zondag 28 mei 2017

Térébenthine

Térébenthine
Visions
Atypeek Music
Een drummer en een gitarist, meer vraagt het soms niet om een muzikaal avontuur op poten te zetten. We hebben het hier over een duo afkomstig van Châlons en Parijs en niet te verwarren met de gelijknamige, vijfkoppige, instrumentale, prog rock band met als uitvalsbasis Clermont-Ferrand. Eigenlijk zegt de albumtitel alles. Voor Guillaume Barre en Raphaël Giacomelli is de constellatie van Térébenthine hun manier om te ontsnappen aan het keurslijf van de maatschappij. Muziek als uitlaatklep en een hulpmiddel om hun eigen muzikale visie aan de wereld kenbaar te maken. De invloeden zijn legio en gaan van noise over jazz en prog rock naar krautrock, sludge, math rock tot post rock. Een breed gamma waar ze voluit gebruik van maken. De vele wendingen in stijl en tempo zorgen voor een gevoel van rusteloosheid, jachtigheid maar ook gevoeligheid, lichtheid, vrijheid. Een vlucht vooruit waar zowel wanorde als orde heerst en ook de donkere roerselen van het innerlijk aan de oppervlakte komen. Het tweetal flirt met dissonantie, maar pakt ook uit met onstuimige riffs en is ronduit onvoorspelbaar. De melancholische fragmenten staan haaks op de snelle ritmes. Het leidt soms tot verbluffende effecten zoals in het meesterlijk geconstrueerde ‘Poupée Charette’, de voelbare intensiteit van ‘Un Jour Encore’ of de weemoedige teneur van ‘Mer Noire’. Hun verhaal beperkt zich tot zes nummers met nog in de staart een verborgen kleinood, een explosieve en speels opgevatte ‘hidden track’.

Winfield

Winfield
Rock ’N’ Roll Ist Krieg
Dooweet Agency
Vier ‘badass’ rock-’n-rollers uit Frankrijk. Deze Normandiërs hun hardrock variant werkt aanstekelijk. Lekker ruig gezongen, onweerstaanbare meezing refreinen, potige riffs, vette sleaze gitaren, machtige grooves, aangedikt met minder voor de hand liggende instrumenten als mondharmonica, banjo, steelgitaar, didgeridoo, akoestische gitaar en piano. Voor geraffineerde teksten of kunstzinnige titels moet je niet bij Winfield aankloppen. De enige onderwerpen die de vier heren nauw aan het hart liggen zijn drank, vrouwen, seks en rock-’n-roll. Geen finesse, originaliteit ‘nada’ en toch ga je helemaal uit de bol op nummers als ‘Kingdom Of Gold’, ‘Blonde Savage Queen’, ‘Badass Rock ’N’ Roll’, ‘Hell Or High Water’  Soms halen ze hun voet even van het gaspedaal en dan kost het hen toch wat moeite om de focus te houden. ‘The Opening’, een titel waar ook lang is over nagedacht, is een weinig zeggende introductie. Het zorgt er wel voor dat ‘Kingdom Of Gold’ loeiend hard van start gaat. Knal in het midden zorgt het hummende ‘El Tequito’ voor een kleine verpozing en adempauze. De overige tracks hebben elkeen specifieke kenmerken, maar laten toch voornamelijk de gitaren spreken. Behalve dan het slappe ‘Alcohol Song’. Te horen aan het gewauwel had men net de neut die er teveel aan is achterover geslagen. ‘Rock ’N’ Roll Ist Krieg’ is verre van een topplaat. Wel een schijfje dat voor oppervlakkig, maar soms o zo nodig vertier zorgt.  

Duality

Duality
Archeology EP
Dooweet Agency
Franse progressieve metal en metalcore band die zich voorstelt met een drie nummers tellend schijfje. De songs zijn complex, fragmentarisch en traag van opbouw. We missen vooral dynamiek en schwung. Het kwintet dwaalt wat moedeloos en doelloos rond. ‘Reborn’ zit volgestouwd met riffs die over elkaar heen tuimelen. Zanger Julien probeert verschillende stemtimbres met elkaar te verzoenen. Als hij gewoon zingt is hij verre van toonvast. Het rauwe krijsen gaat hem iets beter af. Ook in ‘Osiris’ springt men een beetje van de hak op de tak. Er zit niet echt geen lijn in de breaks en tempo verschuivingen. ‘The Clockwork In Reverse’ is in hetzelfde bedje ziek. Ondanks verwoede pogingen tot dramatiek en theatraliteit zitten er te weinig momenten in die je naar de keel grijpen. We zullen het maar wijten aan hun jeugdige onbezonnenheid en toch wel wat overschatting van het eigen kunnen. Nee, met deze ‘Archeology EP’ maakt Duality geen al te beste beurt.    

Anne-Marie Giørtz

Anne-Marie Giørtz
Capital Punishment For Cars
Grappa / PIAS
Noorse zangeres die actief was bij combo’s als Ab Und Zu, Trio De Janeiro, Guttormsen & Ekholt Storband en haar eigen Anne-Marie Giørtz Band. Haar eerste soloplaat ‘Breaking Out’ dateert van 1983. Voor haar meest recente solo uitstap ‘På Egne Vegne’ moeten we terug naar 2009. Anne-Marie staat bekend als jazz zangeres, maar heeft heel wat meer in haar mars. Een veelzijdigheid en flexibiliteit die hier uitgebreid ten toon wordt gespreid. Naast Giørtz zelf tekent ook jazz muzikant en theater componist Guttorm Guttormsen voor een aantal van de composities. Het merendeel van de teksten zijn van de hand van de in 2011 overleden Amerikaanse dichteres Fran Landesman. De twee kunstenaressen waren tientallen jaren, tot de dood van Landesman vriendinnen en Fran bevoorraadde Anne-Marie al die tijd maar al te graag met nog niet gepubliceerde gedichten en liedjesteksten. Voor elke tekst is gezocht naar de meest passende muzikale omlijsting en zangstijl. De songs vormen een breed klanktapijt waarbij allerlei componenten van verschillende muziekgenres worden getoetst en ingebed. Aan de uiteinden liggen pop en jazz en tussenin mag je proeven van indie rock, avant-garde, ambient, wereldmuziek en experimentele rock. Dit alles maakt ‘Capital Punishment For Cars’ tot een gedurfd, intens, fascinerend, dynamisch, explosief en intiem album. De heldere en doorleefde vertolking van de teksten zijn tegelijk een krachtig statement. De vele variaties in stemming, intonatie en tempo zorgen bij iedere luisterbeurt dat je nieuwe details ontdekt. Zes jaar hebben we moeten wachten, maar als je dan uitpakt met een heerlijke langspeler als deze ‘Capital Punishment For Cars’ dan maal je daar niet meer om. Luister en geniet.

p.o.p.

p.o.p.
Ikebana
FMR
p.o.p. staat voor psychology of perception, de psychologie van de waarneming. Het project telt vier eenheden, doorwinterde muzikanten met een lange staat van dienst in de electro akoestische muziek, avant-garde, free jazz, improvisatie en moderne, hedendaagse muziek. Hun composities op deze ‘Ikebana’ zijn minimalistisch, flexibel, vreemd gestructureerd, sensueel. De instrumenten zijn tot op het bot uitgebeend, soms nauwelijks te herkennen, maar ze palmen de ruimte in en veranderen telkens van positie. De titel is een verwijzing naar de Japanse kunst van het bloemschikken. Volgens de makers van ‘Ikebana’ heeft alles te maken met perceptie. Verbind je de songtitels aan de muzikale beleving of haal je ze net uit elkaar en beschouw je hen als afzonderlijke entiteiten? Kunnen bloemstukken samengaan met arrangementen? Kun je hun kleuren en geuren vertalen in geluiden? Allemaal vragen die je uitnodigen om deel te nemen aan en deel uit te maken van het proces. In het Japanse bloemschikken is het zoals in de samenleving. Je streeft naar het ultieme, naar de perfectie. Er heerst discipline, het is de betrachting om de natuur dichter bij de mens te brengen, waarbij bepaalde regels in acht worden genomen. Er is een zekere verwantschap met het maken van geluidssculpturen. Ook al krijg je soms de indruk van niet: Toch moet alles bij elkaar passen, op elkaar zijn afgestemd, één geheel vormen met lokatie en tijd. De vrijheid van interpretatie maakt het dan weer heel persoonlijk. De vier muzikanten maken dankbaar gebruik van die mogelijkheid om vrij te musiceren en vormen tegelijk een strikte entiteit. Een wonderlijke plaat deze ‘Ikebana’ van p.o.p.

sleepmakeswaves

sleepmakeswaves
Made Of Breath Only
Pelagic Records
Met instrumentale (post)rock is het altijd oppassen geblazen. Ten eerste is er een overvloed aan dergelijke bands, ten tweede zit iedereen in het postrock en -metal circuit in elkanders vaarwater. De kunst bestaat er in om niet te verzeilen in eindeloos durend en oninteressant gitaargefriemel of nietszeggende solo’s. Het Australische sleepmakeswaves heeft dit goed begrepen en kiest voor een progressieve rock variant om hun muziekpalet te verrijken en tegelijk de luisteraar te verrassen. Met hun derde album ‘Made Of Breath Only’ varen ze zelfverzekerd en onvervaard een eigen koers. De groep heeft zowaar een perfecte formule gevonden om postrock opnieuw uit te vinden. De composities zijn schitterend van opbouw. Pakkende riffs en grooves worden afgewisseld met meer abstinente, maar zeer stemmige passages. Een mooi voorbeeld daarvan krijg je in ‘The Edge Of Everything’. De titelsong is in al zijn eenvoud een pareltje. In de mix gooien ze ook naar metal neigende gitaarerupties en vullen waar nodig aan met elektronische effecten die het groepsgeluid nog voller maken. In ‘Midnight Sun‘ gaat het van frivool naar heftig. Het uitdijende en stormachtige ‘Glacial’ is van een hemelse schoonheid. In het afsluitende ‘Hailstones’ wordt de spanning trapsgewijs opgevoerd en dan onverwacht op geraffineerde wijze weer afgebouwd. De keuze van de producer - ze lieten andermaal hun oog vallen op Nick DiDia (werkte onder meer met Pearl Jam, Rage Against The Machine, Incubus en Powderfinger) - biedt ook een meerwaarde. DiDia slaagt erin om het groepsgeluid te optimaliseren en zo een maximum aan effect te sorteren. Ontegensprekelijk is dit één van de betere instrumentale rockplaten van de afgelopen jaren.

Norman Westberg

Norman Westberg
Jasper Sits Out
Room40

Norman Westberg zal wel het meest bekend zijn als gitarist van de experimentele act Swans en de soloplaten van Jarboe. Sinds 2012 brengt hij regelmatig eigen werk uit. Twee van zijn releases, ‘The All Most Quiet’ en ‘MRI’ kregen we nog vorig jaar toegestuurd. Bij Room40 zijn ze fan van Norman, want begin dit jaar bracht het label het oorspronkelijk in eigen beheer in 2014 verschenen ‘Jasper Sits Out’ opnieuw uit. De titel verwijst naar de familie mascotte en metgezel van Westberg, een schattig ogend hondje luisterend naar de naam Jasper, intussen spijtig genoeg overleden. Naast de twee reguliere tracks krijg je hier als extra een derde compositie, speciaal opgenomen voor deze heruitgave. Opmerkelijk blijft toch dat de gitarist enkel gitaar en enkele pedalen als instrumenten gebruikt om zijn composities gestalte te geven. Aan de hand van loops slaagt Norman er in om de geluidsstructuren verder uit te diepen en meerder lagen over elkaar heen te draperen. Het repetitieve karakter zorgt voor een bijzondere ambiance. Als luisteraar word je meegezogen in het spectrum. Het hypnotiserende effect laat je alle besef van tijd en ruimte verliezen. ‘Homeset Trunc’ klinkt wat grimmiger, imminent en lijkt wel naderend onheil te voorspellen. Later wordt de sfeer enigszins omgebogen en krijgen we meer een wirwar van geluiden, licht psychedelisch tot kosmisch van aard. Bonus ‘A Particular Tuesday’ klinkt meer cinematografisch met een tragische en weemoedige ondertoon. Wel heel mooi, doch een beetje droef. ‘Jasper Sits Out’ blijkt alweer een fijn werkstuk. Kan alleen maar aanraden om er meerdere keren grondig naar te luisteren.

Primal Age

Primal Age
A Silent Wound
Deadlight Entertainment / Dooweet Agency

Het Franse, uit Rouen afkomstige Primal Age, moet het vooral hebben van zijn live optredens. Het is en blijft een kernzaak voor elke band. Oog in oog staan met een publiek, het is de ultieme test. En het spekt ook de bankrekening. Als het op het maken van platen aankomt is de productie aan de lage kant. Primal Age werd opgericht in 1993 en op hun conto staan naast een split cassette en cd, twee eigen langspelers en één mini album. Hun laatste plaat, ‘The Gearwheels Of Time’ dateert van 2010. Ze zijn nu terug aan het front verschenen met een vier nummers tellende ep. Drie ervan zijn nieuw. De laatste, ‘To Jeff…’ is een medley van Slayer songs, een eerbetoon aan de in 2013 overleden gitarist van Slayer, Jeff Hanneman. Met ‘A Silent Wound’ herdenken ze ook Mika Adjennian, de vorige zomer overleden labelbaas van Customcore Records. Primal Age staat bekend als één van de eerste Franse acts die een mix bracht van heavy metal en hardcore. De drie nieuwe tracks laten een bevlogen vijftal horen dat meteen alle registers opentrekt in ‘The Whistleblowers Vs. W.H.O.’ en de daarop volgende titelsong. Ook ‘Counterfeiters Of Silence’ is verschroeiend snel en hard. In ‘To Jeff…’ hoor je eerst als een soort van intro de stem van Hanneman gevolgd door fragmenten van Slayer klassiekers als ‘South Of Heaven', ‘Dead Skin Mask’, ‘Raining Blood’. Eindigen doen ze met een stukje van ‘Angel Of Death’ en nog eens ‘Raining Blood’ als finale. Een mooi eerbetoon. Hopelijk luidt deze ep een nieuwe start in voor Primal Age. 

Visible Cloaks

Visible Cloaks
Reassemblage
Rvng Intl.
Visible Cloaks zijn Ryan Carlile en Spencer Doran. Die laatste heeft een bijzondere interesse voor  Japanse synthesizer muziek en bracht in 2010 de verzamelaar ‘Fairlights, Mallets And Bamboo - Fourth-World Japan, Years 1980-1986’ uit met werk van onder meer Yellow Magic Orchestra’s Haruomi Hosono en Ryuichi Sakamoto. Later volgde nog een tweede luik en een gelijkaardige, tweede serie met als titel ‘Music Interiors’. Die verregaande belangstelling komt nu ook tot uiting in Visible Cloaks zijn tweede album ‘Reassemblage’. De titel verwijst naar de gelijknamige documentaire, opgenomen in Senegal, van de Vietnamese cineast Trinh T. Minh-ha, waarin hij probeert aan te tonen dat je een andere cultuur nooit volledig kunt doorgronden of ontcijferen. Zoals we in onze huidige maatschappij dagelijks ondervinden krijgt het zoeken naar toenadering soms een averechts effect en wordt de kloof met andere civilisaties alleen maar groter. Het duo gebruikt zijn kennis van hun voorlopers in Japanse synthesizer muziek en construeert een eigen muzikaal landschap. Aan de hand van computers, synthesizers, keyboards, sequencers en effectapparaten worden onderling commando’s doorgegeven via het MIDI proces. Virtuele Japanse instrumenten zoals shakuhachi en koto gaan hier samen met door vocoders bewerkte stemmen, vogelgetsjilp, gamelan kommen, geluiden van water of glas en de reeds genoemde MIDI technieken. Tot stand komt een vreemde cluster van klanken uit de oude en nieuwe wereld. ‘Reassamblage’, een poging tot globalisme om zo verschillende culturen dichter bij elkaar te brengen. De indruk ontstaat, net als in de documentaire, dat de muzikale verscheidenheid netjes in elkaar kan overvloeien, doch ook een muur kan opwerpen, een hindernis waar je niet overheen kunt. ‘Reassamblage’ is een album dat zich moeilijk laat classificeren, maar dat wel intrigeert. 

Miguel Angel Tolosa

Miguel Angel Tolosa
Ephimeral
Sofa Music
Tolosa is een Spaanse componist en geluidstechnicus die zijn tijd verdeeld tussen Madrid en Keulen. Hij studeerde met Antoine Beuger in het Duitse Haan en electro akoestische muziek met Jean Claude Risset en Eduardo Polonio in Madrid. Op zijn palmares staan heel wat albums waar hij achter de knoppen zat en ook het aantal labels dat zijn werk publiceerde is lang. Eén van de bekendste uitvoerders van zijn werk is misschien wel het Trio Arbós. Voor zijn eigen releases gebruikte hij het pseudoniem Ubeboet of ook nog m_. ’Ephimeral’ is het eerste werkstuk dat hij onder zijn eigen naam uitbrengt. De opnames namen vier jaar in beslag en vonden plaats op verschillende locaties. Centraal gegeven is hoe muziek een invloed heeft op het verstrijken van tijd. De tijdsruimte of tijdspanne waarin geluiden doorklinken, met als extra inbreng emotionele elementen. Het is ook een zoektocht naar de schoonheid van klanken en geluiden. De titel verwijst naar het vergankelijke, het voorbijgaande, het vluchtige dat moeilijk te vatten is. De duur van de composities is heel verscheiden net als de muzikale impressies en weergaves. In die opzichten is het een heel persoonlijk en intiem opus waar Tolosa zijn gevoelens laat spreken en de luisteraar een inkijk geeft op zijn eigen leefwereld en meer galactisch, het universum. Muziek, niet altijd even toegankelijk, maar die wel aanspoort om te blijven luisteren en je fantasie de vrije loop te laten. Beeldrijk met verschillende gradaties van beklemming en ontzag tot verpozing en relaxatie.    

Quad

Quad
Quad
Sulatron Records
Gary Ramon kennen we van het tot de verbeelding sprekende Sun Dial. Een eerste plaat verscheen in 1990 (‘Other Way Out’). Voorheen had hij andere projecten lopen met onder meer Modern Art, Mystery Plane en The Ordinary, Om maar te zeggen dat Ramon altijd een bezige bij is geweest. Toen Sun Dial het loodje legde en het een periode (zes jaar) inactief was startte hij met Quad een soloproject. Daarvan verschenen er drie titels in kleine oplages: ‘Quad’ in 1997, een jaar later ‘Q’ en ‘Live ICA June 1997’ in 2004. ‘Quad’, ook wel ‘Quad 1’ genoemd, kreeg een eerste heruitgave op het Acme label in 2005. Vandaag is het Sulatron dat het album opnieuw uitbrengt op oranje vinyl in een gelimiteerde oplage van 500 stuks. Met Quad liet Gary zich inspireren door andere, eerdere obscure en illustere muzikanten en acts als Silver Apples, Terry Riley, Ash Ra Tempel, Amon Düül en bands uit de stal van platenmerken als Cosmic Courier, Ohr en Brain. Ramon bouwt aan dromerige en zweverige geluidssculpturen opgetrokken uit componenten van Indische muziek, psychedelische rock, trance, ambient, drone en elektronische muziek. De kern bestaat uit het vorm geven aan de onstoffelijke, bovenzinnelijke en abstracte materie die deel uitmaakt van de kosmos. De muziek is heel gedetailleerd en de connectie met Sun Dial blijft doorschemeren. Als gitarist spelen de sitar en elektrische gitaar een voorname rol. De voor mij meest imaginaire song is ‘Projection’, maar ook de andere twee, beduidend langere composities zijn zeker niet te versmaden. ‘Quad’ is een zeer relaxte plaat met tijdloze muziek die je laat mijmeren, dagdromen. Een uitnodiging voor meditatie en bezinning. Heilzaam voor zowel het lichaam, de geest als de ziel. 

Electric Moon

Electric Moon
Stardust Rituals
Sulatron Records
Met ‘Stardust Rituals’ is het Duitse Electric Moon toe aan de release van zijn vijfde langspeler. In vier van elkaar verschillende tracks brengt het trio een bloemlezing en schetst het een prima beeld van wat krautrock als genre zoal te bieden heeft. Electric Moon heeft ook een reputatie hoog te houden en doet dat hier met overtuiging. Multi-instrumentalist Sula Bassana vormt al sinds jaren een team met zijn levenspartner Komet Lulu (basgitaar en zang). Drummer Marcus Schnitzler, ook actief in The Spacelords, maakt de bezetting compleet. De vier nummers zijn in de loop der tijd geëvolueerd en bijgespijkerd tot hun huidige vorm. De oudste ‘Stardust (The Picture)’ dateert van 2014 en werd eerder reeds uitgebracht als een instrumentaal stuk op twee live albums. De kosmos is hier het centrale gegeven. De luisteraar krijgt de kans om mee te reizen in het ruimteschip van Electric Moon. Men krijgt een venster voorgespiegeld waarin de diepe roerselen van het innerlijke en de vele verscheidenheden van het uiterlijk worden herleidt tot een simultaan bestaan in de oneindigheid van het universum. ‘The Loop’ begint als een rustige en bedaarde song met orgel en effectvolle stem als voornaamste ingrediënten. Halverwege neemt de gitaar het over en gaat in duel met het orgel waarbij men ook volop gebruik maakt van allerlei effecten. Het reeds eerder aangehaalde ‘Stardust (The Picture)’ is feller. Een venijnige acid rock song, afgewisseld met meer kosmische tendensen en licht Oosterse impressies. Bulkt van spiritualiteit. Verwijst ongetwijfeld naar de afbeelding van Ganesha die de hoes siert. Net als ‘Astral Hitch Hike’ waar Electric Moon op zoek gaat naar het occulte en de geestelijke manifestatie waarbij de energie van de ziel zich losmaakt van het menselijk lichaam. Die twee werelden en dat ze tegelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn is ook het thema van het meer dan twintig minuten breed uitgesmeerde ‘(You Will) Live Forever Now’. Heel wat facetten en elementen uit psychedelische rock, Indische muziek, acid rock en krautrock geven kleur aan deze compositie. De opbouw is traag en misschien iets te fragmentarisch, maar blijft toch boeien tot het einde. 

Scritikall

Scritikall
Draft
Dooweet
Eind 2012 opgericht legt het viertal zich meteen toe op een totaalspektakel om hun nummers live te brengen. Het auditieve en visuele vinden ze even belangrijk en moet perfect op elkaar afgestemd zijn. De songs waarmee ze al ruim een jaar toeren en positief werden onthaald tijdens hun concerten hebben ze nu op plaat gezet. Het voordeel van deze werkwijze is dat men goed op elkaar is ingespeeld. Voor de moderne, technische metal variant waar Scritikall voor staat is dat eigenlijk een vereiste waar je niet omheen kunt. Slechts zes tracks sieren deze ‘Draft’. Wel goed voor vijfendertig minuten hedendaagse metal. De invloeden zijn legio en het gezelschap gebruikt elementen uit verschillende genres (death metal, hardcore, metalcore, progressieve metal en post metal) om een eigen groepsgeluid te distilleren. Het kwartet houdt ervan om met verrassende tempowisselingen uit te pakken zonder daarbij het melodieuze aspect uit het oog te verliezen. Met ‘Max. 1’, lassen ze een moment van bezinning in en gaat men even de spirituele kant op. Die veelzijdigheid is een niet te versmaden ingrediënt dat het geheel naar een hoger niveau tilt. Keerzijde van de medaille is het eerder beperkte stembereik van zanger/gitarist Soufièn Daïr. De rauwe keelklanken ten spijt blijft de zang eerder vlak en monotoon. Wat we ook missen is een beetje verbeeldingskracht en eigenheid. De kwaliteit is er wel, maar Scritikall blijft de geijkte paden bewandelen. Eigentijdse metal uit Frankrijk kan de laatste jaren op veel bijval rekenen. Benieuwd of dit ook het geval gaat zijn met deze ‘Draft’ van Scritikall.

Karma Zero

Karma Zero
Monsters
Dooweet Agency
Frans kwintet uit Nantes dat uitpakt met een heus concept album. Daarin voert men de monsters en creaturen op uit populaire griezelfilms en horror stripverhalen zoals The Mummy, Dracula, Bride Of Frankenstein, Wolfman, Creatures From The Black Lagoon. Die worden gelinkt aan en gebruikt als metaforen voor onze huidige samenleving en maatschappelijk bestel. De band brengt een mix van metalcore, deathcore en hardcore. Vocaal bestrijkt men een breed spectrum gaande van hels geschreeuw tot diep gegrom en beenharde grunts. De groep maakt goed gebruik van invloeden van bestaande acts en pikt er hier en daar een graantje van mee. Zo komt men tot een ‘totaal’ geluid, een ideale mix van gevatte riffs, doortastende ritmes, verschillende schakeringen in zang en verrassende wendingen met soms zelfs pakkende melodieën. Nog eens sporadisch aangevuld met filmdialogen wat voor nog meer afwisseling zorgt. Alle namen opsommen van andere bands die in één van de tien songs hun kenmerken nalaten is onbegonnen werk. (De elfde is hun heel strakke en eigengereide interpretatie van Korn’s ‘Blind’.) In elke track zit er wel iets van herkenning en word je meegezogen in de energieke en ‘monsterlijke’ ambiance die Karma Zero tentoonspreidt zoals in het verwoestende ‘Trapped’, het monumentale ‘Alone’ en al even indrukwekkende ‘Modern Prometheus’. Met deze ‘Monsters’ komt Karma Zero in het kielzog van die andere Franse metal helden, Gojira en Dagoba. Een voorbeeld van hoe vandaag moderne metal je van de sokken blaast.    

Part Chimp

Part Chimp
IV
Rock Action
Rond het Britse Part Chimp is het een tijd stil geweest. Hun laatste release ‘Thriller’ dateert ondertussen van 2009. Sindsdien werd weinig of niets meer van hen vernomen, maar nu staan ze er terug en hoe. Van bij hun formatie staat het trio uit Londen bekend om hun luidruchtige uitspattingen, zowel op plaat als op het podium. Een reputatie die ze op deze ‘IV’ alle eer aandoen. Wat hier ook nog opvalt is hun gruizige, rauwe speelstijl. De term noise past hen als gegoten. De zang van vocalist/gitarist Tim Cedar wordt meermaals overstemd door een constante stroom van grimmige fuzz effecten. De afwisselend loodzware en scherpe riffs van Iain Hinchliffe en de wild om zich heen meppende Jon ‘Industry’ Hamilton laten het volume nog meer pieken. Hun inspiratie halen ze zowel bij jaren zestig garage rock, grunge, sludge en stoner tot hedendaagse post rock. Tussen al het geweld door hoor je al eens herkenbare en vertrouwd klinkende, melodieuze fragmenten. Dat is onder meer het geval in ‘Mapoleon’, ‘Ro Ro’, ‘Bad Boon’, ’The Saturn Superstition’ en ‘Rad Mallard’. In uitsmijter ‘A Lil' Bit O' Justice’ knetteren de fuzz uitbarstingen luider en intenser dan ooit en ontspoort het combo helemaal met zowel onstuimige als psychedelische erupties. Wie niet verlegen zit om een paar decibel min of meer zal hier een ferme kluif aan hebben. Live zijn Part Chimp te bewonderen op 24 mei in Het Bos in Antwerpen.

Moon Relay

Moon Relay
Full Stop Etc.
Hubro / PIAS
Vier muzikanten uit de noise, jazz en experimentele rock scene van Oslo die de afgelopen tien jaar al in verschillende bezettingen en met andere artiesten als Jenny Hval, Cortex en het Syntax TerrOrkester hebben gemusiceerd. Ze besloten om zich in 2012 toe te spitsen op een nieuwe act. Die kreeg de naam Moon Relay en deze ‘Full Stop Etc.’ is de opvolger voor een eerste in 2014 opgenomen, titelloze langspeler. Eén van hun spielereien bestaat erin om de titels van hun instrumentale composities weer te geven in cijfers, leestekens en symbolen. Muzikaal stelt men een broeierig geheel samen, geleend uit diverse genres en stijlen als psychedelische rock, krautrock, techno, surf, postpunk, free jazz en elektronische dansmuziek. Een cocktail en electro-akoestische mix, heel experimenteel van aard. Een paar van de hoofdbestanddelen zijn een drumcomputer en een brommende bas die als een rode draad doorheen het album struinen. Het gebruik van loops en tapes geven het geheel een repetitief karakter. Het kwartet stuurt dissonante signalen uit vooral opgewekt door effecten aanjagende en luide gitaarriffs. Die verstoren de aanvankelijk conventioneel klinkende melodieën. De composities zijn meestal beknopt, op één uitzondering na: Het tien minuten lange en tot spirituele daden uitnodigende ‘…./__ (;;;”___”,,,)’. De songs getuigen van een onrustige natuur. Onvoorspelbaar, want een track kan onaangekondigd zo maar abrupt eindigen. Moon Relay slaagt er in om zo een eigen balsturig universum te boetseren. Zowel boeiend, bekoorlijk als verwonderlijk. ‘Full Stop Etc.’ is ook een plaat waar je niet meteen klaar mee bent en in het eerder genoemde lange sluitstuk bij manier van spreken, telkens een geheimzinnige oproep uitstuurt om opnieuw beluisterd te worden.

When Icarus Falls

When Icarus Falls
Resilience
Czar Of Bullets / Czar Of Cricket Productions
Uit Lausanne afkomstige post metal en hardcore formatie opgericht in 2007. ‘Resilience’ is tot nu toe hun vierde release. Na het album ‘Aegean’, een conceptplaat over de vijf stadia van de dood zoals die worden beschreven in het werk van psychiater Elisabeth Kûbler-Ross en het in 2014 verschenen ‘Circles’, vonden de vijf muzikanten de tijd rijp om een nieuwe muzikale weg in te slaan. Muziek die hogere sferen oproept, maar zonder hun oorsprong te verloochenen. De grondslag is een door Arabische muziek geïnspireerde variant op postrock. Onderbouwd door een raamwerk van heavy metal. Hun hardcore verleden doen ze alle eer aan in ‘Into The Storm’, ‘The Lighthouse’ en ‘A Blue Light’. Door de tracks heen ontwaar je elementen uit filmmuziek, psychedelica, jazz en elektronische muziek. Je komt terecht in een wonderlijke, transcendentale wereld. Het is bijwijlen een bovenzinnelijke ervaring die je trakteert op een zweverige trip doorheen betoverende landschappen. Vooral de titelsong en het fellere, reeds eerder vermelde ‘A Blue Light’ zijn behoorlijk indrukwekkend en prikkelend. De hardcore passages maken de reis wat meer slopend, maar toch nog zeker de moeite waard.

Neo Noire

Neo Noire
Element
Czar Of Revelations / Czar Of Cricket Productions

Vier muzikanten uit Zwitserland - voorheen of nog steeds actief in voor mij toch onbekende acts als Zatokrev, The Leaving, Crown, GurD, Erotic Jesus, Undergod, Disgroove en Slag In Cullet - slaan hier de handen in elkaar. Brengen een variant die ze zelf omschrijven als hybride rock. Voor het uitwerken van hun op rock gebaseerde muziek kijken ze doelbewust naar bands als Alice In Chains, Soundgarden, Stone Temple Pilots, Smashing Pumpkins en Jane’s Addiction. Extra impulsen komen er uit heavy metal en psychedelische rock hoek. Alles bij elkaar blijft de originaliteit ver zoek, maar deze mengeling van stijlen staat wel garant voor enig muzikaal vertier. Heel forse nummers als ‘Walkers’, ’Shotgun Wedding’ en ‘Neo Noire’ worden afgewisseld met onheilspellende (‘Home’ en ‘Element’) of een heftige naar psychedelica verwijzende track als ‘Infinite Secrets’ plus een Alice In Chains doorslag (‘Save Me’). Dat de vier musici al wat watertjes hebben door zwommen valt af te leiden uit het standvastige groepsgeluid. Ondanks het gemis aan scheppingsvermogen distilleert het gezelschap uit de diverse genres een toch tamelijk solide album. Zeker een aanrader voor grunge supporters.

La Muerte

La Muerte
Headhunter
Mottow Soundz
Het stond in de sterren geschreven dat twee van de meest iconische, Belgische bands elkaar ooit in de studio zouden treffen. Terwijl La Muerte werkt aan materiaal voor een nieuw te verschijnen langspeler en zanger Marc du Marais de laatste hand legt aan zijn lang verwachte speelfilm ‘Doubleplu-Sungood’ vonden Front 242 leden Patrick Codenys en Richard ’23’ Jonckheere begin dit jaar de tijd om samen met La Muerte de studio in te duiken om die laatste hun wereldhit ‘Headhunter’ een speciale behandeling te geven. Voor de mix deden ze beroep op Rob Zombie producer Zeus, een meester in het samenbrengen van beenharde metal en withete EBM. De uitkomst is niet echt een nummer dat geschikt werd bevonden voor het nieuwe La Muerte album. Daarom besloot men om ‘Headhunter’ apart uit te brengen. Net als zijn voorganger ‘Murder Machine’ en om het grootst mogelijk effect te sorteren koos men het terugkerend evenement van Record Store Day die dit jaar doorging op zaterdag 22 april als release datum. De maxi vinylplaat steekt helemaal in het bloedrood en bevat naast een tweede ‘Headhunter’ versie, vier mixes van bestaande La Muerte songs die onder handen werden genomen door artiesten met naam en faam in de electro wereld. Zo zijn naast Jean-Pierre Everaerts (Holy Gang, Mussolini Headkick, La Tchak, Isolation Ward) ook The Weathermen (Jean-Marc Lederman en Bruce Geduldig) en het industrial trio Doganov - dat garant staat voor heel maffe remixes - van de partij. Luister maar eens naar hun bewerking van ‘Wack This Guy’. Een vreemde verschijning op het remix toneel is SCARABée een MC robot ontworpen door het in Brussel gevestigde Bots Conspiracy in de ateliers van Microfactory en onder meer te zien tijdens Les Nuits Du Botanique van 2016. Die neemt ‘Kustom Kar Kompetition’ en ‘Ecoute Cette Prièrre’ onder zijn hoede. Zeus slaagt helemaal in zijn opzet. ’Headhunter’ mist zijn uitwerking niet en de verschillen in aanpak smelten samen in een heerlijke mix. Bij de overige nummers ligt de nadruk toch meer op het industrial, electro en EBM gehalte. Je krijgt meteen een ander beeld van de rauwe blues- en garage rock variant, tot op heden het handelsmerk van La Muerte. Opent misschien wel andere perspectieven, want sinds ze hun tweede adem hebben gevonden blijft La Muerte in het brandpunt van de belangstelling staan.

Stahlmann

Stahlmann
Bastard
AFM / Bertus / Suburban

Stahlmann is één van de vele acts die deel uitmaakt van de Neue Deutsche Härte beweging. Debuteerde in 2010 en is met ‘Bastard’ toe aan zijn vijfde langspeler. Werd ooit bestempeld als de ‘nieuwe Rammstein’. Introduceerde en zijn nu bekend voor hun slimmigheidje om de metaalkleur zilver te verwerken in hun hoesontwerpen en het gebruik van zilveren body paint tijdens hun concerten. Een verwijzing naar de component ‘staal’ in de groepsnaam. Muzikaal verschilt deze ‘Bastard’ niet veel van zijn voorgangers. Waarom ook zou je een succesformule veranderen? In thuisland Duitsland zijn ze erg graag gezien en halen met elke nieuwe single moeiteloos een hoge notering in de hitlijsten. Het groepsgeluid wordt gedragen door die toch voor het genre typerende zangstem van frontman Martin Soer. Voor de rest geeft men bijna constant vol gas en dat ramt lekker weg in songs als ‘Leitwolf’, ‘Judas’, ‘Bastard’, ‘Dein Gott’, ‘Alptraum’ en ‘Supernova’. Nummers die alleen van elkaar verschillen door de inbreng van soms spitsvondige synthesizer effecten of samples en doortastende riffs van gitaar, bas en drums. Als favorieten schuiven we de titelsong en ‘Wächter’ naar voren. De enige schakering bestaat uit een paar donkere en somber getinte, tragere nummers, vol pathos en waar het theatrale en hoogdravende van afdruipt (‘Schwarz Und Weiss’, ‘Nichts Spricht Wahre Liebe Frei’ en ‘Von Glut Zu Asche’). Stahlmann blijft bestendig en betrouwbaar. Niets meer, niets minder. Blijkbaar heeft men er zich al lang bij neergelegd. Zolang de vaste aanhang ze trouw blijft is men best tevreden met een plaatsje in de schaduw van de grootmeesters, met name Rammstein.

Irontom

Irontom
Partners
Century Media
Irontom liet voor het eerst van zich horen met de EP’s ‘The Loose’ (2012) en in 2013 ‘The Nitro’. Hun muziek heeft weinig omhanden met metal. Het kwintet maakt gulzig gebruik van elektronica en maakt relatief luchtige popdeuntjes met een seventies kleurtje. Een referentiepunt is de indie rock van Arctic Monkeys. Sommige van hun liedjes hebben een meeslepende hook of een leuk refrein. Zo hebben ‘Live Like This’ en ‘Brain Go’ een lekkere groove en is ‘Be Bold Like Elijah’ - een hommage aan een oude vriend skateboarder en de profeet Elia - best wel een pittige track. ‘Hookers’ ligt in het verlengde en is de eerste single, maar klinkt al een stuk minder overredend. Vanaf dan gaat het van kwaad naar erger met een zoutloze titeltrack en als dieptepunt het lamlendige ‘Love Curse’ en al even slappe ‘No Matter What’. Het meer vinnige ‘More To Explore’ brengt weer wat leven in de brouwerij. Een iets meer positieve lijn die ze kunnen aanhouden met het meer gevoelige ‘Not In Front Of My Eyes’. Met het sluitstuk ‘Old And New Songs’ is het zeven minuten lang weer huilen met de pet op. ‘Partners’ van Irontom, niet echt mijn ding en wat mij betreft een plaat om snel te vergeten.

Blue Cheer

Blue Cheer
Live At Rockpalast - Bonn 2008
MIG / WDR Media Group
Voor de begindagen van Blue Cheer moeten we terug naar 1967 in het toen door de flower power beweging overspoelde San Francisco. Het toenmalige trio bestaande uit bassist/zanger Richard ‘Dickie’ Peterson, drummer Paul Whaley en gitarist Leigh Stephens lapte alle heersende muzieknormen aan zijn laars en bracht met ‘Vincebus Eruptum’ een eerste album uit dat de geschiedenis zou ingaan als één van de eerste heavy metal platen met als summum hun snoeiharde interpretatie van Eddie Cochran’s ‘Summertime Blues’. Ze waren in die periode ook korte tijd recordhouder van de benijdenswaardige titel ‘luidste band ter wereld’. Blue Cheer kende na het uitbrengen van de opvolger ‘Outsideinside’ veel personeelswissels plus lange periodes van inactiviteit. Toch prijken er op hun palmares tien elpees. Met als laatste wapenfeit het in 2007 verschenen ‘What Doesn't Kill You…’ Het power trio bleef ook optreden en één van de laatste geregistreerde concerten is deze ‘Live At Rockpalast’ in Bonn van 2008. Een jaar later - op 12 oktober 2009 - zou Dickie Peterson overlijden aan de gevolgen van prostaat- en leverkanker en viel definitief het doek voor Blue Cheer. Daardoor krijgt deze dubbel cd en dvd release een wat historische weerklank. Naast Peterson en Whaley wordt de vacante positie van gitarist ingevuld door Andrew ‘Duck’ MacDonald. Die was een eerste keer van de partij in 1988, kwam regelmatig terug zijn stek opeisen en maakte ook de laatste jaren deel uit van de vaste bezetting. Blue Cheer is in de eerste plaats een psychedelische bluesrock band en dat komt hier ten volle tot uiting. Veertig jaar geleden was het ook normaal dat er heel wat covers werden gespeeld. Een paar er van komt hier terug aan bod met natuurlijk als één van de hoogtepunten het onvermijdelijke ‘Summertime Blues’. Slechts tien songs prijken er op de setlist gaande van nummers van hun eerste twee langspelers tot vier tracks uit hun meest recente album. Traditioneel voor dit soort acts is de ‘verplichte’ drumsolo. Die komt er in het lang gerekte, 25 minuten durende ‘Doctor Please’ waarin ook gitarist Duck MacDonald zich ongeremd mag uitleven. Afsluiten doen ze met ‘The Hunter’ een klassieker van Albert King. Dit zal zeker niet het beste optreden zijn geweest van Blue Cheer, maar door het overlijden van frontman Peterson kan het wel gezien worden als een soort van testament. 

Obscure Sphinx

Obscure Sphinx
Epitaphs
Eigen Beheer

Tot nader order onder de radar gebleven Poolse formatie. Volgens insiders één van die verborgen parels uit het post metal circuit. Bestaat sinds 2008 en heeft al twee albums op zijn conto staan: ‘Anaesthethic Inhalation Ritual’ (2011) en het eind 2013 verschenen ‘Void Mother’. Vooral die laatste zou tot de verbeelding moeten spreken en wordt dikwijls naar voor geschoven als aanrader. Obscure Sphinx kiest voor lang uitgesponnen composities met niet voor de hand liggende en onverwachte wendingen. Een belangrijk personage en bepalende factor in dit geheel is zangeres Zofia ‘Wielebna’ Frás. Die kan verwoestend uithalen, maar ook teder, bijna fluisterend of hypnotiserend de luisteraar in de ban houden. In ‘Memories Of Falling Down’ laat ze zich van haar mooiste zijde zien met een prachtige vertolking die ons meteen deed denken aan Lisa Gerrard van Dead Can Dance. In het machtige ‘Sepulchre’ en ‘At The Mouth Of The Sounding Sea’ klinkt er enige verwantschap door met Anneke Van Giersbergen (The Gathering). ‘Nieprawota’ laat haar andere kant zien met aan de oerschreeuw verwante, grauwende en verpletterende keelgeluiden. Een techniek die ze met bravoure beheerst. Het regelmatig wisselen in zangstijl zorgt voor fraaie schakeringen in de traag opgebouwde tracks. Alle zes de songs klinken trouwens heel verscheiden waarbij de muzikanten schipperen tussen postrock, post metal, sludge, doom, progressieve rock en zelfs ambient. Een gamma waarmee men slechts eenmaal, met name ‘Memorare’, op een dwaalspoor belandt. Meteen het zwakste van de zes nummers. Voor de rest niets dan lof voor dit Poolse kwintet dat met deze ‘Epitaphs’ meteen een paar trapjes hoger klimt in de metal rangorde.

donderdag 4 mei 2017

Hajk

Hajk
Hajk
Jansen Plateproduksjon / PIAS
Fris van de lever zo kun je de pop/rock omschrijven van het Noorse Hajk. De vijf muzikanten weten op een slimme manier indie rock te combineren met commercieel getinte pop. Nog een punt dat in hun voordeel spreekt: Met Preben Sælid Andersen en Sigrid Aase hebben ze twee vocalisten in huis. Een vrouw/man combinatie die voor dynamiek zorgt en die gepast alterneren of een duet aangaan. Een andere belangrijke factor zijn de ene keer speelse en vernuftige of anders soms ingetogen passages van toetsenist Einar Næss Haugseth en het kwieke gitaarspel van Andersen. De ritmesectie bestaande uit bassist Knut Olav Buverud Sandvik en drummer Johan Nord zijn de koele kikkers die de ruggengraat vormen voor de fijnzinnige muziekjes van Hajk. Toegegeven, het zat ze mee van in het begin. Hun drie singles werden onmiddellijk opgepikt door radiostations, zowel in binnen- als buitenland. Ze mochten ook aantreden op de drie belangrijkste festivals van Noorwegen. En terecht, want dit debuut van Hajk ontgoocheld niet. Ze staan garant voor overwegend vrolijk klinkende liedjes, verhalend en volwassen. Soms kan het ook weemoedig zoals in het prachtige ‘Not Anymore’, het ontroerende ‘Somebody Else’ of wat feller (‘My Enemy'). Echt zwakke momenten vallen er niet te noteren. Alle songs zijn fraai en melodieus. Iedereen zal wel zijn eigen persoonlijke favorieten hebben. In mijn geval zijn dat ‘Flowerdust’, ‘Common Sense’ en ‘Best Friend’. Het geheel overschouwend is het debuut van Hajk een consistent werkstuk dat borg staat voor uren luisterplezier.   

Cakewalk

Cakewalk
Ishihara
Hubro / PIAS
Noors instrumentaal trio dat epicurisch gebruik maakt van allerhande synthesizers, samples, een batterij bliepjes en andere attributen als sirenes en game consoles om hun groepsgeluid in te kleden. De albumtitel refereert naar Dr. Shinobu Ishihara, de ontwerper van een kleur perceptie test in 1917. Die wetenschap probeert het drietal nu over te enten op hun muzikale escapades. De keuze valt hierbij op een mengeling van avant-garde, space rock, jazz en progressieve rock. Na een paar luisterbeurten is de eerste algemene indruk eentje van verwarring. Onvoorspelbaar, tegendraads, rumoerig en wisselvallig. Sommige tracks maken je hypernerveus (‘Monkeys’, ‘Shrooms’), andere zijn de rust zelve (‘Dome’). ‘State’, ‘Apostrophe’ en ‘Rebound’ behoren tot beide kampen en zwerven van de ene zijde van het spectrum naar de andere kant. Een rots in de branding zijn de diepe baslijnen en soms complexe, doch ritmische drumpatronen. ‘Ishihara’ is een zeer ‘kleurrijke’ plaat, maar met hevige contrasten. De beweging is er één van golven die af en aan rollen. Tegelijk dient zich een grote opportuniteit aan. Het is aan de luisteraar om een eigen selectie te maken en de door geluid gevormde sculpturen een plaats te geven. Dat laatste is wel het meest fraaie aan de perceptie van de muziek van Cakewalk. Welke invalshoek je ook kiest, alles is vrij te interpreteren. 

Jessica Sligter

Jessica Sligter
A Sense Of Growth
Hubro Music / PIAS

De in Nederland geboren, maar sinds een aantal jaren in Noorwegen residerende Jessica Sligter heeft al een paar platen op haar palmares staan. In 2010 debuteerde ze onder de naam JÆ met ‘Balls And Kittens, Draught And Strangling Rain’, gevolgd in 2012 door ‘Fear And The Framing’. ‘A Sense Of Growth’ is de volgende etappe op haar muzikale route. Daarbij krijgt ze de hulp van enkele gerenommeerde muzikanten als violist Eyvind Kang, saxofonist Skerik, Timm Mason (synthesizers) en Dave Abramson (drums). De productie deed ze samen met Randall Dunn (Earth, Sunn O))), Kinski, Marissa Nadler). Diversiteit is het sleutelwoord met betrekking tot het aanbod van de zeven songs. Sligter gaat meer op zoek naar een abstracte invulling. Soms komen de synthesizers meer op de voorgrond. Andere composities zijn complexer en zelfs gedurfd. Het meest waardevolle en onmiskenbare blijft echter haar karakteristieke stem. Luister maar eens naar het wondermooie en betoverende ‘Surrounds, Surrounds Me’, het meesterlijke ‘Wherever You Go’ of het grensverleggende ‘The Smoking Tree’. In de Scandinavische landen worden muzikanten vaak financieel gesteund door de overheid of schrijven op bestelling mee aan projecten, zoals exposities. Zo werkte Jessica onder meer samen met Susanna en Jenny Hval. Die laatste zingt mee op twee van de nummers: ‘The Dream-Dealer’ en de titelsong. Het duistere ‘Mercilessly Clean’ op zijn beurt is gebaseerd op de novelle/gedicht ‘Aniara’ van Harry Martinson. ‘A Sense Of Growth’ is een kunstwerk dat zich niet zo maar laat doorgronden. Elke compositie bezit specifieke eigenschappen met telkens erin verweven verschillende muziekgenres en stijlen. Valt nog het best te omschrijven als avontuurlijke, experimentele indie pop/rock met een vleug avant-garde en jazz. 

Noyades

Noyades
Go Fast
Atypeek Music / S.K. Records

Instrumentale band uit Lyon die muziek maakt geënt op enkele genres van de jaren zestig zoals surf rock, garage, acid rock, psychedelica, maar ook noise, jazz, punk invloeden trekt men mee in het bad net als meer recente trends (stoner, drone en postrock). Een allegaartje dat leidt tot op het eerste gehoor chaotische en rommelige excessen. ‘Go Fast’ brengt een explosieve cocktail die zijn weerga niet kent. Het trio kan soms beheerst uit de hoek komen zoals in ‘No Other Grave Than The Sea’ dat in de tweede helft aanstuurt op een minimalistische anti-climax of neem ‘Sidi Abderrahman’, waar men er niet in slaagt zich helemaal te bedwingen. Naarmate de song vordert neemt het volume toe en gaat men wild om zich heen meppen. Helemaal los geslagen zijn ze in het turbulente ‘Mevlana’. Alleen in het middenstuk happen ze even naar adem. De uitsmijter en met zijn speelduur van 17 minuten epische ‘Reflects’ is in het begin van een heel andere orde, maar ook hier trekt men gaandeweg alle registers open om dan weer eerst te verstillen tot meer ingetogen getokkel op akoestische en elektrische gitaar om tenslotte een in acid gedrenkte finale in te zetten. Het vergt wat aanpassing om het vernuft die het drietal ten toon spreidt uit de zich als muzikale brij aandienende tracks te halen. Wie zich de moeite getroost om meerdere luisterbeurten uit te zitten kunnen verrassingen niet uitblijven. 

Catherine Graindorge / Hugo Race

Catherine Graindorge / Hugo Race
Long Distance Operators
Sub Rosa

Catherine Graindorge is een Belgische violiste, componiste en actrice. Ze creëert ook muziek voor theater en film en speelde onder andere met John Parish en Détroit. ‘The Secret Of Us All’, een eerste soloplaat van haar verscheen in september 2012. Hugo Race leverde met twee songs een niet te versmaden bijdrage. Deze Australische muzikant, producer en auteur kennen we onder meer van zijn passage in de jaren tachtig bij Nick Cave & The Bad Seeds en zijn eigen bands The Wreckery, True Spirit, Fatalists en ‘supergroep’ Dirtmusic met Chris Eckman (The Walkabouts) en Chris Brokaw. Die eerste ervaring smaakte blijkbaar naar meer en de weerslag ervan is terug te vinden op ‘Long Distance Operators’. De muziek werd door beide gecomponeerd, bijna alle teksten zijn van de hand van Hugo Race. Catherine maakt gebruik van effectpedalen wat haar arsenaal uitbreidt. Hugo neemt gitaar, toetsen en bijbehorende elektronische snufjes voor zijn rekening. Het is een samenwerking geworden met een hoge graad aan intensiteit. De sfeer is donker, duister, een tikje mysterieus, transcendent ook. De stem van Race is suggestief en expressief en past wonderwel bij de textuur van de composities. Men schuwt ook het experiment niet, zoals in het instrumentale ‘By Stealth’ ‘Night Unreal’ of het imposante ‘Forever Lost’. Heel mooi is ook het aangrijpende ‘Immortality’. De orkestratie is weleens gedurfd, maar ook soms romantisch. ‘On Ice’ is de enige track waarin Graindorge een tekst reciteert. In ‘Brother Sister’ en ‘Blind Faith’ krijgt het duo ondersteuning van sopraan Laura Carè. De innige samenhang en het juiste aanvoelen van de twee muzikanten maakt van ‘Long Distance Operators’ een innemende en doorvoelde creatie.

Giant Rooks

Giant Rooks
New Estate
Haldern Pop Recordings / PIAS

Jonge Duitse band opgericht in 2014 en deze ‘New Estate’ is hun debuut EP. Het vijftal brengt een gezellige mix van moderne indie pop met folk en electro invloeden. Worden in eigen land omschreven als aanstormend talent. Allemaal nog geen twintig jaar oud laat het vijftal horen dat ze van wanten weten als het aankomt op het schrijven van dansbare popliedjes met een zwaarmoedige inborst. De melodieën werken aanstekelijk. De meest pittige track is ongetwijfeld ‘Mia & Keira ( Days To Come)’ dat drijft op piano en vinnige drumpatronen. ‘Slow’ maakt heel wat emoties los, maar weet de valkuil van meligheid te vermijden door meer vaart te steken in het refrein. ‘De titelsong is zonder meer een opgewekt liedje dat terecht als single werd gelanceerd. Ook ‘Bright Lies’, een wat klagend en met een sombere ondertoon gebracht nummer bezit kwaliteit, doch is van de vijf tracks toch het minst overtuigend. ‘Chapels’ heeft dan weer die vrolijke ondertoon, die in de juiste verhouding staat met het melancholische karakter van de song. Giant Rooks presenteert zich hier als een interessante act die zich nog verder kan ontplooien. ‘New Estate’ is alvast geen slecht begin. Zou als nieuwkomer niet misstaan op de ophanden zijnde festivals.          

The Franklin Electric

The Franklin Electric
Blue Ceilings
Indica Records / Redline Music

Voor de doorbraak in 2014 van deze uit Montreal afkomstige folk rock en pop band zorgde ‘This Is How I Let You Down’, de single en titelsong van hun eerste album. De bevestiging moet komen van de opvolger ‘Blue Ceilings’ die vanaf eind februari in de rekken ligt. Frontman Jon Matte is een begenadigd liedjesschrijver. Naast zang en piano speelt Jon ook trompet en dat blijk een beetje zijn geheime wapen te zijn dat hun alternatieve folk songs anders inkleurt. Hier wel minder aanwezig dan op hun eersteling. In Matte zijn composities klinkt de bezieling door, de rusteloosheid, de obsessie voor het leven, de liefde en wat dit allemaal kan teweeg brengen. ‘Blue Ceilings’ laat ook een volwassen groep horen die met overtuiging en enthousiasme zijn verhaal brengt. Sommige van de nummers zijn onweerstaanbaar, verleiden en trekken je mee om deel te zijn van de wonderlijke wereld van The Franklin Electric. Tot die categorie behoren ‘I Know The Feeling’, ‘Burning Flame’, ’All Along’ en ‘It’s Taking You’. Dromen en weg mijmeren mag bij de The Franklin Electric en dat maakt van ‘Blue Ceilings’ een warme en bijwijlen magische plaat. Het kan natuurlijk nog altijd beter, maar dit kwartet zit op het juiste spoor om ooit uit te groeien tot een topband. 

Peter Silberman

Peter Silberman
Impermanence
Transgressive

Enkele jaren geleden ontwikkelde de frontman van The Antlers een probleem van slechthorendheid in zijn linkeroor. Het gevolg van zich jarenlang bloot te stellen aan te luid spelen. Naast oorsuizen en een vorm van overgevoeligheid voor dagelijkse geluiden was er het constante geruis door Peter omschreven als te vergelijken met wat je hoort als je bij de Niagara watervallen staat. De enige remedie was rusten en zwijgzaam zijn. Zelfs praten was uit de boze, laat staan zingen. Het noodzaakte hem om zijn appartement in het drukke Brooklyn in te ruilen voor een nieuwe stek meer upstate New York ver weg van alle drukte. Later bleek de gehoorschade van tijdelijke aard te zijn. Toch zette het hem aan het denken van hoe om te gaan met geluid en lawaai. Hij kon plots genieten van en leerde totale stilte te waarderen. Eén ding was duidelijk: Wou hij nog verder muziek maken en geen verdere gehoorschade oplopen dan moest de volumeknop resoluut naar beneden. Naarmate het genezingsproces vorderde kon Peter geleidelijk aan en heel voorzichtig akoestische gitaar spelen en op fluisterende toon zingen. Het is in die context en met die informatie in het achterhoofd dat je moet luisteren naar zijn eerste solo album ‘Impermanence’. Een emotionele en spirituele belevenis, breekbaar en ontroerend, met liedjes ontstaan vanuit die absolute stilte en die vertellen over vergankelijkheid. Over mededogen, verandering en sterfelijkheid. Elk nummer is spaarzaam opgebouwd, minimalistisch ingekleurd, met mondjesmaat ingegeven. Ze bestaan alleen uit het essentiële waarbij de momenten van stilzwijgen even belangrijk zijn als de muzieknoten en woorden. Ze zijn ook de  weerklank van de verschillende stadia van genezing zoals Silberman dit heeft ervaren. ‘Impermanence’ is een opmerkelijk werkstuk waarvan Peter hoopt dat het verlichting en troost brengt voor wie een moeilijke tijd doormaakt. En ook van hoe om te gaan met onvoorziene omstandigheden.

Minami Deutsch

Minami Deutsch
Minami Deutsch
Sulatron Records

Japanse krautrock band met een zware psychedelische inslag. Halen de mosterd bij onder meer Neu! en Can. Beginnen in 2014 als live band in de drukke straten van Tokio. Brengen in september een eerste album uit op het illustere Britse label Cardinal Fuzz Records, digitaal in eigen beheer en op cassette via Guruguru Brain. Verwerven al snel een cultstatus mede dankzij hun vrije interpretatie van krautrock als genre. Onder meer door hypnotische beats en de erbij behorende psychotische excessen. Mondt uit in een ambiance van virtuositeit en een tamelijk wilde uitstraling waarbij elk van de muzikanten helemaal uit de bol gaan. De muziek van Minami Deutsch kenmerkt zich door een dwingende sfeer die je als luisteraar meezuigt in hun veelzijdige stroom van buitensporige klanken en ritmes. Wie op zoek is naar vernieuwing komt hier wel van een kale reis thuis. De aantrekkingskracht bestaat uit de mengeling van muzikale invloeden plus de geheel eigen en soms verrassende vertolking ervan. Bij Sulatron hebben ze een neus voor dit soort talent en daarom pakken ze uit met de CD release van dit Japanse kwartet hun eerste langspeler. Een editie met twee bonus tracks en in een gelimiteerde oplage van slechts 500 stuks. Die twee extra nummers laten een wat ander groepsgeluid horen met een meer experimenteel karakter. Zijn heel wat rauwer en harder. Beide geven blijk van kosmische allures met een onbedwingbare hang naar de subliminale effecten van grandioze space rock. Zeer de moeite waard.