zaterdag 4 juli 2015

Locrian

Locrian
Infinite Dissolution
Relapse Records
Sinds jaar en dag is Locrian een buitenbeentje in de wereld van extreme metal. In hun muziek zijn de stijlvarianten legio en sta je bij iedere release wel voor een nieuwe uitdaging. Zo ook met ‘Infinite Dissoluiton’. Opener ‘Arc Of Extinction’ maakt meteen een verschroeiende en verpletterende indruk. Oorlogstrommels kondigenn het einde aan. Het snelle tempo en de ijselijke kreten weerspiegelen in de beste black metal traditie pijn en ondergang. ‘Dark Shales’ bevat postrock elementen die met een zweem van opluchting de onheilstijdingen tijdelijk een halt toeroepen. De sfeer veranderd weer helemaal in ‘KXL1’. Het ademen wordt steeds moeilijker. De kelen dichtgeschroefd. Het fantastische aan ‘Infinite Dissolution’ is dat de muziek zich zo gemakkelijk vertaald in heldere beelden. Het suggestieve komt zo sterk tot uiting dat je in de waan bent een docudrama te zien met een wel heel speciale soundtrack. De sfeer heeft iets destructiefs, drukkend en versmachtend. Het experimentele karakter van drones, synthesizers en samples getuigt van een uitzonderlijk auditief meesterschap. Subtiele verwijzingen naar progrock, krautrock en tribale muziek maken van ‘Infinite Dissolution’ een weergaloos avantgardistisch exploot. In het universum van Locrian is het lot van de mens bezegeld. Een reden te meer om nu we er nog zijn deze vermaledijde boodschap van perditie te koesteren. 

Locrian

Locrian

Met uitsterven bedreigt: De strijd om het voortbestaan
Met ‘Infinite Dissolution’ zet het drietal Foisy, Hannum en Hess verder de lijnen uit van zowel het muzikale pad als het tekstuele concept van het in 2013 verschenen ‘Return To Annihilation’. Hun stijl is bijna uniek te noemen, want weinig artiesten verenigen uiteenlopende genres als krautrock en death metal met elkaar. De brug naar deze twee uitersten telt verschillende aanknopingspunten bestaande uit noise, black metal, elektronische en experimentele muziek, progrock en drones. De verhaallijn van ‘Return To Annihilation’ (een planeet keert zich tegen zijn bewoners) spitst zich op ‘Infinite Dissolution’ toe tot het voltrekken van ons noodlot: het uitsterven van de mensheid en de verdere evolutie van de aarde. Het album percipieert ook de onmondigheid, het niet in staat zijn deze catastrofe in te schatten en onder ogen te zien terwijl we zelf de sleutel in handen hebben om deze ramp nog af te wenden.


Terence: ‘De mens heeft in zijn bestaan hier op aarde te veel ingegrepen op het natuurlijke verloop. De evolutie is versneld, allerhande diversiteit aan flora en fauna hebben we eigenhandig, soms doelbewust, andere per ongeluk definitief vernietigd. Als een soort van verweer zijn mutaties en nieuwe soorten opgedoken of komen er rampen als vloedgolven, overstromingen, aardbevingen die het evenwicht proberen te herstellen. Alles wat we doen heeft zijn weerslag en het kan en zal ons bestaan in gevaar brengen. Als er iets is dat we zouden moeten geleerd hebben is dat we deze planeet nooit zullen kunnen bedwingen of modelleren. De aarde bestaat ongeveer 4,56 miljard jaar. De moderne mens bestaat amper 200.000 jaar. Voor ons was het een interessant uitgangspunt dat terwijl we ons eigen graf aan het delven zijn, de planeet zich telkens herstelt en/of aanpast.’

Een zeer ik-zuchtig procedé
Terence: ‘Als muzikant moet je altijd de uitdaging aangaan. Jezelf in vraag stellen. Wanneer we samen komen proberen we nieuwe dingen uit. Het naast elkaar plaatsen van elementen die in principe niet bij elkaar passen. Iets onverwachts of nooit eerder gehoord aanbrengen. De regelmaat en normale orde van dingen doorbreken. Het is een zeer ik-zuchtig procedé waarbij we met niemand rekening houden. Als muzikant probeer je muziek te maken die zo een impact heeft dat wie er naar luistert zich bij wijze van spreken ertoe bekeert. Wie ons een beetje kent weet dat we nooit in herhaling vallen en we proberen tegelijkertijd iets attractief te brengen dat misschien wel aanslaat bij mensen die nog niet vertrouwd zijn met de muziek van Locrian.’

De tijd vliegt
Locrian mag dit jaar tien kaarsjes uitblazen. Wanneer je zolang samen bent mag je stilaan beginnen spreken over een lange termijn project. Het lijkt hem een vreemd idee, maar inderdaad de tijd vliegt. Locrian is een heel productieve band die het afgelopen decennium meer dan dertig releases uitgebracht. Een aantal daarvan zijn samenwerkingen met andere acts. Zo deelden ze de studio met onder meer Daleth, Harpoon, Katchmare, Century Plants, Horseback, Mamiffer en Christoph Heemann. Terence heeft een goede band met zijn kompanen André en Steven. Ze zijn heel open en eerlijk met elkaar. Muzikaal zitten ze op dezelfde golflengte. Ook als ze samen op tournee gaan of op een festival spelen blijft de sfeer opperbest. Ze drijven elkaar nooit tot het uiterste, want het moet plezant blijven. Ze proberen rekening te houden met elkaars persoonlijkheid, gevoeligheden, temperament en niet overhaast te werk gaan. Creatief bezig zijn en samen muziek blijven maken is hun credo. Terence: ‘Als je niet oppast sta je voor je het beseft aan de rand van de afgrond en heeft een burn-out je in zijn greep. Als je niet oppast sta je voor je het beseft aan de rand van de afgrond en heeft een burn-out je in zijn greep. Het klinkt misschien vreemd dat we ons daarover zorgen maken, zeker wanneer je gefocust bent op een thema als uitsterven; wanneer soorten of grote groepen op het punt staan van de aardbol te verdwijnen (lacht).’

Geen spijt
Terence: ‘Als ik terugblik heb ik nergens spijt van. We hadden misschien eerder moeten beginnen of meer kunnen toeren. Aan de andere kant hadden we het geluk om werk te vinden dat we nog altijd graag doen. Ik  ben vader geworden van twee kinderen … . Zo gaat het nu eenmaal. Ik ben blij dat er mensen zijn die bereid zijn om te luisteren naar onze muziek en er ook van kunnen genieten. Dat we de kans krijgen om over muziek te praten, ideeën uit te wisselen en dat we er nog altijd zijn. De meningen hierover zullen verdeeld zijn, maar persoonlijk kan ik me ook niet inbeelden dat je één van onze platen kunt bestempelen als een mislukking. Elk werkstuk maakt deel uit van ons artistiek ontwikkelingsproces als muzikant. Nee, er is niets waar we ons voor moeten schamen. Elk facet is een kans, een mogelijkheid die je wordt aangeboden en die je met beide handen moet grijpen en koesteren.’

Mijn eerste instrument   
Als kind leerde Terence trompet spelen en later kwam daar ook nog piano bij. Als toetsenist is hij zich blijven ontwikkelen. Hij is geen virtuoos en houdt het nu vooral bij synthesizers. Hij zong ook in het kerkkoor. Dat hij noten kan lezen ziet hij als een klein voordeel. Het is handig als je akkoorden herkent en zo je weg vindt, maar verder dan dat gaat het niet. Terence: ‘Een synthesizer heeft verschillende componenten en elementen, je hebt een heel arsenaal aan geluiden en mogelijkheden. Die allemaal onder de knie krijgen vraagt veel tijd en oefening. Om mijn kennis uit te breiden probeer ik de laatste jaren meer uren te spenderen in de oefenruimte en dat werpt toch zijn vruchten af.’

Moog, Arp en Mellotron
De informatie in verband met de release van ‘Infinite Dissolution’ somt ook de verschillende keyboard instrumenten op die zijn gebruikt tijdens het opnameproces. Blijkbaar gaat er veel geld naar de aanschaf van nieuw materiaal. Terence: ‘Nee, toch niet. De meeste spullen heb ik toch al een aantal jaren in mijn bezit. Mijn laatste aankoop was een Moog Little Fatty synthesizer - spijtig genoeg is de productie er van stop gezet - die ik voor weinig geld op de kop heb getikt. En dan heb ik nog wat pedalen gekocht. Ik probeer ook te ruilen. Altijd handig voor als je op zoek bent naar een stereo delay of iets dergelijks. Wat die lijst van keyboard instrumenten betreft: Die zijn niet allemaal van mij hoor (lacht). De meeste zijn in bruikleen. In Electrical Audio, de studio hebben ze een Mellotron staan en een oude EDP Wasp. Die laatste heeft veel weg van een speelgoed synthesizer en was heel populair bij industrial bands en electro groepen in de jaren tachtig. André heeft een Arp Avatar. Het is een gitaar synthesizer. Brian Eno had er één tijdens zijn periode bij Roxy Music, net als Keith Emerson ten tijde van Emerson, Lake & Palmer. Commercieel was het instrument geen succes omdat het heel moeilijk was om het juist af te stemmen en zo te houden. Je had al een andere Moog nodig om je Arp op in te pluggen. In de studio was dit nog haalbaar, maar met dergelijke vintage instrumenten op tournee gaan was geen goed idee. Ze zijn te onbetrouwbaar. Geloof me, ik heb het aan den lijve ondervonden (lacht).’

Niet de meest dure of excentrieke, maar wel de meest bizarre aankoop

Terence: ‘Iedereen doet wel eens iets dom of laat zich in het ootje nemen en dat geldt ook voor mij. Op een dag, met geld dat ik gekregen had voor mijn verjaardag, wou ik iets bijzonders kopen. Ik weet niet of je Craigslist kent? Het is een advertentiewebsite waar je van alles en nog wat te koop kunt aanbieden, contactadvertenties kunt plaatsen en zelfs vacatures en cv’s. Ik kwam in contact met iemand die een oude string synthesizer, een bijzonder zeldzaam instrument, te koop aanbood. Het ding was enorm en woog meer dan twintig kilogram. Volgens de man had het ooit toebehoord aan niemand minder dan Pete Sinfield. Die had het gebruikt op ‘Still’ zijn enige soloalbum en tijdens de periode dat hij lid was van King Crimson. Ik was heel enthousiast en wou die synthesizer absoluut kopen. Ik betaalde contant en nam mijn pronkstuk mee naar huis. Maar er kwam helemaal geen geluid uit. Je hoorde alleen iets helemaal in de verte, een soort gepiep. Het klonk afschuwelijk. Ik dacht, misschien krijg ik er meer uit als ik het inplug op mijn versterker, met als resultaat een kortsluiting. De vonken sprongen alle kanten uit. Ik kwam tot de conclusie dat ik me in de luren had laten leggen: ‘I bought me a lemon’. Ik woonde toen nog in Chicago en er zat niets anders op dan een maat van mij te contacteren, waar ik voorheen al beroep op had gedaan en die instrumenten in hun oude glorie kon herstellen. Hij kon het fiksen, maar het zou me drieduizend dollar kosten. Door het Pete Sinfield verhaal waren mijn verwachtingen zo hoog gespannen en was de teleurstelling des te groter. Tegelijk was ik ook erg kwaad. Was ik nu zelf een handige Harry geweest, ik had zelf geprobeerd de synthesizer te herstellen. Maar dat ben ik niet en dus zat er niets anders op dan het terug proberen te verkopen. Het is me gelukt via eBay. Ik was wel eerlijk over de toestand waarin het instrument zich bevond en kreeg er toch nog een paar honderd dollar voor. Het was iemand in Europa, ik kan me niet precies herinneren waar, die er al lang naar op zoek was en hij was gelukkig met zijn aankoop. Ik heb me lang afgevraagd waarom ik het eerst niet heb uitgeprobeerd alvorens het te kopen, maar mijn jeugdig enthousiasme en geloof in de goedheid van de mens heeft me toen de das omgedaan (lacht).’

Crematory

Crematory
Live At Wacken Open Air 2014
Steamhammer/SPV
Van hun zesde passage op Wacken Open Air is dit de live registratie. Crematory, opgericht in 1991, begon als een traditionele death metal band, maar veranderde gaandeweg van stijl die tot op vandaag uitmondde in een mix van gothic metal en industrial. Op zo een festival is de speelduur beperkt. De set van Crematory telt dan ook maar elf tracks. Vier daarvan zijn gelicht uit hun meest recente album ‘Antiserum’. De andere songs overspannen bijna hun gehele carrière. Dit concert is zeker niet hun beste en eerder matig en wisselvallig. Vooral afscheidnemend gitarist en zanger Matthias Hechler, die na zeventien jaar het voor bekeken houdt en andere horizonten opzoekt, maakt geen al te beste beurt. In liedjes als ‘Fly’, ‘Revolution’, ‘Tick Tack’ en ‘Black Celebration’ is de zang van Matze echt ondermaats. De bindteksten van frontman Gerhard ‘Felix’ Stass zijn flauw en voorspelbaar en halen de vaart uit het optreden. Neem al dat nodeloos gezwets weg en ze hadden nog een extra nummer kunnen spelen. Gelukkig valt er ook iets positiefs te vertellen. Van de nieuwe songs krijgen we sterke live versies te horen en ook klassiekers als ‘Höllenbrand’ en ‘The Fallen’ zijn niet stuk te krijgen. De keyboards van Katrin Goger blijven het klankbord van Crematory en haar wederhelft en drummer Markus Jüllich bepaalt samen met bassist Harald Heine de kadans. Naast het concert bevat de dvd enkele interviews, waaronder het laatste met Hechler als groepslid van Crematory, een backstage reportage en de drie meest recente Crematory videoclips van respectievelijk ‘Shadowmaker’, ‘Kommt Näher’ en de live versie van ‘Virus’

Warren Haynes featuring Railroad Earth

Warren Haynes featuring Railroad Earth
Ashes & Dust
Provogue Records/Mascot Label Group
Warren Haynes kennen we in de eerste plaats van Gov’t Mule, maar de zanger/tekstschrijver/componist en gitarist is ook al geruime tijd actief bij The Allman Brothers en verleent sinds 2004 hand-en-spandiensten bij de tot verbeelding sprekende formatie The Dead, vroeger The Grateful Dead. Daarnaast is hij een graag geziene gast bij een resem andere acts. Als soloartiest is dit zijn derde album. Zijn hele carrière schrijft hij al liedjes en sommige daarvan vonden nooit hun weg naar een ruimer publiek. Met deze ‘Ashes & Dust’ komt daar nu verandering in, want naast nieuwe nummers zijn er ook die al twintig tot dertig jaar stof lagen te vergaren en die hier nu een plaatsje krijgen. Handlangers voor het opnemen van ‘Ashes & Dust’ vond hij bij de in New Jersey residerende Americana formatie Railroad Earth, een groep die Warren enkele jaren geleden leerde kennen tijdens het Delfest in Cumberland. Het album brengt een mooie mix van folk, country, Keltische muziek, blues en rock. De sfeer is ontspannen. Instrumenten als banjo, viool en slide gitaar zorgen voor een melancholische toets. Het zijn allemaal erg genietbare liedjes, al gaat onze voorkeur uit naar ‘Gold Dust Woman’, een duet met Grace Potter, openingstrack ‘Is It Me Or You’, ‘Beat Down The Dust’, en ‘Word On The Wind’. Warren Haynes onderstreept met deze release andermaal zijn veelzijdigheid en talent als song smid.

Magic Pie

Magic Pie
King For A Day
Karisma Records
Noors sextet met een muzikale voorkeur die gebeiteld zit in traditionele progrock. Denk aan Spock’s Beard, Flower Kings, Yes, Genesis, Kansas en Dream Theater. Speerpunten zijn de meerstemmige zang, fraaie gitaar- keyboardpartijen en een betrouwbare ritmesectie, die robuuste fragmenten afwisselt met tragere, meer subtiele passages. Het duo Kim Stenberg (gitaar, zang) en Eirikur Hauksson (zang, gitaar) zijn de aanstichters voor het songmateriaal. Daarbij kiezen ze voor een mix van kortere nummers afgewisseld met langere, groots opgezette composities. Het bombast en theatrale wordt niet geschuwd. Tegelijk blijft men rekening houden met het melodieuze en harmonische aspect. ‘King For A Day’ is de groep hun vierde schijf en de eerste voor hun nieuwe label Karisma, dat ook van plan is om in de herfst van 2015 hun vorige drie albums opnieuw uit te brengen in zowel een cd als vinyl versie. ‘King For A Day’ opent met het schitterende ‘Trick Of The Trade’, gevolgd door het pompeuze ‘Introversion’, die als maatstaf de lat meteen hoog leggen. Het zestal drijft gracieus en met de nodige bravoure op zijn eigen muziekgolven. Soms krijgen de composities een complex arrangement aangemeten en dan is het toch even naar adem happen. Vooral ‘Tears Gone Dry’ en een imposante titelsong van zevenentwintig minuten als afsluiter zijn doorwrongen en vernuftige nummers die tot luisterbereidheid aansporen en alle aandacht naar zich toe trekken. ‘King For A Day’ mag je nu al beschouwen als een van de progrock hoogtepunten van 2015.