Lula Sweet
Begin
oktober verscheen ‘Wilderbliss’, de eerste single van de Belgische groep Lula
Sweet. Een leuk nummer dat alles in zich heeft om uit te groeien tot een
hit(je). Het maakte ons nieuwsgierig en we polsten naar de mogelijkheden voor
een interview. Geen probleem zo bleek. De man die bij Lula Sweet de touwtjes in
handen heeft is Dominique De Vos. Voorheen actief bij Supergizmo en Southern
Voodoo kent hij het klappen van de zweep. Hij is dan ook de geknipte man om
Lula Sweet te introduceren.
Waarom
kozen jullie voor de naam Lula Sweet?
‘De
oorspronkelijke bandnaam was Sally Paradise, maar er bleek al ergens een bandje
met die naam rond te lopen dus zochten we maar een andere naam. Cindy's
(zangeres) vorige project heette Lunar Suite en vandaar kwam ik op het idee van
Lula Sweet. Ik wou een soort Betty Page gevoel. Beetje retro, beetje
kitscherig, beetje bitterzoet, beetje burleske… .’
Met
Southern Voodoo zat je op een harder, ruiger rock spoor. Waarom heb je dat
achter je gelaten en waarom precies kiezen voor een meer gestroomlijnde
richting met jaren tachtig pop, new wave en synthpop?
‘Southern Voodoo
is nooit gestopt, we nemen gewoon een heel lange pauze. En daarnaast heb ik nog
steeds MotorCity Angels die toch lekker vette trashrock spelen. Ik wou gewoon
iets anders proberen, mijn gitaarstijl verruimen, wat nieuwe uitdagingen zoeken
op het gebied van componeren en teksten schrijven. Ik ben altijd al gek geweest
van die oude new wave en wou wel eens zien of ik dat kon combineren met
hedendaagse invloeden en mogelijkheden.’
Je hebt
altijd oog gehad voor vrouwelijk schoon. Bij Southern Voodoo was dat met
danseressen, nu met een zangeres en bassiste. Toeval of een bewuste keuze?
‘Leuk dat
je het opmerkt. Ik hou van de spanning, zowel op het podium als qua beeldvorming,
die dergelijke bezettingen opleveren. Voor Lula Sweet was het vrij snel
duidelijk dat we voor die opstelling gingen. Karen (bas) was er van het begin
bij en een zanger was geen optie voor dit soort muziek, dan had ik het zelf wel
gedaan.’
Hoe ben je
in contact gekomen met een producer als Nigel Butler?
‘Via Cindy
die bevriend is met zijn vrouw. Een tijd terug waren ze op bezoek in België en
kwamen ze naar een concert kijken. Hij was meteen gek van ‘Wilderbliss’ en
stelde zelf voor om daar een mix van te maken. Wij hebben uiteraard niet nee
gezegd. Soms lopen dingen gewoon zo. Soms.’
Jullie
eerste single kwam uit op 3 oktober. Hoe loopt de verkoop en krijg je veel
airplay op radio en/of internet?
‘Niet zo
eenvoudig hé. De nationale zenders negeren ons zowat maar we beschouwen ‘Wilderbliss’
vooral als een introductie. Even roepen van ‘Hey, we zijn hier!’. Gelukkig zijn
er nog de alternatieve media zoals jullie en daar krijgen we coole
reacties. En gelukkig kunnen we
hard roepen. We zien wel. Ik wist al van bij Voodoo dat het mainstream
mediawereldje vooral een ‘ons-kent-ons‘ verhaal is.’
Zo te zien
besteden jullie veel aandacht aan jullie look. Dezelfde outfit (toch voor de
jongens), logo, de setting, foto’s, verpakking. Kost dat geen handenvol geld en
zie je dit als een meerwaarde?
‘Het kost
wel wat maar we geven niet meer uit dan we hebben. En yep, het is zeker een
meerwaarde al is het maar voor onszelf. We hebben al van het begin beslist dat
we met een totaalpakket naar buiten zouden komen. En trouwens, we houden wel
van een beetje show. Naar het theater ga je toch ook niet om de acteurs in hun
vrije tijd kloffie hun tekst te zien aframmelen?’
Het oogt
wel professioneel. Is een professioneel bestaan als muzikanten de ultieme droom
voor Lula Sweet?
‘Thanks!
Mag ik het verder houden bij: ‘geen commentaar’ en een glimlach?’
Hoe
moeilijk is het om optredens en/of een platencontract te versieren?
‘Steeds
moeilijker. Je moet dan ook wel een beetje gek zijn om dit te doen hé. Zoals
iedere muzikant. Soit, het is een drang, iets dat we moeten doen. Ons eigen
kruimelspoortje creëren.’
Jullie
hebben een myspace en een facebook pagina en dan hoeft een eigen site niet meer
of toch? Hoe sta je tegenover sociale sites en internet in het algemeen?
‘Dank zij die
nieuwe media kunnen bands zoals wij overleven. De term ‘muziekbusiness’ zegt
het helemaal. Het is een collectieve business geworden met massa's vakjes en
commerciële belangenvermenging. Door internet slagen we er toch nog in om een
zekere eigenheid te behouden en naar buiten te komen. Heel belangrijk dus.’
De volgende
single ‘Velvet Superman’ zit in de pijplijn. Wat mogen we verwachten? Ligt die
in het verlengde van ‘Wilderbliss’?
‘Wilderbliss’
is wel een van onze rustigste nummers. ‘Velvet Superman’ ligt meer in de lijn
van onze andere songs. De wave invloeden zitten er duidelijker in en de drive
is iets harder.’
Zit er meer
aan te komen? Denken jullie al aan een volwaardige cd?
‘Nee, nog
niet. We brengen eerst nog ‘Velvet Superman’ uit als single en dan bekijken we
eens waar we staan. We zijn ambitieus maar niet naïef.’
Heb je
buiten muziek nog andere interesses? Zo ja, welke?
‘Ik vrees
dat ik een muziekfreak ben. Naast mijn bands heb ik een eigen opnamestudio –
Catfight Entertainment – waar ik enkel bands opneem die ik zelf aanvoel en dat
is een luxesituatie die ik me enkel kan permitteren omdat ik het als bijberoep
doe. Ik heb, denk ik dan toch, een brede culturele interesse vanuit een eeuwig
hongergevoel dat moet gestild worden.’
Verzamel je
dingen?
‘Ja,
impressies, ervaringen, kicks, … . Naast de dingen die ik nodig heb om muziek
te maken en op te nemen heb ik niet echt de behoefte om mijn valies vol te
stouwen met allerlei zaken die toch alleen maar gewicht en plaats innemen en
waarover je je dan zorgen moet maken.’
We hebben
eindelijk een regering. Wat is je mening over de Belgische politiek?
‘Ik ben
altijd geïnteresseerd in politiek maar ik vrees dat ik aan het afglijden ben
naar een vorm van politieke apathie. Hoewel die apathie eerder plaats lijkt te
maken voor afkeer en walging. Ik ga zelfs niet meer stemmen omdat ik niet
geloof dat onze politieke kaste nog enige voeling heeft met de realiteit van
ons dagelijkse leven. Terwijl ik tijdens ‘Het Journaal’ naar een andere zender
hop denk ik soms dat een deftige revolte wel op zijn plaats zou zijn. Maar de
volgende seconde maak ik me dan de bedenking dat ik niet de persoon ben die als
eerste op de barricades gaat staan. Noem het gemakzucht? Of egoïsme?’
‘Iedere
hoogstaande cultuur is tot nog toe steeds in de geschiedenisboekjes belandt.
Waarom zou dat nu anders zijn? Het ‘Europa-gevoel’ is gewoon een poging om te
verhullen dat we opnieuw verzanden in een lappendeken van middeleeuws
corporatisme. De focus is verschoven, maar de bewustwording moet nog volgen.
Het
dreigende eurofailliet en de voortdurende bankencrisis bewijzen toch dat ons
westers kapitalistisch samenlevingsmodel achterhaald is? Geld én macht hangen
samen en onze politici zijn de waterdragers voor hen die al het meeste hebben.’
We zijn met
meer dan 7 miljard mensen op de wereld. Waar moet dat eindigen?
‘Sodom en
Gomorra. Maar zijn we daar niet al een tijdje?’