donderdag 24 september 2015

Animal Version

Animal Version
Elsewhere
Eigen Beheer
Nieuwe Antwerpse band met muzikanten die voorheen actief waren bij onder meer Johnny Unstoppable, Sue Basso en Nilghai. Hun debuutalbum oogt alvast indrukwekkend. Mooi en verzorgd hoesontwerp - een luxueuze drie panelen digipak - voorzien van prachtige foto’s van de hand van zanger John Thai en een cd boekje met alle songteksten. Het vijftal brengt naar eigen zeggen experimentele alternatieve rock. De songs zijn alleszins complex. Veel tempowisselingen en onverwachte wendingen waarin ook plaats is voor post rock elementen en progressieve rock/metal invloeden van kleppers als Dream Theater, Tool en Opeth. De zang is nogal scherp en schril, de speelstijl nerveus tot rommelig en turbulent. Het hyper kinetisch aandoende ‘Silverback Disco’ is daarin de overtreffende trap. Door het allemaal zo gecompliceerd te maken ontvouwt deze ‘Elsewhere’ zich als een veelomvattend werkstuk. Het is tegelijk een moeilijke, lastige luistertrip waarbij de emoties op je afkomen en je constant heen en weer wordt geslingerd. Bijna elke compositie kent een fraaie passage, maar door er telkens een andere twist aan te geven reiken die nooit ver genoeg om je echt mee op sleeptouw te nemen. Dat deze muzikanten talent zat hebben staat als een paal boven water. Daar zal het zeker niet aan liggen. Er had veel meer ingezeten door bijvoorbeeld te kiezen voor summiere, solide songs waarbij de verhoudingen beter op elkaar waren afgestemd. Nu dwaalt men wat doelloos rond.  

Eat The Gun

Eat The Gun
Howlinwood
Steamhammer/SPV
In 2013 gooide dit Duitse trio het met de release van ‘Stripped To The Bone’ over een andere boeg. Onder meer producer Stephan Hinz (H-Blockx) hielp mee de nieuwe muzikale lijn uit te zetten. ‘Howlinwood’ is hun vijfde langspeler, met opnieuw Hinz achter de knoppen en ligt helemaal in het verlengde van zijn voorganger. Het drietal houdt het simpel en pakt uit met elf pakkende, compacte en goed in het gehoor liggende liedjes. Hun stijl is verwant aan onder meer die van Backyard Babies, Hardcore Superstar, Billy Talent en Danko Jones. Eat The Gun brengt zonder veel tierlantijntjes een levendige hardrock variant waarmee je heupwiegend en swingend door het leven tuimelt. Ieder nummer heeft wel iets herkenbaars en stereotiep, maar in dit geval is het een formule die aanslaat. De keuze voor ‘How Does It Feel’ als eerste single is een beetje vreemd, want het is verre van de beste track. Er is nochtans met de titelsong, ‘Falling’, ‘Trouble Magnetic’, ‘Blood On Your Hands’ en ‘Take It Away’ geen gebrek aan betere kandidaten om de hitlijsten mee te bestormen. Maar laat ons de pret niet bederven en eindigen met een positieve noot. Wie nog op zoek is naar een hedendaags, pretentieloos plaatje dan moet je niet verder speuren. ‘Howlinwood’ is een album dat je blij en zorgeloos door de rest van de zomer loodst.

Pigs

Pigs
Wronger
Solar Flare Records
Als groepsnaam kozen Dave Curran (Unsane) die hier de rol van zanger/gitarist voor zijn rekening neemt, drummer Jim Paradise (Player’s Club, Freshkills) en op basgitaar de meer als producer gekende Andrew Schneider (Cave In, Converge, Made Out of Babies, Unsane, Keelhaul) voor Pigs. Een roepnaam die weinig twijfel laat bestaan over hun intenties: net zoals ze pakweg de laatste twintig jaar deden bij al hun vorige bands: alles geven, het dak moet eraf en daarna feesten gelijk de beesten. Het trio brengt een aan Unsane en Surgery verwante variant van noise rock, punk en metal. De songs getuigen van een zeker vakmanschap. Het zijn nummers die bulken van zelfvertrouwen, krachtig, doortastend en radicaal. Grillige ritmes, krijsende gitaareffecten, schor geschreeuw, schurend metaal; de stemming is unheimisch, benauwend en grenst aan het walgelijke tot wansmakelijke. Dat komt meteen tot uiting in het de pijngrens aftastende openingsfragment ‘A Great Blight’. De ruige gastbijdrage van Made Out Of Babies zangeres Julie Christmas in ‘Bug Boy’ doet daar zelfs nog een schepje bovenop. Andere imposante tracks zijn ‘The Life In Pink’, ‘Amateur Hour In Dick City’, het als folksong vermomde ‘Mouth Dump’, ‘Make Sure To Forget’ en ‘Donnybrook’. ‘Wronger’ is nog maar hun tweede worp, doch een wel heel intens plaatje dat de benaming ‘het is een ijzeren varken’ meer dan verdient. 

Die Krupps

Die Krupps
V - Metal Machine Music
Steamhammer/Oblivion/SPV
Gaven Die Krupps met de release van ‘The Machinists of Joy’, nog een duidelijke hint naar hun langspeler ‘Machineries Of Joy’ (1989) - de plaat luidde in 2013 hun comeback in en tegelijk keerden ze er mee terug naar hun originele geluid van de jaren tachtig - dan zoeken ze met hun gloednieuwe schijf ‘V - Metal Machine Music’ aansluiting bij hun muziek van de jaren negentig. Die episode begon in 1992 met ‘I’ en eindigde toen met ‘Paradise Now’ (1997). De meer zuivere electro/industrial stijl kreeg toen een ferme metal injectie en Die Krupps gaven met nummers als ‘Fatherland’, ‘Crossfire’, ‘Bloodsuckers’ en ‘To The Hilt’ mee de aanzet tot het ontstaan van de Neue Deutsche Härte stroming. Die Krupps hanteren het bekende recept van toen. De spijkerharde en massieve metal gitaarriffs van Marcel Zürcher gaan samen met de splijtende drums en percussie van de naar het oude nest teruggekeerde ex-Accu§er trommelaar Volker Borchert . Het is aan frontman Jürgen Engler en medestander Ralf Dörper om via een batterij oude analoge synthesizers en keyboards voor inventiviteit te zorgen. Zijn de meeste tracks nieuw dan dateert ‘The Vampire Strikes Back’ van eind de jaren negentig en ‘Alive In A Glass Cage’ gaat zelfs terug tot 1985. Het zijn vermakelijke songs die je een jofel retro gevoel bezorgen. Een welkome afwisseling voor het soms monotone gebeuk dat bijvoorbeeld de bovenhand neemt in ‘The Truth’, ‘Kaos Reigns’, en ‘Volle Kraft Voraus’. De overige composities krijgen meer gelijkmatige metal dosissen geïnjecteerd en laten horen dat Die Krupps hun pioniersstatus nog altijd waardig weten te dragen. 

Plainride

Plainride
Return Of The Jackalope
Beerfuzz Records/Wormhole
De Jackalope of Hasenbock is een fictief en mythisch dier dat zijn oorsprong vindt in de Amerikaanse folklore. Thuis van de Jackalopes is het stadje Douglas in Wyoming. In Duitsland is zijn tegenhanger de Beierse Wolpertinger. De vier muzikanten van Plainride zijn Duitsers, maar aangezien hun muzikale stijl zich eerder ontplooit in woestijngebieden in de VS vonden ze het een goed idee om de Jackalope als mascotte te adopteren. Als ze niet met muziek bezig zijn doen ze zich graag voor als gesjeesde studenten, het soort dat worstelt met de echte problemen die het universitaire leven met zich meebrengt. Daarnaast is één van hun hobby’s liters bier hijsen. Voor de liefhebbers: iedere tweede donderdag van de maand geven ze een bier tip via de Facebook hashtag #TBT of #TasteBeerThirstday. Zelf omschrijven ze hun muziek als ‘Kickass Stoner Rock-‘n-roll’. Het kwartet laat inderdaad zijn voorliefde blijken voor woestijn rock en klassieke rock. Zanger Max Röbel heeft daarvoor de geknipte stem. Gitarist Fabian Klein strooit kwistig rond met fuzz en andere gitaareffecten. Drummer Andrew, inmiddels vervangen door Damir Palic en bassist Leonard Beringer werken zich beukend in het zweet. Af en toe slaat men ook aan het experimenteren; onder meer in het psychedelische ‘Warpdrive’. Voor de rest is dit een aardig debuut met een paar beestig goede uitschieters als ‘Dog’, ‘Black Wolves’, ‘Beermachine’ en ‘Devil At Your Heels’. 

Phantom Winter

Phantom Winter
Cvlt
Golden Antenna
In 2014 hield Omega Massif het na negen jaar voor bekeken. Andreas Schmittfull (gitaar/zang) en drummer Christof Rath bleven niet lang bij de pakken zitten en samen met bassist Martin Achter en zanger Christian Krank zetten ze met Phantom Winter een nieuw project op poten. Was Omega Massif een instrumentale band dan koos men met Krank voor een nou ja, zanger. Zijn vocale bijdragen beperken zich tot rudimentair geschreeuw, een soort oerkreten, niet mooi, maar wel enorm krachtig en indrukwekkend. Net als bij Omega Massif brengen ze een muzikale mix van doom/sludge metal en post rock. Daar mag je nog wat hallucinant klinkende, psychedelische elementen aan toevoegen. Een groot verschil is, daar waar bij Omega Massif de groepsleden samen de songs componeerden, nu Andreas Schmittfull alle nummers voor zijn rekening neemt. Met dit debuut verkent Phantom Winter echt wel de grenzen van de rede. Waar begint de waanzin? Het komt zelden voor dat de intensiteit van een plaat zo fysiek voelbaar wordt. Met ‘Cvlt’ doorbreekt het viertal alle barrières. Extreem in alle opzichten. Vijf monumentale en verpletterende tracks die je murw slaan. De groep kan echter meer dan brutaal en agressief uit de hoek komen. Er is ruimte gelaten voor nuances en stijlbreuken. Bijvoorbeeld de kille piano passage in ‘Corpses Collide’, het barre landschap dat opdoemt in het sfeervolle middenstuk van ‘Wintercvlt’, de weemoedige gitaarklanken in ‘Finster Wald’ en enkele over de nummers verspreide samples en tekstfragmenten. Een in zijn genre fantastische plaat.

Mörglbl

Mörglbl
Tea Time For Pünks
Free Electric Sound / The Laser’s Edge
In gitaar middens is de Franse gitarist Christophe Godin geen onbekende. De man is al in de slag sinds begin de jaren negentig. Naast virtuoos snarenplukker beschikt Godin ook over een gezonde dosis humor en wordt in zijn naaste omgeving wel eens omschreven als mesjoggge. Zijn knettergekke persoonlijkheid komt helemaal tot uiting in zijn muzikale projecten, want naast Mörglbl is hij ook actief in Gnô en Metal Kartoon. Die eerste is tot nu toe met deze ‘Tea Time For Pünks’ als zesde schijf  de meest productieve. Christophe dweept met zijn idolen waaronder Jimi Hendrix, Steve Vai en Frank Zappa. Het concept van Mörglbl is bekend: een instrumentale mix van progressieve rock, funk, jazz fusion, blues en heavy metal. In de huidige trio bezetting kan je ook niet rond zijn twee handlangers heen. Bassist Ivan Rougny en drummer Aurélien Ouzoulias zijn minstens even onderlegd en in hun vakgebied meesterlijke muzikanten. Aan explosiviteit en energie ontbreekt het hen ook niet. Ze gedragen zich als echte wildebrassen. Het onmiskenbaar metal component steekt dikwijls de lont aan het vuur. En dan heb je nog de vingerwijzingen, zijsprongetjes, grappige en bizarre kronkels. De tracks zijn stuk voor stuk vreemde brouwsels met een hoog zotskap gehalte, ironisch en soms spottend. Dat niet iedereen dit zal weten te appreciëren hangt vooral af van de persoonlijke, muzikale smaak, maar wie eens lekker wil uitfreaken komt hier zeker aan zijn trekken. 

Lost Souls Carnival

Lost Souls Carnival
Collection Of Carefully Selected
Consouling Agency
In 2012 debuteerde Lost Souls Carnival met een eerste EP en nu is er dus hun ‘Collection Of Carefully Selected’. De titel is alvast goed gekozen. Het kleinood bevat slechts zeven nummers en duurt amper achtentwintig minuten. De liedjes zijn een weerspiegeling, een staalkaart van wat dit collectief in petto heeft. Het vijftal beschikt over een ruime muzikale bagage om uit te putten. Het zijn muzikanten die van vele markten thuis zijn. In hun songs weerklinken echo’s van blues, stoner, southern rock, grunge, post rock tot psychedelische rock. Al die stijlen worden mooi verwerkt en verweven zonder dat er een genre is dat dominant zijn stempel drukt. En dat is net het mooie, want elke compositie bezit wel een groove of vibe waar je graag tegenaan schurkt. Het enige instrument dat zich bij wijze van spreken opdringt is de mondharmonica. Slechts een bedenking hebben we bij de instrumentale afsluiter ‘22’. Zou goed passen op een cd van tien of twaalf tracks. Want ook al heeft het een intrinsieke waarde; nu zorgt het een beetje voor een anticlimax. Voor de rest kan je hier echt wel spreken van een collectie stijlvol gebrachte liedjes waarbij je stilletjes hoopt dat het hier niet stopt en Lost Souls Carnival nog wat meer fijne waren op het schap heeft liggen.

Ecstatic Vision

Ecstatic Vision
Sonic Praise
Relapse Records
Eén van de meest tot de verbeelding sprekende logo’s in de geschiedenis van de rock is dat van het eind de jaren zestig opgerichte Britse Vertigo. De zwart-wit concentrische cirkels stonden altijd op de A-kant van de vinylplaat. Nu nog worden ze geassocieerd met én staan ze symbool voor vooruitstrevende, psychedelische en progressieve muziek. De cirkels duiken af en toe nog eens op. Bijvoorbeeld als versiering op het cd schijfje, ‘Sonic Praise’, de eersteling van het Amerikaanse Ecstatic Vision. Het trio wentelt zich welllustig in het verleden, de periode waarin muziek maken onder invloed van hallucinerende middelen meer de regel was dan de uitzondering. Of de mannen tijdens het maken van ‘Sonic Praise’ ook aan de xtc of ander spul hebben gezeten laat ik in het midden. Feit is dat hun debuut een waar eerbetoon is aan kleppers uit die tijd die bekend stonden als voorstanders en gebruikers van geestverruimende middelen. (Hawkwind, Black Sabbath, Amon Düül II, UFO, Ash Ra Tempel, Blue Cheer om er maar een paar te noemen). Naast orgel en saxofoon die voor extra pigment zorgen doet bassist Michael Field Connor veel meer dan het ritme onderhouden en treed regelmatig op de voorgrond met zijn dynamische, diepe baslijnen. Net als drummer Jordan Crouse die opzwepende Afrikaanse percussie elementen laat infiltreren en triomferen. Kopman en zanger/gitarist Doug Sabolik verrast zowel met zijn rauwe vocale uithalen als met zijn buitenissige riffs en grillige solo’s. Onder zijn aanvoering brengt het drietal vijf adembenemende tracks. Het zijn heuse trips, astrale reizen, sonische vertellingen die je telkens naar meer van hetzelfde doen verlangen. ‘Sonic Praise’ behoort nu al ontegensprekelijk tot de topplaten van 2015.

District 97

District 97
In Vaults
Laser’s Edge
Deze groep uit Chicago bestaat al sinds de herfst van 2006 en toch is dat na ‘Hybrid Child’ (2010) en het in 2012 verschenen ‘Trouble With Machines’ nog maar hun derde release. Het gezelschap combineert een vorm van op metal geïnspireerde progressieve rock met alternatieve pop. Zangeres Leslie Hunt moet het laatste luik op haar eentje waarmaken, want haar medemuzikanten brengen een minder toegankelijke en complexe rockvariant voorzien van een hoogwaardige, technische component. De muzikanten zitten niet verlegen voor een tempowisseling of haakse volte meer of minder. Het maakt van ‘In Vaults’ wel een avontuurlijk, maar ook onvoorspelbaar werkstuk, want de formule die ze hanteren blijft niet altijd even gemakkelijk te onderkennen. ‘All’s Well That Ends Well’ is bijvoorbeeld zo een moeilijk te verteren compositie met een jazzy ondertoon en ingewikkelde structuur. Op zich een prachtig nummer, maar eentje waar alleen de doorwinterde progrock fanaat zich meermaals wil doorheen worstelen. Het is wel schetsend voor de rest van het album. Sommige songs als ‘Learn From Danny’, ‘Blinding Vision’ en ‘Death By A Thousand Cuts’ komen op die manier over als steriel en afstandelijk. Bij andere als ‘Snow Country’, ‘A Lottery’ en ‘Takeover’ is de balans meer in evenwicht. District 97 is hoe dan ook een band die een eigenzinnig traject volgt en voor wie dol is op energiek gespeelde, virtuoze solo’s, abstracte hoogstandjes en meervoudig samengestelde nummers is deze ‘In Vaults’ een absolute aanrader.