maandag 31 juli 2017

FESTIVALVERSLAG TONS OF ROCK 2017

FESTIVALVERSLAG
TONS OF ROCK
HALDEN - 22, 23 & 24 JUNI 2017

Tons Of Rock is vandaag het enige metal festival in Noorwegen en één van de grootste in Scandinavië. Dit jaar was het toe aan zijn vierde editie en liep van 22 tot en met 24 juni. Bijzonder aan Tons Of Rock is de locatie: Een fort op een dertig kilometer van de grens met Zweden. Er zijn drie podia (Fort West, Tent Stage en Huth Stage). Evenveel dagen krijgen de metal liefhebbers er een grote verscheidenheid aan acts voorgeschoteld. Er is voor elk wat wils.
Tekst: Paul Van de gehuchte


DONDERDAG
MARKY RAMONE (6), de oude punkrocker - inmiddels 65 jaar -mocht op donderdag om 16 uur het startschot geven. Van sfeer viel er op dat tijdstip weinig te merken. De meeste bezoekers stonden dan ook nog aan te schuiven want het nog vroeg en aan de ingang waren er strenge veiligheidscontroles. De set bestond uit een rondje ‘best of’ van wijlen de Ramones. Als enige overlever van de illustere punkband mag drummer Marky uiteraard aanspraak maken op de songcatalogus van de Ramones. Nochtans heeft hij sinds 2006 met Marky Ramone’s Blitzkrieg zijn eigen groep en die heeft toch al een viertal albums op zijn conto staan. De aanpak was identiek aan een Ramones optreden. De muzikanten probeerden het wel, maar jammer genoeg sloeg het vuur sloeg nooit echt in de pan. Gezien de omstandigheden eigenlijk niet zo verwonderlijk. 

Aangezien een aantal bands elkaar overlapten op de twee andere podia moesten er de rest van de dag en ook de twee volgende dagen keuzes worden gemaakt. We gaven de voorkeur aan BÖLZER (6,5) in de tent en lieten Chain Home links liggen. Het Zwitserse duo geniet al enige erkenning en hun album ‘Hero’ van eind 2016 oogstte veel bijval. Ze brengen een verruimde interpretatie van death en black metal waar folklore, hekserij, mythologie en oude culturen een plaatsje krijgen. Toch werd het deels een teleurstelling. Te wijten aan wisselvallig songmateriaal en een slechte geluidsbalans. 

Met ELUVEITIE (7) op het hoofdpodium was de stap naar de middeleeuwen, maar een paar honderd meter ver. Bij het eveneens uit Zwitserland afkomstige gezelschap staat hun liefde voor het oude Helvetia centraal. Traditionele en klassieke instrumenten als doedelzak, fluit, viool, draailier, Keltische harp en mandola gaan samen met drums en elektrische gitaren. Hun mix van Keltische volksmuziek en melodieuze death metal viel in de smaak bij de inmiddels sterk in aantal toegenomen festivalgangers. Het was ook hun tweede doortocht, want in 2015 waren ze al eens van de partij op Tons Of Rock. De hoge nood aan een adempauze noodzaakte ons om Entombed A.D. ongemerkt te laten passeren.

 
Fort West maakte zich dan op voor de passage van TNT (6,5). De Noren speelden een thuismatch en in navolging van vele andere acts kozen ze ervoor om één van hun oude platen nog eens van onder het stof te halen. Hun keuze viel op ‘Tell No Tales’ dat dertig jaar geleden werd uitgebracht. Met Tony Harnell hebben ze een uitstekende zanger in huis, doch er is meer nodig om een goed concert neer te zetten. Het werd een zeer voorspelbare vertoning waarbij de doos met rockclichés tot op de bodem werd geledigd. Helemaal uit de tijd en oubollig, zo komt de muziek van ‘Tell No Tales’ nu over. 

Om ANEKDOTEN (9) te zien hadden we een steile klim voor de boeg langs het kasseiweggetje dat je naar de Huth Stage brengt. Pluspunt: Valt de muziek tegen dan kun je met volle teugen genieten van het prachtige panorama. Anekdoten is één van de betere, maar ondergewaardeerde, progressieve rockbands. Staan garant voor mooi geconstrueerde composities en komen live heel wat robuuster uit de hoek dan je zou verwachten. Ze brachten een een korte, maar prachtige en homogene set. Een hele verademing na de holle hardrock retoriek van TNT. Het tijdschema liep intussen een beetje in de war. Voor een deel het gevolg dat we geen tijd hadden voor Candlemass, noch Bombus.


Met het gekke en kleurrijke combo TURBONEGRO (8,5) zit je altijd goed. Hun homo erotische uitstraling, toespelingen op seks in het algemeen, grapjes over de Zweden (‘We are near the border of Sweden. So there you have the Swedes and on the other side of the border civilization’) komen altijd lekker binnen. Zanger Tony ‘The Duke Of Nothing’ Sylvester loopt te pronken met zijn tatoeages, harige bierbuik en vestigt de aandacht op zijn kruis in een zelf gemodelleerde korte jeansbroek. De massa geniet en zingt uit volle borst mee met weinig verbloemende liedjes als ‘Stroke The Shaft’, ‘Hot And Filthy’, ‘Fuck The World’ en ‘Blow Me (Like The Wind)’.



Dan terug de heuvel op voor MYRKUR (6,5). Deense, klassiek getrainde multi-instrumentaliste die zo wel kan slaan als zalven. Verdiept zich in obscure, gitzwarte black metal. Haar luide gekrijs sneed door merg en been. De frêle passages kwamen minder goed uit de verf. De klassieke bezetting (bas, gitaar, drums) fnuikte enigszins het magische effect en de mythische impact van op plaat. Stelde live toch enigszins teleur. 

De hoogmis van dag 1 zou worden opgedragen door ROB ZOMBIE (9) die voor het eerst Noorwegen op zijn reisroute vond. Niet helemaal correct, want naar eigen zeggen was hij er lang geleden al eens geweest, begin de jaren negentig, als voorprogramma van Danzig. Rob is een begenadigd entertainer, soms wat wispelturig. Als voorbeeld: Hij lanceerde twee opblaasbare alien poppen in het publiek. De bedoeling was dat die over de hoofden zouden surfen tijdens ‘Well Everybody’s Fucking In A U.F.O.’ Ze geraakten echter maar twee meter ver. Rob en co. waren ‘not amused’. Het nummer werd afgebroken en zichtbaar geërgerd, één van de veiligheidsmensen wat verwijten naar het hoofd slingerend, liep Zombie zelfs het podium af. Gelukkig bleef het bij een bevlieging. Rob herpakte zich en bracht een vlammende versie waarmee hij alle ergernissen van zich afgooide. Gitarist en rechterhand John 5 is een bijkomende attractie op zich. Hij verzorgt mee de show en is één van de beste (metal) gitaristen ter wereld. Zijn gitaarsolo was er eentje om duimen en vingers af te likken. Ook al bezat de lijst met liedjes geen grote verrassingen, dit live optreden was gewoon top. Een dergelijk hoogtepunt wilden we nog een tijd koesteren. Het toetje met Black Debbath hebben we dan ook overgeslagen.



VRIJDAG
Tweede dag op Tons Of Rock. Heel wat slechter weer dan gisteren met regenbuien en kille temperaturen. Men begon al vroeg, om 13u45 met Invaders op de kleinste van de drie podia: de Huth Stage. Op dezelfde locatie kwam daarna Divided Multitude. Progressieve rockers uit Noorwegen die al meer dan twintig jaar bestaan, maar zich nooit konden meten met acts als Shadow Gallery, Symphony X, laat staan Dream Theater. Maar er moesten alweer geschift worden en we besloten om ons vandaag te concentreren op de tent en het hoofdpodium. 

Dat een ruim deel van de geafficheerde bands uit Zweden afkomstig is hoeft niemand te verwonderen. De festivalsite ligt amper op dertig kilometer van de Zweedse grens. Daarom richt de organisatie zijn pijlen ook op het buurland. Als eerste mocht AVATAR (6,5) zijn opwachting maken in Fort West. Het in de bekende pakjes uitgedoste kwintet had precies zijn eigen aanhang in bussen laten aanvoeren. Bijna vanzelfsprekend viel bij hen hun optreden in de smaak. Van de rest ben ik niet zo zeker. De dag ervoor speelden ze in Duitsland en dat zat ze blijkbaar nog in de kleren. Het leek meer op het afhaspelen van een routineklus. Van enige opwinding was totaal geen sprake.

Op naar de tent voor de legendarische formatie DIAMOND HEAD (7), één van de koplopers van de NWOBHM. Opgericht in 1976 en na een tweede reünie terug actief sinds 2000. De huidige bezetting is een mix van nieuwkomers met onder meer zanger Rasmus Bom Andersen en oude rotten Brian Tatler (gitaar) en drummer Karl Wilcox. Met hun lange staat van dienst en een relatief nieuwe plaat (‘Diamond Head’ van 2016) hebben ze keuze zat om een mooie speellijst samen te stellen. Ze kozen voor een mix van oud en nieuw. Hoogtepunt was, hoe kan het ook anders, het destijds door Metallica opgepikte ‘Am I Evil?’ dat luid werd meegezongen.


Ex-Motörhead gitarist Phil Campbell is na de dood van Lemmy niet bij de pakken blijven zitten en toert nu met zijn eigen band PHIL CAMPBELL AND THE BASTARD SONS (6,5). Met zijn drie zonen aan boord is het een soort van familie onderneming. Todd, Dane en Tyla hebben de muzikale genen van hun papa geërfd. Dat zit helemaal snor. Het probleem ligt bij zanger Neil Starr. Die was meermaals nauwelijks hoorbaar. Zal wel voor een stuk te verhalen zijn op de technicus van dienst, maar dat de achtergrondzang soms luider en beter klonk zegt ook wel iets over Neil zelf. Naast de nummers van hun eigen eerste ep was het tijd voor een rondje covers van Ramones, Black Sabbath, Hawkwind en uiteraard Motörhead. 

Mij totaal onbekend, maar getipt door Pål Dimmen van Music Norway was SPIDERGAWD (8,5). Vier man sterk met onder meer een bassaxofonist in de rangen. Is een lichtjes gestoord kwartet dat een mix brengt van rock, blues, boogie, progrock, psychedelische rock en hardrock. Als je de namen leest van de muzikanten dan gaat er toch een belletje rinkelen. Twee van de leden, basgitarist Bent Sæther en drummer Kenneth Kapstad, kennen we nog van Motorpsycho. Op het podium staat het drumstel centraal. Met links en rechts de gitaristen en op een klein platform achter de drummer, saxofonist Rolf Martin Snustad. Zanger/gitarist en frontman Per Borten gaat net als de overige leden wild te keer. Eindelijk een concertje met peper in de reet en beestige songs. Naar later bleek de enige uitschieter van de dag. 


Zelf ben ik geen fan van EMPEROR (7). Had misschien de voorkeur moeten geven aan Rotting Christ, maar honger en dorst staken daar een stokje voor. De groep heeft een controversiële reputatie. Deze zoveelste reünie stond in het teken van de twintigste verjaardag van hun tweede album ‘Anthem To The Welkin At Dusk’. Complex, theatraal en met de nodige dramatiek en veel bombast bliezen ze bijna het fort aan diggelen. Het was lang geleden dat ze nog in eigen land hadden opgetreden, maar echt van harte was het niet. 

Tijdens de eerste editie van Tons Of Rock in 2014 waren ze nog hoofdact op dag 3. Maar de jaren eisen hun tol en onze helden van SLAYER (7,5) worden oud. Vroeger raasden ze onverstoord en genadeloos aan één stuk door. Nu moet er regelmatig een adempauze worden ingelast. Slayer brengt de songs die je van Slayer mag verwachten. Hebben natuurlijk ervaring en metier in overschot en dat heeft nog altijd zijn effect, doch de absolute hoogdagen van weleer, die komen niet meer terug. 


Dan even gaan piepen in de tent voor Jørn Lande en Trond Holter’s SWING OF DEATH (6). Het verhaal van Dracula (geeuw) opgedirkt met elementen uit opera, cabaret, theater, heavy metal en symfonische rock. Het enige wat mijn aandacht trok was een heus koor van een tiental wulpse deernen die mee het podium op mochten.  

Op naar de headliner van de avond DEVIN TOWNSEND PROJECT (7). Met de regen als spelbreker leek de opkomst de ganse dag door eerder aan de magere kant. Towsend staat bekend voor zijn ‘wall of sound’ en dat was nu niet anders. Ook zijn zangtechniek mag er met een bereik van vijf octaven best wezen. Veelzijdig in al zijn facetten zijn ook de songs opgetrokken uit verschillende lagen en componenten. Van bij aanvang was de sfeer beladen. De teneur was terneerdrukkend en zijn bindteksten over mannen met kleine piemels, behalve hemzelf dan, dat de wereld om zeep is, maar dat we gelukkig nog metal muziek hebben, waren niet van die aard om de stemming te laten omslaan. Devin slaagde er niet om het publiek op zijn hand te krijgen. Die ondergingen eerder de voorstelling en lieten lijdzaam de immense muur van geluid over zich heen denderen. Slechts laat in de set kreeg hij verder dan de eerste rijen de handen op elkaar met het ijzersterke ‘Grace’. Townsend probeerde ook daarna nog wel de boel op gang te krijgen, maar tevergeefs. Dit had toch veel weg van een afknapper.

ZATERDAG
Tons Of Rock mocht op dag 3 de zon verwelkomen. Er stond wel een stevige wind en die noodzaakte de organisatie later op de dag om de op een heuvel gelegen locatie van de Huth Stage af te sluiten, wegens te gevaarlijk. Gevolg was dat er een nieuw schema voor de Tent Stage in elkaar werd gebokst. 

In voornoemde tent mocht de Jack Link’s Beef Jerky wedstrijd winnaar WILDNITE (7,5) de debatten openen. De vijf sympathieke glam/sleaze rockers lieten zich van hun beste kant zien, inclusief zwarte mascara, kleurrijke bandana’s, ingestudeerde pasjes en een meer dan uitbundige zanger die zijn geluk niet op kon.

Eerste band in Fort West waren BLACK STAR RIDERS (7). De groep bestaat uit restanten van de laatst actieve Thin Lizzy bezetting en nieuwe muzikanten, met als meest recente aanwinst drummer Chad Szeliga. Brachten in 2013 een eigen eerste album uit ‘All Hell Break Lose’ en in februari dit jaar verscheen hun derde langspeler ‘Heavy Fire’. De nadruk lag bij die nieuwe release, al konden ze het ook niet laten om enkele Thin Lizzy klassiekers ten beste te geven. We kregen ook onze eerste drumsolo voor de kiezen van misschien wel de beste drummer die op vrijdag zou aantreden.

DELAIN (8,5) vierde zijn terugkeer naar Noorwegen met een zeer gesmaakte performance in de tent. Van bij de eerste noten hadden Charlotte Wessels en groep het publiek aan hun kant. De frontdame liet de gelegenheid niet voorbij gaan om dit maximaal te exploiteren. In haar enthousiasme liet ze zich meeslepen en ging aan het roepen wat minder fraai klonk. Het bleef gelukkig bij die ene uitschuiver. Er mag geen twijfel over bestaan: Delain is er helemaal klaar voor om pakweg volgend jaar Fort West in te nemen.

Het voorteken ook dat dit een topdag zou worden van de tot nu toe vier edities van Tons Of Rock. Te zien aan het vol gelopen plein was Fort West absoluut in de stemming om zijn luchtdoop te krijgen van het Australische AIRBOURNE (8). Rock-’n-roll is een simpel gegeven. Het gaat meer om attitude dan muziekkennis en daar is frontman Joel O'Keeffe de verpersoonlijking van. Rondhossen in de massa, met geopende blikjes bier gooien en ondertussen maar rammen en beuken. Het publiek lustte er wel pap van en ging, het zou die dag niet de eerste keer, helemaal uit de bol. 

ENSLAVED (8) in de tent was de volgende naam op ons lijstje. Kozen voor een set met ouder materiaal. Hoewel bestempelt als een black metal band is hun groepsgeluid veel ruimer opgevat. Ook live komt dit goed uit de verf. Technisch hoogstaand en bijwijlen zeer progressief getint wisten ze met nummers als Building With Fire’ en ‘Roots Of The Mountain’ in geen tijd het publiek in te pakken. 

Veel jongere metal fans liepen rond op het terrein van het Fredriksten en dat had alles te maken met de affichering van het Amerikaanse FIVE DEATH FINGER PUNCH (7,5). Brachten de laatste maanden een turbulente periode door met veel geruchten en insinuaties. De problemen met zanger Ivan Moody zijn bekend. Hij zit ondertussen in een ontwenningskliniek en het is Tommy Vext (ex-Divine Heresy en Snot) die hem tijdelijk vervangt tijdens de duur van hun Europese tournee. De struise mannen combineren een vette groove met schunnig taalgebruik, sloganeske en gemakkelijk mee te brullen teksten. Blijkbaar is dit vandaag voldoende om in de smaak te vallen. Was er een dak geweest dan ging het er spreekwoordelijk zijn afgegaan.


Voor SABATON (8,5) was de komst naar het Fredriksten een speciale gebeurtenis. Hun zesde album ‘Carolus Rex’ gaat over de Zweedse koning Karel XII. En laat het net in Fredriksten zijn dat de vorst op 30 november 1718 sneuvelde. Bij een inspectie van de loopgraven kreeg hij er vanop korte afstand een kogel in het hoofd. Vandaag is er nog altijd discussie of het projectiel werd afgevuurd door één van de Noorse troepen of dat het één van zijn eigen soldaten was die het fatale schot loste. Voor de duur van het concert leek Noorwegen weer even belaagd door een Zweedse leger. Sabaton speelde ‘Carolus Rex’ van begin tot einde. Zanger Joakim Brodén was erg onder de indruk en zelfs geëmotioneerd van het warme welkom dat hen te beurt viel. Het werd een spetterende show met alles erop en eraan. Een groep figuranten speelde zelfs temidden de muzikanten de belegering van de citadel en de dood van de koning na. Na het afwerken van ‘Carolus Rex’ was er nog tijd over voor een aantal extra nummers met als uitschieters ‘Primo Victoria’, ’Swedish Pagans’, ‘Shiroyama’ en ‘To Hell And Back’ waarmee een einde kwam een geslaagd driedaags festival op een een wel heel bijzondere locatie. We kijken nu al uit naar de volgende editie.







KADERSTUKJES

Introductie Tons Of Rock

Elke stad die naam waardig of zelfs in ieder uit de kluiten gewassen dorp van Vlaanderen vindt er tijdens de zomer wel een festival plaats. In Noorwegen is dat niet anders. Het enige wat ontbrak was een metal festival dat zich kon meten met gelijkaardige festivals in de buurlanden zoals Sweden Rock of Finland’s Tuska. In 2014 kwam daar verandering in toen enkele ondernemings gezinde lieden met al enige festival ervaring in 2014 een eerste editie van Tons Of Rock uit de grond stampten. Met de focus op alles van klassieke rock tot en met de fameuze Noorse black metal scene is er aan diversiteit geen gebrek. Grote namen staan er zij aan zij met minder bekende en lokale metal bands. Een andere grote troef is de uitzonderlijke locatie. Het maakt dit metal evenement tot een unieke ervaring. De eerste twee edities lokten zo een tienduizend festivalgangers. Met de aantrekkelijke affiche van vorig jaar verdubbelden ze dit aantal en ook wat betreft de editie van 2017 mikken ze op twintigduizend of meer toeschouwers. 



Fredriksten Vesten


Is een vesting in Halden uit de 17e eeuw, prachtig gelegen aan de Iddefjord. Het fort werd genoemd naar Fredrik III, koning van Denemarken en Noorwegen. Ook de stad Halden werd naar hem Fredrikshald genoemd en droeg deze naam tot in 1928. In 1658 kwam Bohuslän en zijn Bohus fort terug in Zweedse handen door het vredesverdrag van Roskilde. Noorwegen had geen fort meer in deze regio en ze begonnen met de bouw van Fredriksten in 1661 nadat de Zweden enkele malen geprobeerd hadden Halden te veroveren. Nadien vielen de Zweden nog drie maal Frederiksten aan. Hierbij sneuvelde in 1718 de Zweedse koning Karl XII. Ook in de 18e eeuw werd Fredriksten nog aangevallen maar deze vesting werd nooit ingenomen. Fredriksten is niet alleen de grootste Noorse vesting, het is tevens de belangrijkste. Het telt ook een vooruitgeschoven verdedigingslinie van drie kleinere forten Gyldenløve, Overberget en Stortårnet, die bij een aanval de eerste schok moesten opvangen. De vesting kent in totaal een veertigtal gebouwen, kilometers vestingmuren, straatjes en trappen, en dit allemaal op verschillende hoogtes. Het centrum van de vesting was de citadel en de eerste muren rondom werden enveloppen genoemd. De naam verwijst naar de functie die een envelop ook nog vandaag heeft. Omhullen en beschermen. In deze muren werden opstellingen voor kanonnen ingericht. Het mooiste uitzicht heb je vanaf de Klokketårnet of klokkentoren. Deze toren had geen religieuze functie maar moest het fort alarmeren bij een vijandelijke aanval of brand. Vandaag is het fort toegankelijk voor iedereen en zijn er een aantal musea en restaurants te vinden in het binnenste fort. Het gebied achter de vesting, Place d'Armes wordt gebruikt voor concerten en andere culturele evenementen.


zondag 16 juli 2017

Stiff Little Fingers

Stiff Little Fingers
No Going Back
earMUSIC

Iconische punkband uit Belfast, opgericht in 1977 en mee aan de frontlijn samen met The Clash, Sex Pistols, The Jam, Buzzcocks, The Undertones en Sham 69. Scoorden een aantal hitjes met onder meer ‘Suspect Device’, ‘Alternative Ulster’, ‘Wasted Life’ en ‘Gotta Gettaway’. Ze waren één van de eersten die hun politieke overtuiging en persoonlijke belevenissen en ervaringen deelden en verwerkten in hun songs. Ook hun passie en woede kanaliseerden ze in hun muziek. En dat werd gesmaakt door zowel muziekliefhebbers als de muziekpers. Ook bij hun optredens ging het er heftig aan toe. In tegenstelling tot veel van hun tijdsgenoten zijn Stiff Little Fingers altijd actief gebleven, zowel in het uitbrengen van nieuwe albums als het spelen van concerten. Met zanger/gitarist en liedjesschrijver Jake Burns en bassist Ali McMordie hebben ze nog twee leden van de oorspronkelijke bezetting aan boord. In 2014 brachten ze met ‘No Going Back’ hun laatste studioplaat uit. earMusic brengt nu een speciale versie op de markt . Op de tweede schijf staan twaalf exclusieve demo’s, een akoestische uitvoering van ‘My Dark Places’ en ‘When We Were Young’ live. SLF is altijd met zijn tijd meegegaan en dat hoor je aan de teksten die hedendaagse thema’s aankaarten als de economische crisis en de opmars van racisme. Ook persoonlijke problemen zoals Jake zijn strijd tegen depressie gaat men niet uit de weg. Muzikaal is men niet altijd zo vooruitstrevend en ook de scherpe kantjes van weleer zijn er af. Sommige nummers klinken daardoor nogal gedateerd. Aan de andere kant is punkrock nooit helemaal uit het straatbeeld verdwenen. Het blijft een genre dat ook door nieuwe, startende bands wordt opgepikt. Hebben op ‘No Going Back’ vooral genoten van ‘I Just Care About Me’, ‘Don’t Mind Me’, ‘Guilty As Sin’, ‘One Man Island’ en ’Trail Of Tears’. Over de al of niet meerwaarde van de demo’s moet u zelf oordelen.

Hansen & Friends

Hansen & Friends
Thank You Wacken Live
earMUSIC

Zanger/gitarist Kai Hansen is één van die iconische figuren in het metal circuit. Denk aan bands als Helloween, Gamma Ray, Iron Savior en Unisonic. Hij vierde een carrière van dertig jaar met het uitbrengen van het ambitieuze album ‘XXX - Three Decades In Metal’ op 16 september van vorig jaar. De plaat bezorgde hem ook in augustus, een maand voor de officiële release, een uitnodiging voor het befaamde metal festival Wacken Open Air. Die show werd integraal opgenomen en is nu verkrijgbaar als CD/DVD, dubbelelpee en Blu-ray/DVD. Kai laat zich omringen door muzikanten als bassist Alex Dietz, Eike Freese (gitaar) die ook mee de studioplaat inblikten plus Corvin Bahn (toetsen) en drummer Michael Ehré. Met Michael Kiske (Unisonic), Clémentine Delauney (Visions Of Atlantis) en Frank Beck (Gamma Ray) zijn er ook een aantal gastzangers van de partij. Hansen gaat er meteen vol tegenaan met ‘Born Free’ en ‘Ride The Sky’. Na een wat lange introductie brengen Kai en co. een erg sterke vertolking van ‘Contract Song’. ‘Victim Of Fate’ is krachtig, maar zanger Frank Beck verzuipt een beetje in al dat instrumentaal geweld. De rustige tussenpassage klinkt wat melig. Met het opzwepende ‘Enemies Of Fun’ wordt het tempo terug opgeschroefd en ook de gitaarsolo gaat lekker. Dan gaan Hansen en co. de meer romantische toer op met het bombastische ‘Fire And Ice’ waarin hij vocaal wordt bijgestaan door Clémentine Delauney. Dat Kai een bijzonder talent heeft om goede songs te schrijven kon je eerder al ervaren en klinkt ook door in het meeslepende ‘Burning Bridges’. Het denderende ‘Follow The Sun’ is kwalitatief dan weer iets minder sterk. Van Michael Kiske verwacht je altijd een gave prestatie, doch dat valt hier enigszins tegen. De zanger klinkt weinig toonvast en maakt geen al te beste beurt in ‘I Want Out’ en ‘Future World’. Heel mooi en zelfs ontroerend is het samen met Clémentine Delauney gezongen ‘All Or Nothing’. Uitsmijter van dienst is een oudje: ‘Save Us’. In deze constellatie maakte Hansen een enige passage op Wacken Open Air. Maar wees gerust, hij zal er de volgende jaren in één of andere vorm wel weer opduiken. Daarvoor is zijn honger nog te groot om nu al zijn gitaar aan de wilgen te hangen.

Little Barrie

Little Barrie
Death Express
Cargo UK / Little Barrie

Little Barrie is een Brits op klassieke leest geschoeid power trio dat zich toespitst op garage rock, R&B, psychedelische rock en alles wat onder de noemer alternatief valt. In eigen land en Europa zijn ze redelijk populair, maar in de VS kregen ze geen voet aan de grond. Tot voor een paar jaar geleden. Groot was hun verbazing dat producer en DJ Thomas Golubic bij hen kwam aankloppen voor het maken van een televisietune voor de reeks ‘Better Call Saul’, een spin-off van de uiterst succesvolle serie ‘Breaking Bad’. Ze kregen later het verzoek om nog wat bijkomende muziek aan te brengen. Ook de overbodige stukjes muziek (een dertigtal) die uit de boot vielen als themasong voor ‘Better Call Saul’ wilden ze niet verloren laten gaan. Dit alles samen ligt aan de basis van hun vijfde studio album ‘Death Express’, een echte DIY plaat die tot stand kwam op enkele oude MacBooks en een dito bandopnemer. De nieuwe plaat telt maar liefst twintig songs met als extra track een recente remix van het ‘Better Call Saul’ themaliedje. Eerst dacht men nog het aantal terug te schroeven, maar wat je nu op je bord krijgt is ‘Death Express’ zoals die bedoelt is. Rode draad zijn de stuwende breakbeats van drummer Virgil Howe. Voeg daar het veelzijdige talent aan toe van frontman Barrie Cadogan en bassist Lewis Wharton en je krijgt een bonte mix van tot dansen uitnodigende liedjes. Psychedelische songs met ook een hoog soul en funk gehalte. In hun teksten kaarten ze problemen aan als de heersende trend van paranoia, massaprotesten en hebzucht. De titel verwijst naar de klok die voor ieder van ons tikt. Niemand weet hoeveel tijd ons nog rest. Dus geniet van elke dag alsof het je laatste is. En dan kan deze ‘Death Express’ wel eens van pas komen.

Laser Flames On The Great Big News

Laser Flames On The Great Big News
Laser Flames On The Great Big News
Wood And Stone Productions

Laser Flames On The Great Big News bestaat uit muzikanten van diverse pluimage. Aangevoerd door John Judkins (Rwake, Today Is The Day, Scott Kelly) en Stephenie “Stevie” Bailey verrast het viertal met een vreemde mengeling van stijlen die een breed gamma bestrijken dat gaat van black metal en doom tot country. De hoofdmoot kun je onderbrengen bij indie rock, stoner en sludge. Als starter krijg je een korte, psychedelisch met effecten opgesmukte intro die je niet echt voorbereid op wat komen gaat. Daarna komt ’31 Years’, het nog meest ‘normale’ nummer waarin de dubbele vocalen uitstekend tot hun recht komen en gedragen door de secure ritmetandem bestaande uit bassist Brian Myers en drummer James Turk. Het echte avontuur begint dan pas met de overige vier tracks die bol staan van de surprises. In het opzwepende ‘Lashes’ verweeft men spelenderwijs verschillende genres met elkaar, met als surplus een opeenvolging van fascinerende riffs. Van ‘Open Dead And Doomed’ gaat er heel wat dreiging uit, met dank aan de gastbijdrage van Steve Austin (Today Is The Day). Bailey is hier vocaal helemaal op dreef en in haar sas. Compositorisch een erg sterke song. Ook in he prachtig opgebouwde ‘Beloved’ laveert men met sprekend gemak door uiteenlopende genres. Om het nummer dan helemaal uit zijn voegen te laten barsten met een black metal geïnstrueerde finale. Het wat weemoedige ‘Flame High’, met een viool spelende Stephenie, wordt schitterend voortgestuwd door die alweer onfeilbare ritmesectie. Interessante plaat voor wie wat gekrijs er voor lief bijneemt.

Ex Eye

Ex Eye
Ex Eye
Relapse Records
Ex Eye zijn Colin Stetson (saxofoons), Shahzad Ismaily speelt bas en synthesizers, Greg Fox drums/electronics en vierde lid is gitarist Toby Summerfield. Het zijn stuk voor stuk muzikanten die kunnen bogen op een rijk gevuld palmares. Zeg maar een bochtig parcours bij verschillende acts en diverse muzikale constellaties. Ex Eye creëert een nieuwe metal variant waarin de saxofoons van Stetson een hoofdrol krijgen toebedeeld. Als je naar andere saxofonisten zoekt in het metal en experimentele circuit dan kom je automatisch terecht bij Jørgen Munkeby (Shining) en John Dikeman (Cactus Truck, Universal Indians). Colin brengt de ervaring en techniek van de twee samen en puurt er een totaal eigen stijl en geluid uit. De bijdragen van de overige muzikanten hoeven niet onder te doen. Vooral Fox is een beest van een drummer. Shadzad is de verbindende factor en Toby zijn gitaarriffs zijn adequaat, grillig en verrijkend. Hoofdbestanddelen zijn experimentele noise toestanden vermengt met progressieve rock en metal. De heren houden er soms een hels tempo op na en spelen met zo een intensiteit dat je als  luisteraar meermaals naar adem moet happen. Gewoon verpletterend is het epische ‘Opposition/Perihelion; The Coil’. De eerste vijf minuten zijn gecontroleerde chaos die je letterlijk omver blazen. Dan komt er een rustiger passage met een opeenvolging van arpeggio’s die via een overgangsdynamiek het volume opdrijven en je naar ongekende hoogtes voert. ‘Anaitis Hymnal; The Akrose Disc’ start traag en log, mijmerend en repetitief, maar al snel breekt de hel los en is de anarchie totaal. Een koerswijziging halverwege onderlijnt de ultieme drang om te experimenteren. De buitenissige sax klanken, een spervuur aan drums, dikke baslijnen en strakke gitaarriffs zijn je deel in het flitsende ‘Form Constant; The Grid’. Ex Eye is een bijzondere act, totaal eigenwijs, baanbrekend en blits. Voer voor de avonturiers onder u.

Suffocate For Fuck Sake

Suffocate For Fuck Sake
In My Blood
Moment Of Collapse Records

Het Zweedse Suffocate For Fuck Sake is een band die zijn underground status ernstig neemt. Voor hun debuut, ‘Blazing Fires And Helicopters On The Frontpage Of The Newspaper. There's A War Going On And I'm Marching In Heavy Boots’ moeten we al terug naar 2008. In de tussentijd bleef het oorverdovend stil. Eindelijk zou je kunnen zeggen, komen ze na drie jaar noeste arbeid nu aandraven met een opvolger. Met ‘In My Blood’ volgen ze het eerder beproefde concept om tekstfragmenten in te passen in secuur opgebouwde composities. De keuze viel deze keer op een radio uitzending van de documentaire ‘Förädlade Svenskar’ van Bosse Lindquist. Een verhaal over verplichte sterilisatie in Zweden van zogezegde verschoppelingen in de maatschappij ‘met slechte genen en een laag IQ’. Zo zijn naar schatting tussen de 15000 à 20000 mensen in de periode 1935-1974 tot sterilisatie gedwongen. De docu werd voor het eerst uitgezonden in 1990. Suffocate For Fuck Sake mixt screamo met hardcore, postrock en ambient. Het geschreeuw ruimt soms plaats voor een heldere vrouwenstem, vertolkt door Charlee Nyman, wat het geheel samen met de dromerige, sfeervolle passages twee gezichten geeft. De tekstsamples zijn het bindmiddel en versterken de verhaallijn over wanhoop, woede en verlossing. Ook al versta je geen Zweeds, toch word je geboeid door de getuigenissen van de mensen, over een tijdperk in de Zweedse geschiedenis waar men niet graag aan wordt herinnerd. De muzikale omlijsting maakt het opnieuw actueel. Fouten uit het verleden moet je niet trachten te verdoezelen, maar net bespreekbaar maken. In die optiek is ‘In My Blood’ dan ook een sterk en mooi werkstuk.

Heaven In Her Arms

Heaven In Her Arms
White Halo
Moment Of Collapse Records

Japanse formatie die op zijn derde langspeler terugkeert naar zijn wortels: Tokio, de metropool waar ze zijn opgegroeid. Een grootstad van veertien miljoen inwoners waar het dag en nacht gonst van bedrijvigheid. ‘White Halo’ doet dienst als soundtrack voor dit stadsbezoek. Qua muziekstijl blijft het gezelschap trouw aan zijn mengeling van screamo, hardcore, black metal en postrock. Het album ligt dan ook helemaal in het verlengde van zijn voorgangers. Het verschil zit hem in hun poging om hier via hun muziek een beeld te schetsen van het drukke stadsleven en de pogingen om er aan te ontsnappen. Het groepsgeluid klinkt vertrouwd en de opbouw van de songs is grotendeels identiek en daardoor ook voorspelbaar. Emotionele en rauwe passages worden afgewisseld met zweverige, behaaglijke en rustgevende stukken. De hang naar dramatiek is groot. Met ‘Ray Of Light At Dusk’ als introductie is de dageraad in aantocht, de voorbode van een nieuwe, hectische dag. Het kerkorgel in ‘Chain With Feathers’ geeft dit korte nummer een bijzondere allure. Meest imposante track is ongetwijfeld ‘Entangled Torus’, maar ook het progressief getinte ‘Turbid Fog’ is zonder meer aangrijpend en groots. Laat ook de Engelse songtitels u niet misleiden. Frontman Kent zingt in het Japans wat toch altijd voor extra pigment zorgt en het speciale en uitheemse karakter beklemtoont. Met ‘White Halo’ consolideert Heaven In Arms zijn positie in dit subgenre.

The Sword

The Sword
Greetings From…
Razor & Tie / Spinefarm Records

The Sword draait al een hele tijd mee in het stoner en doom circuit, maar dit is pas hun eerste live album. Tijdens hun toernee in 2016 met Opeth werden alle concerten opgenomen en daaruit werd deze toch relatief korte set (43 minuten) ’Greetings From…’ gedistilleerd. De plaat bevat negen van J.D. Cronise en co. hun favoriete tracks. Van bij de eerste noten is het duidelijk: De geluidskwaliteit laat te wensen over. Blijkbaar was het de bedoeling om het live effect van een The Sword show zo realistisch mogelijk te benaderen. Klinkt het niet dan botst het maar. De slechte geluidsbalans moet je er maar voor lief bijnemen. Soms is het echt wel gortig en komt de zang amper boven de rest uit. De hoofdmoot van de songs is gelicht uit ‘High Country’. Aangevuld met wat ouder werk, waarbij ze hun vierde langspeler ‘Apocryphon’ (2012) helemaal links laten liggen. Ondanks de slordigheden komt de kwaliteit van nummers als ‘Buzzards’, ‘The Chronomancer I: Hubris’, ‘Mist & Shadow’ en ‘The Horned Goddess’ toch bovendrijven. Rommelig, maar bevlogen is ook hun interpretatie van de stokoude gospel en blues traditional ‘John The Revelator’, voor het eerst op plaat gezet door Blind Willie Johnson in 1930. Alles bij elkaar genomen is dit een teleurstellende release. Van een groep als The Sword verwacht je beter en meer.

Ivory For Elephants

Ivory For Elephants
Call Of The Void
Eigen Beheer

Vier man sterke stonerrock act uit Antwerpen. Debuteerden in 2015 met het album ‘Invaders’. Daarmee trokken ze een tijd de hort op en dat bracht hen langs fijne oorden als Kid's Rhythm 'n' Blues Kaffee, Cabron, Akkerpop en Riotfest. Daarna hadden ze wat tijd nodig om te herbronnen, maar nu treden ze andermaal op het voorplan met een nieuwe ep, ‘Call Of The Void’. Het in eigen beheer opgenomen plaatje telt vijf tracks. Van opener ‘Mountain’ bestaat er trouwens een hilarische videoclip. Moet je maar eens checken op hun Facebook pagina of Youtube kanaal. Ivory For Elephants heeft een vet groepsgeluid. De fuzz gitaren ronken en spinnen, drums en basgitaar leggen een stevige en zompige basis waar je lekker en zorgeloos kunt op rondhossen. Een hamerende titelsong heeft enkele fijne gitaarsolo’s in petto en ook in ‘Slipping Inside’ blijft het vuur aangewakkerd. De echte mokerslag komt er met het geweldige ‘Head In The Sand’. Knal op die frontale hersenkwabben. Dat het ook trager en logger kan laten ze horen in het helemaal in fuzz ondergedompelde en rauwe ‘Playground’. Ivory For Elephants brengt een coherente mix van invloeden uit het stonerrock verleden en voegt daar eigen ideeën aan toe. Het geeft de groep een eigen smoel en een hedendaagse sound waarmee ze bij hun passage deze zomer elke uitgaanstent op zijn grondvesten zal doen daveren. Kopen die handel.