zaterdag 30 juni 2012

The Pirate Ship Quintet


The Pirate Ship Quintet
Rope For No-Hopers
Denovali Records
Deze Britse, in zijn huidige configuratie, zeven man sterke band heeft er ruim zijn tijd voor genomen (vijf jaar) om een opvolger in elkaar te boksen voor hun in 2007 verschenen titelloze debuut ep.  ‘Rope For No-Hopers’ telt slechts vijf tracks waarvan er drie een speeltijd van tien minuten of meer hebben. Een belangrijke speler binnen het gezelschap is cellist Sandy, voltijds muzikant bij het National Orchestra van Wales. De grondslag voor de muziek van The Pirate Ship Quintet situeert zich binnen het kader van hedendaags klassiek en minimalistische (post)-rock en is overwegend instrumentaal. Als er gezongen wordt dan gebruikt men brute kracht en trekt schreeuwboei Terrence alle registers open om zo een maximaal effect van wanhoop en radeloosheid te bekomen. Zelf refereren ze hierbij naar het subgenre screamo. Wanneer ook nog drums en gitaar venijnig te keer gaan (‘Dennis Many Times’, ‘That Girl I Used To Live In’) dan kan je eerder spreken van een post-metal geluid dan van post-rock. De overheersende weemoedige, statige muziek staat een beetje haaks op hun speciale gevoel voor humor, het gekscheren en het verwerken van abstracte ideeën in hun songtitels en teksten. Luisteren naar ‘Rope For No-Hopers’ is een proces van loutering, een spirituele zoektocht naar de ultieme purificatie. 

North Atlantic Oscillation


North Atlantic Oscillation
Fog Electric
Kscope Records/Bertus
Het Schotse North Atlantic Oscillation brengt met ‘Fog Electric’ een opvolger uit voor het in 2010 goed ontvangen ‘Grappling Hooks’. Het trio laat zich niet in een bepaalde hoekje duwen. Daarvoor is hun muziek te veelzijdig. Je hoort progressieve rock elementen doorweven met elektronische muziek, pop en rock. Twee van de drie muzikanten – Sam Healy en Chris Howard - nemen dikwijls samen de zang voor hun rekening. Dat en het gebruik van synthesizers, gitaren, drums en doorsijpelende, fijnzinnige (één keer stormachtige) electro motiefjes waarbij alles door producer Tony Doogan (Super Furry Animals, Teenage Fanclub, Belle & Sebastian, Mogwai) perfect wordt uitgetekend. Alles samen geeft dit het album een weids, groots spectrum en een licht futuristische en ijle klank die wordt afgewisseld met intimistische, soms dromerige fragmenten en felle gitaar uithalen en donderend tromgeroffel. Het maakt van ‘Fog Electric’ ook een avontuurlijke, opwindende trip die je met gerust gemoed verschillende keren na elkaar kan afspelen. Telkens weer ontdek je ergens leuke details die je bij de vorige luisterbeurt zijn ontgaan. Naast ‘Chirality’ zorgen ‘Empire Waste’, ‘Savage With Barometer’ en ’Expert With Altimeter’ voor een muzikale apotheose die nog lang nagalmt.

Mothlite


Mothlite
Dark Age
Kscope Records/Bertus
Mothlite is het soloproject van multi-instrumentalist en componist Daniel O’Sullivan. Naast bandlid van Ulver werkt O’Sullivan regelmatig samen met Sunn 0))), Guapo, Æthenor, Miracle en Grumbling Fur. Op zijn na ‘Flax Of Reverie’ tweede solo uitstap verkent Daniel uiteenlopende muzikale paden. Daarmee gaat hij op zoek  naar zijn roots die zich ergens in de jaren tachtig situeren. Denk aan Talk Talk, Japan en Cocteau Twins. Tegelijk blikt hij in de toekomst en op een innovatieve manier komt er een fusie tot stand met futuristische, gepersonaliseerde geluidstromingen als dromerige pop, duister getinte gothic, experimentele en progressieve rock. Toch is het vooral de stijl van Ulver die boven komt drijven in de Mothlite sound. Het meest zichzelf is hij in nummers als ‘Something In The Sky’, ‘The Underneath’, ‘Dreamsinter Nightspore’ en ‘Red Book’. Vier composities die helemaal verschillend zijn opgevat en voor de nodige verscheidenheid zorgen. ‘Dark Age’ is een overwegend behaaglijk album met een onderhuids spanningsveld die het geheel een wat donkerder patroon geeft. Maar het is en blijft een werkstuk waarmee O’Sullivan bewijst dat hij een getalenteerd muzikant is en ook alleen zijn mannetje kan staan. 

Model Kaos


Model Kaos
Ghost Market
Danse Macabre
Alex M. Kintner, S.E. Rotwang en K.G., de drie muzikanten die samen Model Kaos vormen zijn veteranen in de muziekbusiness. Samen zijn ze goed voor zeventig jaar muziekkennis. Ervaring zat en dat hoor je ook wel in de stijl die ze zich aanmeten. Het drietal hun verschillende nationaliteiten geeft hen als groep ook een internationaal karakter. Als je er een naam moet opkleven dan brengt Model Kaos een mix van future pop en gothic. In het alternatieve danscircuit huppelen ze lekker rond op de tonen van ‘The More’ en ‘Love Is Murderous’. In bepaalde nummers gaat het meer midtempo en neemt het sombere aspect en een beklemmende sfeer de bovenhand. Dat is onder meer het geval in het door overstuurde gitaarklanken gedreven ‘Drowning In You’ en ‘Circles’. ‘Goodbye My Love’ en ‘Break My Heart’ maken je dan weer week in de onderbuik en klinken klef en sentimenteel. Wat de zang betreft moet er nog bijgeschaafd worden. Het gothic zangtimbre vloekt soms met de muzikale invulling van EBM en future pop. Alleen in ‘Your Desire’, ‘Emotionless’ en ‘Voices’ vallen de stukjes van de puzzel op hun plaats. Het is vooral dat laatste gegeven dat dit plaatje nekt en dit wordt nog eens pijnlijk benadrukt in afsluiter ‘The Calling’.

Faithless


Faithless
Passing The Baton - Live From Brixton
Nate’s Tunes/PIAS
Sinds hun oprichting in 1995 is Faithless uitgegroeid tot één van de beste dance acts ter wereld. Overal op deze aardkloot speelden ze in uitverkochte zalen voor een altijd dolenthousiast publiek. Daar komt een eind aan, want in maart vorig jaar werd aangekondigd dat Faithless ophield te bestaan. Er volgde nog een vaarwel tournee en één van de stopplaatsen voor twee dagen was de Brixton Academy in London. De weerslag van het tweede concert op acht april werd uitgebracht op cd en dvd. Wij kregen de cd versie toegestuurd en na een paar luisterbeurten kan je er al donder op zeggen dat deze ‘Passing The Baton’ een indrukwekkend orgelpunt is van een al even imponerende carrière. Oké, die bestrijkt slechts zes studio albums, maar die zijn stuk voor stuk overweldigend en er werden maar liefst twintig singles uit gepuurd. Sister Bliss en Maxi Jazz zijn hier in grootse doen en nemen het publiek mee op een rollercoaster aan hits en onweerstaanbare dansnummers als ‘Happy’, God Is A DJ’, ‘Tweak Your Nipple’, Insomnia’, We Come 1’. Eigenlijk zijn alle twaalf tracks klassiekers. De arrangementen werden op verschillende niveaus voor de live setting aangepast. Het geeft de nummers een eigentijdse en moderne tint en tijdloos karakter. Van bij het begin slaat de vlam in de pan en dat blijft zo tot de laatste noot wegsterft. Veel is te danken aan het feit dat er met bassist Stan White, drummer Andy Treacey, gitarist David Randall en vocalist Harry Collier een echte band op het podium staat. Spijtig dat het over en uit is, doch de drie protagonisten zullen nog wel van zich laten horen zij het alleen of in een ander of verschillend groepsverband.

Dimension Act


Dimension Act
Manifestation Of Progress
ProgRock Records/Bertus
Het progressieve metal front is weer een groep rijker. Dimension Act is afkomstig uit Noorwegen en heeft maar liefst vier jaar gewerkt en gesleuteld aan hun debuutalbum. Het vijf man sterke combo heeft weinig aan het toeval overgelaten. Alle instrumenten inclusief de zang werden telkens in een ander studio opgenomen en door gitarist Marius Nilsen samengesmeed tot één verhelderende productie.  ‘Manifestation Of Progress’ bevat alles wat je van een prog metal band kan/mag verwachten. Heftige, technisch hoogstaande geluidserupties worden afgewisseld met rustige piano en jazzy gitaarpartijen. Zanger Tom-Vidar Salangli heeft een machtig stembereik en het perfecte timbre, een absolute vereiste voor dit soort muziek. Dat drummer Frank Nordeng Røe (Withem, Big City, Marathon), bassist Tommy Granli (Dale, The Maudlin Hounds) en toetsen tovenaar Kristian Berg voorheen hun sporen verdienden als gewaardeerde en veelgevraagde sessiemuzikanten betekent voor Dimension Act – nu ze als vaste bandleden werden geworven - een meerwaarde. De teksten zijn van het pretentieuze gehalte dat net als de muzikale invulling kenmerkend is voor het genre. De materie beschrijft de speurtocht en het streven van de mens naar een ideaal bestaan of aanzijn. De plaat bevat slechts vier tracks.  De intro van ‘Cosmic Chaos’ zet al direct de juiste toon en ook de twee volgende composities zijn rijk en gevarieerd. De vierde, over dertig minuten uitgesmeerde track ‘Perspectives Chapter 1 -
Drawing The Lines Of Mortal Existence’ is groots opgezet en niet zonder risico. Het nummer is opgesplitst in zes delen met het steeds terugkerende thema als bindend element. Een flink deel is zuiver instrumentaal en de muzikanten maken daar dankbaar gebruik van om hun kunnen te etaleren. Met sprekend gemak kwijten ze zich van hun taak. Een aangename verrassing zijn ook de vocale gastbijdragen van zangeres Live Foyn Friis. Met ‘Manifestion Of Progress’ levert het vijftal een heel sterke prestatie waarmee Dimension Act zich meteen in de topgalerij van progressieve rock/metal nestelt. 

Anathema


Anathema
Weather Systems
Kscope Records/Bertus
Als tussendoortje bezondigde het Britse Anathema zich met ‘Falling Deeper’ (what’s in a name!) aan een naar mijn smaak overbodige remake van eigen songs. Gelukkig stelt men weer orde op zaken met deze ‘Weather Systems’ en wordt het probate recept van ‘We’re Here Because We’re Here’ (2010) verder uitgediept. Een uitloper ervan is de verdere positieve ontwikkeling van de zangcapaciteiten. Zo krijgt zangeres Lee Douglas een voornamere rol toebedeeld (onder meer in ‘Lightning Song’) en zingt Vincent Cavanagh bijwijlen de sterren van de hemel. Samen zorgen ze voor een vlaag van ultieme schoonheid in ‘Untouchable Part 2’. Muzikaal gaat men heftiger en een stuk potiger te keer dan op ‘We’re Here …’. Daarbij ligt het zwaartepunt op een meer gezwollen, richting progressieve rock afgestemd groepsgeluid. Sommige songs als ‘The Gathering Of Clouds’, ‘Lightning Songs’ en ‘Sunlight’ hebben een pragmatische benadering en worden geduldig opgebouwd om op een verheven punt langsheen de weg in een climax uit te barsten. Deze formule werkt niet altijd en net als op hun voorganger bezondigd Anathema zich aan een overdaad aan sentiment. Een aandrang die een song als ‘The Lost Child’ naar de verkeerde kant laat overhellen. Ondanks deze kanttekening blijft ‘Weather Systems’ een meer dan degelijk album. Anathema is nog altijd hongerig en de zoektocht naar vernieuwing blijft een stuwende kracht in het creatieve proces dat hier uitmondt in schitterende composities als ‘The Storm Before The Calm’ en ‘The Beginning And The End’.

zaterdag 16 juni 2012

The Cyborgs


The Cyborgs
The Cyborgs
INRI
Italiaans duo dat schuil gaat achter lashelmen en zich laat aanspreken met Cyborg-0 en Cyborg-1. Het tweetal brengt een mix van boogie en blues (denk aan Seasick Steve en Bob Log III). Je hoeft hen niet al te serieus te nemen. Met eenvoudige riffs en simplistische teksten proberen de twee lolbroeken je alleen maar aan het dansen te krijgen en dat lukt hen nog aardig ook. Het geheel klinkt wel eentonig en valt een beetje mager uit, want op een remix van ‘Human Face’ en een ‘Cyborgs Boogie’ reprise zaten we niet echt te wachten.

Summerlin


Summerlin
You Can’t Burn Out If You’re Not On Fire
Rude Records
Jonge, in 2008 in het leven geroepen pop/punk band uit Leeds. Op zoek naar nieuwe muzikale horizonten vond het viertal elkaar in het opzet om in de voetsporen te treden van Blink-182, The Offspring en New Found Glory. Een jaar later, na enkele veranderingen in bezetting, kreeg het groepsgeluid definitief gestalte met de release van een eerste ep ‘So Make Your Move’. De titel van hun debuut album is een bekende quote van Jim Morrison (The Doors) en staat symbool voor de inhoud. Het is hun manier om te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. De hardcore ondertoon maakt het plaatje wat gespierder en dat is leuk meegenomen.

Kabul Golf Club


Kabul Golf Club
Le Bal Du Rat Mort
Uproar For Veneration Records
Belgisch hardcore/noise combo afkomstig uit Tongeren, genoemd naar het in de Afghaanse hoofdstad gelegen golfterrein. Verwacht geen kirrende, zoetgevooisde stemmetjes noch melodieuze gitaarmotiefjes, maar bokkige riffs en schreeuwerige, dissonant klanken die zich doorheen de gehoorgang wringen en de trommelvliezen onder spanning zetten. Producer van hun debuut ep is Micha Volders die we nog kennen van El Guapo Stuntteam, Vermin Twins en The Rott Childs. De groep is op zijn best in het tragere ‘Fast Moving Consumer Goods’ en het splijtende ‘5 Minutes To Midnight’. Topplaat voor liefhebbers van pokkenherrie.

Vali Ohm


Vali Ohm
3000 Light Years
Casket Music/Plastic Head Music
Sinds 1990 is de Brit Danny Jackson actief in de muziekwereld. Joint Venture was de eerste en enige band waarin hij actief was. De elpee ‘Shabbat Aramadam’ was hun enige wapenfeit van betekenis. In 1995 viel dan het doek over Joint Venture en stonden de muzikale ambities bij Jackson een heel lange tijd op een laag pitje. Danny kreeg begin 2011 opnieuw de smaak te pakken en vat nu als einzelgänger onder het pseudoniem Vali Ohm een nieuw muzikaal avontuur aan. De titel ‘3000 Light Years’ laat vermoeden dat de richting waarvoor Danny Jackson koos space rock moet zijn. Opener ‘Jazz Up The Spacerock’ zit volgestouwd met alle bekende ingrediënten die het genre rijk is. Een gegeven dat eveneens in de negen volgende songs primeert. Het meest spijtige is de door effecten vervormde stem waarmee Danny zijn zwakke zangprestaties probeert te verdoezelen en de belachelijke gesproken samples die mee moeten helpen een beeld te schetsen van de eenzame reiziger op zijn tocht langs een door oorlog geteisterd landschap. Het komt allemaal erg amateuristisch over en de overvloed aan stereotiepen haalt het niveau danig naar beneden. ‘3000 Light Years’ is dan ook een erg zwakke plaat, afgezaagd en uit de tijd. Als er al een lichtpunt is dan is het ‘Club Outer Stratosphere’. De rest lozen en vlug wegwezen.

Tomorrow’s Outlook


Tomorrow’s Outlook
34613
Battlegod Productions/Bertus
Voor de opnames van hun debuutplaat wist het Noorse duo Trond Nicolaisen en Andreas Stenseth enkele sterren uit het hardrock, power en heavy metal circuit te strikken. Onder meer Graham Bonnet, Michael Kiske, Norman Kiersnowski en Charlie Zeleny zijn van de partij. De jongens fixeren zich op klassieke jaren tachtig metal en videomuziek van afgedankte computerspelletjes uit hetzelfde decennium. De vele gastmuzikanten staan garant voor meer dan degelijke uitvoeringen van de composities. Vooral de stem van Graham Bonnet imponeert nog altijd, maar ook Mike Gorham klinkt redelijk indrukwekkend en schittert in monumentale rock ballads als ‘A Song For You’,  ‘The Ethereal Dream’ en het krachtige ‘Doubt’. Van ‘The Ethereal Dream’ prijkt er nog een tweede versie op ‘34613’ gezongen door Michael Kiske, al wint Mike Gorham toch op punten zij het nipt. Het is allemaal weinig vernieuwend en verre van origineel, maar liefhebbers van voornoemde genres komen hier ruimschoots aan hun trekken.

The Diablo Swing Orchestra


The Diablo Swing Orchestra
Pandora’s Piñata
Candlelight Records
Dit Zweedse gezelschap kennen we nog van hun debuut ‘The Butcher’s Ballroom’ en toen vonden we het plaatje maar niks. Ook over de opvolger ‘Sing Along Songs For The Damned & Delirious’ hadden we weinig goeds te vertellen. We hadden eerlijk gezegd niet veel zin in een derde portie, ook al zijn die dan over zes jaar gespreid. Is het omdat na een zekere tijd alles went dat we vandaag een stuk positiever oordelen over de geschifte mix die het Diablo Swing Orchestra brengt of hebben ze echt een meer ideale balans gevonden tussen het amalgaam aan stijlen? Ten gronde is hun aanpak nog steeds hetzelfde gebleven. Feit is dat er nu meer lijn zit in de combinatie swing jazz, zigeunermuziek, mariachi, opera, symfonische rock, musical en metal. Zangeres Annlouice is gegroeid in haar rol. Hetzelfde kan gezegd worden van haar mannelijke tegenhanger in de band, gitarist/zanger Daniel Håkansson, die een groter aandeel krijgt wat de bontheid nog meer ten goede komt. De zeven muzikanten onder leiding van trompettist Martin Isaksson vormen een hechter geheel en zijn beter op elkaar ingespeeld. Meest opvallende en gedurfde songs zijn ‘Aurora’, ‘Justice For Saint Mary’ en ‘Exit Strategy Of A Wrecking Ball’. Soms trapt men nog in dezelfde val waar men in het verleden in tuimelde. Dat is het geval in ‘Black Box Messiah’, ‘Honey Trap Aftermath’ en ‘Of Kali Ma Libre’ die overal naartoe leiden, maar nooit hun bestemming bereiken. Neem er nog hun gevoel voor (zwarte) humor bij die de teksten kleurt en je krijgt een plaat die toch iets beter klinkt dan het doorsnee kabaal waar we soms aan blootgesteld zijn.

Sun Gods In Exile


Sun Gods In Exile
Thanks For The Silver
Small Stone Records/Bertus
Drie jaar zijn er verstreken sinds Sun Gods In Exile debuteerde met ‘Black Light, White Lines’. De groep speelde de voorbije jaren heel wat live shows en won zo aan maturiteit. Dat is duidelijk te horen op hun tweede worp ‘Thanks For The Silver’. Nieuwe man aan boord is toetsenist Christopher Neal. Naast orgel speelt hij ook piano, harmonica en slide gitaar. Hij is een aanwinst en voegt een paar kleurschakeringen toe aan het klankpalet. Toonaangevend, dominant en frontaal in de mix zijn nog altijd de gitaarriffs en solo’s van snarenplukker Anthony D’Agostino. Samen met zanger Adam Hitchcock blijft hij toch de bepalende factor. Minpunt van al dat gitaargeweld is de voorspelbaarheid en een vorm van eentonigheid die naarmate het album vordert de kop opsteekt. Muzikaal leunt het gezelschap wat dichter aan bij southern en blues rock dan dit voorheen het geval was. Onvermijdelijk duikt dan de naam van The Black Crowes op aan de horizon en het moet gezegd, het effect uit de Crowes hun ruiger tijdperk is alom tegenwoordig. Toch geven we Sun Gods In Exile het krediet dat ze verdienen. Dit plaatje rockt en dat is toch wat we altijd verwachten/verlangen.

Man.Machine.Industry


Man.Machine.Industry
Lean Back, Relax, And Watch The World Burn
GMR Music/Bertus
In het industrial genre zijn het dikwijls dezelfde namen die regelmatig terugkomen wanneer het erop aankomt invloeden te specificeren. Om de muziek van het Zweedse Man.Machine. Industry te kaderen is dat niet anders. Op hun vierde schijf herken je indrukken van Marilyn Manson, Ministry, KMFDM, Die Krupps en Killing Joke. Van die laatste vertolken ze trouwens het nummer ‘Eighties’. Voor het eerst brengen ze met ‘The Cage’ ook een ballade. Als je het mij vraagt een misser van jewelste. In een poging om wat commerciëler voor de dag te komen staan er nog een paar nummers op deze ‘Lean Back, Relax, And Watch The World Burn’ die de mist in gaan. Dat is het geval met ‘What You See Is What You Get’, ‘The Blind Leading The Blind’. Opener ‘To A Blood Red Sky’ barst dan weer als een roodomrande zweer van de clichés. ‘Times II” is het meest experimentele nummer, inclusief gedeclameerde tekst, akoestische gitaar en samples. Tot het betere werk behoren ‘We Are The Walking Dead’, ‘War God’, ‘Let Go’ en ‘Time’. ‘Lean Back, Relax, And Watch The World Burn’ is erg grillig en in vele opzichten wankelmoedig. Dat ze brokken maken in Zweden kan best. In de begeleidende biografie  durft men zelfs dit schijfje te omschrijven als een ‘meesterwerk’. Veel te veel eer, waar deze cd absoluut geen aanspraak kan op maken. 

Kebu


Kebu
To Jupiter And Back
Inverse Records/Secret Entertainment
Finse toetsen magiër die met zijn debuutplaat een eerbetoon brengt aan de grote synthesizer spelers als Klaus Schulze, Vangelis, en Michel Jarre. Kebu gebruikt uitsluitend analoge keyboardinstrumenten. Ook de opnames verliepen volgens het vintage principe/procedé waarbij alleen sequencers, tape recorders en analoge mixers werden gebruikt. Dat leidt tot grappige en/of meewarige toestanden waarbij je je hoofdschuddend afvraagt wat eigenlijk de bedoeling is. Voornoemde muzikanten kunnen zo tegen onze vriend Kebu een proces beginnen, want sommige stukken lijken verdacht veel op wat zij destijds brachten. In de plaats kan je evengoed wat oude platen of cd’s uit de kast halen. Dan luister je tenminste nog naar de originele uitvoerders. Wie echter nood heeft aan een nostalgische trip die in vijftig minuten veertig jaar synthesizermuziek in kaart brengt dan met je Kebu aan het juiste adres.

Joe Satriani


Joe Satriani
Satchurated – Live In Montreal
Epic/Sony  Music
Meestergitarist en virtuoos Joe Satriani is een geval apart. Hij begon gitaar te spelen op de dag dat Jimi Hendrix de pijp aan Maarten gaf. Eerst ging hij aan de slag als leraar en gaf les aan onder meer Steve Vai, Larry LaLonde en Kirk Hammett. In 1986 bracht hij zijn eerste volwaardige solo album ‘Not Of This Earth’ uit. Inmiddels staat de teller op dertien stuks. Daarnaast is er nog het bekende G3 project gestart in 1996 en uitgegroeid tot een wereldsucces en sinds 2008 is hij lid van de supergroep Chickenfoot. Doorheen zijn carrière kreeg hij het voor elkaar om zes Grammy’s in de wacht te slepen. Qua stijl is Joe Satriani uniek in zijn soort. Hij beheerst zowat alle mogelijke gitaartechnieken en hij wordt geroemd om zijn compositorisch talent. Velen beschouwen hem als de beste gitarist ter wereld. Van deze grootmeester op de zes snaren verscheen nu een groots opgevatte live registratie. Meer dan twee en een half uur muziek gespreid op twee cd’s. Je moet het maar kunnen om met uitsluitend instrumentale composities het publiek langer dan twee uur te boeien. Het lukt Satriani moeiteloos. Nummers als ‘Premonition’, ‘Revelation’, ‘Pyrrhic Victoria’, Crystal Planet’ en ‘Ice 9’ zijn van een uitzonderlijke kwaliteit. Cd 2 laat de meer dromerige en spirituele kant zien van Joe Satriani met onder meer het akoestische ‘Andalusia’, ‘Wind In The Trees’, ‘Always With Me, Always With You’ en ‘Littleworth Lane’. Ook de twee bonus tracks ‘Two Sides To Every Story’ en ‘The Golden Room’ klinken fantastisch. ‘Big Bad Moon’ is de enige song waarin Satriani zingt. Zijn begeleidingsband bestaat uit vaste waarde Jeff Campitelli (drums), toetsenist en Zappa adept Mike Keneally, ritme gitarist Galen Henson en Allen Whitman op basgitaar. Van de concertregistratie bestaat ook een dubbele dvd editie. Regisseurs zijn de bekende broers Pierre en François Lamoureux. Deze ‘Satchurated…’ is ook de eerste 3D film die met het Dolby 7.1 surround systeem werd opgenomen. Het is dus in vele opzichten een opmerkelijk werkstuk. Joe Satriani bevestigt ermee zijn status van wereldster dankzij een fabuleuze techniek en zijn begaafdheid als componist. ‘Satchurated – Live In Montreal’ is dan ook een absolute aanrader voor elke liefhebber van rockmuziek.

Joe Bonamassa


Joe Bonamassa
Driving Towards The Daylight
Mascot Label Group/Provogue
Voor het inblikken van zijn dertiende studio album is super gitarist Joe Bonamassa niet over één nacht ijs gegaan. Voor eerst was er de keuze van Kevin ‘Caveman’ Shirley die andermaal als producer aan het roer stond. De twee kennen elkaar inmiddels door en door en vormen sinds 2006 een tandem die niet is stuk te krijgen. Ook de structuur en samenstelling van de speellijst is herkenbaar en bestaat gewoontegetrouw deels uit eigen nummers en deels uit covers. Er werd gekozen voor enkele traditionele blues songs van Robert Johnson en Howlin’ Wolf. Die kregen een modern (blues)rockjasje aangemeten zoals alleen Bonamassa dat kan. Het zijn twee van de vele hoogtepunten op dit album. Daarnaast liet Joe zijn oog vallen op composities van artiesten met uiteenlopende achtergronden als Tom Waits, Bennie Marsden, Bill Withers en Jim Barnes die als uitsmijter zijn eigen hit uit 1987 ‘Too Much Ain't Enough Love’ mag inzingen. De door Joe Bonamassa geschreven nummers kunnen schouder aan schouder staan met het gecoverde werk. Opener is ‘Dislocated Boy’ en na de veelbelovende, warme hammond orgelklanken als intro wordt je onmiddellijk meegezogen door de onweerstaanbare, swingende groove en het uitmuntende gitaarspel. Ook de titelsong klinkt fantastisch. Bij de muzikanten die Joe rond zich wist te verzamelen zitten vertrouwde namen als Anton Fig, Blondie Chaplan, Arlan Schierbaum, Carmine Rojas en Michael Rhodes. Daarnaast wist Bonamassa vader en zoon Brad (gitarist bij Aerosmith) en Harrison Whitford , Pat Thrall en Jeff Bova en zijn Bovaland Brass band te strikken. Die laatste leveren schitterend werk in het adembenemende ‘A Place In My Heart’. Net als op zijn vorige langspelers weet de stergitarist – die zich ook als zanger meer en meer een eigen stijl aanmeet - zich de nummers van anderen eigen te maken en er zijn persoonlijke accenten aan toe te voegen. Dat zijn zelf geschreven materiaal met de tijd aan kwaliteit wint is mooi meegenomen. Dikwijls zegt men van een nieuwe plaat dat het de beste is die de artiest in kwestie ooit heeft uitgebracht. Zo ver gaan we niet, maar ‘Driving Towards The Daylight’ is minstens de evenknie van ‘Dust Bowl’, ‘The Ballad Of John Henry’, ‘Black Rock’ of ‘Sloe Gin’.

Hierosonic


Hierosonic
Consciousness. Fame. God. Money. Power.
Membran/Suburban
Zanger en frontman Ben Stewart heeft een wereldvisie en wil die via zijn muziek met ons delen. Stewart is bovendien kunstzinnig ingesteld en gebruikt zijn creatieve uitingen om wat hij noemt ‘verandering in gang te zetten’. Met zijn groep Hierosonic brengt hij met de langspeler ‘Consciousness. Fame.God.Money.Power’ zowaar een boodschap: dat we wakker moeten worden, meer bewust van onze omgeving. De kunstenaars/artiesten die Ben het meest beïnvloed hebben zijn Salvador Dali, Trent Reznor (NIN) en Jim Morrison (The Doors). De muziek van Hierosonic neigt inderdaad naar industrial, denk aan Nine Inch Nails en Marilyn Manson met een vette knipoog naar populaire poptunes. Zo hebben ‘Baphomet’, het als single uitgebrachte ‘The Media Thought You That’, ‘Dance To War’, ‘Paper Nation’ een aanstekelijke riff of passage én enig hitpotentieel in huis. Die formule is een handige zet, want het maakt de teksten met thema’s als media, psychose, slavernij, bewustzijn en consumptie iets lichter verteerbaar. Vier van de songs wegen iets zwaarder door, namelijk ‘You’re Mine’, ‘Paradox’, ‘Infinity’ en het zeer strak gespeelde en heavy ‘The World Upside Down’. De paar resterende nummers zijn het spreekwoordelijke kaf.

Crystal Breed


Crystal Breed
The Place Unknown
SAOL/H’ Art/Zebralution/Bertus
Op 2 juni waren ze één van de bands in het voorprogramma van Scorpions in het Zénith Amfitheater in Nancy. Voor deze Duitse progressieve act uit Hanover moet dit een eerste hoogtepunt zijn in hun carrière. Eén dag ervoor verscheen hun debuut album ‘The Place Unknown’ Crystal Breed wordt zowat beschouwd als de nieuwe hoop voor de Duitse progrock scène. En terecht. Dat je niet meteen een naam te binnen schiet om mee te vergelijken is hier een pluspunt. Het betekent dat de groep een eigen geluid en inzicht naar voor schuift. De klassiek geschoolde toetsenist Corvin Bahn is ook een liefhebber van jazz (denk aan Keith Jarret en Bill Evans) en dat klinkt door in de composities op Crystal  Breed hun eersteling. Zanger/gitarist Niklas Turmann heeft een aangename, heldere stem die hier helemaal tot zijn recht komt. De limieten van zijn stembereik worden afgetast in de majesteitelijke ballade ‘Move’. Het is hier kantje boordje, doch hij komt er nog net mee weg. Op een paar uitzonderingen na worden de overige songs speels en fantasierijk gebracht met veel afwisseling en talloze verwijzingen naar andere artiesten en muziekgenres. Drummer Thorsten Harnitz en bassist Michael Schugardt laten horen dat ze van vele markten thuis zijn en volgen moeiteloos het traject dat Bahn en Turmann uitstippelen. En toch is het niet altijd rozenschijn en manegeur. ‘No Turning Back’ komt slapjes en zouteloos over en afsluiter ‘Words Of Silence’ klinkt afgezaagd en achterhaald.  

Boothill Regulators


Boothill Regulators
Degradation Of The West
Inverse Records/Secret Entertainment
Southern rock uit Finland. Je kunt het zo gek niet meer bedenken of het bestaat. Aan de andere kant: niets lijkt nog wat het is. Voor de keuze van de muzikale richting lieten de Boothill Regulators zich leiden door hun Deense en Noorse buren van Disneyland After Dark en Helldorado of ook nog hun Duitse tegenhangers van Dezperadoz. Bij de Boothill Regulators zijn ruige cowboys, wilde mustangs, snelle six-shooters, goedkope whisky, gure woestijnwind, desperate goudzoekers en sletterige barmeiden nooit ver weg. Tot hun favoriete artiesten behoren Slayer, Danzig, Entombed, Social Distortion, Johnny Cash, Hank Williams en Ennio Morricone. Daar hoor je hier en daar wel wat van doorsijpelen. Sommige tracks als ‘Black Label’, ‘1885’, ‘Sad Medicine’, Highwaymen’ en I Am The One’ hebben een leuke hook of meer op metal afgestemde metal riffs die wat meer leven in de brouwerij brengen. Southern rock lijkt dan plots ver weg. Toch is het deze Finnen duidelijk om een specifieke stemming te doen. Men kiest als omkadering voor het uiterlijk vertoon van het Wilde Westen en daar hoort wat country gezwets bij. Zwakste schakel in het geheel is de zang van frontman Andy McKnight. Hij lijkt zich naast Glenn Danzig te willen hijsen, maar komt nooit in de buurt. Complete afknappers zijn ‘Devils Blood’, ‘List Of Names’, ‘Brand New Whore’, ‘Song Of Dale’ en ‘Good Sheperd’.

Black-Bone


Black-Bone
Back To Mayhem
Rough Trade
Drie jongetjes van twaalf, dertien en veertien stichtten vijf jaar geleden een eigen bandje.  Dat ze nu pas een eerste volwaardig album uitbrengen lijkt me logisch. Eerst hebben ze leerschool moeten lopen en daar plukken ze nu de vruchten van. Dat ze talent hebben staat buiten kijf, want anders kan je niet iemand als Oscar Holleman, ongeacht je leeftijd, warm maken om je eerste plaat te produceren. Ondertussen hebben ze ook al een honderdvijftigtal optredens op hun conto en verzorgden het voorprogramma van supergroepen als Chickenfoot en Deep Purple. Dit alles samen kan niet alleen geluk of toeval zijn. Dat ze van wanten weten hoor je onmiddellijk wanneer de opener ‘Hard Times’ je in de maag wordt gesplitst. Van bij het begin gaat het drietal er dus vol tegenaan. Zanger/gitarist Steef heeft een gruizige stem die heel volwassen klinkt en ook de tien zelf geschreven nummers laten een volgroeide band horen met een potige ritmesectie, bemand door Sven op basgitaar en drummer Jules, waarbij alles op wieltjes lijkt te lopen. Black-Bone kiest voor onversneden (hard)rock en moet niet onderdoen voor meer gerenommeerde acts in het genre. Veel is te danken aan hun gemotiveerde instelling en no-nonsense attitude. Wat ze doen is niet vindingrijk, noch apart. Maar wel pienter, want ze spelen de muziek die ze zelf het liefst van al horen en hun eigen inbreng bestaat uit een brok jeugdige energie en onbevangen speelplezier. Het tilt de songs naar een hoger niveau. Vanaf eind april zijn ze op diverse podia te bewonderen en hun feestje gaat nog de hele zomer lang door. Als u de kans krijgt moet u Black-Bone zeker live aan het werk zien, want het loont de moeite. 

Fear Factory


Fear Factory
The Industrialist
AFM/ROCK INC./Bertus
In 2010 maakte één van de betere industrial bands zijn comeback met ‘Mechanize’. Gitarist Dino Cazares was teruggekeerd naar het oude nest en samen met zanger Burton C. Bell, gelegenheidsdrummer Gene Hoglan en bassist Byron Stroud zocht men terug aansluiting bij de hoogtijdagen van ‘Demanufacture’, ‘Obsolete’  en ‘Digimortal’. Het draaide uit op een expeditie die niet helemaal aan de verwachtingen voldeed. Met ‘The Industrialist’ maakt het tot het kernduo Cazares en Bell afgeslankte Fear Factory een betere beurt.  De rol van producer Rhys Fulber, ook van de partij op ‘Mechanize’ en die mee aan de grondslag ligt van hun grootste successen, valt hierbij niet te onderschatten. Echt vernieuwend kan je de ‘The Industrialist’ niet noemen. Blijkbaar was het duo meer geneigd om een album te maken dat hen hun vroegere status moet teruggeven. Op dat punt is deze missie meer dan geslaagd. Fear Factory bevestigt dat ze nog altijd de beste zijn in de specifieke stijl die ze zelf hebben uitgedokterd, zowel op het muzikale vlak als in zijn conceptuele vorm. Het futuristische aspect is misschien deels achterhaald, maar past nog altijd wonderwel bij de muziek van Fear Factory. Wie vertrouwd is met het oudere werk zal zich zeker kunnen terugvinden in nummers als de titelsong waarmee men de debatten opent,  ‘Recharger’, ‘New Messiah’, ‘Depraved Mind Murder’ en ‘Virus Of Faith’. Beste track is het door synths gedragen en toch snoeiharde ‘Difference Engine’. Vreemde eend in de bijt is de afsluiter, het eerder experimentele, negen minuten lange ‘Human Augmentation’ dat als een soort van anticlimax een langgerekte schaduw werpt en evengoed uit de soundtrack van een scifi film kan gelicht zijn. Met ‘The Industrialist’ zit Fear Factory alvast terug op het juiste spoor. Benieuwd of ze hun ambitieuze aspiraties ook live kunnen waarmaken. Fear Factory treed onder meer aan op Graspop, het metal feest bij uitstek op 23 juni.