donderdag 16 november 2017

Heliogabale

Heliogabale
Ecce Homo
Atypeek Music/Les Disques Du Hangar 221

Franse noise rock band uit Parijs opgericht in 1992. ‘Ecce Homo’ is hun zevende langspeler. Werkten in het verleden samen met Steve Albini, Al Sutton, Karl Blake en wijlen Iain Burgess. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat het kwartet aanleunt bij de Amerikaanse indie rock en noise variant. Denk daarbij om er een paar te noemen aan Sonic Youth, Mudhoney en Tad. Voor het eerst kiest men, behalve dan in ‘Dizzy’, wel voor Franse teksten. Wat dan weer de geloofwaardigheid en authenticiteit ten goede komt en het poëtische aspect sterker benadrukt. Heliogabale probeert bij iedere release zichzelf te vernieuwen. Een proces dat als erg verfrissend wordt ervaren. Zangeres Sasha Andrès zingt met bezieling en overtuiging. Stelt zich soms kwetsbaar op, maar kan ook luidruchtig en scherp uithalen. Muzikaal kiest men voor de weg met de meeste weerstand. De muziek klinkt hoekig en weerbarstig door het veelvuldig wisselen van ritme en stemming. ‘L’Automne’ is het enige nummer dat je als licht verteerbaar kunt bestempelen. De overige tracks zijn door hun aard minder toegankelijk en iets meer pretentieus. ‘Ecce Homo’ is de volgende episode in het wispelturige bestaan van Heliogabale. Een album dat bitter smaakt, maar ook bol staat van emoties.     

Cut The Navel String

Cut The Navel String
The Black Box Session By Peter Deimel
Atypeek Music

Cut The Navel String, opgericht in 1991, heeft met ‘Takis’ (1995) één album uitgebracht. Ondanks de positieve respons luidde het meteen het einde in van hun korte bestaan. Een re-release van ‘Takis’ eind 2015 bracht de groep terug in de belangstelling. In één van de interviews toen werd er onder meer gesproken over twee demo’s. Van beide werden een aantal cassettes in omloop gebracht. Zelf verwijzen ze naar die opnames als ‘de charme van de imperfectie’. De tweede demo, de Black Box sessie, werd nu van onder het stof gehaald en verschijnt in een beperkte oplage van driehonderd stuks op vinyl. Samen met de in februari 2010 overleden Iain Burgess nam Peter Deimel als mede-oprichter van de studio de honneurs waar in de Black Box in La Gravoyere in mei 1993. Naar het schijnt moet ook de legendarische gitarist en producer Steve Albini (Big Black, Rapeman, Shellac) toen aanwezig zijn geweest. Cut The Navel String had in die tijd sterke banden met eveneens Franse acts als Les Thugs, Dirty Hands, Hydrolic Systems en Treponem Pal. Wat ook doorsijpelt in hun muziek, een mix van noise, industrial, hardcore, thrash en punk. Sommige van de tracks klinken erg chaotisch. Er wordt heel luid gespeeld, weinig gestructureerd, maar dit soort van samenspel behoort wel tot de tijdgeest van toen. Slechts zes nummers telt ‘The Black Box…’ met als meest interessante tracks ‘In Bed With My Sister’ en ‘The Last’. Of deze retrospectieve de interesse voor Cut The Navel String weer zal aanzwengelen is maar de vraag.   

Kryshe

Kryshe
March Of The Mysterious
Serein
‘March Of The Mysterious’ is de nieuwe plaat van de Duitse multi-instrumentalist Christian Grothe, die hier acteert onder de artiestennaam Kryshe. Het is de opvolger voor het dit jaar in maart verschenen ‘Insights’ en bedoelt als begeleidingsmuziek voor de uit 1915 daterende stille prent ‘Alice In Wonderland’ van regisseur en scenarist W.W. Young, een verfilming van Lewis Carroll zijn moderne sprookje  ‘Alice's Adventures in Wonderland’. Grothe is van vele markten thuis en bespeelt een ruim muzikaal palet gaande van (eigentijdse) klassieke muziek over elektronische muziek tot jazz, ambient en avant-garde. Kryshe neemt daarbij alle instrumenten voor zijn rekening. Voornaam daarbij zijn de koperblazers die een soort van warme gloed verspreiden en de ambient klanktapijten, samples en live processen omhullen. Christian Grothe went verschillende technieken aan en gaat op zoek naar een samengaan en evenwicht tussen improvisatie en compositie. Tegelijk stelt hij zich hier kwetsbaar op en laat een stukje van zijn innerlijke zelf zien in de wijze waarop hij deze film muzikaal benadert. De muziek klinkt zowel klaaglijk, fragiel, dromerig als gevoelvol en is de antipode van de zwart/witte realiteit van het beeldmateriaal. ‘March Of The Mysterious’ is een aaneenschakeling van aangrijpende en statige muziek. Alleen zijn de overgangen niet altijd even soepel en soms zelfs bruusk. Misschien zijn ze wel helemaal afgestemd op de beeldfrequenties van de film. Het zou alleszins mooi zijn mochten er ooit live voorstellingen vertoond worden, want dan alleen komt deze muziek helemaal tot zijn recht. Al blijft ook zonder film ‘March Of The Mysterious’ een fijne plaat. 

Shadow Ray

Shadow Ray
Eyes, Gleaming Through The Night
Rillbar
Anders Holst (aka Shadow Ray) is al een tijdje flink in de weer. Door onder meer te participeren met andere muzikanten wist hij zich een plaatsje te verwerven in de muziekscene van Kopenhagen. Heeft onder meer banden met Won’t Lovers Revolt Now, Ektoplasma, het sextet Cirklen, het ensemble Bog Bodies en met Mads Emil Nielsen vormt hij ook nog een duo. Op zijn eerste soloplaat brengt Anders een experimentele vorm van moderne popmuziek. De songs worden meestal gedragen door akoestische gitaar, al durft Shadow Ray ook wel elektronische hulpmiddelen aanwenden. De stem van Holst klinkt doorgaans erg treurig en intriest. Echt opgewekt is hij nooit, doch tracks als ‘Far Away’ en ‘Second’  zorgen voor een toch iets positievere weerklank dan sombere nummers als het deprimerende ‘Dreams Of Falling’, het al even neerslachtige ‘Face It’ en ‘Silent Call’.  Afsluiter ‘Blue Flower’ is ook droefgeestig, maar tegelijk mooi. Het dromerige aspect wordt wel de grond ingeboord door aangestuurde, elektronische stormgeluiden. Een procédé waar Holst doorheen dit album meermaals van gebruik maakt en waarmee hij bijna alle composities in tweeën splijt. Dat komt goed tot uiting in bijvoorbeeld ‘Runway’. ‘Eyes, Gleaming Through The Night’ is een erg persoonlijk en eigenzinnig maar een mistroostig en duister werkstuk. Mij kan het alvast maar matig bekoren.  

Strobe

Strobe
Bunker Sessions
Sulatron Records
Strobe was een vooraanstaande band in Britse spacerock middens, doch daarbuiten maar weinig bekend. De groep werd opgericht in 1990 en bracht in totaal vijf albums en drie ep’s. Hun meest bekende en gewaardeerde platen zijn 'Maya' (1992) en 'The Circle Never Ends' (1994). Hun laatste dateert van 2001, ‘The Shining Path’ meteen hun zwanenzang, want nog datzelfde jaar gingen de vijf muzikanten elk hun eigen weg. Deze ‘Bunker Sessions’ bevat nooit eerder uitgebrachte songs. Bij Sulatron hebben ze een neus voor dit soort van ‘vergeten’ of ‘verloren’ muziek. In de meeste gevallen is de kwaliteit van een hoog gehalte wat een uitgave zeker rechtvaardigt. Dit is ook het geval met dit album van Strobe. Opvallend in de bezetting is de aanwezigheid van maar liefst drie gitaristen. Keyboards en synthesizers zijn dan ook naar het achterplan verwezen en komen slechts sporadisch aan bod. Deze opnames dateren van 1994. Het was de bedoeling om in een live setting een aantal nummers op te nemen, alles in één sessie, zonder daarbij stukken opnieuw in te spelen of in te prikken. Als lokatie kozen ze voor de Bunker Studios in Bedford. ‘The Bunker Sessions’ opent met ‘Sun Birth’, een trage en zweverige track met als ankerpunt een opvallende baslijn. Het trio gitaren sijpelt gaandeweg door en strooit galmende en vervormende effecten  kwistig in het rond. ‘Into Your Skin’ bevat een vleugje gothic en indie rock. ‘Obsession’ en ‘Chameleon Earth’ combineren postpunk met psychedelische rock met daarin verweven enkele repetitieve en dwingende gitaarriffs en drums. In ‘Opium Dreams’ dient zangeres Helen zich aan als een verademing. Haar stem zweeft boven de zwaar psychedelische lang aangehouden tonen uit. ‘Sun Death’ lijkt het logische vervolg van ‘Sun Birth’ en sluit de ‘cyclus’ af. Ook langzaam in het begin, maar gestaag voortschrijdend om te eindigen in een uitbundige climax van niet in te tomen en overheersende drums en gitaren. Zelden heb je het gevoel dat deze opnames meer dan twintig jaar oud zijn. ‘Bunker Sessions’ is dan ook een puike plaat die Strobe, toch voor even, opnieuw voor het voetlicht brengt.    

Porn

Porn 
The Ogre Inside
Echozone

Dit Franse gothic/industrial gezelschap ontleende zijn groepsnaam aan het album ‘Pornography’ van The Cure. Hun admiratie voor deze legendarische band lieten ze nog maar eens blijken op hun tweede schijf ‘From The Void To The Infinite’ (2011) met hun versie van ‘Lullaby’ als bonus track. Ook terug te vinden op het in 2015 uitgebrachte tussendoortje ‘Deconstruct - Covers And Remixes’. Als je ‘porn the ogre inside’ googelt dan krijg je gore seks gerelateerde hits als ‘how does sex look from the inside’ of ‘dirty talking sex clips’. Over muziek wordt met geen woord gerept. Toch wel jammer voor wie gewoon op zoek gaat naar informatie over deze act hun nieuwe plaat. Maar dit terzijde. Ze kozen nu eenmaal voor de naam Porn en zullen zich wel bewust geweest zijn van de consequenties die ermee gepaard gaan. Op hun derde studio release neemt men de luisteraar mee op sleeptouw met een innerlijke zoektocht naar de donkerste hoeken van de geest.  De cyclus van negen songs is gebaseerd op de sciencefiction novelle ‘Contoyen’, geschreven door frontman Philippe Deschemin. Het geheel wordt aangevuld met tekstsamples van esotericus en  occultist Aleister Crowley.  Het zijn stuk voor stuk solide tracks, gebed in een strak gothic metal en industrial keurslijf die de confrontatie aangaan met het beest, het monster dat in ieder van ons schuilt. De negen nummers zijn evenwaardig en maken deze ‘The Ogre Inside’ tot een evenwichtig en uitgebalanceerd werkstuk. Als we toch moeten kiezen dan geven we voorrang aan opener ‘Sunset Of Cruelty’, ‘May Be The Last Time’, ‘Close The Window’ en ‘Heavy Is The Crown’. Een punt van kritiek is misschien het feit dat Porn binnen zijn comfortzone blijft en niet op zoek is gegaan naar nieuwe uitdagingen. Een geruststelling is dat de liefhebbers van het genre hier ruim aan hun trekken komen.               

Spotlights

Spotlights
Muzikale en seismische trillingen
Voor velen zal het Amerikaanse Spotlights een nog illustere onbekende zijn. Met het album ‘Tidals’ debuteerden ze in 2015. Nu hebben ze met ‘Seismic’ een tweede langspeler uit. Een prima plaat trouwens. Hoog tijd dus dat Spotlights zijn introductie krijgt in de Lage Landen. Toen we telefonisch contact opnamen doorkruisten ze met hun busje de woestijn, op weg naar hun laatste optreden van hun tournee met Melvins. Aan het woord is Mario met als ruggensteun zijn vrouw Sarah Quintero.
Paul Van de gehuchte

Was Sleep Lady jullie eerste groep?
‘Het was niet mijn eerste band, maar wel die waar Sarah en ik voor het eerst samen deel van uitmaakten. Sarah heb ik voor eerst ontmoet toen ik een plaat produceerde voor het combo Marisol waar ze toen bij speelde. Ik had toen een eigen studio: de Black Box Recording Studios in San Diego. We zijn dan vrienden geworden, dan beginnen daten en net voor we bij Sleep Lady aansloten zijn we gehuwd. Gisteren was trouwens onze huwelijksverjaardag. Zeven jaar zijn we nu getrouwd.’

OP DEZELFDE FREQUENTIE INGESTELD
Gefeliciteerd! Hoe is het om als koppel in dezelfde groep te spelen?
‘Heel goed eigenlijk. We hebben elkaar leren kennen als muzikanten en het klikte meteen. We houden van muziek spelen, platen maken, gaan graag op tournee. Voor ons gaat het zo goed als mogelijk in de gegeven omstandigheden. We zijn zo ook altijd bij elkaar en moeten nooit iemand alleen thuis achterlaten. Ook wat de muziek betreft zitten we op dezelfde lijn. Het maakt songs schrijven en spelen een stuk gemakkelijker.’

Het klinkt als het perfecte huwelijk?  
‘Ja tot nu toe verloopt alles op wieltjes. Ook in de privésfeer. ’Knock on wood’ en hopen dat het zo blijft (lacht). Op muzikaal vlak vullen we elkaar erg goed aan. We weten wat we willen, kennen elkaar door en door, weten wat onze sterke en zwakke punten zijn. In de bands waar we vroeger in speelden waren we met meer en dan moet je rekening houden met iedereen zijn mening en dan wordt het lastiger om tot een vergelijk te komen.’ 

Wanneer hebben jullie dan besloten om te starten met Spotlights?
‘Kort voor we bij Sleep Lady aan de slag gingen hebben we samen een single gemaakt. Je vindt die terug op onze Bandcamp pagina. Dat was de kiem, het prille begin van Spotlights. We keerden terug naar New York in 2013 en trachten voor onszelf uit te maken wat we wilden bereiken met Spotlights. In het begin waren we met ons tweetjes. Sarah speelde basgitaar en ik drums. Gaandeweg werden de songs meer gitaargericht en gingen we op zoek naar een drummer zodat ik me kon concentreren op gitaar. We hebben dan ‘Tidals’ opgenomen en ‘Seismic’ is nu de volgende stap. De keuze voor de naam Spotlights is eerder ironisch bedoeld. Het is niet zo dat we altijd willen in de schijnwerpers staan (lacht).’


HET PROCES OP GANG BRENGEN
In de bio staat dat de huidige toestand waarin de mens en de aarde zich bevindt de aanzet was voor het maken van ‘Seismic’. Kun je daar iets meer over vertellen?
‘Het was niet de bedoeling een concept album te maken. Je overschouwt gewoon wat er allemaal gebeurt in de wereld. De politieke beslissingen, het klimaat, oorlog, economie, terreur. Het gaat de verkeerde kant uit. We worden dan ook nog eens constant door nieuwszenders en op de sociale media gebombardeerd met negatieve berichtgeving. Het lijkt erop dat de mens aanstuurt om zichzelf en zijn leefomgeving te vernietigen. We konden er niet omheen en hebben dat alles gebruikt als een katalysator voor het nieuwe songmateriaal. De teksten zijn daarvan afspiegeling. De getroffenheid en bewogenheid zaten al verwerkt in de muziek.’ 

‘Als je de evolutie bekijkt is de tijd die mens op aarde heeft beperkt. Een indicatie zijn bijvoorbeeld de recente aardbevingen en overstromingen. In plaats van elkaar te helpen en van de wereld een betere plaats te maken om te leven kiest iedereen partij en denkt op korte termijn. Als het mijn tijd maar duurt.’

‘Wij hebben er bewust voor gekozen om geen kinderen te hebben. Ik zou het oneerlijk vinden tegenover een kind om het als individu en zuiver uit eigenbelang op de wereld te zetten. Ten andere, er zijn genoeg kinderen op de wereld die het slecht hebben. Als we in de toekomst toch kinderen zouden willen dan overwegen we eerder adoptie.’ 


Te zien aan je familienaam heb je Zuidamerikaanse roots? 
‘Klopt. Ik ben geboren in Bogota, Colombia. Mijn ouders zijn verhuist naar de States toen ik acht jaar oud was. Ook heel wat familie (tantes, ooms, neven en nichten) zijn naar de VS geëmigreerd. Er wonen wel nog enkele familieleden in Colombia. Die gaan mijn ouders één keer per jaar gaan bezoeken. Zelf is het meer dan twintig jaar geleden dat ik er nog ben geweest.’

Heb je al genealogisch onderzoek gedaan naar je voorouders of interesseert je dat niet?
‘Vreemd dat je dit aanhaalt. We hebben er gisterenavond nog over gesproken. Mijn zuster is er mee gestart. Het interesseert me wel. Ik weet ongeveer waar mijn over-overgrootouders vandaan komen. Langs moederskant ligt de oorsprong in Spanje. Langs vaderskant stammen we af van inheemse, Colombiaanse indianen. Sarah haar afstamming is wat complexer. Haar voorouders woonden verspreidt over Europa in landen als het voormalige Tsjecho-Slowakije, Italië,  Groot-Brittannië, Ierland. Het is allemaal erg interessant, maar je moet er tijd voor vrijmaken. Ooit beginnen we eraan (lacht).



maandag 13 november 2017

Ghold

Ghold
Stoic
Crypt Of The Wizard
Crypt Of The Wizard is een winkel in Londen, pas geopend in maart van dit jaar en heeft nu al de reputatie het Engelse mekka te zijn voor heavy metal fans. Ook blakend van ambitie, want de uitbaters zijn van plan om zelf platen uit te brengen. Met ‘Stoic’ van de eveneens uit Londen afkomstige sludge band Ghold is de eerste al een feit. Ook Ghold geniet al van enige vermaardheid door zijn halsstarrige houding, de zin om te experimenteren en hun underground attitude. ‘Stoic’ werd opgenomen in de Unitaristische kapel in Leeds door Tom Goodall. Het 17de eeuwse gebouw kan bogen op een bijzondere akoestiek die uiteraard zijn weerslag heeft op de muziek van Ghold. Bovendien heeft het drietal alle overbodige instrumenten geweerd. Men gebruikte alleen wat men dacht echt nodig te hebben om een bepaald nummer in te spelen. Naast snoeiharde, logge, verpletterende riffs en schreeuwerige zang - toonbeeld is ‘SKHUL V’ - passeren er etherische fragmenten en minimalistische drones in songs als ‘Nothing Dreamt’, ‘Ruptured Earth (Head In Sand)’ en ‘Faeder Ure’. Waarmee Ghold zijn andere kant laat zien. De tegenstelling tussen ‘Blue Robe’ en het chaotische ‘SKHUL VI’ (twaalf minuten durende razernij) kan dan weer niet groter zijn. Lyrisch beroerd men thema’s als pijn, verdrukking, onverschilligheid, eenzaamheid, onzekerheid. ‘Stoic’ is een volgende stap in de evolutie van Ghold. Zwartgallig, zoekend, transcendent en bijwijlen sensationeel. 

Electric Eye

Electric Eye
From The Poisonous Tree
Jansen Records/PIAS
Iets meer dan een jaar na het uitbrengen van hun tweede elpee ‘Different Sun’ en acht maanden na hun live plaat ‘Live At Blå’ komt het Noorse Electric Eye alweer aan het front met de langspeler ‘From The Poisonous Tree’. Blijkbaar zitten ze in een begenadigde periode en gaan ze helemaal op in een gelukzalige stroom van positieve energie. Electric Eye grossiert in hitsige en vurige grooves van psychedelische rock aangevuld met space rock, indie pop, jazz, funk, acid rock en prog rock. Het viertal zet meteen zwaar in met het hypnotische en opzwepende ‘Sometimes You Got To Jump To Lift Your Feet’. Lekker in het gehoor ligt ook de funky track ‘Invisible Prison’ waarin de heerlijke klanken van Hammond orgel, gitaareffecten, sitar, achtergrondkoortje en zich herhalend drumpatroon je helemaal inpakken. In dezelfde lijn ligt het instrumentale, grillige en door space rock gestuurde ‘Rock På Norska’. Nog een paar andere vermeldenswaardige nummers zijn het magistrale ‘Turn Around, Face The Sun’ en het fascinerende ‘Serenity’ en meer flitsende ‘The Diamond Sutra’.  Zoals de titel al laat vermoeden wenden ze in ‘Meditasjonen’ de eeuwenoude techniek van meditatie aan om geest en lichaam te ontspannen. Een uitstekende en passende afsluiter van een overwegend heerlijk schijfje.

Nervenbeisser

Nervenbeisser
Zeitenwandel
Echozone
Duitse telg uit Neue Deutsche Härte familie die het levenslicht zag in 2001. In 2004 verscheen hun eerste album ‘Geschlechterschlacht’. Ondanks goede recensies bleef men verstokt van succes. Onder meer omdat Nervenbeisser aan zijn lot werd overgelaten door hun toenmalige label ZYX Music. Ze voelden zich dan ook tekort gedaan en waren erg teleurgesteld. Nog datzelfde jaar stelden de leden van Nervenbeisser zichzelf op non-actief. Een pauze die maar liefst tien jaar zou duren. In 2014 nam men een nieuwe start met een jaar later een heruitgave van ‘Geschlechterschlacht’. En nu is er “Zeitenwandel’. De plaat begint met gesproken intro over de hoe een dagindeling of dagschema eruit ziet. ‘Verkehrte Welt’, ‘Ein Letztes Mal’ ‘Zeitenwandel’ zijn typische NDH tracks. Denk daarbij aan Rammstein, Megaherz, Oohmp!, Eisbrecher en aanverwanten. De eerste is een beetje mak, twee klinkt al stukken beter, maar het is vooral de agressieve titelsong die je bij je nekvel grijpt. ‘Glücklich Allein’ is wat experimenteler, met EBM en industrial invloeden. De voorbode voor wat we beschouwen als beste nummer van deze collectie: ‘Goldener Käfig’. ‘Sieh In Dein Herz’ ligt dan weer in het verlengde van ‘Glücklich Allein’. De overige liedjes zijn eerder middelmatig en eindigen doen ze met ‘Alles Steht Still’, een kort akoestisch nummer met inclusief zoetgevooisde violen. Pluspunt van Neverbeisser hun tweede worp is de afwisseling. Aan de min zijde noteren we de weinige samenhang en de onbestendige aard van het aanbod in zijn geheel.

Krane

Krane
Pleonexia
Czar Of Revelations/Czar Of Crickets Productions
Op het cd boekje staat de Latijnse uitdrukking ‘Inter Arma Eni Silent Leges’ afgedrukt wat zoveel betekent als ‘Onder het wapengeweld zwijgen de wetten’. De zegswijze wordt toegeschreven aan de Romeinse redenaar en politicus Cicero die de frase voor het eerst zou gebruikt hebben tijdens een toespraak. Het is ook de titel van een aflevering van de populaire sciencefiction reeks ‘Star Trek (seizoen 7, episode 16). Misschien zijn deze Zwitsers wel fan van de reeks. Feit is dat ‘Pleonexia’ een conceptalbum is geworden, net als hun debuut ‘Ouroboros’ (2013). Oorlog is iets van alle tijden en Krane belicht hier alle facetten, van de aanleiding (hebzucht, macht, religie) tot het einde der gevechten en de nasleep ervan. Krane is een instrumentale band en gebruikt hier tekstfragmenten van opgenomen gesprekken en filmdialogen om hun evocatie van post metal en post rock muziek te ondersteunen. De intro ‘Deception’ is de dageraad, een sfeervol en rustig fragment, maar al snel barst de hel los in ‘I: Strategic Level’ met een spervuur aan drumroffels en heftige gitaarerupties. ‘Destabilisation’ wordt gekenmerkt door ijle synthesizers. Epische proporties krijgt het twaalf minuten durende en toch wel overweldigende ‘II: Operational Level’. Boeiend zijn ook de radiogesprekken in ‘Aftermath’ met op de achtergrond sombere en minimalistische drones. Krane brengt met ‘Pleonexia’ een ode aan de oorlog, maar zonder die te exalteren.

Primus

Primus
The Desaturating Seven
ATO Records
De vorige cd van Primus waarbij de bezetting was uitgebreid  met enkele gastmuzikanten, was een eigentijdse bewerking van de soundtrack van de film ‘Willy Wonka & The Chocolate Factory’ uit 1971. Een project dat bij kopman Les Claypool in de smaak viel, want met ‘The Desaturating Seven’ gaat hij op de ingeslagen weg verder. Het album is een muzikale bewerking van het kinderboek ‘The Rainbow Goblins’ van Ul De Rico. Als het bedtijd was voor de kinderen lazen zijn vrouw en hijzelf er dikwijls uit voor. Het verhaal gaat over zeven aardmannetjes die elk een kleur van de regenboog uitbeelden en gelijktijdig alle kleuren van de wereld laten verdwijnen. Een metafoor die in deze tijden van hebzucht, bedrog en gulzigheid relevant lijkt. Het is ook een langspeler met de ‘klassieke’ line-up van Primus bestaande uit Les Claypool (zang/basgitaar), Larry LaLonde (gitaar) en drummer Tim Alexander. Les is een excentrieke kerel, net als zijn band. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat deze ‘The Desaturating Seven’ geen doorsnee plaatje is geworden. Al zijn er de vertrouwde elementen en blijven de basklanken in het middelpunt, toch wordt er ook duchtig geëxperimenteerd. Zo klinkt ‘The Dream’ eerder als een nachtmerrie. Andere opmerkelijke tracks met zowel bevreemdende als herkenbare facetten zijn ‘The Trek’ en ‘The Storm’. De passage van ‘The Desaturating Seven’ zal alleszins niet onopgemerkt voorbijgaan.

The Spacelords

The Spacelords
Water Planet
Spacetemple Records/H’Art
Zoals de naam al laat vermoeden hebben we hier te maken met een groep die een voorkeur heeft voor space en psychedelische rock. Het trio werd opgericht in Reutlingen in 2008 en ‘Water Planet’ is hun vijfde studio album. Op hun conto staan ook nog een live en een split cd. Deze nieuwe en dynamische trip bestaat uit drie langere composities, helemaal eigen aan het genre. Voor een deel is een groep als The Spacelords heel voorspelbaar. Je weet ongeveer wat je gaat te horen krijgen. Toch slaagt het drietal erin om door een bepaalde ambiance te implementeren en een innerlijk kracht ten toon te spreiden, een apart en fris werkstuk af te leveren. Niet onbelangrijk daarbij zijn de bijdragen van ‘guestlord’ Didi Holzner die de toetsen voor zijn rekening neemt. De songs zijn opgebouwd uit verschillende lagen. Bij elke luisterbeurt hoor je de finesse waarmee wordt gemusiceerd en waarbij telkens meer bijzonderheden aan de oppervlakte komen. De twee eerste nummers zijn splinternieuw. De derde is een toch wel fantastische remix van ‘Nag Kanya’. Wat begint als een Oosters aandoende, relaxte expeditie verandert gaandeweg. Na verloop van tijd lanceert een strak pulserende ritmesectie, bestaande uit bassist Akee Kazmaier en Marcus Schnitzler (drums),  gitarist Hazi Wettstein naar onbekende sterren en werelden ergens verafgelegen in de kosmos. Het origineel van ‘Nag Kanya’ vind je terug op de langspeler ‘Psychedelic Battles - Volume Two’, een split cd met Dhvani. Met ‘Water Planet’ zetten The Spacelords hun traditie verder om als lid van de internationale space rock familie één van de betere albums van het jaar af te leveren.

Lionize

Lionize
Nuclear Soul
The End Records
Groep afkomstig uit Washington D.C., de thuisbasis van onder meer Bad Brains, Fugazi, Minor Threat en Clutch. Zelf had ik nog nooit gehoord van Lionize, maar daar komt nu met deze ‘Nuclear Soul’ verandering in. Debuteerden in 2005 met het in eigen beheer uitgebrachte ’Danger My Dear’ . Hun muziek is een smeltkroes van stijlen: classic rock, hardrock, funk, latin, reggae, blues, stoner rock en metal. Als het over klassieke rock gaat hebben we een voorliefde voor de warme klank van het Hammond orgel en we worden hier naar believen op onze wenken bedient. Zowel bassist Henry Upton en als gitarist Nathan Bergman zingen, dikwijls in harmonie en dat is een verrijking voor het groepsgeluid. Al dreigt de balans ook al eens over te hellen naar overdreven sentimenteel. De teksten van Lionize zijn gebaseerd op het artistiek genre sciencefiction. Het vergt wat tijd om de soms vele stijlveranderingen te kaderen. Zo krijgen we opener ‘Darkest Timeline’, ‘Fire In Athena’ en ‘Power Grid’ maar moeilijk verteerd. Maakten een goede tot uitstekende beurt: ‘March Of The Clones’, ‘Election Year’, ‘Let You Down’ en ‘Blindness To Danger’. 

Seeds Of Mary

Seeds Of Mary 
The Blackbird And The Dying Sun
Klonosphere Records
Franse groep uit Bordeaux met een voorliefde voor grunge en jaren negentig rock. ‘The Blackbird And The Dying Sun’ is de opvolger voor het in 2015 verschenen ‘Choose Your Lie’. Met twaalf tracks en iets meer dan zestig minuten speelduur krijg je hier waar voor je geld. Alleen is de muziek van Seeds Of Mary niet erg vernieuwend en blijft men eerder in het verleden hangen (denk aan Alice In Chains). Dat is toch de impressie die je krijgt bij het luisteren naar nummers als ‘Lord Of The Flies’, ‘Oceanic Feeling’ en ‘What Have We Done’. Pluspunten zijn de meerstemmige zangpartijen, de overwegend duistere stemming die rondwaard in songs als ‘Back In The Woods’, ‘The Blackbird’ en ‘The Dying Sun’ en de meer potige aan metal gerelateerde riffs in ‘Here Comes The Night’, ‘Sense Of Sacrifice’ of ‘Vice & Virtue’. Compositorisch zijn het allemaal fraaie songs. Heel verdienstelijk maar net niet genoeg om ‘The Blackbird And The Dying Sun’ de hemel in te prijzen. 

Shipwrecks

Shipwrecks
Shipwrecks
Sportklub Rotter Damm

Duits viertal dat voor het maken van hun eerste langspeler hun thuisstad en metropool Keulen inruilde voor een afgelegen boerderij in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. Anderhalve week sloten ze zich van de buitenwereld af om de klus te klaren. Shipwrecks is een groep die graag alles zelf in handen heeft. Een DIY aanpak die best in de smaak valt. Gitarist Bastian Lindenau nam de rol van producer op zich. Een taak die hem op het lijf geschreven lijkt. Het nam een paar maanden in beslag, maar met de hulp van oude verzamelwaardige apparatuur wist hij het groepsgeluid  optimaal over te brengen. Drummer David Caspar, in een ander leven beeldend kunstenaar, is verantwoordelijk voor de afbeelding op de hoes. Het is een collage van hout, metaal, fossielen, speelgoed, gesteente en nog andere bizarre vondsten die zijn pad kruisten. ‘Shipwrecks’ is in wezen een rustige, dromerige plaat, heel sfeervol ook, waarbij de instrumenten gedetailleerd en helder zijn te herkennen. Wanneer het wat luider mag krijg je een monumentale en overweldigende beeldvorming. In die zin trekt Shipwrecks de aandacht. Het kwartet weet de klip van de aftandse postrock formule te omzeilen en kiest zelfbewust voor een eigen vorm van expressie. 

Swedish Death Candy

Swedish Death Candy
Swedish Death Candy
Hassle Records

Polkagris is een populaire Zweedse lekkernij op een stokje, maar of dat iets te maken heeft met de groepsnaam konden we niet achterhalen. Swedish Death Candy is een internationaal gezelschap met als uitvalsbasis Londen. Het viertal bestaat sinds 2014 en bracht met ‘Liquorice’ in 2016 een eerste 12-inch uit. Het daaruit gelichte ‘Living Your Life Away’ werd onmiddellijk opgepikt door verschillende radiozenders en internetradio’s en ook de single ‘Oh My’ viel in de smaak bij de Engelse muziekpers. Swedish Death Candy zweert bij psychedelische rock uit de jaren zeventig. Daarnaast gooien ze een overdosis effecten in de mix plus een snuif stonerrock en doom. Een formule met de nadruk op contrasten. Fluweelzachte zang, snelle of zware drumroffels, scherpe gitaar uithalen, hypnotische fuzz riffs, chaotische en duizelingwekkende tempowisselingen of kick gevende, nauw met elkaar verweven klanken. Het komt allemaal aan bod. Geven je een prima idee van waar Swedish Death Candy voor staat: het met verrassingen volgestouwde ‘Broken Engrams’ en het super ‘trippy’ festijn ‘Avalanche’ Heel fraai is ook ‘When All Is Gone’ dat een beetje aan The Beatles doet denken. Snel door de bochten scheuren doen ze ook in het flitsend psychedelische ‘Pearl’. Ja Swedish Death Candy hebben hun zaakjes goed voor elkaar. Met Britse bands weet je nooit, maar deze zou ik toch maar in de gaten houden.