dinsdag 17 april 2018

Nicolas Bernier

Nicolas Bernier
Transfert/Futur
Acte

De Canadees Nicolas Bernier is een productieve muzikant en componist. Heeft al een twintigtal platen op zijn conto staan. Een aantal er van zijn collaboraties met andere artiesten, sommige zijn soloprojecten. Tot die laatste categorie behoort deze ‘Transfert/Futur’ ep. Bernier is van vele markten thuis en liet zich voor deze release inspireren door het science fiction genre. Twee composities van respectievelijk 18 en 12 minuten nemen je mee op een trip in de ruimte. De twee tracks zijn een soort van knutselwerk van aan elkaar geplakte knipsels. Tijdens het muzikale proces van zowel ‘Transfert’ als ‘Synthèse’ verandert Nicolas telkens het patroon en de structuur. In ‘Transfert’ maakt zijn energieke en ongedurige stijl de muziek tastbaar, dartel en speels. ‘Synthèse’ heeft een meer obscuur en onrustig karakter met zijn aaneenschakeling van springerige en stuiterende bliepjes afgewisseld met langgerekte drones. Soms lijkt het wel of er een op hol geslagen R2-D2 of een maatje ervan een vrij podium heeft gekregen. Bernier zorgt er voor dat je je als luisteraar geen seconde verveelt. De twee tracks zijn één groot scala van diversiteit die prikkelen en boeien. Dit maakt van ‘Transfert/Futur’ een bijzonder en interessant plaatje.   

Thembi Soddell

Thembi Soddell
Love Songs
Room40

De kleur van de hoes is al een indicatie. Wie dacht van hier liefelijke en romantische liedjes te horen te krijgen denkt best eerst twee keer na vooraleer dit plaatje af te spelen. De Australische artieste Thembi Soddell zoekt via het aanwenden van geluiden de extremen op van de meest rauwe emoties die opborrelen vanuit het menselijke brein zijn grondeloze dieptes en ravijnen. Ze verzwelgt bij wijze van spreken de luisteraar door vanuit bijna niet hoorbare galm een muur van geluid, gerelateerd aan een abstracte vorm noise en industrial op te trekken. Soms wordt de geluidsstorm bruusk onderbroken of gaat terug over in geruis om dan weer plots tot een uitbarsting te komen. Dit lijdt zowel lichamelijk als geestelijk tot een verregaande uitputtingsslag. Thembi is geïnteresseerd in psychologie, perceptie en het subjectieve effect daarvan op relaties. Met geluiden weerspiegelt ze de realiteit ervan. Haar ‘Love Songs’ zijn composities die de onderliggende spanningen - die zich afgesloten voor de buitenwereld - kunnen voltrekken zelfs binnen liefdevolle romances. Daartoe behoren alle vormen van geweld en misbruik, ook die op het psychische vlak. Deze ‘Love Songs’ slingert je heen en weer tussen allerlei gemoedsbewegingen: afkeer, schoonheid, woede, verlangen, verwarring en liefde. Wie het aandurft om een koptelefoon te gebruiken ontdekt dat ook de stem als bron wordt gebruikt tijdens het opnameproces. Soddell manipuleert en samplet een gezongen collage van de Taiwanese zangeres Alice Hui-Sheng Chang. Dit moet zowat de meest zwartgallige en woeste expressie zijn van een cyclus liefdesliedjes die tot op heden is gemaakt.        

Death By Unga Bunga

Death By Unga Bunga
So Far So Good So Cool
Jansen Records

Death By Unga Bunga blaast dit jaar tien kaarsjes uit. Er dan is er geen betere manier om zo een heuglijk feit te vieren dan met de release van een nieuw album. Liefst eentje dat je nog een tijdje zal heugen is daarbij mooi meegenomen. En dat lukt hen aardig. Fris van de lever, zo klinkt deze vijfde worp van het Noorse vijftal. Death By Unga Bunga is een garagerock en punk rock band met gevoel voor (Scandinavische) humor en qua uitstraling en keuze van muziekgenres te vergelijken met hun landgenoten van Turbonegro. Hun groepsnaam ontleenden ze aan de titel van een compilatieplaat van de Amerikaanse act The Mummies. Die lieten zich op hun beurt inspireren door de ‘Bunga Joke’, terug te vinden in de categorie vuile moppen op het internet. ‘Unga Bunga’ kan ook een verwijzing zijn naar de penetrante geur van marihuana. ‘So Far So Good So Cool’ bevat negen geinige songs, een mix van power pop, garage rock en punk. De twee korte interludia dienen om even snel, maar dan echt heel snel, wat stoom af te laten. Met  ‘Into The Night’, ‘So Cool’, ‘Soldier’, ’Turn My Brain Off’ en het reeds vorig jaar gelanceerde ‘Bye Bye’ is er aan potentiële singles geen gebrek. Onze favoriet is echter het wat meer snedige ‘Boys’. Het semi akoestische ‘I’m No Provider’ sluit daar mooi bij aan. Death By Unga Bunga doet zijn reputatie alle eer aan en dient zich hier aan met een plaatje dat deze zomer voor heel wat lol en zorgeloos vertier kan zorgen.      

E Ruscha V

E Ruscha V
Who Are You
Beats In Space

Eddie Ruscha was voorheen actief als Dada Munchamonkey en daarnaast nog in tal van bands als Medicine And Maids Off Gravity, Future Pigeon en The Laughing Light Of Plenty. Meest bekend is hij misschien wel van Secret Circuit. Deze ‘Who Are You’ is het eerste album dat hij uitbrengt onder zijn eigen naam. Zijn dada is experimentele kosmische muziek aangevuld met elementen uit dub plus Afrikaanse en Zuidamerikaanse ritmes. Daarmee schept hij een heel ontspannen en warme sfeer. ‘Who Are You’ is een aaneenschakeling van rustgevende, instrumentale nummers. De negen tracks stippelen een wonderbaarlijk en transcendent traject uit en belichamen zowel kalmte als extase. Het zijn songs die muteren en exploreren. De composities staan elk op zich en lijken na verschillende luisterbeurten wel erg fragmentarisch. Het zijn losse en vrije exploraties van een artiest die een proces doorloopt van zelfontdekking. Eén van de hoogtepunten is opener ‘The Hostess’, een hemels heerlijk kleinood dat meteen je dag opvrolijkt, net als de mooie, zweverige afsluiter ‘All Of A Sudden’. Een paar nummers als de titelsong, ‘In The Woods’ (heerlijk die saxofoon) en ‘Endless Sunday’ (met vocoder stemmetje) zijn opgedoft met aantrekkelijke ritmes. Soms verliest Ruscha zich in het ijle met  wat verdwaalde gitaareffecten (‘Carried Away’). Ook ‘Gravitiy Waves’ met zijn futloze en trage tempo valt uit de toon. Postorders voor ‘Who Are You’ gaan vergezeld van een bonus: een box van twee tapes met daarop de vier volumes van Secret Circuit zijn ‘Cosmic Papers’ opnames. Drie verschenen eerder op het Teenage Teardrops label in 2010. Part vier verschijnt voor het eerst als onderdeel van deze set. 

zK

zK
Last Night
Hallow Ground

zK (Mark Godwin en Gareth Ormerod) begon als een live project in 1999. Een eerste release kwam er pas in 2003 met de split ep ‘SMAK 13 / 14’ waarop ook Nachtsmeer acteerde met hetzelfde aantal tracks (drie). Vanaf 2008 verscheen van zK op regelmatige basis nieuw werk. Meestal enkel digitaal te verkrijgen. ‘Last Night’ is dan ook hun eerste vinylplaat in vijf jaar tijd. Het album werd opgenomen in Bangkok, sinds 2014 Godwin zijn nieuwe thuishaven. zK heeft zijn roots in de Britse rave scene, combineert dat met experimentele electronica en diept dit verder uit met hun interesse voor visuele kunst en psychologie. ‘Last Night’ is sterk beïnvloed door de techniek van musique concrète. Een arsenaal aan synthesizers en samples doet dienst om mee een werk te creëren dat de impressie wekt verschillende zintuiglijke effecten te mengen. De zes composities schetsen een beeld van het drukke nachtleven van Bangkok. Op kant A krijg je in nummers als ‘Cognitive Dissonance’ en ‘Feral Confection’ een veelzijdig palet voorgeschoteld met voor een stuk een samensmelting van noise en dansbare ritmes doorweven met conversaties en stemfragmenten. Meest opvallend is hier opener ‘Outside Broadcast’ met zijn mix van alledaagse geluiden en een enerverende stroom aan noise. De drie tracks op kant B zijn de spookachtige weergave van Bangkok als metropool. Een grootstad waar tradities nog altijd in ere worden gehouden, doch waar men ook open staat voor verandering en vooruitgang. Hoogtepunt is hier het klagerige en tegelijk innige ‘Fleshpotting’. Door de plaat heen komen dus heel wat facetten aan bod. Zo klinkt het duo de ene keer een tikje raar en griezelig, dan weer grotesk of occult. ‘Last Night’ is dan ook in vele opzichten een fascinerend werkstuk.

Schlaasss

Schlaasss
Yoga
Atypeek Music

Franse act die de grenzen van het fatsoen opzoekt en geen blad voor de mond neemt. Ze omschrijven zichzelf als een ‘gang du rap-electro-punk’, zingen vrijuit over seks en dromen van kutjes en lullen. Het merendeel van hun tekst en beeldmateriaal is dan ook expliciet, ondeugend en soms zelfs een tikje vies. De muzikale uitspattingen bestaan uit een soort van ritmische en brandende poëzie waarop wulps kan worden gedanst en waarbij het zweet uit je lichaam gutst, het bloed je naar het hoofd stijgt en de adrenaline stoten heftig zijn. ‘Yoga’ is na ‘Schlaasss’ en ‘Casa Plaisance’ hun derde release. Op ‘Yoga’ halen ze een oude Casio van onder het stof en mikken ook hip hop, gangsta en dub elementen in de mix. Men speelt met allerlei gimmicks en effectjes, maar dan met de Franse slag. Het klinkt als een allegaartje waarbij ook gretig wordt geëxperimenteerd. Het leukste en hipste nummer is het hitje in wording ‘Envy’. Voor de rest moet je ook een beetje een fan zijn van de opgesomde muziekgenres, want anders is dit een slag in de lucht en een verspilling van uw (kostbare) tijd.   

Shuttle358

Shuttle358
Field
12K

Shuttle358 is de schuilnaam voor de Amerikaanse artiest Dan Abrams. ‘Frame’ dat verscheen in 2000 en later nog eens in 2007 wordt door velen gezien als zijn meesterwerk. Het wordt beschouwd als het album dat de abstracte, kille en machinale ‘clicks and cuts’ beweging en de computer op zich als instrument, als volwaardig, ‘menselijk’ en meer toegankelijk maakte. De daarop volgende jaren volgden nog een aantal releases en nu is er ‘Field’. Voor Abrams is het een beetje een terugkeer naar de basis. Via oude software en computers uit de jaren negentig puzzelt hij de stukken bij elkaar die het kader vormen voor zijn microwereld van specifieke ritmes en loops en een nieuw digitaal, maar afwijkend toekomstbeeld schetsen. Het is inderdaad opmerkelijk; die milde variaties in geluiden die worden toebedeeld aan algoritmes en de steeds terugkerende CPU reeksen. Alles wordt gehuld in een warme en sfeervolle gloed. Zelfs in het bij aanvang zich als fragmentarisch en experimenteel aandienende ‘Star’ of de heel korte snippers ‘Rossii’ en ‘Dilate’. Mooi en fragiel zijn langere tracks als ‘Edule’, ‘Sea’ het huiveringwekkend klinkende ‘Blue’ en het repetitieve ‘Farming’. De titelsong en ‘Divide’ zijn wat minder door het bijna voortdurend pulserend geklik. Wat ons brengt bij de bio waarin men refereert naar ‘Field’ als de wedergeboorte van het subgenre glitch. Een bewering waarmee je het niet hoeft mee eens te zijn, doch die geen afbreuk doet aan de kwaliteit van deze nieuwe, uitsluitend op vinyl of digitaal te verkrijgen langspeler van Shuttle358.

dinsdag 3 april 2018

WuW

WuW
Rien Ne Nous Sera Épargné
Prostethic

WuW zijn de broers Benjamin en Guillaume Colin. Allebei klassiek getrainde muzikanten. Hebben zich destijds toegelegd op percussie en bezitten dan ook een uitgebreid instrumentarium gaande van Tibetaanse kommen en cymbalen tot Afrikaanse belletjes, vintage synthesizers en oude elektrische orgels. Allebei zijn het veteranen in de muziekscene van Parijs en speelden bij jazz ensembles, eigentijdse klassieke orkesten, groepen met een achtergrond in wereldmuziek en musiceerden met muzikanten afkomstig uit het Midden-Oosten. Dit nieuwe project baseert zich op een nog groter veelvoud van muzikale invloeden. Naast doom, postrock, hardcore en sludge laten ze zich inspireren door black metal, psychedelica, krautrock en experimentele elektronische muziek. Het opgewekte groepsgeluid is diepgaand en meeslepend. Hun muziek getuigt ook van een sterk filmisch karakter zoals in ‘Une Barque Sans Rames’, ‘Pour Ce Qu’il En Restera’ en ‘Vivre À La Splendeur Des Crépuscules’. Met de naam WuW verwijzen ze naar de kracht van de wind. Wispelturig, onberekenbaar, slaan en zalvend en nooit aflatend. Heet zand laten opstuiven, guur en bar door spleten en kieren razen, een zachte avondbries of de laatste nevelslierten die wegtrekken in de ochtend. Al die stemmingen komen hier aan bod. ‘Rien Ne Nous Sera Épargné’ is redelijk gevarieerd en werkt in op de gemoedstoestand, vooral dan de donkere kanten ervan.

Infection Code

Infection Code
Dissenso
Argonauta

Industrial en noisecore pioniers uit Italië. Al aan de slag sinds 1999. Staan bekend om hun drang naar experiment en vernieuwing. Een manier van werken waar ze ook na meer dan vijftien jaar noeste arbeid niet van afwijken. Op deze ‘Dissenso’ zoekt men aansluiting bij bands als Godflesh en het vroegere werk van Ministry, maar je hoort ook invloeden van Ufomammut, Treponem Pal, Pankow en Ephel Duath. Het levert bijna stuk voor stuk interessante en uiteenlopende tracks op met een soms zelfs burleske benadering, in de hand gewerkt door de in het Italiaans gezongen teksten. De groep zweeft hier op een niet aflatende golf van inspiratie en pakt uit met een gevarieerd en creatief proces van stijlvarianten en kan bovendien putten uit een rijk arsenaal aan effecten. Wanneer het meer richting hardcore gaat wordt het wel nogal chaotisch en hysterisch zoals in ‘Sentenza’, ‘Ad Nauseam’ en ‘Santa Mattanza’. Het meest tot de verbeelding spreken het als een mallemolen draaiende ‘Costretti A Sanguinare’, het onheilspellende en felle ‘Macerie’ of het schreeuwerige en door mokerslagen onderbouwde ‘DSSN’ plus nog het cinematografische epos ‘Strategie’.

HEADS.

HEADS.
Collider
This Charming Man

Voor tweederde Duits en één deel Australisch trio dat in mei 2015 een eerste album uitbracht. Het drietal heeft zich een specifieke stijl eigen gemaakt en brengt een donker getinte variant van sombere noise en alternatieve rock met als extra elementen wat grunge, sludge en postrock. De gebruikte gitaareffecten zorgen voor een grimmige inkleuring, zanger en gitarist Ed Fraser bevindt zich in een soort van begrafenisstemming en declameert, spuwt en grauwt om zich heen. De ritmetandem Chris Breuer, met zijn ronkende bas en de potige riffs van drummer Peter Voigtmann zijn zwaar en blijven de hele tijd door nagalmen. Het verhaal van HEADS. is er één van beheerste woede, heel vakkundig in een bepaald profiel gegoten en meesterlijk gemixt door de onnavolgbare Magnus Lindberg (Cult Of Luna). Een aantal gastmuzikanten zorgen voor extra frisse ideeën en een soms andere invalshoek. ‘Collider’ voert je langsheen onherbergzame en desolate locaties. Sommige tracks lijken zo uit de rotsen gehouwen of helemaal door erosie uitgesleten. Met ‘At The Coast’ is het al meteen raak en ben je midscheeps getroffen. Ook nummers als ‘Last Gasp Shout’, ‘Mannequin’, ‘Youth’ en ‘Wolves At The Door’ zijn uiterst trefzeker. ’Collider’ is een joekel van een plaat die elke vezel beroert en peilloos diep zijn doel treft.

Buffalo Tom

Buffalo Tom
Quiet And Peace
Schoolkids/V2

In hun enthousiasme om ‘anders’ te zijn dan de doorsnee rock of metal act durven nieuwe bands soms heel ver gaan. Al of niet met succes. Doorheen al die excessen die de laatste jaren zijn gepasseerd zou je vergeten hoe het is om te luisteren naar een goeie rocksong of je zelfs nog maar te herinneren hoe die ooit klonk. Gelukkig zijn er dan nog oude gloriën als Buffalo Tom om op terug te vallen. Van bij de eerste noten van ‘All Be Gone’ slaakte ik een zucht van verlichting. Een doortimmerd gecomponeerd lied met een volwassen tekst dat staat als een huis. Wat een prettige verrassing en wat een verademing. En zo staan er nog tien andere gelijkaardige tracks op deze ‘Quiet And Peace’, hun eerste studioalbum sinds het in 2011 uitgebrachte ‘Skins’. De nostalgie sloeg toe bij het horen van pareltjes als ‘Overtime’, ‘CatVMouse’, het weemoedige, maar toch zo mooie ‘See High The Hemlock Grows’, het swingende ‘Roman Cars’ en het overweldigende ‘Slow Down’. Afsluiten doen ze met een schitterende versie van de Simon & Garfunkel klassieker ‘Only Living Boy In New York’. Wie wil te weten komen hoe en wat een echte rockplaat zou moeten zijn is deze ‘Quiet And Peace’ van Buffalo Tom verplicht luistervoer.

Bruce Lamont

Bruce Lamont
Broken Limbs Excite No Pity 
My Proud Mountain 

Bruce Lamont bracht zes jaar geleden met ‘Feral Songs For The Epic Decline’ zijn eerste soloalbum uit. Voorheen was hij actief in het uit Chicago afkomstige jazz en metal gezelschap Yakuza. Na zijn debuut koos Lamont voor een afwisselend parcours met als belangrijkste exponenten zijn verblijf bij het elektronisch noise gestuurde combo Correction House met als kompanen Mike IX Williams van Eyehategod, Scott Kelly van Neurosis en zijn favoriete muzikale partner Sanford Parker. Daarnaast was er de jazz, prog rock en hardcore act Brain Tentacles met Keelhaus bassist Aaron Dallison en de alom geprezen drummer Dave Witte. Bruce is van vele markten thuis en speelt zowel saxofoon, gitaar, percussie als toetsen. Ook zijn stem gebruikt hij nadrukkelijk als instrument om zijn teksten te declameren. Lamont brengt geen gewone liedjes. Het zijn stuk voor stuk opnames die een bepaalde sfeer uitstralen. De geluiden die hij soms opwekt zijn vreemd, verschroeiend en grimmig. Interessant is het tweeluik ‘Maclean’, een singer songwriter compositie inclusief tape effecten en ‘Goodbye Electric Sunday’ waarin beat poëzie hand in hand gaat met de soundtrack van een spaghetti western. En wat gezegd van het majestueuze door ritmisch zingen, de dreigende en onheilspellende akoestische gitaar en aanrollende percussie gestuurde ‘Neither Spare Nor Dispose’ en het overweldigende noise epos ‘The Crystal Effect’. ‘Broken Limbs Excite No Pity’ is geen alledaags album en een verrijking voor wie de hele rit durft uit te zitten.

BlackWater HolyLight

BlackWater HolyLight 
BlackWater HolyLight
RidingEasy

Het is een minderheid in het rockcircuit, maar af en toe duiken er bands op waarvan de bezetting alleen uit vrouwen bestaat. Begin de jaren zeventig had je Fanny en Birtha. Later kwamen nog, om er een paar op te noemen Girlschool, The Slits, L7, The Runaways en Dixie Chicks. Helemaal nieuw aan het front zijn de dames van het Amerikaanse BlackWater HolyLight. Ze zien er niet alleen mooi uit, ze zijn ook pienter en muzikaal onderlegd. Het viertal combineert op een creatieve manier verschillende muziekstijlen gaande van psychedelische rock en grunge tot garage rock, sludge, gothic, folk rock en doom. Qua zang doen opener ‘Willow’ en ‘Babies’ een beetje denken aan Throwing Muses of Belly. Muzikaal klinkt het eerste wat grungy aangevuld met een streep psychedelica en gothic. Twee heeft een catchy ritme en dito synthesizer lijntje. Behoort tot de categorie betere pop rock. Voor een paar topmomenten is echter wachten op het psychedelische ‘Paranoia’ en het hippe met synths opgesmukte en van helse fuzz effecten voorziene ‘Sunrise’. Imponerend is ook het transcendente en logge ‘Slow Hole’ plus het wat duistere ‘Jizz Witch’ als afsluiter. En ondanks alle #MeToo heisa: BlackWater HolyLight zijn vier lekkere wijven die nogal heftige rockmuziek maken. En daar lusten we wel pap van.