ‘Hold It In’. De overige tracks hebben elk zo hun eigen wispelturige, soms geestverruimende passages en maken van ‘Hold It In’ een bevreemdend, bont werkstuk dat ongetwijfeld thuis hoort bij het betere werk van de Melvins.

Kruger


Kruger
Adam And Steve
Listenable Records
Hun vorige album, ‘For Death, Glory And The End Of The World’ dateert al van vier jaar geleden en het enige wapenfeit daarna was de 10 inch ‘333’ uitgebracht in 2013. Voor ‘Adam And Steve’ koos het Zwitserse vijftal voor Magnus Lindberg van Cult Of Luna als producer. Op hun toch al vijfde langspeler kiezen de mannen van Kruger meteen het ruime sop en pakken van bij opener ‘Bottoms Up’ uit met snoeiharde riffs. Hun mix van turbulente post hardcore en metal wordt sporadisch afgewisseld met wat meer bedachtzame, aan doom gerelateerde intermezzi of met gewone stem gezongen refreinen. Dit maakt het chaotische, schreeuwerige groepsgeluid iets lichter om dragen. Ondanks de explosie van loeiend luide klanken slaat al na een paar nummers de eentonigheid toe. Het songmateriaal is ronduit zwakjes en saai te noemen. Hoe zanger Renaud Meichtry zich ook de longen uit het lijf schreeuwt; hij kan er de bakens niet mee verzetten. Enig lichtpunt in de woest schuimende geluidsgolven zijn ‘Herbivores’ en ‘The Wild Brunch’. ‘Afsluiter is het instrumentale en slome ‘Farewell’. Heeft niet alleen een toepasselijke titel, maar is na al het tumult een weldoend rustpunt. Toch blijft de algemene conclusie: we zijn weer een desillusie rijker.

Ghost Brigade


Ghost Brigade
IV – One With The Storm
Season Of Mist
Ghost Brigade hun vorige albums werden stuk voor stuk lovend onthaald en terecht. Het Finse combo slaagde er in om van bij zijn debuut ‘Guided By Fire’ (2007) zijn eigen stempel te drukken en een metal formule te vinden waarbij post rock, death metal, doom, metalcore en progressieve rock tot een geheel werden gesmeed. Een moderne metal variant die ze bij elke release verder hebben uitgediept en zich als huisstijl hebben eigen gemaakt. Met deze ‘IV – One With The Storm’ borduren ze verder op het vertrouwde stramien. Niet dat ze zichzelf herhalen, al loert dit gevaar om de hoek in tracks als ‘Anchored’, ‘The Knife’ en ‘Long Way To The Graves’. Het zijn mooie, intrinsiek sterke, maar herkenbare liedjes. In bijna alle composities hoor je dat zanger Manne Ikonen hard heeft gewerkt om zijn zangcapaciteiten verder aan te scherpen. Dat mist zijn uitwerking niet. Ook nieuwkomer en toetsenist Joni Vanhanen laat zich niet onbetuigd en geeft zijn visitekaartje af in nummers als ‘Wretched Blues’ en ‘Electra Complex’. De songs die het meest opvallen zijn het ijzersterke ‘Stones And Pillars’, het flitsende ‘Elämä On Tulta’ en het goed in het gehoor liggende ‘Departures’. ‘Aurora’ en ‘Disembodied Voices’ weten ook elk op hun manier te verrassen. ‘IV – One With The Storm’ is een album dat Ghost Brigade typeert, maar niet echt meer uitdaagt of overdondert.

Charnia


Charnia
Dageraad
Consouling Sounds
Charnia is een Belgische act afkomstig uit het Waasland, we vermoeden Lokeren. Dat laatste durven we toch af te leiden uit de titel van de openingstrack ‘Daknam’. Het viertal vist in dezelfde vijver als -om er een paar te noemen - Amenra, Syndrome en Neurosis. Ze hebben lang gesleuteld aan hun debuut, maar nu is ‘Dageraad’, hun eerste album een feit. De heren brengen een combinatie van post rock en metal, doom, sludge, ambient en drones. Charnia weet de spanning op te bouwen en laat je als luisteraar enkele glimpen opvangen van hun vreemde universum. Het reeds eerder vernoemde ‘Daknam’ is een prachtige introductie, een indringende impressie die je naar adem doet happen. Daarna gaan we mee het territorium verkennen van de ‘Waeslandwolf’, een monumentaal sludge metal opus. Een uitgehongerd beest op bloed belust en met de vlijmscherpe tanden ontbloot. Ook ‘Het Dodenhuis’ vindt zijn oorsprong in diezelfde doom en sludge stijl, doch gaat meer de mystieke toer op met ambient elementen die tegelijk verlangen en onheil prediken. Het fatalisme van ‘Zielsondergang’ graaft en kerft diep en laat zijn sporen na. Littekens op het hart. Sluitstuk ‘Dageraad’ vermengt alle facetten die de muziek van Charnia rijk is in een zestien minuten durende compositie. Verstillende pracht, oerschreeuwen en splijtende gitaar riffs wisselen elkaar af. Met deze eersteling lost Charnia alle verwachtingen in, die sinds hun oprichting in 2012, leefden bij hun aanhang. En hen nu ook ver daarbuiten onder de aandacht zal brengen.

Caudal


Caudal
Ascension
Consouling Sounds
Caudal is één van de vele muzikale ondernemingen waarin gitarist Aidan Baker actief is. Bassist Gary Sweeney en Felipe Salazar op drums maken de line-up van Caudal compleet. ‘Ascension’ is hun tweede langspeler. Het vermelden waard is dat de plaat in zijn geheel live werd ingespeeld in de studio. Het trio staat garant voor fantasierijke en beeldende soundscapes. De ritmesectie stuwt krachtig alles voor zich uit en heeft een sterk herhalend karakter. Baker drapeert daarover heen uit verschillende lagen opgebouwde gitaarriffs. Verschillende aspecten treden op de voorgrond waarbij men meermaals de grenzen overstijgt van krautrock, post punk, psychedelische rock en space rock. Zelfs sporen van stoner rock vallen te bespeuren. Dit alles wordt afgewisseld met introspectieve ambient passages waarbij je vredig kan wegdromen. ‘Ascension’ is een hemels mooie plaat met als hoogtepunt het rustig opgebouwde, maar indringende en meeslepende ‘Slow Bow’.

Aidan Baker / thisquietarmy : Hypnodrone Ensemble


Aidan Baker / thisquietarmy : Hypnodrone Ensemble
Aidan Baker / thisquietarmy : Hypnodrone Ensemble
Consouling Sounds
Het ‘Hypnodrone Ensemble’ is een gelegenheidsproject van muzikale duizendpoot Aidan Baker en thisquietarmy, één van de pseudoniemen waar Eric Quach achter schuil gaat. Een onderneming die tot stand kwam en uitdraaide op een exclusieve voorstelling tijdens de Europese tournee van thisquietarmy in de lente van 2014. De twee muzikanten hadden de voorgaande jaren al meermaals samen gewerkt en het podium gedeeld, dus op dat vlak is deze release dan ook geen verrassing. Dit wordt het wel als je het werkstuk zelf bekijkt. Het gaat hier over één compositie, deels geïmproviseerd waarin sfeer bepalende, met effecten overladen gitaarpartijen, repetitieve, monotone drones en door drums aangestuurde, stuwende polyritmes met elkaar worden verweven. Voor dat laatste luik gestalte te geven werden maar liefst met Felipe Salazar, Jérémie Mortier en  David Dunnett drie drummers gevraagd om aan het project mee te werken. Het ‘Hypnodrone Ensemble’ werd voor een live publiek gespeeld in het NK in Berlin-Neukölln. Op een dergelijke manier veertig minuten vol maken is geen sinecure. Het vijftal slaagt echter met brio in zijn opzet en brengt een veelzijdig muziekstuk waar naast post rock genres als doom, ambient, krautrock en space rock voor de nodige ambiance zorgen. Je blijft geboeid luisteren naar dit fascinerende, muzikale werk dat je moeiteloos in de ban houdt.

Niton Decay


Niton Decay
Chronic Haze
Seja Records
Stefan Gonser is de man achter het eenmansproject Niton Decay. Naast een drietal eerder als mp3 uitgebrachte ep’s debuteerde Niton Decay vorig jaar in mei met een eerste volwaardige elpee getiteld ‘Cage’. Plaat die net als deze cd uitkwam bij Seja Records. De opnamesessies voor Chronic Haze startten eigenlijk al eind 2007. Door omstandigheden kwam het project tot stilstand en kwam het songmateriaal ergens in de onderste schuif te liggen. Datzelfde jaar ontmoette Stefan Michael Kissing. De heren leken wel voor elkaar voorbestemd en in 2009 begonnen ze onder de naam Traffic A.M. een eigen concept uit te werken. Dat leidde tot de release van twee langspelers: ‘A Beautiful Sight’ (2011) en in 2012 ‘Left Behind Within’. Voor zijn soloproject Niton Decay was het leren kennen van Michael eveneens een godsgeschenk. De opnames van ‘Chronic Haze’ werden opnieuw opgediept en beiden waren overtuigt van hun gelijk om dit materiaal een tweede kans te geven en toch nog uit te brengen. Kissing kwam Gonser te hulp door waar mogelijk de geluidskwaliteit te verbeteren. Met de kennis dat dit geen recente opnames zijn ga je toch, zij het bewust of onbewust, anders gaan luisteren naar deze zeven tracks tellende schijf. Wat mij betreft speelt het tijdsverschil geen rol van betekenis. Muziek is nu eenmaal universeel en in sommige gevallen tijdloos. En laat nu net dat laatste van toepassing zijn op ‘Chronic Haze’. Het idee om een symbiose tot stand te brengen tussen Westerse en Oosterse muziek is reeds eerder beproefd en niet altijd navenant. Maar als het werkt dan krijg je ook dat achronisch effect. Niton Decay weet hier de juiste balans te vinden, de gulden middenweg. ‘Chronic Haze’ brengt een arsenaal aan samples en exotische klanken en verweeft die met kille, machinale industrial, harde, overheersende drumpatronen en een onheilspellende darkwave variant. Alles wordt nog versterkt door de monotone zang, het soms repetitieve karakter en het trage, slepende tempo. ‘Chronic Haze’ is dan ook een uitmuntend werkstuk.

Deze info willen we nog meegeven: ‘Chronic Haze’ komt uit in een oplage van slechts 200 stuks. Wie zijn order plaatst voor de officiële release datum (29 oktober) via http://www.seja.nl hoeft geen verzendingskosten te betalen.  

Dirk Serries


Dirk Serries
The Origin Reversal
Projekt Records
Met dit album brengt Dirk Serries ons terug naar de periode waarin hij als vidnaObmana actief was. Muziek met een hang naar nostalgie en drijvend op een retro gevoel. Zij het een aangename beleving, want zijn liefde voor gitaar en de link die hij legt naar ambient muziek als genre is doorleefd en ontroerd. Serries omarmd en streelt zijn Gibson Les Paul als een geliefde. Het geluid is warm, vertederend, rustgevend, weids, vredevol. En ondanks het minimale karakter is het ook muziek met een grote intensiteit en een hypnotiserend effect waardoor het tijdsbesef vervaagt en een parallelle wereld zich aan de luisteraar ontvouwt. Je krijgt een vluchtweg aangeboden, een tijdelijk onderkomen weg van alle heisa. De enkele effectpedalen die Dirk gebruikt zijn genoeg om al deze impressies te etaleren. Het geeft een mooi beeld van tot wat een doorwinterd en een door liefde voor muziek bezeten artiest met een enkele gitaar in staat is. In de intimiteit van de huiskamer worden ook de momenten van stilte plots belangrijk, want ook die stilte maakt deel uit van het organisch geheel. Muziek zonder woorden die ontegensprekelijk een positieve boodschap brengt en de hoop laat opleven dat het bestaan van een ideale wereld geen utopie is.

Concerten:

Synagoge / Wishfulmusic, Groningen, NL - 25 oktober 2014
Effenaar, Eindhoven, NL - 19 november 2014
Le Guess Who? Festival, Utrecht, NL - 23 november 2014
Huis 23 AB, Brussel, B – 27 november 2014
Ciné Palace, Kortrijk, B – 5 december 2014

Das Ding


Das Ding
Triffid Farm / We Can Rebuilt Him
Seja Records
Achter Das Ding gaat de Nederlandse muzikant Danny Bosten schuil. Zijn eerste release, een split cassette met Johan De Koeyer op zijn eigen label Tear Apart Tapes dateert al van 1982. Bosten bleef actief, zij het meer achter de schermen en kwam pas opnieuw in de belangstelling toen de muziek blog ‘No Longer Forgotten Music’ in 2007 en het vanuit New York opererende Minimal Wave label in 2009 zijn muziek terug onder de aandacht bracht. Er kwamen live optredens en nieuw werk met naast de cassette ‘Sequencer’ ook deze 7 inch in een gelimiteerde oplage van 300 exemplaren. Twee songs die klinken alsof Das Ding nooit is weggeweest. Dansbare, moderne electro, new wave tracks met een zekere cool en ook wel een knipoog naar het verleden. Benieuwd of er ook een langspeler in de pijplijn zit.

Fatal Casualties


Fatal Casualties
Psalm
Seja Records
‘Psalm’ is de opvolger van ‘Paria’ waarmee dit Zweedse duo debuteerde in 2012. Fatal Casualties werd eigenlijk al opgericht in 1986, maar hield het in de periode 1987 tot 1991 bij live optredens en het uitbrengen van demo’s. Na een lange onderbreking kwam er in 2010 een reünie die uitmondde in de release van ‘Paria’. Waren sommige tracks op ‘Paria’ nog schetsmatig, dan klinkt ‘Psalm’ toch anders. De stemming is mistroostig en weemoedig. De synths, percussie en zang leiden tot een luguber en klinisch groepsgeluid. Al worden tracks als het opnieuw opgenomen ‘Laica’, met als gastzanger Darrin Huss (Psyche), ‘Somewhere In The Middle’, Missfostret’ en het meest in het oog springende nummer ‘Död Man’, gedragen door een aanstekelijke ondertoon die tot dansen uitnodigt. Stefan Ljungdahl en Ivan Hirvonen slagen erin om een interessante mix te brengen van EBM, industrial en electro waarin schaduwen opdoemen van andere bands zoals Skinny Puppy, Klinik, Cabaret Voltaire of  Click Click zonder die te gaan na-apen. Net als opener ‘Misantropisk Filth’ is ook afsluiter ‘Slut’ heel sterk. Het zijn uitgekiende composities, ontzettend gedetailleerd en doorweven met tal van elementen die kenmerkend zijn voor het industrial genre. De editie van ‘Psalm’ blijft beperkt tot 300 stuks, waarvan 100 op rood vinyl. Snel zijn is dus de boodschap.

Jon Lord – Various Artists


Jon Lord – Various Artists
Celebrating John Lord The Rock Legend
earMUSIC
The Sunflower Jam is een initiatief van Jacky Paice, de vrouw van Deep Purple drummer Ian Paice. De opzet was om geld in te zamelen voor de ondersteuning van het kankeronderzoek in Groot-Brittannië. De eerste editie vond plaats in 2006 en het evenement is langzaam aan uitgegroeid tot een grootse gebeurtenis. Voor de laatste vier edities was de plaats van afspraak The Royal Albert Hall in Londen, één van de meest tot de verbeelding muziektempels in de wereld. Jon Lord, medestichter en toetsenist van Deep Purple overleed op 16 juli 2012 aan de gevolgen van pancreas kanker en het idee groeide om van ‘The Jam’ dit jaar een eerbetoon te maken aan deze rock legende. Het ingezamelde geld zou integraal worden geschonken aan The Jon Lord Fellowship, een na de dood van Lord in het leven geroepen organisatie die zich specifiek inzet om fondsen te werven in de strijd tegen pancreas kanker. Een hele rits befaamde muzikanten, met onder meer Paul Weller, Rick Wakeman, Bruce Dickinson en Bernie Marsden passeren de revue. Een tachtig man sterk orkest onder leiding van dirigent Paul Mann geven de muzikale vertolkingen nog extra glans. Behalve zijn passage bij Whitesnake, wordt de volledige carrière van Jon Lord belicht. De concertregistratie is in verschillende edities te koop (Blu-Ray, dvd en cd). Wij kregen de dubbel cd versie toegestuurd. De Jon Lord viering begint met twee songs uit het begin van zijn muzikale loopbaan bij het Artwood Combo. Vertolker is Paul Weller die meteen de toon zet en het beste laat verhopen voor de rest van de set. In het eerste gedeelte is het vooral het door Steve Steve Balsamo gezongen ‘Soldier Of Fortune’ en de tandem Glenn Hughes en Bruce Dickinson met hun uitstekende interpretaties van Deep Purple klassiekers als ‘You Keep On Moving’, ‘Burn’ en ‘This Time Around’ die de show stelen. Op cd twee is het de beurt aan de huidige bezetting van Deep Purple (Ian Gillan, Roger Glover, Ian Paice, Don Airey en Steve Morse). Naast ‘Uncommon Man’ en ‘Above And Beyond’, twee songs uit hun meest recente album ‘Now What?!’ brengt men ouder Deep Purple materiaal. Dit leidt naar een apotheose met nog altijd fantastische nummers als ‘Perfect Strangers’, ‘Black Night’ en ‘Hush’, het sluitstuk van een memorabel concert.