zaterdag 30 november 2013

Vatican Shadow


Vatican Shadow
Remember Your Black Day
Hospital Productions / NEWS
Achter Vatican Shadow gaat labelbaas, geluidskunstenaar en noise adept Dominick Fernow schuil. De man is/was actief in tientallen andere projecten, teveel om op te noemen. Als Vatican Shadow bracht hij tot nu toe enkel cassettes en vinylplaten uit. 'Remember your Black Day' is zijn eerste cd release. De titels van de acht tracks zijn politiek geladen en verwijzen naar de gruwel en destructie van oorlog en gewapende conflicten. De muziek van Vatican Shadow is gebed in zware beats en donker getinte techno met een sterk repetitief karakter en leunt dicht aan bij industrial. De stukken zijn fragmentarisch en stoppen soms heel abrupt. Percussie speelt een belangrijke rol, bijvoorbeeld in het aanhoudende staccato geweld van 'Not The Son Of Desert Storm, But The Child Of Chechnya'. Alleen in het met metal invloeden doorspekte 'Enter Paradise' en de meer sluimerende afsluiter 'Jet Fumes Above The Reflecting Pool' maakt Fernow gebruik van een steeds terugkerende elektrische gitaar riff. Behalve deze laatste, gaat van alle overige nummers een zekere dreiging uit. Tegelijk brengt Dominick een futuristisch beeld van een koude en kille wereld met desolate landschappen van uitgestorven straten en tot puin herleide huizen. Het ritme van de pulserende titelsong is misschien wel de meest overtuigende track en brengt je als luisteraar in een soort trance. Al is de thematiek somber; de verleiding tot dansen is groot. 'Remember Your Black Day' geeft een impressie van de onmenselijkheid van het mensdom wanneer alleen de wapens spreken. Of hoe een instrumentale plaat, de stem samples buiten beschouwing gelaten, toch heel wat zeggingskracht heeft.

STAER


STAER
Daughters
Horse Arm Records
Het Noorse STAER heeft na een jaar rond trekken in Europa de tijd genomen om zijn tweede langspeler in te blikken. Met ‘Daughters’ gaat men door op de ingeslagen weg van hun titelloos debuut. Staer staat garant voor een eigentijdse portie, aan avant-garde gelieerde noise rock. Opener ‘Flashing Teeth Of Brass’ komt nooit echt uit de startblokken en blijft ergens in het ijle zweven met als houvast een steeds terugkerende riff. In de overige vijf nummers is het al feedback en effecten dat de klok slaat. De opbouw van elke song is bijna identiek waarbij men steeds werkt rond een thema dat zich dan herhaalt en zwervend een weg zoekt doorheen de tracks. De nuances liggen bij de improvisaties die op het eerste gehoor lukraak binnen het kader van de compositie worden gedropt. De ene keer is het de saxofoon van gastmuzikant Kjetil Möster die de bovenhand neemt, de andere keer zijn het de drums van Thore Warland of gitarist Kristoffer Riis die met aanhoudende geluidsgolven de boel op stelten zetten. ‘In One Million Love Units’ gaan die laatste twee samen door het lint. Als stevige pijler van het geheel is er nog bassist Markus Hagen die pal staat terwijl rondom hem de hel losbreekt. In afsluiter ‘Future Fuck’ komt de sax nog eens aan zet. Samen met trommels en gitaar gaat Möster wild tekeer. Het trio STAER houdt er een aparte stijl op na die hen op dit terrein wel een ongenaakbaar maakt en met 'Daughters' de ultieme geluidsguerrilla voert.

Maschinenkrieger KR52 vs Disraptor


Maschinenkrieger KR52 vs Disraptor
RotTEN Years
Hands Productions
In 2002 sloegen Maschinenkrieger KR52 en Disraptor voor het eerst de handen in elkaar. Met 'RotTEN Years' - hun zevende album - willen ze dit tienjarig bestaan vieren en door middel van deze plaat dit vreugdevol feit extra in de verf zetten. Het duo mikt nog altijd op de dansvloer, zij het die waar men tuk is op industrial. Men houdt vast aan het oude procédé van vervormde ritmes, beats, stem samples en noise in de breedste zin van zijn betekenis. 'Oh My Presents', 'Omega Weapon', 'Helldone', 'Hit And Drum', 'Beltra' hebben veel met elkaar gemeen en worden in een bijna identiek tempo afgehaspeld. In 'CHM05, 'Player' en 'Break Core' wordt de snelheid wat opgevoerd. Deze in groepjes ingedeelde tracks vormen een eenheidsworst, maar dan wel van de categorie 'oorverdovend schril en luid'. Het tweetal gunt zich ook de ruimte om wat te experimenteren. Dat is het geval in rauwe en totaal overstuurde nummers als '1,5 Gray', 'Kiitos', 'Post MorTEN' (grappig is de sample van de filmmuziek uit 'Le Gendarme De Saint-Tropez') en afsluiter 'Gallery'. Op deze 'RotTEN Years' krijg je veel van hetzelfde. Het gebrek aan afwisseling legt de zwakte bloot van deze release. Het enige wat je uiteindelijk bijblijft zijn de eindeloos lijkende, ritmische beats. Steken net boven de middenmoot uit: 'Tone' en 'Break Core'.

KK Null + The Noiser


KK Null + The Noiser
KK Null + The Noiser
Monotype Records
Julien Ottavi is van vele markten thuis. Naast componist en muzikant is hij filmmaker, media-activist, onderzoeker en ontwerper van computerprogramma’s. Hij werkte mee aan tal van projecten en sinds enkele jaren speelt hij, onder het pseudoniem The Noiser, samen met KK Null, alias voor de Japanse cult artiest Kazuyuki Kishino. Sinds de vroege jaren tachtig is Kazuyuki een voortrekker op het gebied van noise en experimentele muziek. Dit eerste album geeft een beeld van zowel hun artistieke uitspattingen in de studio als op de bühne. Beide gaan heel ver met hun experimenten. Altijd zijn ze op zoek naar vernieuwing. Het belangrijkste element in hun composities is improvisatie. Daarmee verkennen ze de grenzen van het elektronische spectrum. Het tempo en ritme wisselen ongelijkmatig. Het landschap is versplinterd. Extreme noise golven worden afgewisseld met electro akoestische fragmenten, beats en drones. Als luisteraar moet je wel mee glijden met de stroom. De akoestische episodes zorgen voor meerdere rustpunten die even snel weer ongedaan worden gemaakt door een chaotische brij van krassende geluiden, feedback, vervormingen en gesis. Geen titels. Alleen aan de tijdsduur herken je de tracks. In de afsluiter van 25 minuten bundelen de twee nog eens in dit ultiem epos hun muzikale ideeën. Het levert een spervuur op met afwisselend kalmerende percussie, messcherpe glitches, getjirp van krekels, vogeltjes die fluiten, zenuwachtig piano getokkel en drones. Deze plaat is voor Ottavi en Kishino pas een eerste stap en de aanloop naar nog een groter avontuur.

Hydrus


Hydrus
Nodes
Narrominded
De twee muzikanten van Hydrus doen het kalm aan. Het duo Herman Wilken en Almer Lücke brengt veel tijd door met het programmeren van eigen software om hun muziek gestalte te geven. Een langspeler in elkaar boksen duurt dan ook meerdere jaren. Op plaat straalt Hydrus ook rust uit. Op dit mini album met zes tracks kiest men voor een mix van electro, jazz en drum ‘n’ bass. De sterke grooves en relaxte sfeer nodigen uit om zachtjes over de dansvloer te schuifelen. Emoties mogen hier niet te hoog oplaaien. Alles gebeurt stijlvol en met klasse op de tonen van afgemeten beats. Het geeft het geheel een onderkoelde stemming, maar dat doet geenszins afbreuk aan de schoonheid van het geheel. 'Nodes' klinkt mooi, zuiver en beheerst. Vooral het pure is opmerkelijk, temeer omdat alle geluiden eigen werk zijn van Wilken en Lücke. Met zijn 26 minuten nodigt dit schijfje zich uit om meerdere keren na elkaar af te spelen. Iets wat we met plezier hebben gedaan.

Emmanuel Allard


Emmanuel Allard
Nouvelles Upanishads Du Yoga
Baskaru
Een label dat bekend staat om zijn manier van selecteren en kiezen met wie het wil samenwerken én waar men mee nadenkt over wat er wordt uitgebracht. Een artiest die zich jarenlang verdiept in het onderzoeken en experimenteren om een palet van uitzonderlijke geluiden bij elkaar te sprokkelen en tegelijk spaarzaam platen uitbrengt; dan moet het resultaat wel heel speciaal zijn. De in Parijs residerende visuele kunstenaar en geluidstovenaar Emmanuel Allard is met ‘Nouvelle Upanishads Du Yoga’ pas toe aan zijn tweede album. In 2003 bracht hij onder het pseudoniem Fabriquedecouleurs nog ‘Imite Moi’ uit. Tien jaar later is Allard zijn kijk op muziek danig veranderd. Emmanuel heeft zich zijn Buchla 200e systeem helemaal eigen gemaakt, binnenste buiten gekeerd en ontleed. De serie geluiden die hij ten gehore brengt zijn complex in al hun eenvoud en als composities erg abstract. Het woord upanishad, net als de term yoga, komt uit Hindoeïstische geschriften en betekent letterlijk 'neerzitten bij': de leerling zit aan de voeten van de meester. In bepaalde tracks - 'Séance', 'Elan', 'L'Art Noir' en 'Gold Rand' - krijg je ook dat gevoel en zit je intens te luisteren naar de bijzondere geluidscollages die Allard uit zijn feedback circuits weet te puren. In andere sculpturen als Antimoine', 'Adelphi Wave' tast Emmanuel met schrille geluidserupties de grenzen af van wat het oor zoal kan verdragen. Het doel van yoga is om de de mens zijn ware aard terug te geven en er in overeenstemming mee te leven. Of deze muziek daartoe bijdraagt moet iedereen voor zichzelf uitmaken, doch ongeacht elke vorm van religie, is dit werkstuk in al zijn facetten een veeleisende oefening.

vrijdag 8 november 2013

30.000 Monkies


30.000 Monkies
Somewhere Over The Painbow
Consouling Agency
Na ‘Womb Eater Wife Beater’ is dit de tweede ep voor het uit Beringen afkomstige combo 30.000 Monkies. Het kwartet brengt door alles heen klievende noise met een flinke schep stoner rock, sludge en een neut doom metal. ‘Somewhere Over The Painbow’ bevat vier tracks die meermaals de pijngrens overschrijden. 30.000 Monkies doet echter meer dan de trommelvliezen geweld aan doen. Het viertal wekt soms de indruk alles op een hoopje te gooien. Een lepe misleiding. Zo is ‘Batteram’ een uitgekiend nummer. Het te verwachten doemscenario wordt voorafgegaan door een fijne, bijna kinderlijk eenvoudige, maar meeslepende intro waarop je zachtjes heen en weer kan wiegen. Dan doet de groep zijn reputatie alle eer aan, gaat hevig te keer, buldert en dreunt en laat schrille, gierende gitaarriffs de vrije loop. ‘Amazones’ is een wat vreemde combinatie tussen melodieuze riffs en messcherpe noise. Ook ‘Czarring’ is een mengeling van verschillende subgenres, inclusief drones. Al maken twee ep’s de lente niet; 30.000 Monkies is een band die het nog ver kan schoppen.

Joe Bonamassa


Joe Bonamassa
Tour De Force – Live In London
Provogue Records/Mascot
Gitarist Joe Bonamassa brengt de laatste tijd met regelmaat dvd’s uit. Na ‘Live Fom New York - Beacon Theatre’ (2012) en ‘An Acoustic Evening At The Vienna Opera House’ (2013) pakt hij nu uit met een vierdelige set van telkens twee dvd’s die in een speciale verzamel box (de verpakking heeft de vorm van een miniatuur Marshall versterker) of afzonderlijk te koop zijn. Vier avonden in Londen in vier verschillende concertzalen geven telkens een ander beeld van deze Amerikaanse stergitarist. De speellijst is iedere keer anders, net als de groepsbezetting. The Borderline is een kleine club met een capaciteit van tweehonderdtal toeschouwers. Joe Bonamassa brengt er als trio, samen met drummer Anton Fig en bassist Michael Rhodes, nummers uit het begin van zijn carrière; liedjes waarvan het jaren geleden is dat hij ze nog live heeft gespeeld. De avond in het Shepherd’s Bush Empire heeft als thema bluesmuziek en om het blues gevoel helemaal tot zijn recht te laten komen hoort daar een blazerssectie bij. In het Hammersmith Apollo komt er eerst een korte akoestische set gevolgd door fellere rock geïnspireerde nummers. Last but not least is er zijn passage in de Royal Albert Hall. Daar brengt Joe een bloemlezing van zijn meest bekende songs met in het eerste luik een akoestische invulling. In de tweede helft gaat men vol elektrisch. Gewoonlijk brengt Bonamassa een aantal gastmuzikanten mee. Deze keer is dat niet het geval en stelen enkele beroemde vintage gitaren de show. In totaal brengt Joe zestig songs. Naast alle muziek kan je bij elk van de vier releases genieten van telkens vier pagina’s 3D foto’s (een 3D brilletje krijg je bijgeleverd). Van Provogue kregen we een sampler toegestuurd met van iedere show drie en van het Royal Albert Hall concert vier nummers. Het geeft een fraai beeld van wat je mag verwachten van de koop versies. Joe Bonamassa blijft een fenomenaal gitarist. Samen met producer Kevin Shirley werden de speellijsten samengesteld. Dit en de verschillende groepsbezettingen maken van elk van deze vier dvd’s een aparte belevenis. Je krijgt waar voor je geld met maar liefst negen uur live muziek en als surplus vier uur aan bonus materiaal.

Ulver


Ulver
Messe I.X-VI.X
Kscope
Het Noorse Ulver blijft zichzelf heruitvinden. Na de eigengereide kijk op obscure, psychedelische rock uit de jaren zestig op het album ‘Childhood’s End’ neemt het gezelschap opnieuw de handschoen op om een volgende uitdaging tot een goed einde te brengen. Over metal spreken we bij Ulver al geruime tijd niet meer, want die periode ligt ver achter ons. Toch blijft het gezelschap op één of andere manier trouw aan de kern, de ziel van metal. Dat is ook het geval op deze ‘Messe I.X-VI.X’. Deze langspeler is onder invloed van klassieke meesters als Gorecki, Mahler en Holst opgevat als een Rooms-katholieke mis. Hier bestaan verschillende variaties van. Bijvoorbeeld de missa brevis bestaat net als deze ‘Messe’ uit zes misdelen. ‘Messe I.X-VI.X’ is eigenlijk in opdracht gemaakt voor het Kulturhus in Tromsø en werd een eerste keer uitgevoerd met het Tromsø kamerorkest op 21 september 2012. Het is een overwegend duister en somber werkstuk waarin klassieke instrumenten en elektronische muziek elkaar treffen. Naast voornoemde componisten verwijzen de muzikanten van Ulver zelf naar onder meer Nurse With Wound, When, Ash Ra, John Carpenter en Terry Riley. In het met een politiek geladen titel openingsfragment kan men zich zo ontij, rampspoed en oorlogstaferelen inbeelden. Melancholische klanken zijn verwegen met onheilspellende drones en samples, waarna de strijkers de overhand nemen en zich naar een hoogtepunt toewerken. Het is een verbluffend instrumentaal tafereel. In ‘Shri Schneider’ staat krautrock – denk aan Neu!, Kraftwerk, Harmonia - centraal. Met ‘Glamour Box (ostinati)’ ligt de klemtoon op het repetitieve karakter. Het is een compositie die nauw aanleunt bij minimal music. Pas in ‘Son Of Man’ komt zanger Kristoffer Rygg voor het eerst aan de bak. Het is meteen de meest theatrale en majestueuze track. In ‘Noche Oscura Del Alma’ daal je af naar de krochten van de hel. Zo voelt het toch aan. De sinistere afsluiter ‘Mother Of Mercy’ gebruikt de monotone klanken van een orgel als bindend element tussen het orkest en de groep. Met deze plaat weet Ulver alweer, in positieve zin, te verrassen. Je moet het toch maar doen, om telkens weer nieuwe bronnen aan te boren en de muziekliefhebber voor je zaak te winnen. De mannen van Ulver doen het met brio.

Sainthood Reps


Sainthood Reps
Headswell
No Sleep Records
Drietal, bestaande uit zanger/gitarist Francesco Montesanto, Derrick Sherman op gitaar en achter het drumstel Bradley Cordaro die weet wat het wil en zijn sterke troeven handig uitspeelt. Na hun debuut 'Monoculture' van 2011 gaat Sainthood Reps op deze ‘Headswell’ een stap verder. De stijlvariaties zijn beter uitgewerkt en verfijnd. Naast grunge (‘Shelter’, ‘Run Like Hell’) word je op ‘Headswell’ getrakteerd op flagmenten en invloeden van postrock (‘The Last Place I Left You’, ‘Quitter’), hardcore (‘Desert Song’, 'Headswell'), alternatieve rock (‘Drone’, ‘Rapture Addict’) , shoegaze (‘Fall’). Sainthood Reps dompelt zich hiermee helemaal onder in de sfeer en muzikale trend van de jaren negentig van de vorige eeuw. Maar ze doen het met verve, overtuiging en inzicht. Het aanbod is gevarieerd en de songs hebben voldoende kwaliteit en bast. Het op akoestische gitaar gebrachte 'Breath Worth Breathing' heeft een hoger emo gehalte en valt hier een beetje uit de toon. 'Fall' en 'The Last Place I Left You' krijgen het predicaat 'beste track' opgespeld.

Rublood


Rublood
Star Vampire
Bakerteam Records
Naar eigen zeggen geïnspireerd door Rammstein, Depeche Mode, Deathstars en Joy Division debuteert Rublood met de cd ‘Star Vampire’. De groep kwam op het voorplan dankzij de film ‘Studio Illegale’ waarin ze het nummer ‘Through The Looking-Glass’ brengen. Diezelfde track wordt ook gelanceerd als eerste single. Het songmateriaal klinkt weinig verheffend en is overwegend geënt op het groepsgeluid van Deathstars. Herkenbaar is ook het bekende piano motiefje van Paradise Lost in ‘Heart’. Het enige wat naar Depeche Mode refereert is een zoutloze cover van ‘Policy Of Truth’. Soms springt het als single naar voor geschoven nummer uit de band, maar dat is hier helemaal niet het geval. ‘Through The Looking-Glass’ loopt even mank als de rest van de songs. Rublood mist persoonlijkheid, inventiviteit en vakmanschap. De zangpatronen, gitaarriffs en zelfs dezelfde synthesizerlijnen komen telkens terug. Slechts in ‘Rainfall’, ‘Goth Love’, ‘Ignition’ en ‘In Love We Trust’ zit er wat meer afwisseling. Niet dat dit veel zoden aan de dijk brengt, want de liedjes blijven deplorabel zwak. 'Star Vampire' is een erg matige plaat. Zijn nog enigszins te smaken: de titelsong en ‘Ignition’.

Lamia Culta


Lamia Culta
Woman Scarred
Vox Inferni Press/ Section XIII Coma
Eenmansproject van de uit Oekraine afkomstige duivelaanbidster Fosco Culto. Lamia Culta heeft zijn roots in de black metal scene. In zowat de helft van de songs gromt en grauwt Fosco er dan ook lustig op los. De teksten zijn sowieso een viering van de opperdemon, zwarte missen en andere rituelen die het daglicht schuwen. De muziekstijl is geëvolueerd naar een mengeling van klassiek en dark ambient. Grenst soms aan het lachwekkende zoals de niet aflatende doodsreutel in ‘Fonce Foulard Fragile’. Altijd geweten dat vrouwen de enige wezens zijn die het Pad der Vlammen kunnen trotseren.

Die Krupps


Die Krupps
The Machinists Of Joy
Synthetic Symphony / SPV
Ja, ze bestaan nog. Die Krupps, één van de groepen die aan de wieg stonden van het industrial genre brengen voor het eerst in dit millennium een nieuw studio album uit (hun laatste ‘Paradise Now' dateert van 1997). Engler en co. grijpen op ‘The Machinists Of Joy’ - de titel verwijst naar hun langspeler ‘Machineries Of Joy’ van 1989 - terug naar hun originele geluid van de jaren tachtig en voegen daar elementen aan toe van andere, gelijkgestemde bands waarvan sommige generatiegenoten zijn: Nitzer Ebb, Laibach, Eisbrecher, Front 242, Rammstein en KMFDM. Zelfs een referentie naar Kraftwerk duikt hier en daar op. De kerngedachte van de muziek gaat uit naar industriële machines wiens geluiden door kille fabriekshallen galmen. ‘Metal Machine’ en Electronic Body Music in zijn meest pure vorm. Al spelen ook de strikt afgelijnde gitaar riffs van Marcel Zürcher hun rol van betekenis in het aanbod. Tekstueel krijg je sarcastische, kritische beschouwingen over wat er zich vandaag in de wereld afspeelt. Om hun internationale status in ere te houden wordt er afwisselend in het Duits en Engels gezongen. De songs zitten in een strak keurslijf van beats, synths en drumcomputers. Het zijn net gedrilde elite troepen die voorbij marcheren. Dat belicht tegelijk het zwakke punt van dit album waar wat meer variatie wonderen had kunnen doen. Het lijkt wel alsof Die Krupps zich opnieuw willen bewijzen als dé industrial vaandeldragers. Met een aantal nummers slaan ze hier wel de spijker op de kop. De twee bonustracks ‘Nazis Of Speed’, ‘Industrie-Mädchen’ en ‘Ein Blick Zurück Im Zorn’, ‘Schmutzfabrik’, ‘Risikofaktor’, ‘Robo Sapien’, ‘The Machinist Of Joy’ zijn echt wel top. Vanaf ‘Essenbeck’ stokt de tot dan toe geoliede machine. Een echte herstart komt er pas met de twee voornoemde bonus songs. Laat er echter geen misverstand over bestaan: Die Krupps kennen nog altijd het klappen van de zweep en voor elke industrial fanaat is dit verplichte kost.

vrijdag 1 november 2013

Lowfield


Lowfield
Start The Machine
Echozone
Na twee albums brengt het Duitse Lowfield als voorloper van hun in het voorjaar van 2014 te verschijnen derde langspeler de ep ‘Start The Machine’ uit. De zes tracks laten een groep horen die aan maturiteit heeft gewonnen. Het trio hoort thuis in het indie rock circuit en heeft een stevige op gitaren afgestemde sound. Zanger Uwe Heucher heeft een apart timbre en zijn intonatie een melancholische klank wat voor een fraai contrast zorgt met de muzikale invulling. Een mooi voorbeeld is het fijnbesnaarde 'Vertigo', maar ook in 'Sunshine' (denk aan The Connells) en 'Painted In Pink Snow' (met dank aan U2) laat Uwe zijn emotionele kant zien. Heel sterk is ook het prachtig gezongen 'Don't Leave Me Now', een prima mix van synth pop en indie rock. 'Start The Machine' is een leuk tussendoortje dat meteen de toch al hoge verwachtingen nog iets meer opvijzelt.

Vaselyne


Vaselyne
The Fire Within
Echozone
Nederlands duo bestaande uit Yvette Winkler (Sea Of Souls) en Frank Weyzig (ex-Clan Of Xymox, Born For Bliss). ‘The Fire Within’ is hun debuut dat in de lente verscheen (alleen in digitale versie), maar nu ook te koop is als reguliere cd. Het tweetal zou zo uit de stal van het 4AD label kunnen komen. Hun muziek is nauw verwant met acts als This Mortal Coil, Cindytalk, Cocteau Twins en natuurlijk Clan Of Xymox. Zwaarmoedigheid in al zijn pracht en praal waarbij je heerlijk kan wegdromen en al je zorgen even van je af kunt zetten. Elk nummer heeft zijn specifieke kenmerken en accenten. Op delicate wijze zorgen akoestische gitaar, cello, piano of fluit voor golven van weemoed. Tegen de stroom in hebben enkele samples, de stem van Weyzig in ‘Not To Be Mine’, sommige elektrische gitaar effecten een licht dreigende ondertoon. Het geeft ‘The Fire Within’ in zijn totaliteit meer diepgang. De uitstekende cover van Depeche Mode hun ‘World In My Eyes’ past wonderwel bij de rest van songs. Toch kent de plaat enkele mindere passages. Komt doordat het tempo laag ligt en de stem van Winkler bij momenten naar het monotone neigt. De sterkte van de composities en de vakkundigheid van Weyzig als multi-instrumentalist laten echter de balans ruimschoots naar de positieve kant overhellen. 'The Fire Within' is hoe dan ook een heel sterk debuut.

TMGS


TMGS
Rivers & Coastlines: The Ride
Green Cookie Records
Voorheen The Moe Greene Specials (nu gebruiken ze alleen nog vier letters als groepsnaam) bestaan al sinds 2001. De single ‘Heart In Ruin’ zorgde in 2010 voor radio bekendheid en ook de langspeler ‘Borders OK’ deed het goed. ‘Rivers & Coastlines: The Ride’ is de opvolger en hun vierde elpee. Was hun eerste album nog een instrumentale surf plaat dan staan deze Kempenzonen vandaag garant voor een warm groepsgeluid. Grote troeven zijn de prachtige, meerstemmige zang, Mexicaans trompetgeschal, het speelse orgel en de country gitaren. Geen voor de hand liggende combinatie, maar TMGS speelt zich er met glans doorheen. Daarnaast kleurt het gezelschap nog meer buiten de lijntjes en krijg je impressies van psychedelische rock (It's A Ride'), new wave ('Slow Me Down'), indie rock ('The Fear') en stevige rock in de stijl van Neil Young ('Evening Blues'). De overige nummers hebben een hoog countryrock gehalte. Dat is geen beletsel om te mogen spreken van een modern pop album met internationale allures. Heel fraai allemaal met nog een speciale vermelding voor de schitterende afsluiter 'Wolves Come Out'.

Splitter


Splitter
Thea
Finaltune
Actief sinds 2009 en pas negentien, maar niet aan zijn proefstuk toe. Meer nog; dit is al de vierde release voor Benjamin Sievers, alias Splitter. Wel de eerste die effectief op cd uitkomt. 'Thea' duurt ruim een uur. Dat is lang, soms te lang. Al doet Splitter er alles aan om via variaties in stijl en tempo te zorgen voor aangenaam tijdverdrijf. Naast ambient en electro bestaat het gamma van Splitter uit dance, minimal music en industrial. Toch blijft het repetitieve karakter van de overwegend instrumentale songs dominant aanwezig. Dit fnuikt de poging om de diversiteit ten volle te benutten. Sievers weet wel oude electro stijlelementen te implementeren en te laten samen smelten met nieuwere varianten. Heel knap is de exotische toets van tabla's in 'Concrete Jungle'. Net als het prachtige en indringende 'Das Leben Zieht An Mir Vorbei' (de klok tikt achteloos de seconden weg, terwijl het leven tussen je vingers wegglipt). Ook het dromerige 'Chrystal Child' is van een ongekende schoonheid. Meer abstract en afstandelijk is 'Secondary'. De zang is beperkt tot gefluister en de drumbeat gestaag en monotoon. Heel wat beter vergaat het Splitter in 'The First December' waar akoestische gitaar in tweestrijd gaat met samples en synths. Het gebrek aan samenhang op dit album is misschien wel de grootste struikelblok. 'Thea' zijn veertien losse componenten, momentopnames waarbij Benjamin de beelden in zijn hoofd omzet naar muziek. Is de opzet niet helemaal geslaagd, dan toch blijft 'Thea' best genietbaar.

Space Invaders


Space Invaders
Invasion On Planet Z
Nasoni Records
Gelegenheidsproject ontstaan in 2009 toen leden van verschillende bands uit Duitsland en Zwitserland tijdens het Burg Herzberg-Festival elkaar ontmoeten en ervaringen uitwisselden tijdens enkele jam sessies. De huidige bezetting bestaat uit gitarist Mike Häfliger (Spacenote), bassist Paul Pott (Zone Six, Vibravoid), Dennis Gockel (Weltraum, Blotch) op drums, toetsenist Dirk Jan Müller en Dirk Bittner (gitaar, percussie). Die laatste twee zijn allebei actief in Electric Orange. 'Invasion On Planet Z' is de eerste langspeler voor de Space Invaders. Het is de weerslag van een live concert van februari dit jaar in het Zwitserse Zofingen. De locatie noemt Planet Z. Vandaar de titel, die weinig aan de verbeelding overlaat. Gelukkig is het anders gesteld met de muziek. De vijf muzikanten verkennen hier alle uithoeken van het psychedelische en space rock spectrum. Al is men vertrouwd met dit concept dat al een halve eeuw bestaat; toch blijft het verwonderlijk dat dit vijftal uit een op het eerste gehoor volledig geïmproviseerde sessie toch tot muziekstukken komt die de luisteraar in de ban houden. 'Invasion On Planet Z' bestaat uit vier lange passages, vol interactie dynamiek, geladenheid en verscheidenheid. Je moet dit gewoon ondergaan om de intensiteit en het scala aan klanken te kunnen vatten. De plaat heeft een speelduur van 79 minuten en 55 seconden. Meer kan je op één schijfje niet krijgen. Een interessante release voor ware space rock discipelen.

Programmist


Programmist
Bofü – KP1 Episode 1 Reloaded
Echozone
Voor de eerste stappen van het project Programmist moeten we terug naar midden de jaren negentig van de vorige eeuw en de release 'Stupid Scums'. De eigenlijke onderneming die tot 'Bofü – KP1 Episode 1 Reloaded' zou leiden begon pas te kiemen in 2005. Voor het eerst werd toen het idee opgevat om een praatstuk om te zetten in een muzikaal idee. Basis is de satirische tekst ‘KP1’ met als voornaamste tekstleverancier publicist Arno Schürhoff (Snorr). Hij was één van de stichters van het satirische magazine ZYN! en schrijver van heel wat artikels. Het componeren van de acht tracks als onderdeel van ‘KP1’ nam twee jaar in beslag. Na een eerste uitgave on line in 2007 is er nu deze ‘2013 Reloaded’ editie. Men heeft getracht om zoveel mogelijk de originele teksten te behouden. Toch zijn er enkele refreinen en vertel stukjes toegevoegd. Muzikaal, en om te vermijden dat het ene nummer op het andere zou gaan lijken, heeft men schaamteloos gepikt. Invloeden van Coil, Controlled Bleeding, Sol Invictus, New Order en Sisters Of Mercy pik je er zo uit. Dat men ook het experiment niet schuwt bewijzen tracks als 'Da Zappelt Was', ‘EBM Loser’, ‘Sprueh Dies’, 'Third Order' en het als single naar voor geschoven 'Whistleblower'. Zorgt de muzikale verscheidenheid voor een speelse aanpak; dan zijn er ook de teksten die de aandacht naar zich toe trekken. Op die manier vervagen de muzikale grenzen en neemt het onconventionele karakter de bovenhand. 'Bofü – KP1 Episode 1 Reloaded' is een interessante release en onvoorspelbaar in elke geleding.

Lost In Desire


Lost In Desire
Skin
Echozone
Het in Wenen residerende Lost In Desire brengt een combinatie van alternatieve rock en synth pop. Gezien het aantal releases dat verschijnt, een nog altijd goed in de markt liggende stijlvariant. Net als bij vocalist Uwe Heucher van Lowfield bezit zanger Stephan Sutor over een karakteristieke stem. Het nadeel van Sutor is dat zijn timbre en intonatie iets meer beperkt zijn. Een begrenzing die hem parten kan spelen, want bij sommige luisteraars kan zijn manier van zingen als zeurderig en saai overkomen. In de eerste helft van het album zit er ook weinig variatie in de arrangementen. Alleen in ‘Deathwish’ probeert men de bakens wat te verzetten. ‘Hero’ heeft al wat meer pit dankzij snellere riffs en breakbeats, afgewisseld met tragere passages. Het is dan wachten op 'The Weight Of The World' om aan de door 'Hush Little Baby' en 'Sun' opgewekte lethargie te ontsnappen. In 'Zero' vechten synthesizer en elektrische gitaar een leuk robbertje uit. Met 'Transience' komt er weer een dipje dat op zijn beurt wordt goed gemaakt met het door een donkere baslijn gedomineerde 'Crimson Poetry'. Afsluiter 'Insomnia' is een waardige poging om op het gemoed in te spelen, maar ook hier brengt de stem van Sutor geen soelaas.

Dynamic Syndicate


Dynamic Syndicate
Higher State Of Consciousness
Echozone
Na ‘Noises’ (2012) is dit de tweede worp voor het Duitse trio Dynamic Syndicate. Zelf omschrijven ze hun muziek als electro break rock. Andere bands die min of meer in dit hokje passen zijn The Prodigy, Linkin Park, The Chemical Brothers en The Crystal Method. De combinatie van synthesizers, breakbeats en de schrille, naar heavy metal neigende gitaarriffs valt dik tegen. Ook de stem van frontman Sascha Schneider mist panache en zeggingskracht en gaat mee kopje onder. Het valt niet mee om uit deze collectie bloedarme liedjes toch nog een paar lichtpuntjes te filteren. Met 'The Death Comes Slowly' en 'Feel Free' zijn we toch nog aan twee stuks geraakt. De rest is echt ondermaats. Zo lijkt het inspiratieloze 'Raise Your Head Up' uit het album 'The Fat Of The Land' van The Prodigy geplukt. Voor de titel van slechtste nummer staat men hier te dringen. Er is 'Mindmiles' met zijn slapstick synths, maar ook 'No More Chance' en 'Sorry About' waarin alles op een hoopje wordt gegooid zijn grote kanshebbers.