donderdag 28 juli 2011

The Rott Childs


The Rott Childs
Riches Will Come Thy Way: A Musical
House Rott Child/Rough Trade
‘I’m a rott child’  brullen ze luidkeels in ‘Diamond In My Pocket’. Het is één van de catchy nummers op het debuut van dit uit Limburg afkomstige kwartet. De vier muzikanten zijn al langer aan de slag en hebben hun sporen al verdiend. Ze zijn ook bezig met andere projecten, maar hebben nu hun krachten samengebald in The Rott Childs. Het resultaat is een chaotisch klinkend plaatje. Toch op het eerste gehoor, want na een aantal keren luisteren kan je meer details onderscheiden en pakt het gezelschap je in met een aantal splijtende riffs. Dat is onder meer het geval met ‘Secret Handshake’, ‘Rich People (Family By The Fire) ’, ‘Treasure In My Hand’ en ‘People vs Megiddo’. Je kunt de link leggen met en je hoort invloeden van allerlei andere artiesten, maar die gaan we hier niet beginnen opsommen. U maakt best voor uzelf uit of iets van de muziek u bekend in de oren klinkt. The Rott Childs behoren tot de nieuwe lichting van Belgische groepen in het hardere genre. Niet dat ze een metal act zijn, doch eerder ‘hard’ in de zin van ongewoon, onvoorspelbaar en wispelturig.  Dat maakt ‘Riches Will Come Thy Way: A Musical’ niet altijd licht verteerbaar. The Rott Childs is wel een band die zijn nek durft uit te steken.  De kans is groot dat ze daardoor onderweg wat averij oplopen. De toekomst zal uitwijzen hoe sterk hun overlevingsdrang is. 

The Rott Childs


The Rott Childs

De bankiers in spe van de internet generatie

Twee ex-leden van El Guapo Stuntteam, eentje van Rise And Fall en nog een vierde die bij Mauro Pawlowksi speelt besloten om samen een nieuw bandje op te richten. Het viertal hield er het kopje bij en om de volledige controle over hun artistieke werk veilig te stellen en stichtten met House Rott Child een eigen labeltje. Dat wat ze maken meteen opvalt bewijzen ze met de release van hun eerste cd ‘Riches Will Come Thy Way’. Zowaar een musical in een luxueuze verpakking. Het doosje en zijn inhoud prikkelde onze nieuwsgierigheid en driekwart van de groep was bereid om een half uurtje te ‘skypen’.
Paul Van de gehuchte

Een musical over de familie Rotschild
In 2009 viel het doek over El Guapo Stuntteam. Twee leden ervan, Jethro ‘Jé’ Volders en Christophe ‘Chuck’ Dexters bleven ook na de split met elkaar contact houden. Beide hebben ongeveer dezelfde muzieksmaak en het klikte wel tussen die twee. Het was dan ook logisch dat ze samen verder iets zouden doen op muzikaal vlak. Een aantal drummers passeerden de revue tot wanneer ze op Wim Gijbels botsten van Traffico. Na een maand of zes repeteren kreeg die het te druk en moest noodgedwongen afhaken. Hij stelde dan Wim ‘Cowpy’ Coppers voor, volgens Gijbels de ideale drummer voor The Rott Childs. Bassist Ben Younes ‘Youzy’ Zahnoun ontmoetten ze een eerste keer backstage tijdens een optreden van Vermin Twins. Daar was hij bezig de ijskast aan het leegroven. Ze begonnen over muziek te praten, van het een kwam het ander en Younes werd uitgenodigd om eens samen te komen spelen met The Rott Childs en werd meteen als vierde man ingelijfd. Hij staat nog altijd bekend als het enfant terrible van de backstages.

Als muzikaal project koos men voor de dekmantel van musical omdat die vlag het best de lading dekt. Die term is het bindmiddel tussen alle teksten en ideeën. De kracht van het beeld en het visuele is blijkbaar een heel belangrijk element voor het tot stand komen van de songs. De muziek zelf springt ook wel van de hak op de tak. Wat in een musical ook wel gebeurt. Dus alles past wel in het plaatje dat ze bij de Rott Childs voor ogen hadden. Het vertrekpunt en ook de keuze van de groepsnaam is gebaseerd op de geschiedenis van de rijke bankiersfamilie Rothschild, een internationale dynastie van Duits/Joodse oorsprong.  Over deze wereldberoemde familie zijn verschillende films gemaakt. De meest bekende is ‘The House of Rothschild’ uit 1934 met hoofdrollen voor George Arliss, Loretta Young, en Boris Karloff. De leden van The Rott Childs vergelijken zich ook wel met rotkinderen die fluitend en huppelend alles kapot maken.

Kinderen van het internet
De meeste hitjes die je op radio hoort zijn catchy en gericht op de zangpartijen. Bij The Rott Childs kreeg men de inval om te proberen de mensen te bedotten door de zang goed in het oor liggend te houden, maar muzikaal wat uit te proberen zonder dat het direct opvalt. Of dit goed is gelukt valt te betwijfelen, want ze geven zelf toe dat hun muziek nogal chaotisch overkomt, maar tegelijk klinkt het fris, levendig en springerig. Ze zijn niet voor niets kinderen van het internet die zich snel vervelen en dan maar aan het zappen slaan.

Meestal zijn het Chuck of Jé die beginnen met de nieuwe nummers ‘uit te blokken’. Na een paar uur komt daar dan drummer Cowpy bij en begint te roffelen en te ‘peren’ als een gek  en dan valt alles wel in de plooi. Als ze er zin in hebben dan kunnen ze een hele dag repeteren, doch ze zijn nogal nonchalant en voor het ogenblik halen ze een gemiddelde van één repetitie om de twee weken. Tussendoor zooien ze wel nog wat op hun eentje of met andere muzikanten. Zoals trommelaar Wim met Rise And Fall, zijn andere band. Die brengen volgend jaar een nieuwe cd uit. Bassist Youzy speelt dan weer bij Eat Lions en ook nog bij Mauro Pawlowski. De anderen hebben wel ideeën voor projecten, maar die verkeren nog in een embryonaal stadium. Het is niet zo dat The Rott Childs een zijproject zijn of omgekeerd. Ieder speelt waar en wanneer hij wil.

Elk heeft ook wel nog restmateriaal op zijn computer staan. Alles bijhouden in databases doen ze niet. Of er later nog iets wordt gebruikt hangt een beetje af van het moment zelf. Er wordt soms wat gepuzzeld en dan beslist men wat er blijft en wat eruit moet. Het best bruikbare materiaal vindt men tijdens het samen spelen zelf. Het komt spontaan en is onmiddellijk in te passen. Niemand van de groep heeft muziek gestudeerd. Hier en daar eens aan een workshop meegedaan. Wim Coppers heeft ooit een jazzcursus gevolgd, maar als we anderen moeten geloven dan heeft die niks geholpen.

Een mooie verpakking met een ‘brakke’ inhoud
Op zich vinden ze het wel fijn om promofilmpjes, videoclips, enzovoort te maken, maar eenmaal dit een verplicht parcours wordt omdat het iets is wat bands nu eenmaal doen dan is de lol en zin er voor hen af. De album teaser, gemaakt door Micha Volders (Vermin Twins), die hun debuut ook heeft geproduceerd, vinden ze zelf wel grappig. Meer hoef je er ook niet achter te zoeken. Als het niet spontaan en spelenderwijs komt dan hoeft het voor hen niet. In zijn vrije tijd ontwerpt Jé spelletjes voor op computer en ‘HAARP’ is er één van. Inspiratie zocht hij bij Terry Gilliam (Monty Python). Eerst wou men een videoclip maken, maar waarom niet de mensen de kans geven om eens keihard op de toetsen van hun keyboard te meppen tot de knoppen eraf vliegen. Bovendien krijgen ze een gevoel van euforie, tenminste als ze winnen.   

‘Riches Will Come Thy Way’ wordt verkocht in een luxueus uitziende gebonden en gestoffeerde digipack met bladgouden print. Dit idee komt van de groep zelf, want ook wat het hoesontwerp en het visuele aspect betreft proberen ze alles in eigen beheer te houden. Het heeft wel wat moeite en geld gekost om het gedaan te krijgen. Wat men verdient met The Rott Childs wordt voor een deel opnieuw geïnvesteerd in de groep en dan wordt, alles binnen de juiste context gezien, zo een buitensporige uitgave mogelijk. Eerst had men nog met het idee gespeeld om ‘Riches Will Come Thy Way’ op vinyl uit te brengen, maar dat is niet doorgegaan. Nu kunnen ze er zelfs mee uitpakken bij hun mama’s, want het ziet eruit als een pralinedoosje. Een mooie verpakking met een ‘brakke’ inhoud heb ik ook iemand horen zeggen.   

Het plezier van samen te spelen 
Live ervaren ze vooral het plezier van samen te spelen. Soms is het moeilijk om het enthousiasme onder controle te houden, maar ze hebben een goede drummer die als het er op aan komt het zaakje recht houdt. Deze zomer blijven ze optreden en spelen ze een paar festivals. Ze staan onder meer op Pukkelpop en dat vinden ze zelf helemaal te gek. Daarnaast werken ze aan nieuwe nummers en speelt men met het idee om een animatiereeks te maken.
Politieke spelletjes
België heeft al meer dan een jaar een regering van lopende zaken en daar lijkt momenteel geen verandering in te komen. Na de verkiezingen van juni 2010 hebben de leden van The Rott Childs de politieke ontwikkelingen gevolgd, maar nu hebben ze al lang afgehaakt. Het eindeloze onderhandelen en palaveren over dezelfde thema’s helpt niemand vooruit en de impasse blijft. In de grotere constellatie van Europa en de wereld stelt wat hier gebeurt weinig voor. Het is allemaal zeer oppervlakkig en het is meer Europa dat de wet dicteert dan België. Daar loopt er al zoveel fundamenteel fout dat het weinig zin heeft om nog te reflecteren over Belgische politiek.    

Tot slot willen The Rott Childs nog een oproep lanceren. Ze hebben een eenzame vriend en die is op zoek naar een vriendin. Meisjes die zich aangesproken voelen mogen altijd de redactie van Rock Tribune contacteren. Die brengt dan wel de boodschap over.

You

You
Electric Day
Time Code
Bureau B/Sonic Rendezvous

Midden de jaren zeventig waren er vooral in Duitsland groepen die aan de slag gingen met synthesizers en sequencers. Tot de meest beroemde behoren Tangerine Dream, Neu!, Harmonia en Kraftwerk. Met de Berliner Schule en Düsseldorfer Schule waren er twee belangrijke stromingen. De minder bekende act You is een vertegenwoordiger van die eerste. Deze band werd opgericht door het trio Udo Hanten, Albin Meskes en Uli Weber. Via Peter Bauman (Tangerine Dream) leerden ze drummer Harald Grosskopf kennen die zich op aanraden van producer Conny Plank bij het drietal aansloot voor het maken van een eerste elpee. Het experimentele karakter van hun muziek plus hun keuze voor zowel traditionele instrumenten (gitaar, drums) als nieuwerwetse keyboards liet You toe aansluiting te vinden bij een breed publiek. ‘Electric Day’ legt een link tussen rock, progressieve rock en krautrock. Typerend zijn de kosmische klanken. Tegelijk is het een avontuurlijk album ook al dankzij deze vele facetten. Deze heruitgave omvat vier bonus tracks, goed voor ruim een half uur extra muziek, met als afsluiter ‘Yousless’, een soort van R2-D2 monoloog.
Na hun debuut in 1979 kwam You pas vier jaar later op de proppen met een tweede album getiteld ‘Time Code’. Het viertal was met het vertrekt van gitarist Uli Weber en drummer Harald Grosskopf intussen afgeslankt tot een duo. De nadruk ligt nog meer op door electro gedomineerde muziek waarbij nu ook de drumcomputer zijn intrede doet. Het totaalgeluid maakt een wat klinische, afstandelijke indruk, al probeert men dit te ondervangen met een gevarieerd aanbod van toegankelijke, meer melodieuze composities afgewisseld met  soms vreemde, helemaal door synthesizers gedomineerde tracks. De twee bonusnummers leggen iets andere accenten. Lovenswaardig, maar hier ten huize krijgt ‘Electric Day’ hoe dan ook de voorkeur op ‘Time Code’. 

Werner Nadolny’s Jane

Werner Nadolny’s Jane
Eternity
Saol/CMM/Bertus
De bijna pensioengerechtigde Werner Nadolny (64) krijgt er maar niet genoeg van. Ook niet na de in 2010 uitgebrachte ‘Live In Concert’ dvd om het veertigjarig bestaan van Jane te vieren. Een aantal van de nummers op deze ‘Eternity’ werden toen als kennismaking reeds live gebracht. Rond ‘Eternity’ is een mooi verhaaltje geweven rond het getal ‘zeven’ als symbool en heilig getal. Dit kan de compositorische armoede niet maskeren, want op deze schijf slaagt componist Nadolny er niet in om zeven eigen nummers bij elkaar te harken. Om numeriek aan het juiste cijfer te komen zag het gezelschap zich genoodzaakt om uit te pakken met een cover van Uriah Heeps ‘Circle Of Hands’ en een soort reprise met ‘radio edits’ van ‘Borrowed Times’, ‘Roses On The Floor’ en ‘Triptych’. Qua muziekstijl is men blijven steken in de jaren zeventig. Het resultaat is belegen symfonische rock, voor het merendeel wel goed gespeeld en gezongen. Alleen ‘Space Waters’ is beschamend slecht, net als ‘A Little Big While’ waarin Nadolny’s oude vlam en vergane glorie Jutta Weinhold, samen met zanger Torsten Ilg, het lied mee de vernieling in zingt. Als je daar nog de eerder aangehaalde, overbodige herhalingen aan toevoegt dan stelt dit album heel weinig voor. Dat hier nog überhaupt een publiek voor is te vinden kan zelfs deze bijna zestiger moeilijk vatten. 

J21


J21
Beyond The Holographic Veil
Floating World/Bertus
J21 is het alias voor de in Barcelona geboren Joseph Diaz ook bekend als J. D’Amour. Joseph begon gitaar te spelen als hij tien jaar oud was. Onder invloed van inspirator Frank Zappa werd hij al vroeg gestimuleerd om zelf muziek te componeren. Toeval wil dat op zijn zestiende verjaardag Zappa kwam te overlijden. Diaz zijn wereld stortte in en deze gebeurtenis speelt tot op vandaag een rol van betekenis in zijn leven. ‘Yellow Mind, Blue Mind’ (2008) was J21 zijn eerste solo album waaraan onder meer Graham Bonnet, Trey Gunn, Geoff Tyson en Ed Mann hun medewerking verleenden. Ook op de opvolger ‘Beyond The Holographic Veil’ zijn Mann en Tyson opnieuw van de partij. Andere bekende namen die meewerkten aan het maken van deze schijf zijn Don Preston, Scott Thunes en Robert Martin die net als Ed Mann met Frank Zappa hebben gespeeld en Reeves Gabrels en Mike Garsons die beide aan de slag waren bij David Bowie. Al hoor je de geest van Zappa rondwaren in de composities – vooral in mini epos ‘The Jupiter Trilogy’ is de meester prominent aanwezig - toch probeert J21 grotendeels eigen accenten te leggen. ‘Beyond The Holographic Veil’ is een plaat die hoe dan ook thuishoort in het progressieve rock kamp. Qua stijl leent Diaz elementen van zowel bands uit de jaren zeventig als tachtig.  De songs zijn relatief kort en ook de gitaarsoli zijn gevat en gevarieerd. De nummers zijn bijna allemaal midtempo. Dit en het feit dat het volume en het bereik van J21 zijn stem beperkt zijn zwakken het geheel wat af. De door Mike Garson op piano gespeelde eigen composities ‘Calm’ en ‘Perpetuum’ en de wat fellere tracks ‘Shadowlife’ en ‘Last Drops Of Life’ brengen meer verscheidenheid. ’21° East’ en ‘21° West’ zijn dan weer spielereien van de hand van Don Preston. Tot het betere werk behoren het door Robert Martin gezongen ‘I Can’t Remember’, het instrumentale ‘The Inventor Of Paradox’ en ‘The Life And Death Equation’.

Gnô


Gnô
Cannibal Tango
Sensory/Bertus
In 2002 bracht dit Franse drietal met ‘Trash Deluxe’ een eerste plaat uit. Waarom het zolang heeft geduurd voor er een opvolger zal waarschijnlijk te maken hebben met het feit dat frontman/gitarist Christophe Godin ook nog actief is in het jazz/metal combo Mörglbl en bezig is met zijn solo project Metal Kartoon. Naast zanger/gitarist in de genoemde acts is Christophe Godin als virtuoos op de zes snaren eveneens een veel gevraagd muzikant om gastrollen te vervullen op andermans albums of mee op tournee te gaan. Naast de technische capaciteiten, want ook bassist Gaby Vegh en drummer Peter Puke zijn uitstekende muzikanten, zijn typerend voor het trio hun driestemmige samenzang en gevoel voor humor. De uitkomst is niet altijd even pakkend, want het is niet altijd vanzelfsprekend om een evenwicht te vinden tussen brutale metal, heavy rock en melodieuze poprock. Dat is het grote nadeel van dit soort van muzikale kruisbestuivingen. Meestal slaagt het drietal in zijn opzet en ‘Cannibal Tango’ bevat een aantal leuke, stevige, door snelle gitaarriffs gedomineerde, fraai gezongen songs al vrees ik dat voor de echte metalheads sommige nummers te licht uitvallen en andere dan weer voor de modale rockliefhebber te hard aankomen. Heel grappig als ‘hidden track’ is hun poging om een a capella versie te brengen van ‘Fever (The Battle Rages On). 

Ghost Brigade


Ghost Brigade
Until Fear No Longer Defines Us
Season Of Mist
Na het imponerende ‘Isolation Songs’ van twee jaar geleden zou het voor de heren van Ghost Brigade niet vanzelfsprekend worden om dit album te evenaren, laat staan te overtreffen. Na verschillende luisterbeurten besef je dat dit helemaal niet heeft meegespeeld in het maken van deze ‘Until Fear No Longer Defines Us’. Al ligt deze schijf helemaal in het verlengde van ‘Isolation Songs’ en zullen sommige dit zien als een herhalingsoefening. Ghost Brigade is op zijn elan verder gegaan, rekening houdend met hun eigen gevoelens en gedachtegoed en dat werpt zijn vruchten af. Met ‘Divine Act Of Lunacy’ en ‘Grain’ hebben ze zelfs twee mogelijke hitsingles in de aanbieding. Dat deze Finnen een unieke balans hebben gevonden in het integreren van uiteenlopende subgenres in hun totaalgeluid bewezen ze met hun twee voorgaande releases. Dit derde werkstuk schetst in de eerste plaats een overweldigend sfeerbeeld waarin melancholie, spijt, beproeving, hartzeer, hunkering en verlangen worden uitgedrukt in afwisselend grimmige, rauwe nummers en tragere, stemmige songs. Opnieuw vallen alle stukken op zijn plaats en vormen de in stijl verschillende composities een prachtig en welluidend geheel. ‘Until Fear No Longer Defines Us’ verschijnt op 19 augustus.

maandag 25 juli 2011

Sun Caged


Sun Caged
The Lotus Effect
Lion Music/Bertus
Constante binnen de Nederlandse, progressieve metal act Sun Caged is dat men er telkens vier jaar over doet om een nieuwe plaat uit te brengen. Niet bewust, want allerlei persoonlijke gebeurtenissen en artistieke penarie zorgden voor vertraging. Maar nu is het eindelijk zo ver en is nummer drie een feit. Met ‘The Lotus Effect’ legt het gezelschap de lat erg hoog en zijn de aspiraties al van bij de eerste noten manifest aanwezig. Om dit extra te onderstrepen pakt Sun Caged uit met een majestueus epos, ‘The 8 Auspicious Symbols’ als finale. De groep boorde niet alleen voor deze suite een bron van diversiteit aan. Kenschetsend voor alle composities zijn de uiteenlopende contrasten tussen de songs onderling. Gaande van relatief toegankelijk (‘Ashes To Earn’) tot erg complex (‘On Again / Off Again’). Sommige stukken klinken herkenbaar, maar dat lijkt me logisch, want het genre heeft ook zo zijn beperkingen. Net zoals ieder zichzelf respecterende prog band een minimum aan solo momenten moet incalculeren. Toch probeert Sun Caged een eigen profiel uit te tekenen en dat lukt hen hier aardig. Liefhebbers van prog metal zullen het delirium nabij zijn na het beluisteren van dit bijna meesterwerk. 

Melmac


Melmac
Le Désert Avance
Ronda
Frans duo bestaande uit de broers Reverter die hun muzikale exploraties en die van gelijkgestemde zielen op Ronda, een eigen in het leven geroepen label de wereld insturen. Het tweetal kiest voor instrumentale rock  gebruik makend van een breed spectrum, gaande van minimalistische drones en stormachtige explosies tot bizarre geluidssculpturen. Die roepen vele stemmingen op: soms verontrustend, drukkend of ingetogen, dan weer hallucinant, abstract of broeierig. De broers die zichzelf Anaconda en LuckyR noemen experimenteren en improviseren door middel van feedback en distortion. Van de dreiging die uitgaat van een compositie als ‘Killer’ ga je ongemakkelijk op je stoel heen en weer zitten schuiven. Om maar te zeggen dat de muziek van Melmac gevoelsmatig op je inwerkt. Meest toegankelijk is de titelsong, tegelijk het enige nummer met tekstbegeleiding. Hoogst tot de verbeelding sprekend het langzaam opgebouwde en imposante ‘Soldat’.

Mandrake Project


Mandrake Project
Transitions
glassVille Records/Bertus
Het Nederlandse label glassVille heeft naast Riverside, Paatos en Sun Domingo nu ook Mandrake Project onder zijn vleugels. De titel van het acht man sterke gezelschap hun derde worp mag je letterlijk nemen. De groep zit in een overgang en dit heeft onder meer te maken met hun kennismaking met Steven Wilson (Porcupine Tree, Blackfield) en manager en oprichter van glassVille, Rob Palmen (Riverside, The Pineapple Thief). Voor het eerst in het werk van Mandrake Project neemt een zanger een prominente plaats in. De glasheldere stem van John Schisler scheert hoge toppen en geeft de cinematografische composities nog extra kleur. Naast Schisler vormt ook de komst van toetsenist Denny Karl een belangrijke schakel in de eclectische muziek van Mandrake Project. De groep spiegelt zich op ‘Transitions’ onder meer aan acts als Elbow, Sigur Ros en The Arcade Fire met als gevolg dat dit hun meest toegankelijke werk is, al blijven de songs gekunsteld en sterk thema gebonden. Aan hoogtepunten geen gebrek op deze ‘Transitions’. Ronduit schitterend zijn nummers als ‘Wide Open’, ‘Given Away’, ‘In Love’, ‘Black Bag’, ‘Dry In The Quarter’ en ‘The Old Is New’. Behalve ‘Diabolique’ zijn we iets minder te spreken over de instrumentale fragmenten, doch dat is in dit geval slechts detailkritiek. ‘Transitions’ is een plaatje om te koesteren en ontelbare keren naar te luisteren. 

Infinite Light Ltd.


Infinite Light Ltd.
Infinite Light Ltd.
Denovali Records
Een collaboratie tussen Nathan Amundson (Rivulets) Aidan Baker (Nadja, ARC, Whisper Room) en Mathew Sweet (Boduf Songs) leidde tot de release van een eerste cd uitgebracht onder de vlag van Infinite Light Ltd. De composities kwamen tot stand via een uitwisseling van digitale bestanden tussen elk van de drie protagonisten. Het samenbrengen van de verscheidenheid aan elementen leidde tot een collectief scala van hun verschillende muzikale projecten. Naast het gemeenschappelijke aspect herkend men duidelijk de muzikale eigenheid en inbreng van ieder individu. Het resultaat is een intimistische, sombere weerspiegeling van een eigen universum aan de hand van minimalistische en abstracte songs opgetrokken uit bouwstenen van folk, ambient, noise, blues en drone. Het album werd ingeblikt in de winter van 2010. Blijkbaar heeft dit zo zijn invloed gehad op de gemoedsgesteldheid, want de impact van dit jaargetijde is niet te onderschatten. Een langspeler met een barre weerklank, maar wel wondermooi. 

Gates Of Dawn


Gates Of Dawn
Lucid Dreaming
Sonorium Records
Voor hun tweede cd heeft dit Duitse zevental al zijn mogelijkheden benut om goed voor de dag te komen. Voor het schrijven van nummers kreeg frontman Matthias Abel hulp van drummer Carsten Warkus en bassist Jan Bairlein. Dat leverde zestien tracks op en voor ruim zeventig minuten aan muziek. Het complete groepsgeluid is mee te danken aan violiste Tina Thomasberger, de synths en soundscapes van Christoph Sarrah, de tweestemmige zangpartijen van Abel en Martina Lenz en de stevige ritmetandem Warkus/Bairlein. Ook de productie namen ze in eigen handen. Tijdens het eerste kwart van het album imponeert het septet. De mix tussen gothic metal en stevige rock, de kwaliteit van de songs is uitstekend en de romantische, dromerige electro en strijkers componenten en de  dramatiek van de teksten vervolledigen het palet. Dat het moeilijk is om dit niveau meer dan een uur aan te houden leek me zonneklaar. De draagkracht van Gates Of Dawn heeft inderdaad zijn beperkingen en in het aanbod aan nummers zijn een paar mindere composities geslopen. Dat men de luisteraar waar voor zijn geld wil geven is nobel, doch men had beter songs als ‘Hunting Me’, het lijzige ‘Nobody Returns’, het hoogdravende ‘White Cube’ en ‘Treasures Of Satan’ waarin de poging tot ‘grunten’ van Matthias jammerlijk de mist ingaat, niet in de speellijst opgenomen. Liever zestig of zelfs maar vijftig minuten muziek, maar dan wel van de bovenste plank. Nu blijft het een lange rit om uit te zitten. 

Eufobia


Eufobia
Cup Of Mud
Wizard Ltd.
Viertal afkomstig uit Bulgarije dat zelf hun muziek omschrijft als aanleunend bij death ’n’ roll.  Ze brachten met ‘Insemination’ al een eerste cd uit in januari 2010 die vooral in de Balkan landen positief werd onthaald, maar het is deze ‘Cup Of Mud’ die voor Eufobia de poort naar Europa moet openen. Of dat met deze vorm van death metal zal lukken is maar zeer de vraag. Muzikaal koppelt men splijtende riffs aan harmonieuze en groovy ritmes. ‘Violin’ heeft zelfs iets van een folk rock nummer. De instrumentale versie ervan als sluitstuk hoefde niet zo nodig. En wat gezegd van een hernieuwde bewerking van ‘Maligna’, een oud nummer uit 2005. Naast de reguliere songs bevat het schijfje ook nog twee videoclips. Daarin bevestigt het combo alle stereotiepe kenmerken van het genre. De eigen inbreng bestaat uit seksuele toespelingen (lederen pakjes, kettingen, slangen, halfnaakte, rondborstige dames). Erotiek en seks blijken belangrijke thema’s te zijn voor de knapen van Eufobia wat ook al tot uiting kwam op hun debuut. Het klinkt allemaal nogal jongensachtig en onvolwassen. Artistiek voegt men weinig of niets toe aan de bestaande death metal scene. Wel opvallend is de hoestekening van de hand van Costin Chioreanu die ook al de cover deed van ‘Insemination’. Met dit verschil dat het mens op ‘Cup Of Mud’ deze keer haar tanden laat zien. Wat niet kan gezegd worden van de vier muzikanten. 

Earthling Society


Earthling Society
Stations Of The Ghost
4Zero Records
Dit Engelse combo onder leiding van Fred Laird laat zich inspireren door een amalgaam  aan groepen en artiesten. Daar zitten een paar vreemde vogels tussen als Ash Ra Tempel, Groundhogs, Blue Cheer en Walter Carlos (na een seksoperatie in 1969 door het leven stappend als Wendy Carlos), die voor het eerst van zich lieten horen in de jaren zestig en begin de jaren zeventig van de vorige eeuw. Uit al die verschillende stijlvarianten en invloeden probeert Earthling Society sinds zijn oprichting in 2004 een eigen groepsgeluid te distilleren. Op hun vorige cd ‘Sci-Fi Hi-Fi’ van twee jaar geleden legde men het fundament waar ze nu met ‘Stations Of The Ghost’ op verder bouwen. Andermaal krijg je een mallemolen van geluiden die samen worden gesmeed tot een eigen caleidoscopisch universum gebaseerd op de kracht van herinnering en gekoppeld aan een eigentijdse visie op de huidige muzikale trends. Dat men daarbij soms een vreemde wending of een haakse bocht maakt zorgt ervoor dat deze muzikale reis alleen nog maar avontuurlijker wordt. Bijvoorbeeld in het veertien minuten durende ‘Child Of The Harvest’ hoor je ‘en passant’ psychedelische rock, jazzrock, funk, indie en symfonische rock voorbij schuiven. Helemaal doldraaien is toegelaten tijdens de lange ‘acid trip’ genaamd ‘Night Of The Scarecrow’.  Tijdens ‘Lola Daydream’ mogen de wierookstaafjes worden aangestoken en de spacecake geserveerd om dit uurtje verkenning in de ruimte op een passende manier af te sluiten. Earth Society onderscheidt zich met deze ‘Stations Of The Ghost’ zowel op tekstueel als muzikaal vlak van het gros van de moderne space rockers. Wie weet brengt deze stijgende curve van creativiteit hen wel tot in de stratosfeer.  

3 Seconds Of Air


3 Seconds Of Air
We Are Dust Under The Dying Sun
tonefloat
Wie dacht dat het bij een eenmalige samenwerking zou blijven komt bedrogen uit. In de nasleep van ‘The Flight Song’ dat slechts in twee dagen (op 7 en 8 februari 2009) werd opgenomen heeft het triumviraat Paul Van Den Berg, Martina Verhoeven en Dirk Serries tijdens de rest van de winter en de lente van 2010 hun vruchtbare coöperatie bezegeld met het uitwerken van nog een aantal composities. Alleen de locatie was anders: lekker thuis in de home studio in plaats van in een kille, onverwarmde kapel. Het resultaat is nu te horen op deze ‘We Are Dust Under The Dying Sun’. Wat meteen opvalt zijn de baslijnen van Verhoeven die een meer vooraanstaande plaats innemen. De twee gitaristen zetten elk op hun eigen manier de gitaarlijnen uit. De beslotenheid van de studio geeft de muziek ook een andere, zweverige dimensie. De sfeer is intimistisch, afgepast, desolater ook en er gaat een lichte dreiging vanuit. Als luisteraar kan je niet anders dan met de stroom mee te gaan en je te laten overweldigen door deze subtiele constructie en de minimalistische invulling. Net als bij ‘The Flight Of The Song’ bevat de elpee editie met  ‘In The Dark Ocean Of Agony Anand Affliction’ en ‘With Storms To Battle, When Heaven Rebels’ twee extra tracks. Wie zich ’We Are Dust Under The Dying Sun’ wil aanschaffen kan beste een kijkje nemen op de site van tonefloat. 

donderdag 14 juli 2011

The Rott Childs


The Rott Childs – 9 juli 2011 – DOK, Gent

Een gezellige zomeravond op een leuke locatie in Gent, de Oude Dokken gelegen aan de Koopvaardijlaan. Er zijn plannen om deze wat verwaarloosde buurt terug leven in te blazen en hoe kan je dat beter doen dan met allerhande initiatieven te organiseren. Eén ervan is beginnende groepen een kans geven om op te treden. Dat gebeurt in de DOKkantine, waarbij een afgesloten gedeelte van het complex ingericht is als café met buitenterras. Het Limburgse viertal The Rott Childs kwam er zaterdagavond zijn eerste cd, ‘Riches Will Come Thy Way – A Musical’ voorstellen. Een halfuurtje later dan voorzien begon het kwartet aan zijn set. De opkomst was aan de lage kant, maar dat belette de heren niet om flink van jetje te geven. Oorverdovend luid ging men te keer en een spervuur van georkestreerde chaos was je deel. Een foute intro, een technisch mankementje, niets kon het viertal uit zijn lood slaan. Opmerkelijk hoe men met speels gemak de songs er door jaste. Ik denk dat ze toch een paar extra repetities hadden ingelast vooraleer af te zakken naar Gent. Beste uitvoering waren splijtende versies van ‘Secret Handshake’, ‘Currency’ en ‘People vs Megiddo’. Na ongeveer een half uur was het afgelopen. Veel te kort en te snel voorbij, een indruk die na afloop ook de muzikanten hadden. Volgende keer als ze naar Gent afzakken willen we The Rottchilds zien in een grotere zaal en moeten ze minstens een uur lang spelen.

Lento



Lento

Muziek, beeldend van aard

Het Italiaanse Lento bracht in mei jongstleden met ‘Icon’ een tweede langspeler uit als opvolger voor het eind 2007 verschenen debuut ‘Earthen’.  Tijdens de release maand van ‘Icon’ waren ze op tournee en het heeft heel wat moeite gekost om één van de heren te pakken te krijgen voor een interview. Het was uiteindelijk gitarist/bassist Lorenzo Stecconi die ons te woord stond.

Op welke leeftijd kwamen jullie voor het eerst in contact met rockmuziek?
Al op heel jonge leeftijd. Zelf kocht ik mijn eerste gitaar toen ik zeven jaar oud was. Muziek heeft in ons leven altijd een belangrijke plaats ingenomen. Dat geldt voor ieder van ons.

Waarom heb jullie gekozen voor deze muziek en bijvoorbeeld niet voor metal, gothic, punk of popmuziek?
We luisterden naar alle soorten muziek, ook naar de genres die je opsomt. Waar we voor kozen was het beste wat bij ons paste, zowel wat betreft de vorm als het denkpatroon. We voelden ons daar ook comfortabel bij. Sinds het prille begin van Lento zochten we niet naar een specifieke stijl, doch eerder naar een klank of toon. Door de jaren heen zijn we geëvolueerd en representeert ons huidige geluid waar we vandaag als groep voor staan.

Waarom instrumentale muziek? Nooit overwogen om op zoek te gaan naar een zanger?
Ja, toch wel. Spijtig was er niemand die aan onze verwachtingen beantwoordde. Onder meer omdat we live meestal in kleine clubs en heel erg luid spelen. Een zanger moet daarboven uit kunnen stijgen en dat lijkt me niet altijd evident.

Jullie hebben geen behoefte aan teksten om jullie gevoelens uit te drukken?
Tot nu toe niet, maar dat kan ooit nog wel het geval zijn. We zullen later wel zien … .

Waarom noemt jullie nieuwe album ‘Icon’?
Giuseppe was de eerste om dit aan te brengen. Hij is er bedreven in het vinden van concepten en woorden die wonderwel passen bij de suggestieve uitdrukking van onze muziek. Wanneer we op het punt waren gekomen dat we een albumtitel moesten kiezen, mikten we op een formulering met een ‘grafische betekenis’ eerder dan de echte zin  van het woord. Bovendien was ‘Icon’ de eerste song die we voor deze plaat hadden gecomponeerd en dit nummer gaf meteen de weg aan die we met dit werkstuk wilden bewandelen.

Schrijf je voortdurend nieuw materiaal of zijn er periodes tijdens dewelke je meer inspiratie hebt dan anders?
Bij ons is het eerder dat laatste. Het schrijfproces verloopt altijd moeizaam en lastig. Op het einde zijn we altijd helemaal uitgeput en hebben dan dringend nood aan een soort van adempauze. We moeten stoom aflaten en het kan zijn dat we dan live concerten gaan spelen of voor een bepaalde periode helemaal niet meer spelen.

Op welke manier zijn alle groepsleden betrokken in het schrijfproces?
Het speelt zich af op verschillende niveaus en het verschilt van persoon tot persoon. Meestal zijn het Giuseppe en Donato die met invallen, riffs en drumpatronen op de proppen komen. Als laatste komen dan nog de partijen voor derde gitaar en basgitaar. Hoe dan ook, iedereen is betrokken bij de finale uitwerking en draagt een deel van de verantwoordelijkheid om het juiste evenwicht tussen instrumenten en compositie te vinden.

Zijn jullie naast Lento betrokken bij andere muzikale projecten?
Donato heeft, samen met Paolo Tornitore, een vriend van ons, nog een ander project lopen onder de naam Lloyd Turner. Zelf ben ik hun producer en speel basgitaar als ze gaan optreden.

Hoeveel tijd spenderen jullie aan repeteren?
We repeteren lang en vaak. Als we werken aan nieuwe nummers is dat meestal in sessies van drie uur en dat vier keer per week. Tijdens het schrijfproces moeten we gefocust blijven en dus is het aangeraden om zoveel mogelijk tijd samen door te brengen in de repetitieruimte. We gaan daar mee door tot wanneer iedereen tevreden is met het resultaat.

Waar halen jullie de inspiratie en zijn er artiesten die de muziek van Lento beïnvloeden of waar jullie naar opkijken?
De bezieling en muze komt een beetje van overal. We proberen om onze persoonlijke waarnemingen en belevenissen zowel individueel en als groep in onze muziek te laten doordringen. Als ik een paar namen van artiesten moet opnoemen dan denk ik in de eerste plaats aan Swans, Neurosis, Ennio Morricone en Angelo Badalamenti. Maar algemeen gezien hebben we een heel ruime smaak en komt een brede waaier van acts in aanmerking gaande van Darkthrone tot Death en Stars Of The Lid.

Zijn jullie professionele muzikanten? Hebben jullie muziek gestudeerd?
Nee, helemaal niet. Enkele van ons hebben in het verleden wel eens een paar lessen theorie gevolgd, maar we zijn geen van allen geschoolde muzikanten.

Wat doen jullie voor werk?
Ieder van ons heeft een baan. Als muzikant is het in Italië bijna onmogelijk om van je muziek comfortabel te leven. Misschien als je 200 dagen per jaar gaat optreden, maar dat is, voor ons toch, onbegonnen werk.

Hoe zwaar is het om het gezinsleven te combineren met een muziekcarrière?
Dat is niet op ons van toepassing. We zijn allemaal single en hebben (nog) geen kinderen. Wij zijn nog piepjong, maatje!

Hoe moeilijk is het voor een groep als Lento om zich te handhaven in het steeds snel veranderende muzikale landschap?
We geven geen ene moer om wat er gebeurt in de muziek business. We proberen op een eerlijke en oprechte manier onze eigen weg te gaan. We zijn niet geïnteresseerd in de nieuwste hype of een nieuwbakken en hip muziekgenre. Persoonlijk hou ik er van om op zoek te gaan naar nieuw talent ‘underground’. Liever dat dan te moeten luisteren naar de door de majors gedirigeerde wereldsterren.    

Voor de release van ‘Icon’ zijn jullie overgestapt naar een ander label. Wat was er mis met SuperNatural Cat en op welke manier is Denovali anders?
We zijn nog altijd goed bevriend met de mensen van Scat. Alleen waren ze het niet helemaal eens met ons huidige concept en de richting die we daarmee willen uitgaan. Denovali deed ons een voorstel dat we niet konden afslaan en we houden van hun aanpak als label. Die ligt helemaal in de lijn van wat we zelf voor ogen hebben. We waren reeds vertrouwd met hun catalogus en we houden wel van de artiesten die ze al onder dak hebben. En het zijn bovendien koele kikkers.

Heb je buiten muziek nog andere interesses?
Ik werk als audio ingenieur en studiotechnicus, dus ik ben elke dag met muziek bezig en dit beheerst ongeveer 80% van wat ik doe. Mijn voornaamste hobby is rond toeren in Rome op mijn stalen ros. Heb je ooit al eens in Rome rond gereden? De verkeersdrukte is enorm. Pure chaos. Ja, je moet een beetje gek zijn om daar tussen te gaan laveren.

Verzamel je dingen? Heb je een grote collectie?
Het liefst van al koop ik vinylplaten en cd's. En ja, mijn verzameling mag gezien worden. (lacht)

Weet je nog welke de eerste plaat was die je kocht met je eigen geld?
Dat moet de cassette geweest zijn ‘Live After Death’ van Iron Maiden. Dat was denk ik in 1992.

Italië wordt sinds enige tijd geconfronteerd met een toestroom van duizenden Afrikaanse vluchtelingen die met gammele bootjes zo in Europa proberen te geraken. Bestaat er een oplossing voor dit immense probleem?
Laatst ben ik naar een tentoonstelling geweest met als thema Italië en immigratie. 90% van de Italianen is blijkbaar vergeten dat vele tienduizenden van hen aan het begin van de vorige eeuw zelf vluchtelingen waren… .

Er is ook veel te doen rond de minister-president Silvio Berlusconi. Seksschandalen, fraude, omkoping, zijn controle over de media. Toch zijn er nog veel Italianen die in hem blijven geloven en hem zouden herverkiezen. Tot welk kamp behoor jij?
 De laatste keer dat ik ben gaan stemmen was ik nog heel jong. Ik heb geen vertrouwen in de autoriteiten. Links of rechts,  het is allemaal één pot nat.

Een ander heet hangijzer is het inzamelen van het afval in Napels. Of liever dat dit niet gebeurt en het vuil zich opstapelt in de straten… .
Ja, dat is een probleem dat dringend moet aangepakt worden. Tegelijk is het een krachtig instrument dat politieke partijen tegen elkaar kunnen gebruiken. De enige manier om dit op te lossen is de bevolking te sensibiliseren en hen te leren adequater om te gaan met afval door bijvoorbeeld te beginnen met sorteren en door hun aankoopgedrag aan te passen met recycleerbare en milieuvriendelijke producten te kopen.

Rome is de hoofdstad van de katholieke kerk. Ben jezelf katholiek? Hoe sta je tegenover godsdiensten in het algemeen? En wat vind je ervan dat men de vroegere paus Johannes Paulus II (Karol Józef Wojtyła) heilig wil verklaren? (pikant detail: zelf heeft hij als paus meer mensen heilig verklaart dan al zijn voorgangers).
Wel hij lijkt goed op weg, want hij is toch al zalig verklaard! Met al dat gedoe wil ik niks te maken hebben. Ik denk dat het christendom de bron is van heel wat problemen in de wereld. Het heeft alles te maken met intellectuele controle en het uitoefenen van macht.

Als uitsmijter: de grote rampen van de laatste maanden zetten opnieuw veel mensen aan het denken. Is de mensheid goed op weg om zichzelf uit te roeien of zal de natuur binnen afzienbare tijd het evenwicht herstellen en krijgen we een scenario in de stijl van ‘survival of the fittest’?
‘Niets zal de menselijke gezondheid en de kans op het voortbestaan van het leven op aarde zoveel verhogen als de evolutie naar een vegetarisch dieet’. Het is een citaat van Albert Einstein. Beter kan ik het niet zelf verwoorden.

Bezetting:
Lorenzo Stecconi
Giuseppe Caputo
Donato Loia
Emanuele Massa
Federico Colella

Discografie:
Ufomammut–Lento: Supernaturals Record One – SuperNatural Cat (2007)
Lento: Earthen - SuperNatural Cat (2007)
Lento: Icon (cd/lp) – Denovali (2011)

Syria


Syria
Spinning Nitrate
Black October Records
Deze ep, die met zijn speelduur van bijna een uur, eigenlijk een volwaardige full cd is werd tegelijk met ‘American Gothic’ uitgebracht. De sfeer is bijna identiek, op bepaalde momenten even drukkend en benauwd. De teksten vertonen meer morbide trekjes al blijft de wereld van Syria surrealistisch, kil en futuristisch. Muzikaal primeren techno, electro en industrial. Afgaande op mijn eerste, intuïtieve impressie klinkt ‘Spinning Nitrate’ minder verrassend dan ‘American Gothic’ en bevat het meer elementen uit de dansmuziek van de voorbije decennia. Dit plaatje blijft hoe dan ook zijn meerwaarde behouden. Al is het maar om nummers als ‘Moriarty’, ‘Aftershock’, ‘(Aspects Of) Neuromancer’ of ‘Ingrid Pitt’. Voeg daar nog de totale conceptuele impact aan toe, want net als bij ‘American Gothic’ maakt het hoesontwerp en de fotografie deel uit van het geheel. Wat dat laatste betreft koos men voor werk van de Canadese fotografe Natalie Daoust. Meer bepaald het project ‘Tokyo Hotel Story’, een exploratie van de vrouwelijke seksualiteit, het auto-erotische en het afrekenen met stereotiepe eigenschappen toegeschreven aan het geslacht. Met ‘American Gothic’ en ‘Spinning Nitrate’ van Syria kan je een dubbelslag slaan die je nog lang zal heugen.

Riverside


Riverside
Memories In My Head
GlassVille Records/Bertus
Het Poolse Riverside viert zijn tiende verjaardag met deze drie nummers tellende ep. Dit stijlvolle kleinood biedt ruim een half uur luisterplezier en etaleert zich als een reflectie op hun tot op heden gemaakte carrière. De groep heeft zijn groepsgeluid nog uitgediept en verfijnd door een grote verscheidenheid aan elementen van veertig jaar progressieve rock geschiedenis op een uitgekiende manier in te passen. De opbouw van de drie composities is zonder meer schitterend. Alleen al in ‘Goodbye Sweet Innocence’ doorloop je alle stadia gaande van ingetogen bij ambient aanleunende fragmenten over space en psychedelische rock tot progressieve metal uitbarstingen. Hier valt echt niets tegen in te brengen. Prachtige zang, prima gitaarwerk, intelligente drumpatronen en karakteristieke keyboards en synths. Een absolute aanrader voor elke liefhebber van groepen als Porcupine Tree, Rush, UK, Pink Floyd, Marillion of Anathema. ‘Memories In My Head’ is te koop vanaf 20 juni.

Yuko


Yuko
As If We Were Dancing
Unday Records
Drie jaar hebben ze gewerkt aan de opvolger voor het herfstige en alom bejubelde ‘For Times When Ears Are Sore’. Op ‘As If We Were Dancing’ gaat het collectief wat heftiger te keer al blijft de nadruk liggen op het ‘kleine’, het meer naar binnen gerichte, het droevige, het kinderlijke. Songs voorgesteld als mooie miniaturen, die bijwijlen door een onverklaarbare, experimentele drift te maken krijgen met oude speelgoed keyboards of de vreemde stembuigingen van frontman Kristof Deneijs. Vooral die laatste gaat zich te buiten aan een paar vocale excessen waar ik het moeilijk mee heb. Van de postrock intenties op hun debuut blijft ook al niet veel overeind. Opener ‘The View Was Bad (That’s Why)’zet de toon en huppelt op een rustig popritme. Een leuke introductie die een voortzetting krijgt met het naar een crescendo gestuwde ‘Undiscovered’ en de vrolijke single ‘Dolly Parton’. In ‘When You Go Blind’ krijgt zanger Kristof plots de behoefte om een klaagzang in te zetten, net als in ‘When I’m Awake I’ll Handle It’ en ‘Northorn’. Nummers die je een kater bezorgen zonder dat je daarvoor naar de fles hebt moeten grijpen. Gelukkig wordt nog een en ander rechtgezet, bijvoorbeeld in het heel fraaie ‘You’re Better Off’ en de mooie afsluiter ‘Hole In The Ground’. Al is het kwaad inmiddels geschied.