dinsdag 25 januari 2011

Syria


Syria
The Bohemian Sky – A Collection
Black October Records
Christian Dörge blijft maar doorgaan met het opnieuw uitbrengen van oud materiaal. Na ‘A Gift From Culture (remastered & expanded)’ is er nu ‘The Bohemian Sky – A Collection’. Deze dubbelaar omspant de gehele carrière van Syria en bevat zelfs met ‘Ozymandias’, ‘The Bohemian Sky’ en ‘Siobhan Glitzert’ drie nieuwe tracks. In zijn zoektocht naar een eigen muzikale richting heeft Dörge zowat alles uitgeprobeerd gaande van electro, over gothic naar pop, new wave, techno, oriëntaalse muziek en zelfs metal. Al deze stromingen komen hier aan bod. Het lijkt een soort allegaartje, lukraak bij elkaar gesprokkelde songs. Klassieke Syria songs dat wel. Oude nummers met een vreemde draai. Proefnemingen die overal en nergens naartoe leiden. Inhoudelijk en artistiek verantwoord entertainment die de luisteraar meenemen op een avontuurlijke ontdekkingstocht. Ik kan me inbeelden dat niet iedereen hiervoor te vinden is. Zeker wanneer de metal gitaren in ‘Wake The Kings’ door de boxen schallen en de intimistische sfeerstemming genadeloos wordt gekelderd. Idem dito met het door technodreunen gedomineerde ‘Saxophone, Telescope And The Pilots Death (Luigi’s Apartment-Mix)’. Cd twee opent met twee nieuwerwetse, meer bezwerende composities een sfeertje dat verder wordt uitgebouwd met ouder werk. Deze tweede schijf is duidelijk meer doordacht samengesteld dan nummer één, al springt men ook een paar keer uit de band. Afgesloten wordt er in stijl met een ambachtelijke mix van twee prachtige songs: ‘Comfortably Numb’ (Pink Floyd) en ‘Some Kind Of Stranger’ (Sisters Of Mercy) en deze versie klinkt alleszins stukken beter dan wat The Sisters zelf ermee aanvingen. Wie maar niet genoeg kan krijgen van Syria zal zich ongetwijfeld dit dubbelalbum aanschaffen, want naast wat inderhaast opgediepte demo’s, een paar covers en een aantal remixen krijg je toch een pakket aangeboden met fijne Syria songs ontsproten uit het rusteloze, grenzen aftastende brein van Christian Dörge. 

Starve

Starve
Wasteland
Badger Records
Starve is een Nederlandse formatie die als uitingsmiddel opteert voor de muzikale stroming van sludge en doom metal. Voor zijn teksten laat de groep zich inspireren door de teloorgang van industriesteden die er nu soms als spookstad bijliggen en de steeds toenemende armoede die heel wat gezinnen treft en de mensen in uitzichtloze situaties doet verzeilen. De tien nummers baden dan ook in een sombere, bedompte sfeer van pure miserie, gedragen door een schor keelgeluid met bluesy ondertoon en in de ziel kervende riffs. Starve kent ook zo zijn beperkingen vooral qua stembereik is de variatie zoek en ook het feit dat het genre niet veel ruimte laat voor spielereien of experimenten voelt als een gemis aan. Men probeert wel eens de bakens te verzetten, zoals in de titelsong en nummers als ‘Homeless’ en ‘Einzelgänger’, maar echt geslaagd kan je dit niet noemen. Het verpletterende effect van de mokerslagen verpieteren hier tot een slome slakkengang. Het zit wel helemaal snor in songs als ‘This Town Is Dead’, ‘Preachers Without Faith’, ‘Fill The Void’ en sluitstuk ‘Starve‘. ‘Wasteland’ is uitsluitend te koop als elpee. De eerste editie is gelimiteerd tot vijfhonderd stuks en dat in drie verschillende versies en te koop via deze site http://www.badgerrecords.nl/

Plector

Plector
Dark & Spiteful
Discouraged Records
Death/thrash metal is niet meteen een genre dat je verwacht op deze site. Voor het Zweedse Plector maken we echter een uitzondering. Niet omdat ‘Dark & Spiteful’ een uitstekende plaat is. Nee, het is een album dat alle stereotiepen bevat die het genre rijk is. Het Zweedse trio hamert en hakt er duchtig op los en de snelle riffs ijlen in sneltempo voorbij. De grunts van zanger Erik Engbo zorgen voor de spreekwoordelijke kers op de taart. Enige lichtpunt zijn de talrijke tempowisselingen die wat ademruimte geven. Ondergetekende gaat altijd op zoek naar het verrassingseffect en/of fantasierijke invulling. Een vruchteloze onderneming. Liefhebbers van het genre worden hier wel op hun wenken bediend en kunnen uitkijken naar een (h)eerlijk potje headbangen.

Nicolas Bernier


Nicolas Bernier
Strings.Lines
Cronica
De Canadees Nicolas Bernier is gefascineerd door stemvorken en begon in 2007 met het verzamelen van deze objecten. Stemvorken bestaan er in alle maten en soorten. Je hebt er met zowel zeer lage als hoge frequenties. Bernier begon met akoestische stemvorken te experimenteren en ze als instrumenten te gebruiken. Op ‘Strings. Lines’ zijn net die electro akoestische improvisaties het hart van de composities. Staan de ‘lines’ voor de stemvorken dan zocht Nicolas in een later stadium naar bijkomende  elementen in de vorm van ‘strings’. Twee violisten, Pierre-Yves Martel op viola da gamba en Chris Bartos op viool, waren bereid om mee in de boot te stappen. Deze muzikanten verkennen de mogelijkheden van hun instrumenten en benutten die zoveel mogelijk. Zij halen bij wijze van spreken alles uit de kast. Het geheel brengt twee verschillende werelden bij elkaar: klassiek en modern, Oosterse en Westerse muziek, het cerebrale en het sensuele, het organische en het digitale. Alle geluiden zijn met elkaar verstrengeld, al krijg je de indruk dat de strijkinstrumenten overheersen. Temeer dat ik absoluut geen benul heb van hoe een stemvork klinkt of zou moeten klinken. ‘String.Lines’ is hoe dan ook een imponerend werkstuk met een sterk experimenteel, doch zacht karakter.

zaterdag 15 januari 2011

Royal Thunder


Royal Thunder
Royal Thunder
Relapse Records
Trio uit Atlanta, Georgia, bestaande uit Mlny Parsonz (zang), Josh Weaver (gitaar) en Jesse Stuber (drums). Deze titelloze zeven songs tellende mini verscheen oorspronkelijk in eigen beheer eind 2009. De groep werd opgepikt door Relapse en die brengen het kleinood nu opnieuw uit. Royal Thunder doet zowel qua bezetting als stijl denken aan Concrete Blonde. Groot verschil is dat het southern, blues en alternatieve rock groepsgeluid van Johnette Napolitano e co. hier wordt aangedikt met sludge, swamp, desert en stoner rock elementen. De nummers klinken donker, sinister en mysterieus. Melodieus ook, maar toch afgemeten. De soulvolle stem van diva Mlny Parsonz zorgt telkens voor het orgelpunt. Soms krijg je de indruk dat men moeilijk uit de startblokken raakt zoals in ‘Hotel Bend’ waar men pas in het tweede songgedeelte alle registers opentrekt. Toch voor even. Het gevaar om in te dommelen is hier reëel. Dit trage, slome tempo is ook het enige minpunt wat je Royal Thunder kan aanwrijven. Tegelijk maakt het deel uit van de manier waarop de drie zich aan het publiek voorstellen. Royal Thunder voorspellen we een mooie toekomst en we kijken met belangstelling uit naar hun eerste full cd die - eveneens bij Relapse - later dit jaar zou verschijnen.

Idiom


Idiom
We Can’t Be All Superheroes…
Undergroove/Suburban
Brits viertal uit Exeter dat zich een weg naar de top baant via de revival van de subgenres metal rap en nu metal. Idiom maakt van de gelegenheid gebruik om de luisteraar op een ouderwetse manier weg te blazen met een mini album dat doet denken de betere nu metal acts als daar zijn Coal Chamber, System Of A Down, Raging Speedhorn of Deftones. Het plaatje werd geproduceerd door voormalig SikTh frontman Mikke Goodman en die weet het beestige groepsgeluid op onnavolgbare wijze te vatten. ‘We Can’t Be All Superheroes…’ maakt een lichtjes verpletterend indruk. Benieuwd of het kwartet deze hoge standaard kan aanhouden op een in de toekomst te maken volwaardig album. 

Weapon Head


Weapon Head
Surgical Smile
Foghorn Records/Two Side Moon
Na vier jaar zwoegen en zweten (met veel optredens en de release van een ep) komt het Australische Weapon Head op de proppen met zijn debuut cd. Muzikaal dweept het combo met hardrock en alternatieve rock uit de jaren tachtig. Voeg daar nog wat grunge en metal aan toe en je krijgt een betrekkelijk origineel geluid. Men trekt onmiddellijk flink van leer met ‘Bullshit Has No Sound’, gevolgd door het met gierende gitaren doorspekte ‘Gimmie Gimmie’ dat echter gefnuikt wordt door een met vervormde stemmen gezongen refrein. Met ‘Got No Money’ is het viertal weer helemaal bij de les. Het is een nummer dat rockt als de pest. Daarna zakt het geheel als een pudding in elkaar met een paar slappe songs waaronder de titeltrack. Het is wachten op het op het scherp van de snee gespeelde ‘Charade’ om het niveau terug op te krikken. Ook in ‘Swangsta Gangsta’ geeft men flink van katoen net als in ‘Rescue Me’ en ‘Let Go’. Het album sluit af met een onderkoelde en tegelijk krachtige interpretatie van de klassieker ‘Cold Turkey’ van wijlen John Lennon & The Plastic Ono Band. Deze Australiërs bewijzen met ‘Surgical Smile’ zeker iets in hun mars te hebben. Nu nog de zwakheden wegwerken en dan zien we ze ooit nog langs de grote poort hun entree maken. 

SweetKiss Momma


SweetKiss Momma
Revival Rock
SweetKiss Momma/Sonic Rendez-vous
De heren muzikanten van deze Amerikaanse band hebben zo te horen in hun jeugd
de platenkasten van hun ouders binnenstebuiten gekeerd. Gelukkig hadden die een goede smaak en een voorkeur voor Americana, blues en southern rock. Muziekbewegingen die in de jaren zeventig erg populair waren en de Amerikaanse hitlijsten domineerden. Toch heeft het vijftal meer pijlen op hun boog en durven ze al eens uitpakken met een meer hardrock gericht nummer. Opener ‘Ready To Go’ is er zo eentje en smaakt naar nog. We worden op onze wenken bediend met ‘Son Of The Mountain’, een zompige brok blues rock. Met een rustbrenger wordt het wat radio vriendelijker al vinden we het met blazers opgesmukte ‘Slow Fade’ te wollig.  Daarna pikt men de draad weer op in het spirituele tweeluik - de groep begon zijn muzikale carrière in de lokale kerk – ‘Mercy Love’ en ‘Rocket Ride’. Het tragere ‘Sweet Fire’ zit dan weer gebeiteld in de ware southern rock traditie. In ‘Sweet Little Thing’ wordt het gashendeltje terug helemaal open gedraaid en werkt SweetKiss Momma zich weer in het zweet, net als in het succulente ‘Sugar In The Raw’. In de drie laatste nummers laat het vijftal het een beetje afweten en dat doet toch wat afbreuk aan dit overigens aardige debuut. De eerste full cd van SweetKiss Momma heeft alvast zijn naam niet gestolen. Laat dat geen beletsel zijn voor de jeugdige muziekliefhebber om er even van te proeven.

Sunnpimp


Sunnpimp
Ampvitamin
Suburban
In Nederland banen zich enkele nieuwkomers een weg naar de frontlijn van het rockgebeuren. Eén ervan is Sunnpimp. Een beetje gek zijn/doen kan geen kwaad en muzikanten mogen gerust uit de bol gaan. Tevens zijn de jongens tijdens hun shows raar uitgedost. Goed het oog wil ook wat, maar toch belangrijker is de muziek die ze brengen en waarmee ze onze harten proberen te veroveren. Zanger Marquis de Zwaffelaere zijn stem klinkt als een kruising tussen wijlen Alex Harvey (Sensational Alex Harvey Band), Chris Farlowe (Colosseum, Atomic Rooster) en Neil Fallon (Clutch). Dat alles bij elkaar genomen loopt het lekker gesmeerd voor deze libertijn. Ook de andere leden laten zich niet onbetuigd en doen hun duit in het zakje om het rock ‘n’ roll gebeuren flitsend voorbij te laten denderen. Dat men daarvoor put uit de rijke geschiedenis van de vetkuiven en ouderwetse blues kan helemaal geen kwaad. Naast het klassieke instrumentarium maakt Sunnpimp gebruik van slide gitaar, mondharmonica, harp, dwarsfluit en sitar om hun zo al vettige sound nog wat aan te dikken. De nummers gaan pijlsnel. Het combo lijkt helemaal opgefokt en geeft zonder verpozen het volle pond. Sunnpimp zorgt hier voor een klein half uur broeierige, zweterige garage rock. Meer moet dat niet zijn.

Skeptical Minds


Skeptical Minds
Skepticalized
FYB Records
Een wat vreemd gezelschap uit onze eigen contreien dat een harde houding propageert - toch als je de slagzin leest die ze hanteren - doch uit een heel ander muzikaal vaatje tapt dan je na de eerste visuele indrukken zou vermoeden. Skeptical Minds brengt een mix van gothic metal, klassieke muziek, kille industrial en melodieuze metal. In 2004 brachten ze een eerste demo uit, gevolgd door het album ‘Rent To Kill’ (2005) en de ep ‘The Beauty Must Die’ die eind 2007 werd uitgebracht. De nieuwe cd ‘Skepticalized’ betekent de volgende stap in de evolutie van de band. Voor de onvoorbereide luisteraar is het even wennen aan het groepsgeluid. In een eervolle poging om originaliteit te koppelen aan een ruig imago lag het niet voor de hand om alle ingrediënten simultaan op elkaar af te stemmen. Af en toe wringt het wat tegen en voel je de verschillende elementen tegen elkaar opbotsen. Skeptical Minds laat zich zowel van zijn zachte kant zien (‘Command Me’, ‘Don’t Wake Up’), als hun onderkoelde (‘Someone New’, ‘I Don’t Believe’), epische (‘Don’t Tell’) en heftige (‘No Way Out’, ‘My Love’). Deze diversiteit maakt van ‘Skepticalized’ een debuut dat opvalt. Een cd die alvast een paar aangename verrassingen in petto heeft, ook al vertoont dit album in zijn geheel nog wat groeipijnen. Doch oordeel zelf en onderwerp dit Belgische sextet aan een eigen luistertest.

Shaking Godspeed

Shaking Godspeed
Awe
Suburban
In Nederland is er naast Sumnpimp nog Shaking Godspeed dat komt aanzetten met een eerste full cd. In maart vorig jaar verraste het trio ons in positieve zin met een vijf nummers tellende ep.  Ze debuteren nu voor echt met een eerste cd die als titel ‘Awe’ meekreeg. Het drietal speelt een moderne variant van bluesrock, met invloeden uit de psychedelische en garage hoek. Een tikje vuil, smerig en rauw, maar met volle overtuiging gaat men er tegenaan. Shaking Godspeed deinst er niet voor terug om achteruit te kijken en met nummers als ‘High Hopes / High Times’, ‘People Wait, People Listen’ en ‘Don’t Have Time’ de late sixties en vroege seventies te laten herleven. De band blikt ermee terug op een periode waarin men naar hartenlust zijn boze geesten kon uitdrijven met bij gelegenheid ongeremd uit te freaken. Dit in een hedendaags jasje gestoken helend proces mist ook vandaag zijn uitwerking niet. Shaking Godspeed is in geen tijd als een komeet aan het rock firmament verschenen. Met dit lichtjes fantastische debuut zitten ze voor een tijdje gebeiteld. Alleen nog afwachten of ze ook een blijvertje zijn.  

Semi Precious Weapons


Semi Precious Weapons
You Love You
Geffen Records/UMG
Een mens moet tegenwoordig lijf en leden veil hebben om uit de band te springen. Neem nu Justin Tranter, zanger bij het New Yorkse Semi Precious Weapons. Deze extravagante figuur uit zich als een omni- homo- of is het ambiseksueel? Feit is dat de goed ogende frontman zijn haar blondeert en zijn favoriete outfit zich beperkt tot oversized T-shirts en vrouwenbotjes. SPW kwam in de belangstelling omdat ze als voorprogramma mochten aanrukken tijdens Lady Gaga’s Monster Ball tournee en dat hun eerste cd ‘We Love You’ mee geproduceerd werd door niemand minder dan Tony Visconti zal ook wel geholpen hebben. Nu is er dus ‘You Love You’. Zowel het imago als de muzikale stijl vertoont veel raakvlakken met hun stadsgenoten van The New York Dolls. Waarom men al die heisa maakt rond SPW is me dan ook een raadsel. Originaliteit is hier ver te zoeken. Bovendien werden drie tracks van hun eersteling voor deze release opnieuw opgenomen. Als reden wordt de komst van nieuwe gitarist Stevy Pyne aangehaald. Ik zie dit eerder als artistieke armoede. ‘You Love You’ bevat met ‘Put A Diamond In It’, ‘Sticky With Champagne’ en ‘Statues Of Ourselves’ enkele leuke liedjes. De geschiedenis zal echter uitwijzen dat dit plaatje niet meer deining gaf dan één enkel rimpeltje in de grote rock oceaan.

Seamount

Seamount
III – Sacrifice
The Church Within Records/Code7 Music
Begin 2010 waren we best te spreken over Seamount hun tweede worp ‘Light And Truth’. Op hun derde cd gaat het gezelschap lekker door op de ingeslagen weg. De songs komen zelfs nog beter tot hun recht en nemen soms zelfs epische proporties aan. Het album begint sterk met ‘The Ancient’ en trekt die lijn verder door met het doom epos ‘Ocean, I Will Call You’ en het meeslepende ‘The Mountain Will Know My Name’. Het vijftal heeft hard gewerkt aan het compositorische aspect . Alle nummers zijn goed onderbouwd en worden gedragen door een wervelende melodie en fantastische riffs. Naast zanger Phil Swanson, die zichzelf hier overstijgt laten ook de twee gitaristen Tim Schmidt en Andy Kummer zich weer van hun beste kant zien. Ze zijn perfect op elkaar ingespeeld. Hetzelfde kan ook gezegd worden van drummer Jens Hoffmann en bassist Markus Stroehlein. Het kwintet diept zijn groepsgeluid uit met een breed spectrum van heavy metal elementen en doft een nummer als ‘Standing In The Rain’ op met een gothic toets. Persoonlijk was onze appreciatie voor ’40.000 Fathoms’, ‘Gettin Through’ en ‘Path To Legend’ iets minder, doch dat doet niets af aan de hoge kwaliteitsnorm van het album in zijn geheel. Trouwens, de verpakking is al even mooi als de inhoud met een prachtige cover van de hand van Boris Vallejo.

Scarmachine


Scarmachine
All Eyes To The Sky
Vincit Ventures Recordings
Scarmachine werd opgericht in 2007 in Hellevoetsluis. Na een eerste demo in 2008 en enkele personeelswijzigingen vond men in 2009 een consistente bezetting. Dat werpt nu zijn vruchten af in de vorm van een eerste volwaardige cd. Het metal/industrial trio hangt met ‘All Eyes To The Sky’ een somber beeld op van de maatschappij waarin we leven en kadert dit in een al even deprimerend muzikaal landschap. Messcherpe gitaren, een klauwende, grommende zanger, pompende baslijnen en staccato drumpatronen. Toch in de eerste twee nummers. In het tragere op sludge geënte ‘Magnetar’ boet men al meteen in aan kwaliteit en ook in het nu metal getinte ‘Cought It Up / Spit It Out’ loopt men bedremmeld achter de feiten aan. Het is voor Scarmachine wachten op ‘Daisycutter’, ‘Backgroundnoise’, ‘State Of Medication’ en het machtige ‘Brainstatic’ om nog eens verwoestend uit te halen. ‘Fake It’ is hier het lelijke eendje en het universum verkennende ‘The Crippling Side Effects Of A Near Life Experience’ de vreemde eend in de bijt. Echt vernieuwend is het allemaal niet, doch de mix van elementen uit sludge, groove metal, thrash, nu metal, industrial en hardcore bieden toch enig perspectief voor de toekomst. 

Noisear

Noisear
Subvert The Dominant Paradigm
Relapse Records
Noisear is klaar met de opvolger voor ‘Pyroclastic Annihilation’. Op ‘Subvert The Dominant Paradigm’ staan dertig met de snelheid van het licht gespeelde tracks die je trommelvliezen aan flarden blazen. Meest bekende naam bij Noisear is Bryan Fajardo  (Kill The Client, Phobia), grindcore drummer pure sang die met zijn spervuur van roffels zijn metgezellen op sleeptouw neemt. Laatste track ‘Noisearuption’ zorgt voor een vuurwerk in de vorm van een waaier van lawaai. Twinitg minuten teringherrie die je meer migraine en oorgesuis bezorgt dan twintig jaar wonen onder een zendmast van een of ander mobiel netwerk.  Een vorm van geluidsterrorisme die je met stomheid slaat en waarmee Noisear het grindcore genre overstijgt. Zelfs de anderhalve minuut stilte op het einde is indrukwekkend.  Ook ‘Fraudulent’ en ‘The Perpetual Downfall Of Man’ doorbreken op één of andere manier het grindcore cordon. ‘Subvert The Dominant Paradigm’ is het album dat tot nader order Noisear in de schijnwerpers van de hedendaagse grindcore scene plaatst.

Eternal Elysium


Eternal Elysium
Within The Triad
Headspin Records/Clear Spot
Uit het Verre Oosten kwam ‘Within The Triad’ het vijfde album van het Japanse trio Eternal Elysium aangewaaid. Hun vorige werk mocht telkens op veel bijval rekenen in het psychedelische rockcircuit. De invloeden die het trio in hun muziek verwerkt gaan van psychedelische rock uit de jaren zestig over seventies hardrock, jaren tachtig arena rock tot grunge van de jaren negentig. Hun eigenzinnige stijlfiguren verrijken ze met nog meer culturele invloeden zoals Afrikaanse ritmes en Duitse krautrock. Gooi daar nog wat space rock en doom elementen bij en je krijgt een veel gelaagd sonisch klanktapijt. De scherpe, psychedelische uithalen van zanger/gitarist Yukito Okazaki staan pal op de vette grooves van de ritmetandem Tana Haugo (basgitaar) en drummer Antonio Ishikawa. ‘Within The Triad’ staat bol van de freaky gitaarsolo’s, pittige drumriffs, stuwende baslijnen en een kille, effectvolle zangstijl. In ‘Shadowed Flower’, ‘Blues For Third Stone’ en ‘Setsuri’ slaat dan ook nog eens de experimenteerdrift toe. Voor sommige luisteraars kan dit misschien een brug te ver zijn.Voor de rest niets dan lof voor dit heavy rock epos. Voor wie er maar niet genoeg van kan krijgen: op de vinyl versie staan drie extra tracks die niet verkrijgbaar zijn op cd.

Chaos Conspiracy


Chaos Conspiracy
Indie Rock Makes Me Sick
Roadrunner Records/CNR
Op zoek naar de ultieme ‘groove’ besloot dit Italiaanse combo in 2007 om hun zanger te dumpen en als instrumentale outfit verder te gaan. Hun wiegje staat midden post hardcore en noise. Wat betekent dat het gezelschap grossiert in vreemde ritmische structuren en tegelijk de grenzen verkent van hun zo al alternatieve, muzikale invulling. Hun ‘cheek-in-tongue’ titel zet zich door in hun muzikale escapades. Al van bij het begin wordt er flink vaart achter gezet en knalt de titelsong door de boxen. De heren houden van spielereien en woordspelletjes zoals met ‘Surf And Destroy’ waar een aan Dick Dale ontleent gitaar riffje doorheen loopt of in het gejaagde ‘Broadway Boogie Woogie’. Om niet in eentonigheid te vervallen probeert men met tempowisselingen, diverse percussie en gitaareffecten de schwung erin te houden. Dat lukt niet altijd, temeer dat men ritmisch soms te pas en te onpas uit de band springt en dat geeft dan weer zijn invloed op de ‘drive’ van het nummer in kwestie zoals in ‘1816 (The Number Of The Gnome)’, Timebomb For Happy Kids’ en het door trompetgeschal gedomineerde ‘Noam Is My Copilot’. Tracks als ‘I.O.R. Money’ met zijn dub onderlaag en ‘M.O.V.E.’ laten je dan weer gezwind door de leefruimte zweven. Instrumentale rock, het blijft een moeilijke discipline. 

Central Park

Central Park
Reflected
Rockville
Vijf jaar geleden was de Duitse progressieve rockband Central Park (opgericht in München, 1983) helemaal  terug van weggeweest en dan nog wel in de originele bezetting. Toen was er eerst nog de eerder onverwachte release van de reünie cd/dvd ‘Unexpected’. In navolging daarvan volgden een aantal concerten die leidden tot de editie van een tweede live dvd. Later begon men met het schrijven van nieuw songmateriaal. Het plotse vertrek van zanger Heiko Möckel werd opgevangen door de komst  van zangeres Jannine Pusch die in de zomer van 2010 werd aangetrokken als nieuw boegbeeld. Met ‘Reflected’ teert de groep op zijn rijke verleden als vooraanstaande progrock act, terwijl men tegelijk probeert om aansluiting te vinden bij de huidige rock en metal scene. Al mikt men toch voornamelijk op het thuisfront om met deze nieuwe schijf te scoren. Opener ‘Guns R Us’ vertrekt van traditionele, symfonische rock (Rick Wakeman, Yes, Emerson, Lake & Palmer) en men voegt daar wat avantgarde en metal elementen aan toe. Het complexe arrangement en de soms vreemde stemcapriolen van Jannine zorgen voor het verrassingseffect. ‘Free Fall’ klinkt een beetje meer jazzy met zachte loopjes terloops afgewisseld met zwaar brommende synths. ‘White Princess’ is meer poprock gericht, alweer met die jazz ondertoon gevolgd door de mooi gezongen ballade ‘Another Part’. ‘Vision Of Cassandra’ is een epos dat werd opgedeeld in drie stukken en pas na zes minuten op gang komt. Het is een langdradig, artificieel werk zonder bezieling dat alleen tijdens het laatste deel min of meer kan bekoren. Ook ‘Path Of Mercy’ en afsluiter ‘The Last Tear’ gaan gebukt onder een gekunstelde en opgeblazen bewerking. Waar ‘Reflected’ nog veelbelovend begon draait het toch nog uit op een fiasco. Voor mijn part hoeft Central Park dit tweede leven niet langer te rekken. Vrijwillige euthanasie lijkt me hier de meest humane oplossing.

Band Of Spice


Band Of Spice
Feel Like Coming Home
We Deliver The Guts/Suburban
Spice And The RJ Band is het geesteskind van ex-Spiritual Beggars zanger Christian Sjöstrand alias Spice. Samen met partners in crime drummer Bob Ruben en bassist Johan maakte Spice twee albums: ‘The Will’ (2007) en ‘Shave Your Fear’ (2009). Daarna kwam er met gitarist Anders Linusson een vierde man bij. Spice voelde zich verplicht een nieuwe groepsnaam te bedenken. De keuze viel op Band Of Spice. Tegelijk kiezen Spice en co. deels voor een andere muzikale invalshoek waarbij we op dit vervolg van Spice And The RJ Band toch zo onze bedenkingen hebben en heel wat kritische kanttekeningen maken. Waren we nog lyrisch in extase over ‘Shave Your Fear’ dan moeten we deze keer ons enthousiasme serieus temperen. Spice neemt de titel van het album nogal letterlijk en zoekt naar eigen zeggen aansluiting bij het Spiritual Beggars album ‘Ad Astra’, niet toevallig het laatste waar hij aan meewerkte. Dat hij daarmee tegelijk afrekent met enkele oude demonen, zoals overmatig alcoholgebruik, is voor hem mooi meegenomen. Spijtig genoeg vertaalt dit alles zich niet in naar de strot grijpende rocksongs. Zo klinken ‘Turn Your Face’, de titelsong, ‘Out Of Tune’, ‘Last Day’ (een makke Bruce Springsteen kloon) en ‘Beside Of Life’ echt wel oubollig en totaal passé. Het zijn niet meer dan tweederangs rock ‘n’ roll wijsjes met wat stereotiepe riffjes uit een lang vervlogen tijdperk. Ook al is het niet allemaal kommer en kwel - met ‘God Bless You’ en ‘Emptiness’ staan er ook een paar kaskrakers op deze ‘Feel Like Coming Home’ – toch blijft de eindbalans negatief. Luisteren naar ‘Feel Like Coming Home’ is een teleurstellende belevenis en is na het delirium van ‘Shave Your Fear’ een zeer een ontnuchterende ervaring.