donderdag 11 november 2010

Yverdoom


Yverdoom
Pestalozzi Platz Massacre
Headstrong Music
Inspiratie voor zowel bandnaam als albumtitel zochten deze Zwitsers dicht bij huis. De heren zijn afkomstig uit Yverdon-Les-Bains en midden de grote markt van hun stad staat een standbeeld van de pedagoog, schrijver, filantroop, hervormer, politicus en filosoof Johann Heinrich Pestalozzi. De groepsleden van Yverdoom waren voorheen actief in verschillende andere acts en als Yverdoom maken ze met deze ‘Pestalozzi Platz Massacre’ hun debuut. Het schijfje valt in de categorie extreme metal wat betekent: loeihard, chaotisch, energiek, schreeuwerig, claustrofobisch, trashy en heavy. In zijn genre best wel overtuigend, maar geen spek voor de bek van ondergetekende. Telt gelukkig slechts acht nummers en klokt af op zesentwintig minuten. Alleen geschikt voor liefhebbers van Meshuggah, Entombed, Pantera, Crowbar en aanverwanten.

Pure Inc.


Pure Inc.
IV
Brownsville Records
Na ‘Parasites And Worms’ van eind 2008 was het uitkijken of het Zwitserse Pure Inc. de positieve berichtgeving over die plaat zou kunnen bevestigen. Met hun vierde die ze gewoon ‘IV’ als titel meegaven gaan ze verder op de ingeslagen weg met hun energieke mix van grunge en heavy metal. De stem van zanger Gianni Pontillo is er zelfs op vooruit gegaan. Waar hij al eens problemen had met de hogere noten kan de man nu zelfs bogen op één van de betere strotten in (heavy) metal land. Ook de keuze van songs is geënt op hetzelfde concept – stevige uptempo nummers worden afgewisseld met iets tragere, maar even zwaarmoedige stukken. Neem daarbij dat de elf songs staan als een huis en je hebt een meer dan degelijk album onder de arm. Hun directe en veerkrachtige aanpak loont en een deel van alle lof mag je ook richting het duo Tommy Vetterli (Coroner, Kreator) en V.O. Pulver (GURD, Pro-Pain, Destruction) zwaaien die dit plaatje op kundige wijze hebben ingeblikt. Die van Soundgarden zijn terug samen, doch Chris Cornell en co. krijgen met Pure Inc. een serieuze concurrent die ze wel eens een pad in de korf zou kunnen zetten en de scepter overnemen.

Blowsight


Blowsight
Dystopia Lane
Fastball Music
De grootste troef van dit Zweedse viertal is hun veelzijdigheid. De heren weten op een geheel eigen wijze pop met metal en punk te combineren. Naar eigen zeggen brengen ze de muziek van de toekomst. De wegen van God zijn ondoorgrondelijk, dus dit zou wel eens bewaarheid kunnen worden. Ik hoop in elk geval van niet. Het kwartet brengt romantische liedjes op een bedje van emotioneel geladen punkrock en metal gitaren en kwakt daar regelmatig een batterij zoetgevooisde strijkers, synthesizers of een streep piano tegenaan. Met tegenzin moet ik toegeven dat het een formule is die af en toe werkt. Zo heb ik me mezelf betrapt op het mee neuriën van ‘Things Will Never Change’ en ‘Miracle’. Aan de ballade ‘Days Of Rain’ kunnen zelfs Take That of Boyzone een punt aan zuigen. Daarna vergrijpen ze zich aan Lady Gaga’s (!) ‘Poker Face’. Niet zo verwonderlijk, want op hun eerste album namen ze ‘Toxic’ van Britney Spears al eens onder handen. De overige eigen tracks zijn inhoudelijk arm en luchtig als ether. Voor je het goed en wel beseft zijn ze je gehoorgang gepasseerd. Nee, ik denk dat alleen een kudde gillende, met knuffels werpende tienermeiden de jongens van Blowsight in de armen zal sluiten. Toch voor eventjes.

woensdag 10 november 2010

Locust Control


Locust Control
287
Eigen Beheer
Dit instrumentale kwartet met als thuisbasis Kuurne heeft met ‘287’ een eerste mini uit. Die bevat slechts drie tracks. Deze zijn echter stuk voor stuk representatief voor het muzikale avontuur dat Locust Control voor u luisteraar in petto heeft. De twee gitaristen Babak en Koen vullen elkaar goed aan en zorgen voor inventiviteit en variatie terwijl bassist Stefaan en drummer Ben voor een uit graniet gehouwen grondslag zorgen. Het viertal speelt vettige hardrock en zwoele stonerrock in combinatie met verfijnde progrock invloeden. Locust Control verrast in die mate dat ze zeer gefocust blijven en met hun broeierige en onrustige muziek de toehoorder stevig in hun greep houden. Dit is alvast een zeer aangename kennismaking.

Weezer


Weezer
Hurley
Epitaph/PIAS
Na de release van ‘Ratitude’ begin november 2009 verbrak Weezer de banden met zijn platenmaatschappij Geffen. De groep was wel nog van plan om verder nieuw materiaal uit te brengen, maar wist niet goed via welk kanaal. Tenslotte vond men onderdak bij Epitaph. Het begin van een nieuw hoofdstuk dat een start nam met het uitbrengen van ‘Hurley’ op 13 september 2010. De plaat bereikte pas deze maand de redactie van Rock Tribune. Gelukkig kregen we wel de ‘Limited Deluxe Edition’, want die bevat vier extra tracks. En die zijn niet van de minste. Onder meer hun cover van Coldplay’s ‘Viva La Vida’ valt best te pruimen en je kon je geen betere uitsmijter wensen dan ‘Represent (Rocked Out Mix)’. De reguliere cd bevat slechts tien nummers waarmee Weezer terugkeert naar zijn fundamentele vertrekpunt, een mix van emo, power pop en punkrock. Tegelijkertijd kiest het viertal voor een eigentijdse insteek. Elk nummer op zich is erg catchy en nodigt uit tot meezingen. Zelfs wanneer men op de meer emotionele toer gaat en uitpakt met een ballade inclusief violen blijft het genieten. In de tweede helft van de plaat zakt het kwik een paar graden met ‘Run Away’ en ‘Time Flies’ die toch wat afbreuk doen aan het geheel, al zijn het evenmin slechte songs te noemen. Is ‘Hurley’ niet Weezer hun beste album ooit, het behoort zeker tot hun betere werk.

Tides Of Man


Tides Of Man
Dreamhouse
Rise Records
Vorig jaar debuteerde Tides Of Man niet onaardig met ‘Empire Theory’. Voor de opvolger koos men voor een wat hardere aanpak. De songs zijn meer gebald en sneller gespeeld. Qua stijl mikt men op een mix van emo- en progrock. Het tweede element wordt nog meer versterkt door de zangstijl van frontman Tilian Pearson wiens stem het midden houdt tussen die van Yes frontman Jon Anderson en Jonas Bjerre van het Deense Mew. Deze formule zorgt voor een bedrukte, opgeblazen en beladen stemming waarbij de riedels en hoge uithalen je om de oren vliegen, maar zelden langer dan de duur van de respectievelijke nummers blijven hangen met uitzondering dan voor ‘Statues’. De steeds terugkerende thematiek maakt van ‘Dreamhouse’ een monotoon werkstuk. Het maakt het luisteren naar dit album tot een vermoeiende onderneming, bijna een beproeving. Ook al valt er niet te twijfelen aan de intrinsieke kwaliteiten van de groepsleden als muzikant en zetten ze met ‘Dreamhouse’ een flinke stap voorwaarts dan nog heeft Tides Of Man nog een lange weg te gaan.

The Sorrow


The Sorrow
The Sorrow
Drakkar/Sony Music
Het Oostenrijkse The Sorrow heeft met deze naar zichzelf genoemde langspeler een derde album uit. Voor de opnames trok men naar de vertrouwde beslotenheid van The Principal Studios in Münster en dat samen met huisproducer Toni Meloni. Veel is er dan ook niet veranderd in vergelijking met hun voorgaande releases. Er is wel meer aandacht besteed aan het dramatische effect van de muziek en een doorgedreven zoektocht naar nieuwe muzikale uitwegen heeft hen toch iets bijgebracht. De nummers worden gedragen door melodieuze riffs die de schreeuwerige uithalen van zanger Mathias Schlegel moeten ondersteunen. Het blijft een ongewone combinatie waarbij je een vreemd gevoel van wrevel en ongenoegen bekruipt. Hier zat zeker meer in. Nu klinken alle nummers eerder patetisch en je wordt er niet echt door aangegrepen. Alleen fans van metalcore en melodieuze death metal zullen misschien dit plaatje naar waarde kunnen schatten. Al hebben in dit segment anderen zoals bijvoorbeeld In Flames het er al stukken beter van afgebracht.

The Judge Band


The Judge Band
The Judge Band
16 Second Stare Records/Intensity Entertainment
Al op jonge leeftijd (7 jaar oud) zette Tim Shanks zijn eerste muzikale stappen. Hij zong mee in de rondreizende gospelband waar zijn familie deel van uitmaakte. Negen jaar later was hij actief in zijn eerste rockgroep. Hij trad veel op in allerlei rock bars in zijn thuisstad Detroit. Shanks leefde het tumultueuze leven van een rockster en kende een carrière van vallen en opstaan. Dit titelloze debuutalbum laat een getormenteerde muzikant horen die veel watertjes heeft doorzwommen. Zijn teksten behandelen ernstige thema’s eigen aan het leven in de grootstad. De muziek is een kruising van blues, soul en hardrock, maar dan van de jaren tachtig. Als een gewonde beer klauwt en grauwt Tim om zich heen. Het songmateriaal klinkt echter weinig overtuigend en zelfs clichématig. Eenheidsworst met voorgekauwde gitaarriffs. Absolute dieptepunt is een barslechte cover van het traditionele ‘Amazing Grace’ als afsluiter.

Such A Surge


Such A Surge
Alpha
Nuclear Blast/Metal Mind Productions
Sant in eigen land, is een gezegde dat zeker van toepassing is voor de Duitse band Such A Surge. In 2005 brachten ze een laatste album uit en dat wordt nu door Metal Mind opnieuw gereleast. De groep stond bekend voor zijn crossover stijl, een mix van hardcore, rap en nu metal. Na een aantal keren naar ‘Alpha’ te hebben geluisterd is de relevantie me niet helemaal duidelijk. Such A Surge zit geprangd tussen acts als Everlast en Oomph!. Bovendien is het album nog maar vijf jaar oud en het klinkt nu al een beetje uit de tijd. Als je dan nog het merendeel van de platen die verschijnen in ogenschouw neemt, dan hoort deze ‘Alpha’ ondanks een paar behoorlijke composities helemaal thuis in de grijze middenmoot die het metal aanbod rijk is. En voor die ene bonustrack (‘Stark Sein’) en de extra video van ‘Mission Erfüllt’ hoef je het ook niet te doen.

Spirit


Spirit
West Coast Legends Vol. 3
Rockpalast/WDR/SPV
Na de dvd editie in mei vorig jaar (zie Rock Tribune nummer 85) brengt men als ‘in memoriam’ release (frontman Randy California verdween op 2 januari 1997 in de golven van de oceaan nadat hij zijn zoon Quinn van de verdrinkingsdood had gered) hetzelfde concert nu ook uit op cd, zij het in ingekorte versie, want van de zeventien tracks zijn er hier slechts twaalf weerhouden. Een dubbel cd release was voor de platenmaatschappij blijkbaar geen optie. Voor de rest hebben we eigenlijk niet veel toe te voegen aan wat we toen schreven. Alleen ontbreekt nu het beeld en wat ons nu opvalt is dat California niet altijd stemvast bleek te zijn. Iets wat vreemd genoeg niet helemaal tot ons is doorgedrongen tijdens het bekijken van de dvd. Hoe dan ook blijft dit een tijdsdocument – de opname dateert van 5 maart 1978 - dat de oudere rockfanaat zeker zal weten te waarderen. Al blijven we de voorkeur geven aan de dvd uitgave.

Quest For Fire


Quest For Fire
Lights From Paradise
Tee Pee Records/Suburban
Na het ter ziele gaan van The Deadly Snakes besloten Andrew Moszynski (gitaar) en Chad Ross (gitaar, zang) om samen met Mike Maxymuik (drums) en Josh Bauman (basgitaar) Quest For Fire op te richten. Met hun nieuwe band verkoos het viertal om de psychedelische toer op te gaan. Hun muziek is dan ook en mix van psychedelica, space en stoner rock. Opener ‘The Greatest Hits By God’ drijft op de vioolklanken van gastmuzikante Sophie Trudeau (Godspeed You! Black Emperor, A Silver Mt. Zion) en is in wezen een rustig, beetje zweverig nummer net als het fraai uitgevoerde ‘Psychic Seasons’. In de overige tracks zijn het de gitaren en drums die de bovenhand halen. Mede door het trage tempo wordt het accent hier gelegd op het stoner aspect. Zanger Ross doet dan weer denken aan David Gilmour (Pink Floyd). In de epische afsluiter ‘Sessions Of Light’ gaat men helemaal flippen en zijn ‘acid’ en ‘fuzz’ de kernwoorden die dit nummer kenmerken. De mengeling van al deze facetten is juist de sterkte van deze Canadezen die met ‘Lights From Paradise’ een debuut afleveren dat best wat van uw aandacht verdient.

Persephone’s Dream


Persephone’s Dream
Pan: An Urban Pastoral
ProgRock Records/Bertus
Gezelschap uit Pittsburg, Pennsylvania dat al aan de weg timmert sinds begin de jaren negentig. Met deze ‘Pan: An Urban Pastoral’ zijn ze toe aan een vijfde album. Ze gaan ermee op de concepttoer, meer nog men waagt zich zowaar aan een soort van rock opera. Wat de inhoud betreft zoekt men, net als met hun vorige album, ’Pyre Of Dreams’ zijn heil bij onderwerpen als wetenschap, sciencefiction en mythologie. In tegenstelling tot andere progressieve rock of symfo bands worden hier langere composities afgewisseld met korte fragmenten. Die lopen weliswaar in elkaar over, wat ze dan weer ‘lang’ maakt, maar toch is er een duidelijk hoorbaar verschil. Daarnaast zijn er de invloeden van klassiek en jazz, de afwisselende zangpartijen tussen Ashley Peer en de eveneens als toetsenist fungerende Jim Waugaman die van deze ‘Persephone’s Dream een zeer aangenaam, verfijnd en tegelijk mysterieus werkstuk maken. En al hoor je legio invloeden van progrock bands van de jaren zeventig en is de opbouw traag toch is dit zowel qua textuur als structuur een modern klinkend symfonisch album. Men begint ietwat aarzelend met een ‘prelude’ en ‘invocatie’ en even was er vrees voor een dood bloedend einde met drie langere stukken als finale, maar deze muzikanten weten precies wat ze willen en ontwijken met brio de val van het eindeloos soleren of het tot vervelens toe herhalen van thematische fragmenten. ‘Pan: An Urban Pastoral’ is een plaat die geen moment verveeld en in het genre zeker tot de betere cd’s van 2010 mag gerekend worden.

New Model Army


New Model Army
Anthology
Attack Attack/Bertus
Nu ze dertig jaar bestaan kan zelfs een eigenzinnig combo als New Model Army niet weerstaan aan het commerciële aspect van deze gebeurtenis. Daarom komt er een lucratieve terugblik in de vorm van een ‘Anthology’ box met twee cd’s en maar liefst drie dvd’s. New Model Army zou echter New Model Army niet zijn en pakt het enigszins anders aan, zeg maar zoals het een band met cultstatus betaamt. Frontman en stichter Justin Sullivan ging voor het samenstellen van de speellijst advies vragen aan de huidige bezetting van muzikanten en vroegere groepsleden. Zij gaven hun favoriete nummers door en zo krijg je een interessant overzicht met songs afkomstig van alle New Model Army elpees met tegelijk alle diverse line-ups. Als voorsmaakje kregen we enkel cd 1 in de bus. Het plaatje geeft alvast een indicatie van het doel dat men bij NMA voor ogen had en voldoet mijns inziens zeker aan de verwachtingen. Oude krakers als ‘Vengeance’, ‘Purity’, ‘Drag It Down’ en ‘Masterrace’ hebben nog niets van hun glans verloren en spreken nog altijd tot de verbeelding. Ook de minder bekende elpee tracks en meer recente nummers zijn van een hoog niveau. De drie dvd’s bevatten op hun beurt live materiaal van concerten uit 1985, 1990, 1996 en 2006 plus nog eens alle promotionele video’s en enkele niet eerder verschenen artistieke video’s. Alsof dit nog niet genoeg is heeft men de schijfjes verder echt wel volgepropt met bootleg materiaal die fans in de afgelopen dertig jaar hadden gefilmd en opgestuurd. Justin distilleerde daaruit dan een selectie. Alles bij elkaar heb je op de drie dvd’s samen voor bijna 9 uur beeldmateriaal. Genoeg om er een NWA indigestie aan over te houden. Hoe dat aanvoelt, daar kunnen we ons zelf echter geen idee van vormen aangezien we de dvd’s niet te zien kregen. New Model Army heeft hoe dan ook drie decennia overleefd. Een huzarenstukje, toch voor een act die het vooral moet hebben van een eerder bescheiden, maar fanatieke aanhang.

Nelly Olson


Nelly Olson
Tits
M&O Music
Laat u niet misleiden door de naam van de groep, want dit viertal is afkomstig uit Frankrijk en resideert in Bordeaux. Begonnen als akoestisch trio in 2005 gooide het gezelschap al snel het roer om en schakelde over op elektrische instrumenten. Met ‘Lips’ verscheen er een eerste album waarmee men op tournee trok, maar dan alleen in de eigen regio. Al snel kwamen Tita, Delf en Pierre tot de conclusie dat ze nood hadden aan een vierde man en daarom werd als drummer Guillaume ingelijfd. In ‘What Do I Do How’, het openingsnummer en ‘Sorry’ komt het kwartet aardig in de buurt van Skunk Anansie, maar daarmee houdt de vergelijking op. Nelly Olson ontpopt zich in de eerste plaats als een energiek bandje dat alternatieve gitaarrock koppelt aan punkrock elementen en een indie geluid. Een beproeft recept waarin hen al talrijke Amerikaanse acts zijn voorgegaan. Enige verschil is dat ze naast Engels ook in hun moerstaal zingen en men in sommige van hun liedjes neigt naar het typische chanson en dat werpt toch een beetje en ander licht op deze plaat. Met ‘Tits’ maakt Nelly Olson geen slechte beurt, doch het is evenmin een album dat je grijs gaat draaien.

Ministry And Co-Conspirators


Ministry And Co-Conspirators
Undercover
13th Planet Records/Eastworld Recordings
Ministry bestaat niet meer, maar er is wel nog dit clubje van samenzweerders die Al Jourgensen in zijn zog meevoert. In 2008 verscheen het album ‘Cover Up’, een verzameling rock klassiekers die een industrial jasje kregen aangemeten en nu is er ‘Undercover’. Ik ben in het verleden nog maar één groep tegen gekomen die zichzelf covert en dat was Love Like Blood op het album ‘Chronology Of A Love-Affair’. Ministry doet dat nu ook, zij het onder de paraplu van Co-Conspirators, op hun nieuwe langspeler met maar liefst vijf nummers: ‘N.W.O.’, ‘Stigmata’, ‘Jesus Built My Hotrod’, ‘Every Day Is Halloween’ en ‘Khyber Pass’. Jourgensen en co. openen de debatten met ‘Iron Man’ van Black Sabbath. Daarvan hebben we al betere uitvoeringen gehoord. ‘Strangehold’ van Ted Nugent schiet goed uit de startblokken, maar zakt daarna als een pudding in elkaar. De eerder genoemde eigen nummers die hier aan bod komen hebben met uitzondering van ‘Stigmata’ en ‘Every Day Is Halloween’ weinig nieuws te bieden. Het niveau wordt wat opgekrikt met ‘Purple Haze’, doch de pret is van korte duur wanneer ‘Paranoid’ door de mangel wordt gehaald. De interpretaties van ‘Thunderstruck’ en ‘Sharp Dressed Man’ zijn dan wel weer leuk en geslaagd te noemen. Zo blijven de betere momenten afgewisseld worden met mindere. Meest vreemde keuze lijkt me ‘Rehab’ van Amy Winehouse dat hier onherkenbaar door de boxen knalt en van ‘Paint It Black’ waren ze ook beter afgebleven. ‘Undercover’ is een teleurstellende plaat en hopelijk beseft Jourgensen dat het de hoogste tijd is om met deze formule – het coveren van klassiekers - te stoppen. Hij maakt ermee zichzelf belachelijk en haalt er Ministry mee van zijn voetstuk en dat kan toch niet de bedoeling zijn.

Iggy Pop & James Williamson


Iggy Pop & James Williamson
Kill City
Alive Naturalsound Records/Bomp!/Sonic Rendezvous
Het heeft ontzettend lang geduurd, maar uiteindelijk hebben de twee protagonisten het besluit genomen dat met hun goedkeuring deze historische plaat van 1977 opnieuw mag uitgebracht worden. De opnames dateren van twee jaar eerder en de kwaliteit was bedenkelijk te noemen en door de jaren heen zelfs nog verslechtert. Omdat men de originele tapes kwijt was gebruikte men één van de oorspronkelijke groen gekleurde vinyl exemplaren om telkens nieuwe edities, zij het op cd, cassette of elpee te persen. Daarom heeft Williamson zelf samen met Ed Cherney de songs stuk voor stuk gerestaureerd, opnieuw gemixt en geremasterd. Een ander discussiepunt waren de omstandigheden waarin ‘Kill City’ tot stand kwam. Iggy was in die periode aan het afkicken in een rehabilitatiecentrum en alles moest binnen een paar dagen ingeblikt zijn. Het album zou eerst uitdraaien op een zoveelste flop en werd pas later naar waarde geschat en erkend als een belangrijke release. In bepaalde nummers komt de invloed van David Bowie of The Rolling Stones aan de oppervlakte. Dat is onder meer het geval in ‘Sell Your Love’, ‘Beyond The Law’ en ‘Consolation Prizes’. Er is ook een voorname rol weggelegd voor saxofonist John Harden. Daarnaast wordt er wat geëxperimenteerd in ‘Night Time’ en ‘Night Theme (Reprise). ‘Kill City’ is niet het soort langspeler dat in een bepaald vakje past. Het is een volwassen rockplaat die ook vandaag nog vele rockliefhebbers kan aanspreken. Voor wie ‘Kill City’ destijds kocht op vinyl is er goed nieuws, want ook deze editie verschijnt op een gelimiteerde versie van duizend stuks in, jawel groen gekleurd vinyl.

Heirs


Heirs
Fowl
Denovali Records/Cargo Records
Na een tournee waarbij men zowel Japan als Europa aandeed begonnen de groepsleden van het Australische Heirs met het schrijven van nieuwe nummers voor de opvolger van hun debuut ‘Alchera’. De twee centrale figuren die dit proces in goede banen leidden zijn drummer Damian Coward en gitarist Brent Stegeman. Het tweetal zocht hierbij terug aansluiting bij hun electro roots. Verwacht echter geen luchtige bliepjes. Heirs’ muziekpalet is zwartgerand en doorweven met industrial en gothic elementen. De composities hebben een lange aanloop nodig om dan plots uit te barsten in postrock explosies. Soms leidt dit tot chaotische en atonale geluidscontouren die de zenuwen op de proef stellen. Een uitzondering daarop maakt het sterk op industrial geënte ‘Tyrant’. Alles in acht genomen is ‘Fowl’ een weinig toegankelijke plaat, dissonant en monotoon. Het verschil zit hem in de details, maar die zijn niet altijd makkelijk te onderscheiden doorheen de gestage stroom van in distortion gedrenkte lagen geluid. ‘Fowl’ oefent ondanks deze minder positieve bedenkingen een grote aantrekkingskracht uit. Een wel heel vreemde plaat gemaakt door een eigenzinnig stel muzikanten.

Del Rey


Del Rey
Immemorial
Golden Antenna/Broken Silence
Sinds hun oprichting twaalf jaar geleden is Del Rey één van de weinige overlevende bands van de instrumentale postrock scene van Chicago. Niet zo voor de hand liggend aangezien dat de meerderheid van de groepsleden een gezin met kinderen heeft en dat meestal familieperikelen een reden zijn om de muzikale ambities terug te schroeven. ‘Immemorial’ is inmiddels hun vierde plaat en die ligt in het verlengde van hun vorige werk en bouwt verder op het kosmische geluidspalet van postrock en electro. Met de inbreng van muzikale invloeden uit het Midden-Oosten, Zuid Azië, Afrika en Cuba krijgt het geheel een exotisch tintje. Tekenend voor het groepsgeluid op ‘Immemorial’ zijn de twee drumkits en het incorporeren van uitheemse instrumenten als de guzheng (China) en taiko (Japan). Toch klinkt ‘Immemorial’ weinig verrassend. Wel hoor je gedreven muzikanten die erin slagen om met regelmaat heftig uit te halen in een voor de rest cinematografisch en evocatief klanktapijt.

David Minasian

David Minasian
Random Acts Of Beauty
ProgRock Records/Bertus
David Minasian is bekend als componist en regisseur van films en dvd’s. Eén van de bekendste op zijn palmares is ongetwijfeld ‘Coming Of Age’, een live registratie van een concert van progrock pioniers Camel. Zelf bracht hij midden de jaren tachtig een eerste symfonisch getint album uit: ‘Tales Of Heroes And Lovers’ dat toen onopgemerkt bleef in de overvloed aan new wave en electro releases. Een kwarteeuw later probeert hij het met deze ‘Random Acts Of Beauty’ een tweede keer, daarbij geholpen door zijn zoon Justin die hier de gitaarpartijen voor zijn rekening neemt. David laat zich inspireren door rockiconen als The Moody Blues, Barclay James Harvest en Camel wat zich zowel vertaalt in de muziek als de zang. De structuur van de overwegend lange composities is bijna identiek. Minasian zet in met een piano of akoestische gitaar intro, waarna orkestraal opgebouwde melodieën het overnemen. Na een paar luisterbeurten valt op hoe saai deze muziek wel klinkt. Slechts een paar keer wordt het tempo echt opgedreven tijdens het middenstuk: in ‘Frozen In Time’ en ‘Storming The Castle’, meteen de enige nummers waar wat pit in zit. Deze ‘Random Acts Of Beauty’ is alleen geschikt voor liefhebbers van rustig kabbelende, op klassieke leest geschoeide symfonische rock.

Broughton Rules


Broughton Rules
Bounty Hunter 1853
Relapse Records
Het uit Pittsburgh afkomstige Broughton Rules bestaat uit muzikanten die voorheen actief waren in Don Caballero en Blunderbuss. De groep brengt een vorm van underground rock, een samensmelting van epische postrock, een portie distortion, krautrock en klanktapijten die refereren naar de filmmuziek van Ennio Morricone. Het viertal slaagt erin om met zijn overwegend instrumentale nummers de luisteraar een brede waaier van muzikale kleurschakeringen aan te bieden. Men weet de spankracht op te bouwen door middel van tempowisselingen of door een strak afgelijnde constructie die als een zwam opensplijt of tot een climax leidt. Ben Matthews, Jeff Ellsworth, Dennis Kern en Jim Nemeth zijn echte klasbakken die je onverhoeds kunnen verrassen met tegendraadse hooks of een splijtende riff. Daar moet je dan wel voor openstaan, want dit versterkt en benadrukt de complexiteit van de composities. In ‘Broadside’ wordt er ook gezongen en dat zorgt dan weer voor een ander soort variatie. Toch blijft het moeilijk om voor honderd procent geconcentreerd te blijven luisteren en soms gaat je geest afdwalen. Tot de beste tracks behoren het licht zweverige en moderne ‘Childhood Sun’, het melodieuze ‘Glass Eye’, het stevig rockende, maar zachtjes uitdovende ‘Ghost Heavy Days’ en het felle ‘El Indio’. ‘Bounty Hunter 1853’ komt uit op 29/11.

Astpai


Astpai
Heart To Grow
Ass-Card Records/Sonic Rendezvous
Punkrock en hardcore uit Oostenrijk, ja het bestaat. Astpai combineert de vrolijke sing-a-long stijl met ernstige, soms politiek getinte teksten.. Een eervolle poging om zich uit het strakke punk keurslijf te wringen, maar meer is het ook niet. Schreeuwerige zang, rommelig gespeeld, het lijkt wel alsof men bewust het repetitiestadium op plaat wilde overbrengen. Als dat de bedoeling was dan is deze ‘Heart To Grow’ meer dan geslaagd. Zelf voelt Astpai zich verwant met None More Black en Trial By Fire en wie zijn wij om dat tegen te spreken. Sommigen omschrijven Astpai hun muziek ook als energiek, aanstekelijk en catchy en daar zijn we het dan volkomen mee oneens. Als je ladderzat in een kelder kruipt om met je maats liedjes te zingen: voor mij niet gelaten, maar daarom hoef je dat nog niet wereldkundig maken via een cd.

Adai


Adai
We Are All Dead
Make My Day Records/H’ art
Toen één van de twee gitaristen en de bassist van Adai beslisten om er een punt achter te zetten stonden de twee overblijvers, gitarist Devin en drummer Justin voor een dilemma: doorgaan of de stekker er helemaal uittrekken. Ze kozen voor het eerste en om te zien of het geen gevecht tegen windmolens zou worden speelden ze meteen en live concert. De formule werkte, meer nog de respons was uitermate positief. Dat sterkte hen in hun keuze en brengt ons meteen bij hun debuutplaat ‘We Are All Dead’. Het tweetal speelt postrock met een zware (doom) metal inbreng. De grafstem van Devin, samples en drone geluiden maken het plaatje compleet. Je kan het album in twee delen opsplitsen. De eerste vijf nummers werden opgenomen in 2006 en geproduceerd door Kurt Ballou. De vijf resterende zijn van recentere datum, meer bepaald 2009 en de productie is van Matt Talbott. ‘We Are All Dead’ bevat een paar meesterlijke tracks. Voor deel één zijn dat ‘Home’ en ‘A Mark Of Ownership’. De monumentale geluidsmuur die het duo hier optrekt is zonder meer indrukwekkend. ‘Hawkins’ is enigszins anders opgevat en misschien wat te lang uitgesponnen. De songs van het tweede luik zijn experimenteler en bevatten meer drone elementen. Het is kenmerkend voor de evolutie die Adai als groep doormaakt. Hier zijn ‘Bodies’ en het verpletterende ‘Graves’ de meest in het oog springende composities. Adai uit zich met zijn debuut als een wispelturige, maar passionele band waarvan we hopelijk nog veel goeds mogen verwachten.

donderdag 4 november 2010

Engines Of Necessity


Engines Of Necessity
The Preliminary Sounds Of Upheaval
Eigen Beheer
Engines Of Necessity ook bekend als EoN, engines_of_necessity en engnec is het eenmansproject van Jake Bormann uit Brighton, Colorado. Met ‘The Preliminary Sounds Of Upheaval’ heeft Jake een eerste volwaardige cd uit. Bormann kent zijn klassiekers en put inspiratie uit een brede waaier van bekende en minder bekende acts. Gelukkig is er ook een eigen inbreng en daarmee verkent hij de grenzen van het industrial genre. Het album telt twaalf tracks die elk een eigen leven kunnen leiden en tegelijk een onderdeel zijn van het geheel. Opener ‘The Currrent’ is meteen een zeer intigrerende compositie waarin heel wat facetten aan bod komen. ‘Just Stop’ drijft op een pompende baslijn en ‘From The Muck’ klinkt naar mijn gevoel dan weer te artificieel. Naast het soms monotone karakter van enkele van de nummers is dit een van de minpunten waar moet aan geschaafd worden. De andere kant van de medaille is dat het album je in een bepaalde sinistere en kille sfeer onderdompelt die toch sterk refereert naar wat Trent Reznor met Nine Inch Nails of Nivek Ogre zowel solo als met Skynny Puppy betrachtte. Naast ‘The Current’ zijn het vooral ‘Disaster’, ‘Pump And Prominence’, ‘Upheaval’ en ‘Will’ die het langst blijven nazinderen. Voor zijn teksten zoekt Bormann het dicht bij huis en put uit zijn herinneringen, eigen wederwaardigheden en gevoelens. ‘The Preliminary Sounds Of Upheaval’ is dan ook een eerlijk werkstuk waarmee Jake een stukje van zijn ziel bloot legt. Een aanzet die hopelijk een vervolg kent, want EoN heeft toch wat meer te bieden dan de doorsnee industrial band. Wie kennis wil maken met de muziek van engnec kan mp3s beluisteren. Tracks kopen kan ook. Dat alles via de reverbnation link en dan betaal je 0,75 dollarcent per nummer. Vanaf 5 november is het mogelijk om de volledige cd te downloaden/kopen.