woensdag 13 april 2016

Rideau

Rideau
Rideau
Mutiny Records

Het lijkt alsof de mannen van Rideau je in ‘Eye Closure’ uitnodigen om deel te nemen aan één of andere therapeutische of andere bovenzinnelijke sessie. Tot wanneer het verrukkelijke ‘Ecstasy’ in alle hevigheid losbarst. Gedaan met relaxen en rustig ademhalen. Het jaagt je meteen de gordijnen in. Niet dat het je kwaad maakt, maar het is gewoon even schrikken. Dit trio Zweden, alle drie ex-leden van het in 2013 kassiewijle Insekt, verstaan de kunst om het begrip rock-’n-roll nieuw leven in te blazen. De ruige strot van zanger Gabriel Öberg is het ideale instrument om een kleine storm te veroorzaken met in zijn spoor turbulent slagwerk van Kristofer Sundberg en gitarist Carl Magnus Palm die uitpakt met puntige riffs. Hun mix van punk, hardcore en metal kent geen genade. De drie gaan wild te keer en de songs komen in hoog tempo voorbij geraasd. Toch blijft het niet bij hengsten en stompen alleen. Zo wordt ‘Reverend Bob’ overgoten met een scheut blues en countryrock. ‘Dvala’ last een kort bezinningsmoment in dat in het verlengde ligt van ‘Eye Closure’. Daarna wordt de draad terug opgepikt met het aanstekelijke ‘Shameday’. Hun laatste nummer ‘December’ is een tien minuten, adembenemend opus, inclusief een experimentele doch, warme en jazzy saxofoon solo. Het is een compositie met inhoud die laat horen dat het trio echt wel wat in zijn mars heeft en tot grootse dingen in staat is. Een lichtjes overrompelend debuut.

Eths

Eths
Ankaa
Season Of Mist

Na het verschijnen van ‘III’ in 2012 en het vertrek van enkele sterkhouders - achtereenvolgens zangeres Candice Clot, gitarist Grégory Rouvière en drummer Guillaume ‘Yom’ Dupré verlieten om diverse redenen de band - leek het lot van Eths bezegeld. Overblijvers Stéphane Bihl (gitaar en zang) en bassist Damien Rivoal bleven echter niet bij de pakken zitten en gingen op zoek naar een nieuwe frontdame en vonden die ook in de persoon van Rachel Aspe. Het talent van Rachel als metal zangeres kwam aan het licht in 2012 tijdens haar deelname aan de Franse tegenhanger van de ‘I Got Talent’ show. Inmiddels had men in 2015 met R.U.L. (K.A.) ook een nieuwe drummer ingelijfd. Op ‘Ankaa’ is het echter Soilwork trommelaar Dirk Verbeuren die voor het betere beukwerk zorgt. Op ‘Ankaa’ krijgt Eths hun moderne metal variant een aantal nieuwe impulsen te verwerken. Toetsen en samples, van filmmuziek afgeleide elementen en Arabische invloeden verrijken het groepsgeluid. Rachel heeft zich een heel eigen stijl eigen gemaakt. Haar stem bestrijkt een breed gamma. Opener ‘Nefas’ belichaamt de intenties om meer diversiteit te brengen. In ‘Nihil Sine Causa’ en ‘Kumari Kandam’ doet men respectievelijk beroep op gastzangers als Sarah Layssac (Arkan), Jon Howard (Threat Signal) en opnieuw Sarah Layssac, deze keer gekoppeld aan Faustine Berardo. Dit zorgt voor vreemde, duistere, doch ook melodieuze combinaties van vocale krachten. Als we het overige aanbod overschouwen klinken sommige nummers vertrouwd en solide. Onze aandacht ging toch vooral uit naar die tracks die net iets meer te bieden hebben. Tot die laatste categorie behoren het intrigerende ‘Nixi Dii’, het geweldige ‘Vae Victis’, ‘HAR1’, het spirituele ‘Sekhet Aaru’ en het drieluik ‘Alnitak’, Alnilam’ en ‘Mintaka’. ‘Ankaa’ verschijnt op 22 april.

Otep

Otep
Generation Doom
Napalm Records

Na het aangekondigde einde van Otep in 2013 komt de release van ‘Generation Doom’ toch enigszins als een verrassing. De veelzijdige entertainer en kunstenares Otep Shamaya zoekt na twee jaar in de luwte opnieuw de schijnwerpers op. Met deze ‘Generation Doom’ wou ze terug de creativiteit en passie terugvinden die ze ervoer bij het schrijven van nummers voor het Otep debuut ‘Sevas Tra’. Shamaya heeft nooit een blad voor de mond genomen en ook op deze nieuwe langspeler zet ze haar strijd tegen allerlei vormen van onrecht verder. Naast tekstueel scherpe, rake observaties en radicale standpunten wordt het muzikale spectrum verruimd. De diversiteit aan stembuigingen en de introductie van uiteenlopende raaklijnen met genres lijkt me niet altijd even succesvol. De plaat opent met ‘Zero’. Deze en ‘Feeding Frenzy’ plus de titelsong zijn typerend voor Otep. Snoeiharde en rauwe nu metal/industrial. ‘Lords Of War’ en ‘Down’ zijn verwanten, hebben een aanstekelijk refrein en zullen er bij de fans in gaan als zoete koek. Minder voor de hand liggend is ‘Royals’, een cover van de Nieuw-Zeelandse zangeres Lorde. Een interpretatie met het origineel als een herkenbare, doch vage schim op de achtergrond. ‘Equal Rights, Equal Lefts’ is een soort van rap protest song. Hoe flexibel haar stem wel kan zijn laat Shamaya horen het harde en kille ‘God Is A Gun’. ‘Lie’ en ‘In Cold Blood’ klinken bijna radiovriendelijk. En wat dan gezegd van het super commercieel getinte en gestroomlijnde ‘On The Shore’ en een als ‘hidden track’ vermomde poëzie/tekst als sluitstuk. Het is fijn dat een artiest zich probeert te profileren en zijn horizon te verruimen, maar het moet wel geloofwaardig blijven en daar gaat naar mijn gevoel Otep deels de mist in. 

Otep

Otep
Een verloren generatie

De ochtend van 23 maart 2016. Ik was nog niet echt bekomen van de bloedige terreuraanslagen in Brussel en Zaventem. Vanavond staat er een interview gepland met Otep Shamaya, zangeres van de Amerikaanse band Otep. Na de moordpartijen van gisteren lijkt een lijst met vragen opstellen een triviale bezigheid. Doch het leven gaat door. Als je barbarij en terreur je leven laat bepalen dan geef je toe en laat je een bende psychopaten triomferen. Toch dwalen mijn gedachten af. Ik denk aan Nora en Kasper, mijn kleinkinderen. In mei worden ze drie jaar. In wat voor maatschappij zullen zij opgroeien?
Paul Van de gehuchte


De passie opnieuw beleven
Shamaya is een spraakwaterval. Je krijgt er amper een woord tussen. Ze laat er ook geen twijfel over bestaan dat zij het is die aan de touwtjes trekt bij Otep. Het is haar groep. Ze schrijft alle nummers. Om ze dan in een definitieve vorm te gieten werkt ze wel samen met gitarist Ari Mihalopoulos. Nog voor de release begin 2013 van het door pers en publiek met gemengde gevoelens ontvangen ‘Hydra’ had Otep al aangekondigd dat ze er de stekker zou uittrekken. Men zou wel nog een aantal concerten spelen als een soort van afscheidstournee. Tijdens die optredens vond Shamaya echter de energie terug, haar liefde voor muziek. Wat de doorslag gaf was hun passage in 2014 op het Knotfest in San Bernardino. Ze werden uitgenodigd door Slipknot om er aan te treden. Het was de bedoeling dat ze een stek kregen op het tweede grote podium, maar door een samenloop van omstandigheden  - één van de redenen was dat ze zonder label zaten - moesten ze verhuizen naar de kleinere ‘extreme stage’. Toen ze aan hun set begonnen stonden er een vijftigtal mensen. Nog tijdens de duur van het eerste nummer zag je publiek weglopen van het grote podium en de massa voor Otep groeide aan tot een paar duizendtallen. Er bestaat beeldmateriaal van. Dat ging viraal en bracht de bal aan het rollen. Verschillende labels toonden interesse en het was tenslotte Napalm Records die als ‘winnaar’ uit de bus kwam. Otep: ‘Ik koos voor Napalm omdat ze zich konden inleven in de doelstelling van Otep als muziekgroep. Voor mij gaat het niet zozeer over het muziekgenre, maar de boodschap die ik wil brengen. Dat we daarbij luide muziek spelen is toeval. De ene noemt het nu metal. Fijn, want nu metal heeft een nieuw tijdperk ingeluid. De andere rapcore, mij om het even. Ik vind dat niet belangrijk. Voor het maken van ‘Generation Doom’ was de afspraak duidelijk. Ik wou en kreeg carte blanche. Ik wou de passionele prikkels die ik ervoer bij het schrijven van liedjes voor ons eerste album ‘Sevas Tra’ opnieuw beleven. En zo gebeurde.’ 

Breken met het ‘oude’ denken
In de nasleep van ‘Hydra’ maakte Shamaya ook op persoonlijk vlak een moeilijke tijd door. Nieuwe nummers schrijven maakte deel uit van het verwerkingsproces. De titel van het nieuwe album en de teksten zijn een uiting van Otep haar persoonlijke reflecties en observaties van hoe ze de wereld vandaag ziet. Bekeken vanuit het oogpunt als wereldwijde gemeenschap en in meer besloten kring, je familie en vrienden, de mensen in je straat, je buurt. Otep: ‘We zijn aanbeland op een kruispunt waarbij specifieke keuzes zullen gemaakt moeten worden die bepalend zullen zijn voor het leven van de toekomstige generaties. Of we glijden af naar totale chaos of staan schouder aan schouder en zijn saamhorig, verbonden en bouwen aan een beter bestaan. Als kunstenaar voel ik me verplicht om te ageren tegen onrecht, oorlog, onwetendheid. Ik verwerk het in mijn muziek. Met als gevolg dat ik in bepaalde landen niet meer welkom ben. Zelfs in een aantal staten hier in de VS ben ik persona non grata en mag ik niet meer optreden. Bij mijn generatie en de huidige zie je signalen dat men genoeg heeft van de achterkamer politiek, de macht van banken en multinationals, het ‘oude’ denken. Dat is wat ‘Generation Doom’ voor mij betekent. Zijn wij de generaties die een nieuwe tijd inluiden en op zoek naar gaan echte oplossingen of gaan we net ten onder en zijn we gedoemd om te mislukken. Will we be their doom or will they be our doom?’

Sekteleider en kalief: Het is één pot nat
Veel mensen ontvluchten oorlogsgebieden. Ze gaan op zoek naar een veilige omgeving, een plaats waar het goed is om te leven. Een groot aantal bestaat uit hele families waarvan één familielid eerder is vertrokken en een bestemming heeft bereikt en nu de rest laat overkomen. Toevallig zijn een groot deel van hen moslims. Sommige politici maken daar dankbaar gebruik van om die als groep te stigmatiseren en zo de echte problemen met betrekking tot klimaat, terreur, oorlog, economie uit de weg gaan. In de VS heb je bijvoorbeeld Donald Trump die het aanvallen en in elkaar slaan van moslims acceptabel maakt. In Europa, vooral Oost-Europese landen die pertinent weigeren om moslim vluchtelingen op te vangen. Otep: ‘Het is gevaarlijk om een hele bevolkingsgroep te stigmatiseren. In Amerika kennen we talloze schietpartijen met dodelijke afloop. Een aantal daders staan bekend als praktiserend christen. Zijn daarom alle christenen slecht? Hetzelfde geldt voor de moslims. Die zelfmoordterroristen die zichzelf opblazen in opdracht van kalief Abu Bakr al-Baghdadi zijn krankzinnig, mentaal ziek, getraumatiseerd, labiel en daardoor gemakkelijk beïnvloedbaar. Ik zie heel wat overeenkomsten met vroegere sektes in Amerika zoals The People’s Temple van James Warren Jones, Heaven’s Gate onder leiding van Marshall Applewhite, David Koresh en zijn Students Of The Seven Seals. In Japan had je ook nog Aum Shinrikyo gesticht door Shoko Asahara. Al die sekteleiders zetten aan tot moord, massamoord en zelfmoord. Er vielen honderden slachtoffers. Waar men ook heeft gefaald is de integratie van de instroom aan vluchtelingen in het algemeen, zowel hier als in Europa. De meesten zochten en zoeken nog altijd hun toevlucht tot geïsoleerde gemeenschappen bestaande uit land- of lotgenoten en creëren zo een eigen leefwereld binnen de autochtone maatschappij. Decennia lang is daar niet naar omgekeken en om daar nu als buitenstaander vat op te krijgen lijkt me heel erg moeilijk.’


Multitasken
Naast muzikante is Otep ook actrice, dichteres, schrijfster en schilderes. Zo trad ze onder meer op in de televisieserie ‘Def Poetry’, bracht ‘Movies In My Head’ uit, een bundel met kortverhalen , ‘Little Sins’, een verzameling met gedichten en was te horen als voice-over actrice in de film ‘The Hobbit: Battle Of The Five Armies’. Vooral dat laatste is een lucratieve bezigheid en wordt goed betaald. Naast die rolprent werkte ze ook mee aan video spelletjes en nog een aantal andere speelfilms. Een gave en voordeel is dat Shamaya gemakkelijk kan multitasken. Ze kan ook naar believen switchen. Bijvoorbeeld tijdens de tijd die ze doorbrengt op de toerbus is ze meestal aan het schrijven, maar soms gebeurt het dat ze ook audities doet via internet of e-mail. Om die reden heeft ze altijd een microfoon bij de hand. De inspiratie en ideeën voor haar schilderijen en tekeningen borrelt op uit haar onderbewustzijn. Otep: ‘Voor het schrijven van een verhaal kan ik putten uit plotse ingevingen of emoties. Niet zo voor het schilderen. In de loop der jaren is mijn vermogen om het mij visueel voor te stellen verloren gegaan en dat vind ik wel spijtig. De oorsprong, de kern van alles komt van mij, maar het zijn de energiestromen die van elkaar verschillen.’

Overleven
Door de combinatie van al haar activiteiten verdient ze niet onaardig. Ze kon zelfs de twee jaar dat ze koos om de muziek ‘on hold’ te zetten financieel moeiteloos overbruggen. Mocht ze een popster zijn en veel platen verkopen dan zou dat  alleen genoeg zijn om van te kunnen leven. Otep: ‘Ik wil niet te negatief overkomen, maar in het verleden was het soms moeilijk om je ‘underground’ fans te overtuigen om je platen te kopen. Men dacht dat al het geld naar de platenbonzen ging en niet naar de artiest. Een misvatting, want eigenlijk leent het label je geld voor het maken van een album en het inhuren van technici, de producer, de studio, enzovoort te bekostigen. Men gaat er dan vanuit dat je alles terugbetaald door middel van het aantal verkochte exemplaren. Als dat niet lukt dan zit je vast aan die overeenkomst en dat voor onbepaalde duur. Ik kan het niet genoeg herhalen: Als je een groep, klein of groot echt wil steunen; koop dan hun albums. Als muzikant kun je alleen maar je uiterste best om je creativiteit te benutten, zoveel mogelijk fans te behagen met je muziek en hopen dat ze zich die dan ook aanschaffen. Ik denk dat het vandaag weer de goede richting uitgaat en er meer muziekdragers worden verkocht. De release van ‘Generation Doom’ kan in elk geval op heel wat bijval rekenen.’

Andere interesses
Reizen doet Shamaya niet zo graag, want ze is al zo vaak onderweg om ergens te gaan optreden. Tenzij het naar Hawaii is, haar favoriete vakantiebestemming. Daarnaast brengt ze ook veel tijd door in de gymzaal. Fit zijn en blijven is haar motto. De euforie die ze ervaart wanneer endorfines vrijkomen na een fysieke inspanning, daarvoor doet ze het. Ook heel belangrijk in haar leven zijn haar honden. Ze is een dierenrechtenactivist en staat op de barricades als het gaat om de rechten van homo’s en lesbiennes te verdedigen. Ze wil de stem zijn voor degenen die niet voor zichzelf durven of kunnen opkomen. Het zijn allemaal zaken die veel tijd in beslag nemen, doch haar ook gelukkig maken.


Klimaat
Eén van de onderwerpen die aan bod komen op ‘Generation Doom’ is de klimaatverandering en wat er aan te doen. Een groot probleem dat zich nu al aandient is een gebrek aan water. Investeerders en multinationals hebben geen interesse meer in olie, gas, diamanten of immobiliën. Het nieuwe goud is water. Otep: ‘De controle verwerven over bronnen en waterreserves is hun doel. Om water dan voor grof geld te kunnen verkopen. Voor het maken van de cover van ‘Generation Doom’ heb ik me gebaseerd op de film ‘Mad Max: Fury Road’. De concerns en bedrijven, uitgebeeld door het personage Immortan Joe, zijn de schurken. Hij heeft de heerschappij en de macht over letterlijk alles, inclusief de watervoorraad. Eén van de grote boosdoeners als het gaat over de klimaatverandering is de veeteelt. Naast de voor landbouw in het algemeen enorme uitstoot van broeikasgassen heb je bijvoorbeeld voor het produceren van 100 gram rundvlees 1550 liter water nodig. Dat is een hallucinant cijfer.  In Californië heeft het al jaren bijna niet meer geregend. Al het water verdampt in de waterreservoirs, de jachthavens en meren. En dat komt niet terug. We hadden een tropisch gebied dat nu veranderd is in een woestijn. Wie er mocht aan twijfelen dat de mens geen invloed heeft op de verandering van het klimaat die nodig ik uit om eens naar Los Angeles te komen. 300 dagen per jaar hangt er een geel kleurige, stinkende mist over de stad. Die is er gekomen door een steeds toenemende, kolossale uitstoot van broeikasgassen door verkeer, fabrieken, landbouw, gezinnen. Dus onze impact op het klimaat is overduidelijk. En de vraag die zich nu stelt is niet meer ‘als’, maar ‘wanneer’. Het laatste wat we mogen doen is berusten en de strijd opgeven.’

De stad der engelen

Het zou een mogelijkheid kunnen zijn: Verhuizen en ergens anders gezonder gaan leven, maar voor Shamaya is dat geen optie. Otep: ‘Ik ben hier opgegroeid, het is mij thuisstad. Los Angeles verlaten zou ik zien als een vorm van verraad, een daad van lafheid. Ik vecht voor gezonde lucht, zuiver water en dat kun je niet doen vanop een afstand. Alleen krijg ik soms het gevoel dat ik nog de enige ben die de ernst van de situatie inziet.’

All Them Witches

All Them Witches
Lightning At The Door
New West Records

Gebruik makend van het momentum bracht New West op 15 januari 2016 het oorspronkelijk in 2013 verschenen ‘Lightning At The Door’ van All Them Witches opnieuw uit, aangevuld met twee extra tracks, ‘Romany Dagger (Remended)’ en ‘Surface-To-Air Whistle’. Dit tweede album effende mee het pad voor het Amerikaanse kwartet uit Nashville, Tennessee dat dezer dagen erg in trek is. Tijdens hun meest recente tournee mocht het combo regelmatig  aantreden in uitverkochte clubs en zalen. De blues zit diep geworteld bij het viertal en dient als basis voor een ruimer en uitgebreider muzikaal palet waar ook psychedelische rock, stoner en country rock deel van uitmaken. Het jamsessie gehalte is hoog, want gitarist Ben McLeod leeft zich graag uit en laat ook zijn maten regelmatig delen in de speelvreugde. De tegenstellingen zijn soms groot. Bijvoorbeeld tussen het beukende ‘When God Comes Back’ dat een beetje doet denken aan Led Zeppelin, een geijkt blues nummer als ‘The Marriage Of Coyote Woman’, ‘Swallowed By The Sea’ een mix van stoner en psychedelica, het spirituele ‘The Death Of Coyote Woman’ en de country en southern rock van ‘Romany Dagger’. Stuk voor stuk prima songs. Wegen wel iets minder zwaar door dan wat we op  ‘Dying Surfer Meets His Maker’ voorgeschoteld krijgen, doch zijn een mooie weergave van wat voor potentieel er schuilt in deze top act in wording.

All Them Witches

All Them Witches
Dying Surfer Meets His Maker
New West Records

Prachtig kwartet van rasmuzikanten en blues fanaten die met sprekend gemak een gamma aan stijlen door elkaar haspelen. Gaande van zwaar psychedelische rock naar stoner, klassieke rock, metal, country en southern rock. Niets lijkt hen vreemd. Thuis kregen ze dan ook muziek met de paplepel ingegoten. De songs komen heel natuurlijk over. Soms lijken ze wel op veredelde jamsessies door de rijk gestoffeerde en afwisselende patronen waarbij alle instrumenten elk op zijn beurt een eminente rol krijgen toebedeeld. Het is net die rijkdom aan variatie en de geweldige sound die producer Mickey Allred hier neerzet die je overweldigt en op sleeptouw neemt. Het klanktapijt strekt zich eindeloos uit en is doorweven van spetterende solo’s en schitterende instrumentale passages. All Them Witches barst van het zelfvertrouwen en gaat rustig van start met ‘Call Me Star’. Een akoestische gitaar, een dominant drumpatroon, een streepje country lapsteel gitaar de ontroerende stem van zanger/bassist Michael Parks Jr. zijn hier de ingrediënten. met ‘El Centro’ tapt men al uit een heel ander vaatje. Het is een in vitriool gedrenkte en op acid en speed drijvende, onwereldse psychedelica trip. ‘Dirt Preachers’ is een vinnig laaiende en eigentijdse rocksong. Een mondharmonica benadrukt het blues aspect van ‘This Is Where It Falls Apart’. Het akoestische ‘Mellowing’ op zijn beurt is een verademend en rustig instrumentaal intermezzo. Gevolgd door het op alle gebied schitterende ‘Open Passageways’. Een tweede, meer psychedelisch getint instrumentaal luik komt er met ‘Instrumental 2 (Welcome To The Caveman Future). Het is de voorbode voor nog twee prachtige nummers (‘Talisman’ en ‘Blood And Sand / Milk And Endless Waters’). Ze zijn de ultieme bekroning van een uitstekende langspeler.

Tiles

Tiles 
Pretending 2 Run
The Laser’s Edge/Bertus

Progressieve rockband afkomstig uit autostad Detroit van wie na acht jaar onderbreking op 15 april een zesde studioalbum verschijnt. Het is zelfs een dubbelelpee geworden met een groots opgezet scala aan songs die verhalen over afzondering, desillusie, verraad en verlossing. Om alles in goede banen te leiden deed men terug beroep op huisproducer Terry Brown, al sinds 1969 aan de slag en onder meer bekend van zijn werk met Grand Funk Railroad, Rush, Fates Warning en Dream Theater. Ook een hele rits aan bevriende muzikanten zoals Mike Portnoy (Dream Theater, Winery Dogs), Ian Anderson (Jethro Tull), Adam Holzman (Steven Wilson Band), Mike Stern (Miles Davis) en Colin Edwin (Porcupine Tree) verleent zijn medewerking. Tiles beheerst alle facetten en maakt dankbaar gebruik van alle muzikale elementen die progrock rijk is. Het maakt ‘Pretending 2 Run’ tot een veelzijdig en gevarieerd werkstuk. CD één is eerder klassiek van opbouw waarbij vooral de fraaie meerstemmige zang en het melodieuze gitaarspel op de voorgrond treden. Hoogtepunt is het magistrale, uit vele lagen opgetrokken ‘Taken By Surprise’. Het tweede luik geeft een wat ander beeld van Tiles. De opzet is meer gewaagd, grens overstijgend, avontuurlijk en experimenteel. Soms zijn het de gastmuzikanten die hun stempel drukken en mee de klankkleur bepalen, zoals Ian Anderson in ‘Midwinter’, Adam Holzman in ‘Other Arrangements’ en ‘The View From Here’, Mike Stern in ‘The Disappearing Floor’ en Joe Denizon in ‘Uneasy Truce’. De muzikanten van Tiles zelf maken op hun beurt al eens een zijsprong naar fusion (‘Weightless’), laten een koor opdraven in ‘Meditatio’ en op de eerste schijf ‘Refugium’ of een batterij zoetgevooisde strijkers in ‘Fait Accompli’. ‘Pretending 2  Run’ heeft dus heel wat te bieden en laat er alvast geen twijfel over bestaan dat de terugkeer van Tiles niet onopgemerkt zal voorbij gaan.

Doogie White & La Paz

Doogie White & La Paz
Shut Up And Rawk
Metal Mind Productions

De Schotse zanger Doogie White hoeft niet veel introductie. De vocalist maakte onder meer het mooie weer bij Midnight Blue, Praying Mantis, Ritchie Blackmore’s Rainbow, Yngwie J. Malmsteen's Rising Force, Cornerstone, Tank en Michael Schenker's Temple Of Rock. Van Doogie White & La Paz verscheen er in 2012 met ‘Granite’ een eerste album, een jaar later gevolgd door nummer twee ‘The Dark And The Light’. Voor de oprichting van La Paz moeten we evenwel terug naar de zomer van 1984. De formatie kon na een tijd een plaatcontract versieren. Op het laatste moment vielen die plannen in duigen en de groep hield het voor bekeken. Het kwintet speelde op 15 oktober 1988 zijn laatste concert. Het was dankzij DJ Tom Russell dat de heren begin 2008 opnieuw met elkaar in contact kwamen en het oude vuur terug oplaaide. Na die eerste twee platen had het vijftal de smaak helemaal te pakken en gitarist Chic McSherry begon samen met Doogie nieuwe nummers te schrijven. Het leidde tot een derde schijf die ‘Shut Up And Rawk’ als titel meekreeg. De vijf zijn oude rotten in het vak en staan garant voor ouderwetse, oerdegelijke, maar kwalitatief hoogstaande hardrock en heavy metal. Doogie behoort nog altijd tot de topcategorie van vocalisten in het huidige hardrock circuit. Zijn begeleiders zetten een gedegen en krachtig groepsgeluid neer. Echt grote verrassingen vallen er niet te noteren. Alleen wat kleine dingetjes zoals het keelgezang en de vocoder in de intro van ‘Heart Of Stone’,  het mooie instrumentale intermezzo ‘The Revenge Of El Guapo’, de exotisch getinte percussie in ‘Daughter Of Time’ en het bluesy ‘Miss Dynamite’. Halfweg kent ‘Shut Up And Rawk’ een dip met tracks als ‘A Certain Song’ en ’Retribution Blues’. Die klinken iets te geforceerd en zijn een kleine smet op het blazoen.

Highrider

Highrider
Armageddon Rock
The Sign Records/Sonic Rendezvous

Meteen het eerste wapenfeit voor Highrider. Het Zweedse viertal beoogt een mix van brutale hardcore met klassieke rock uit de jaren zeventig, inclusief de introductie van orgel en synthesizer. een fenomeen dat de laatste tijd bij meer groepen opduikt. Voor hun teksten halen ze inspiratie bij sciencefiction films, vooral dan die van John Carpenter en verdiepen zich in de periode van de Koude Oorlog, toen de dreiging voor het uitbreken van een kernoorlog soms heel reëel was. De zoektocht naar een zanger draaide op een sisser uit. Daarom dat bassist Andreas Fagerberg die rol dan maar ter harte neemt. Het beperkte arsenaal waar hij moet uit putten legt direct een pijnpunt bloot. Een ander is het gemis aan wat afwisseling. Men ramt maar door. Voor een beetje verademing zorgen de keyboard partijen van Christopher Ekendahl. Zo behoren de instrumentale passages in ‘The Moment (Plutonium)’ tot de betere momenten. Een echte, opzwepende knaller is ook opener ’S = T X I’ de zang is redelijk goed en de overige instrumenten zijn perfect op elkaar afgestemd. ‘Agony Of Limbo’ en ‘Semen, Mud And Blood’ zijn spijtig genoeg niet van dezelfde orde. Highrider heeft zeker iets in zijn mars. ‘Armageddon Rock’ is een eerste stap. De muzikanten moeten nu zelf maar uitzoeken wat er voor verbetering vatbaar is.

John Coffey

John Coffey
A House For Thee
V2 Records
Met hun nieuwe EP zet het Nederlandse John Coffey iedereen er toe aan om de vele vluchtelingen een helpende hand aan te reiken. Het is hen niet te doen om een politiek statement te maken of een oordeel te vellen over de vele maatregelen. Door de vluchtelingencrisis hebben duizenden mensen nood aan hulp. Daarom hun warme oproep om je hart te laten spreken. Wees solidair en geef hen uitzicht op een beter leven. Ook de hoes tekeningen van Olf de Bruin verwijzen naar de vluchtelingenproblematiek. Mensen worden afgebeeld als heremietkreeften, op zoek naar een huis en bescherming. Voor de opnames van dit vijf songs tellend schijfje trok het vijftal naar de God City Studio in Salem alwaar Converge gitarist Kurt Ballou de plak zwaait. De jongens van John Coffey waren al lang vragende partij om met Ballou samen te werken. Wat hen nu dus is gelukt. Deze liedjes en teksten vroegen om een rauwere aanpak en Kurt heeft daar rekening mee gehouden. Het kwintet gaat er meteen hard tegenaan. Het gebeuk en geram houdt twee nummers lang stand. Met ‘Needles’ en ‘One Size Fits All’ slaat men een iets andere weg in. Het expliciete hardcore geschreeuw treed minder dominant op de voorgrond. Er is meer samenzang en de songs zijn voorzien van fraaie melodielijnen. De akoestische versie van ‘Relief’ als sluitstuk is echt wel pakkend en laat nog een andere, verwonderende kant van John Coffey zien. ‘A House For Thee’ is na het vorig jaar uitgebrachte ‘The Great News’ een gedenkwaardig kleinood van een band die gestaag zijn opmars verder zet.

Birth Of Joy

Birth Of Joy
Get Well
Suburban Records

Het Nederlandse Birth Of Joy heeft een opvolger voor het in 2014 verschenen ‘Prisoner’, een album dat de groep geen windeieren heeft gelegd, hen een Edison nominatie opleverde en waarmee ze met succes Europa doorkruisten. De talrijke optredens  resulteerden ook in een dubbele CD en drie vinyl platen tellend live album. Het drietal heeft duidelijk nog aan maturiteit gewonnen en van ‘Get Well’ straalt zelfvertrouwen uit. De omschrijving ‘onstuimig’ dekt volledig de lading, want van bij het begin trekt het trio alle registers open. Op een meesterlijke en slimme manier weet men de talrijke invloeden te integreren in de stuk voor stuk uitstekende songs. Psychedelische rock, blues, sixties en seventies rock, grunge, stoner en punk; het zit er allemaal in. Heel fraai is de inbreng van de verschillende keyboard fragmenten, inclusief solo’s, gaande van Hammond tot elektrische piano. De soms zweverige en stemmige passages, zoals in ‘Blisters’, het briljante ‘Numb’ en ‘Those Who Are Awake’ voeren de luisteraar naar hogere sferen. De titelsong is een waar psychedelica opus en buiten categorie. Straf spul zijn ook de op blues geënte tracks ‘Meet Me At The Bottom’ en ‘Midnicht Cruise’ of flitsende nummers als ‘Carabiner’, ‘You Got Me Howling’ en ‘Hands Down’. Er is hier voor elk wat wils. ’Get Well’ is één van die langspelers waarbij alle composities als stukjes van een puzzel op hun plaats vallen en zo de perfectie benaderen. Birth Of Joy levert nu al één van de platen van het jaar af. Fantastisch album.

N + Meinein & Viscera///

N + Meinein & Viscera///
Das Lächeln, Deinerseits
Consouling Sounds

Na Alkerdeel & Gnaw Their Tongues en Hemelbestormer & Vanessa Van Basten, is dit de derde release in de reeks ‘Split Series’ van Consouling Sounds. Naar goede gewoonte werden twee uiteenlopende acts gevraagd om samen te werken aan een album. ’N’ is Hellmut Neidhardt, Duits drone icoon die op zijn beurt beroep doet op geestverwant en ambient adept Meinein om een team te vormen, met als tegenpool het Italiaanse post metal combo Viscera///. Qua volume haalt Viscera/// het altijd van N en Meinein. Toch slagen die laatste er in door middel van modules, veldopnames en gruizige drone sculpturen een grimmige sfeer te scheppen die een delicaat evenwicht vormt met de luide uithalen en het gitaargeweld van Viscera///.  In het experimentele ‘III’ komt er een echte kruisbestuiving en kun je spreken van een volwaardige interactie. De overige vier stukken zijn netjes verdeeld over de protagonisten onderling. Vooral delen ‘IV’ dat door de samenhang en het melodieuze gitaarspel van Viscera/// wel stevig blijft, maar toch minder agressief overkomt dan part ‘II’ en de  kosmische trip ‘V’ van N + Meinein zijn elk op zijn eigen manier van hoogstaande kwaliteit. Dat deze formule aanslaat, daar valt na deze derde en alweer opmerkelijke editie niet aan te twijfelen. Hopelijk eindigt het niet met ‘Das Lächeln, Deinerseits’ en wordt de reeks verder gezet.

Hypnos

Hypnos
Cold Winds
Crusher Records/Gordeon Music/Clearspot

Zweedse retro band die teruggrijpt naar de hardrock en heavy metal zoals die werd opgediend in de seventies. ‘Cold Winds’ is hun tweede album en klinkt iets heftiger dan hun in 2014 verschenen debuut. Daarnaast is de speelduur van de songs langer en de teksten minder luchtig. Het dubbele gitaarwerk doet denken aan Thin Lizzy en  Judas Priest. De stem van zanger Philip Lindgren heeft raakvlakken met Rob Halford en Bruce Dickinson. In een aantal nummers speelt frontman Lindgren ook dwarsfluit en dat brengt groepen in herinnering als Jethro Tull, Brainbox of Golden Earring. Producer Henrik Magnusson kiest voor een helder groepsgeluid dat echt wel de sfeer van toen weergeeft. Hypnos doet geen enkele poging om hun muziek op te waarderen met ‘moderne’ of ‘eigentijdse’ elementen. Zelfs wat hun uiterlijk betreft zitten ze in het jaren zeventig tijdsbestek gebeiteld. De meeste songs rocken een eind weg met als speerpunt ‘Transsylvanian Nightmare’. In het kielzog zitten ‘1800’, ‘Start The Hunt’, ‘I’m On The Run’ en ‘Cold September’. Een ballade mag in het aanbod niet ontbreken en dat doen ze met een allereerste song in hun moedertaal ‘Det Kommer En Dag’. ‘Cold Winds’ is verre van slecht, doch teert iets te veel op het verleden en mist toch wat authenticiteit.

maandag 11 april 2016

Van Canto

Van Canto
Voices Of Fire
earMUSIC

In 2006 debuteerde deze Duitse symfonische metal band met het album ‘A Storm To Come’. Op zich niet zo opmerkelijk ware het niet dat Van Canto alleen gebruik maakt van stemmen en geen gitaren of keyboards. Helemaal a cappella zijn ze niet, want ze maken gebruik van een echte drummer (Bastian Emig) en drumstel in plaats van vocale percussie of beatboxing. In totaal telt Van Canto vijf zangers. Dennis Schunke en Inga Scharf doen dienst als ‘gewone’ zangers. Ross Thompson zingt de hoge gitaar uithalen, Stefan Schmidt de lage en de basgitaar is voor rekening van nieuwkomer Jan Moritz die in 2015 in de plaats kwam van Ingo Sterzinger. Voor hun zesde langspeler werkte het sextet samen met auteur Christoph Hardebusch, bekend van zijn bestseller ‘Die Trolle’. Het schrijven van zijn nieuwe novelle ‘Feuerstimmen’ liep paralel met het tot stand komen van ‘Voices Of Fire’. Er vond een kruisbestuiving plaats waar iedereen optimaal van kon profiteren en dit tot tevredenheid van beide partijen. Het verhaal van grootse, naar macht strevende koninkrijken, epische strijdtonelen, vuurspuwende draken en rondreizende barden, vraagt om een even machtige, muzikale uitstraling en setting. Men haalde dan ook alles uit de kast om dit avontuur tot een goed einde te brengen. Dat men geneigd is een link te leggen met de saga ‘Lord Of The Rings’ komt omdat acteur John Rhys-Davies - die in de trilogie de rol van Gimli speelt - op machtige wijze de bindteksten inspreekt en men beroep doet op het koor London Metro Voices, dat ook van de partij is op de soundtracks van de ‘Lord Of The Rings’ films. Ook het kinderkoor van de Chorakademie Dortmund doet mee. ‘Voices Of Fire’ gaat gepaard met het nodige bombast en theater. Hoogdravend, gezwollen en pompeus en het blijft raar om gitaarriffs en solo’s te horen zingen. Het is ook het enige onderscheid met een ‘gewone’ groepsbezetting. En naar mijn gevoel is dat onvoldoende om echt een verschil te maken met het gros van de in hetzelfde muzieksegment actieve bands. Toch niet op plaat. Dat dit live voor vuurwerk en spektakel zorgt, daar bestaat geen twijfel over. 

Dieter Moebius

Dieter Moebius
Nurton (re-release)
Bureau B

Tussen de release van ‘Blotch’ (1999) en ‘Nurton’ (2006) zit alweer een lange periode van inactiviteit, toch wat betreft het solowerk van Moebius. ‘Nurton’ is de tweede langspeler in een reeks van vier meest recente werken die door Bureau B opnieuw worden uitgebracht. In zijn nooit aflatende zoektocht naar verandering en vernieuwing maakt Dieter gebruik van onvolkomenheden en gebreken om van daaruit te bouwen aan een kersvers en ongewoon album. Deze creatieve impulsen vormen de basis en structuur voor zijn onverwachte, afwijkende en soms bizarre, uit verschillende lagen bestaande geluidssculpturen. De composities klinken fris van de lever, af en toe zelfs speels en luchtig, maar ook meditatief, abstract en hypnotiserend. De bonte verzameling piepende, bonzende, hamerende geluidjes en bliepjes roepen beelden op van herkenning, maar ook van verbazing en ontzag. Ver weg van het gangbare en reguliere tekent en bouwt Moebius aan een eigen muzikaal traject. ‘Nurton’ gaat wat moeizaam van start met het recalcitrante, heel toepasselijk getitelde ‘Anfahrt’. In ‘Gängig’ is het samenspel tussen experimentele, ‘foute’ loops en geluiden met een meer vrolijk melodielijntje een factor en vreemde combinatie die nog verschillende keren zal opduiken. Het is ook een werkwijze die een paar schitterende tracks oplevert als ‘Born Neo’, het meer flitsende, snerpende ‘Schleudergang’, ‘Opaque’, het kosmische ‘Story’, ‘Sad’en het prettig gestoorde ‘Warum?’. Met het welgekozen genoemde ‘Das Letzte’ gunt Moebius ons een blik op zijn muzikale toekomst die pas definitief een einde zou kennen met zijn overlijden op 20 juli 2015. Met ‘Nurton’ verzette krautrock en electro pionier Moebius tien jaar geleden nog maar eens de bakens met een op zijn minst markant te noemen plaat.

Dieter Moebius

Dieter Moebius
Blotch (re-release)
Bureau B

Dieter Moebius overleed in de zomer van 2015 op 20 juli. Als een soort van hommage brengt Bureau B nu zijn vier laatste solo albums opnieuw uit. De eerste is ‘Blotch’ uit 1999. Moebius verwierf vooral naambekendheid als lid van het illustere acts als Cluster en Harmonia plus zijn vele partnerschappen met andere artiesten als Brian Eno, Conny Plank, Asmus Tietchens, Gerd Beerbohm, Mani Neumeier en nog tal van anderen. Zijn solo oeuvre telt heel wat minder releases met als allereerste het album ‘Tonspuren’ dat verscheen in 1983. ‘Blotch’ was zestien jaar later pas zijn tweede solo uitstap, als je zijn soundtrack voor de film ‘Blue Moon’ (1986) buiten beschouwing laat. ‘Blotch’ wordt gezien als een keerpunt waarna Moebius zich zou gaan concentreren op meerdere muzikale uitstappen als eenling. Dieter gebruikt zijn ervaring en stijl van bij Cluster en Harmonia en vermengt die met nieuwe impulsen waarbij er flink wordt geëxperimenteerd. Onder meer gemoduleerde stemmen, het gebruik van loops, de intrede van een eerste digitale synthesizer maken deel uit van het instrumentarium. De saxofoon in ‘no wave’ stijl in ‘Kohlzug’ introduceert free jazz of jazz-punk à la Ted Milton. Het draagt allemaal bij tot de constructie van een totaal eigen universum, soms microscopisch klein of net uitgevouwen en wijd verspreid. Sommige composities zoals ‘The Tracker’ en ‘Meltaway’ zijn sterk ritmisch van aard, repetitief en bezwerend. Ze nodigen uit tot bewegen en het in een toestand komen van verschoven bewustzijn. ‘Im Raum’ is een typerende, kosmische trip waarin alle facetten van Moebius zijn jarenlange, muzikale traject zijn samengebald. ’Balistory’ wordt gekenmerkt door piano en lapsteel gitaar, geprepareerde instrumenten die de stemming bepalen van deze op zijn minst onconventionele compositie. ‘Neues’ is een onderbouwde en tegelijk chaotische bonustrack waarin tal van instrumenten opduiken. ‘Blotch’ is een langspeler die het verdient om opnieuw onder de aandacht te worden gebracht.

Sølyst

Sølyst
The Steam Age
Bureau B

Het einde van de 18e eeuw luidde het begin in van het stoomtijdperk. De stoommachine werd de belangrijkste krachtbron, zowel in de industrie, scheepvaart en transport over de weg en het spoor. Het inspireerde Thomas Klein, drummer bij Kreidler, maar als soloartiest Sølyst reeds toe aan een derde album, voor het maken van deze ‘The Steam Age’. Ook al omdat stoom als krachtbron vandaag nog altijd zijn nut bewijst en er meer dan ooit toepassingen voor zijn, kijk maar naar de stoomturbine legt hij de link met vandaag. Klein is van nature uit een trommelaar en percussionist en heeft zijn instrumentarium de voorbije maanden danig uitgebreid. Zo gebruikt hij een oude piano als nieuw aan te boren geluidsbron waarbij het instrument bij wijze van spreken binnenstebuiten wordt gekeerd. Andere percussie elementen zoals een tinnen doos en een houten bord zijn keuken accessoires die deel uitmaken van een elektronisch gestuurd amalgaam van objecten. Een procédé dat Thomas tijdens concerten reeds had uitgetest. Op deze ‘The Steam Age’ maken we kennis met de wereld van de machinerieën, aan tijd gebonden sporen en tekenen als stof, patina en roest plus mechanische onderdelen als tandwielen en zuigers, gekoppeld aan waarnemingen als lawaai, hitte en damp. Het brede spectrum van ritmes en geluiden brengen de mechanismen als het ware tot leven. Het vraagt niet veel verbeeldingskracht om zich ook visueel in te leven. Door middel van de inventieve muziek blijft men niet in het verleden zwelgen, doch vind het element stoom ook aansluiting bij het digitale tijdperk. De elf tracks laten de luisteraar ook toe om eigen componenten toe te voegen, eigen verbindingen te maken en associaties op te roepen. Het maakt van ‘The Steam Age’ een eindeloos traject waarbij steeds meer verbazingwekkende facetten zich openbaren. Tot de meest indringende en verbluffende composities rekenen we ‘Eulenflug’, ‘Nostalghia’ - indiceert naar de gelijknamige prent van regisseur Andrei Tarkovsky - ‘Mount Eiffel’, ‘Tesla’, ‘Atomium’ en ‘Shelf’.

Qluster

Qluster
Echtzeit
Bureau B

Het trio Hans-Joachim Roedelius, Dieter Moebius en Conrad Schnitzler begon in 1969 aan een indrukwekkende muzikale carrière als het legendarische Kluster. Na het vertrek van die laatste ging het resterende duo vanaf 1971 verder als Cluster. Twee lange periodes van inactiviteit van respectievelijk acht en tien jaar werden overbrugd. Het doek viel pas over Cluster met een laatste concert op 5 december 2010. Een jaar later zou onder impuls van Roedelius een derde incarnatie van Kluster opstaan onder de naam Qluster. In eerste instantie met Onnen Bock als metgezel. In 2013 met de komst van multi-instrumentalist Armin Metz opnieuw in een trio bezetting. Deze ‘Echtzeit’ is inmiddels ook al de zesde release voor Qluster. Het geliefkoosde instrument van Hans-Joachim blijft de piano die ook hier een prominente rol speelt. Het principe en de basis voor het werk van Kluster in al zijn verschillende constellaties is altijd hetzelfde gebleven. De muzikale structuur komt voort uit lange improvisaties waaruit de voor hen juiste en adequate passages uitgroeien tot composities. Ook op deze ‘Echtzeit’ worden er muzikale patronen en figuren getekend. De sfeer is bijzonder. Er wordt speels omgesprongen met nieuwe instrumenten en effecten, met de piano als centraal gegeven waar alles rondom draait. De noemer experimentele muziek alleen zou dit album onrecht aandoen. Het is tot nu toe misschien wel het meest harmonieuze en toegankelijke werkstuk van Qluster. Het is muziek die nu en dan de geborgenheid biedt van een warm nest, een cocon waar het goed is om te vertoeven, maar bijwijlen ook afstandelijk en afgemeten. De enige, echte disrupties die naam waardig duiken op in ‘Von Weiter Ferne Ganz Nah’, ‘Das Seltsame Tier Aus Dem Norden’ en ‘Weg Am Hang’. Akelige en stekelige, futuristische geluiden die de samenhang verstoren, de angst voor het onbekende aanwakkeren en de spanning opdrijven. Daartegenover staan prachtige, ontluikende muziekfragmenten als ‘Beste Freunde’, ‘Glasperlenspiel’, ‘Auf Der Lichtung’ en ‘In Deinen Händen’. ‘Echtzeit’ kun je moeiteloos meerdere keren na elkaar beluisteren. Het is tegelijk een werkstuk dat op een volwassen en intelligente aanzet tot mediteren.  

Soon

Soon
Vol. 1
Temple Of Torturous/M-System

Gelegenheidsformatie met zanger/gitarist Stuart McLamb en drummer Thomas Simpson van de indie pop band The Love Language plus Bitter Resolve bassist Rob Walsh en gitarist Mark Connor van Grohg. Het viertal brengt hier een heavy en doom metal variant waarbij ze enkele traditionele kenmerken van het sub genre overboord kieperen. De grondslag blijven ze wel trouw waarbij ze zich bedienen van loodzware, vervormde en slome riffs. Het verschil maken ze met de heldere zangpartijen van McLamb die wel lijkt weggeplukt bij één of andere new wave op postpunk band en een verrassende, melodieuze invulling. Dat is onder meer het geval in de fel gesmaakte opener ‘We Are On Your Side’, het felle ‘See You Soon’ of het wat theatrale ‘Gold Soul’. Hun drang om op avontuur te gaan - al is het even wennen aan het zangtimbre van frontman Stuart - maakt van deze ‘Vol. 1’ een meer dan geslaagde kruisbestuiving. Eén van de parels die hier te rapen vallen is ongetwijfeld het prachtig gezongen, akoestische, met weemoedige strijkers ingekleurde ‘Mauveine’. Elegant, verfijnd en melodramatisch, doch zonder te vervallen in goedkoop sentiment. Heel knap is ook het door een onverstoorbaar en consistent drumpatroon gedragen, licht psychedelische ‘Datura Stramonium’. Afsluiter ‘Rise’ gaat van start met dreigende, minimalistische drones die onverwacht aanhouden tot het bittere einde. Dit zorgt voor een ietwat bizarre ontknoping waarbij men precies nog eens wou benadrukken dat Soon wel degelijk een doom metal band is. 

Klaus Schulze’s U.S.O.

Klaus Schulze’s U.S.O.
Privée (re-release)
MIG

Album dat deel uitmaakte van de op 30 oktober 2000 en dat in een beperkte oplage - tien CD’s tellende, elegante box set in hout - uitgebracht onder de noemer ‘Contemporary Works I’. Deze ‘Privée’ is een samenwerking tussen Schulze en gitarist Uwe Lehr, alias Razoof Lear en drummer Olli Finken. Beide zijn leden van het DJ en muziekcollectief Solar Moon System met als uitvalsbasis Keulen. Een soort van spontaan muzikaal onderonsje onder vrienden gebaseerd op louter improvisatie groeide uit tot een sessie met volwaardige composities. De drie muzikanten stippelen een pad uit waarin een waaier van stijlen als ambient, dub, trance en hip hop elkaar vinden. De opzet blijft eenvoudig, zonder extreme uitwassen. Het tempo en ritme is gezapig, tikje sloom, ontspannend. De tracks zijn rustige, dansbare sequenties die naadloos in elkaar overvloeien. Het repetitieve, meditatieve karakter brengt evenwicht, maar draagt ook het risico met zich mee waarbij de verveling kan toeslaan. Dat is zeker het geval in de langere stukken. De variatie zit hem in de details waarbij afwisselend synthesizers, elektronische drums en elektrische gitaar de boventoon voeren. Een hulpmiddel om je helemaal in de muziek in te leven is eventueel een koptelefoon opzetten of de muziek luid afspelen. Deze heruitgave van ‘Privée’ telt met ‘Privatissimo’ nog één extra song als bonus, gelicht uit CD nummer tien van de originele editie.  

Guru Guru

Guru Guru
Live At Rockpalast - 1976 & 2004 (re-release)
MIG
Een beproefd recept in de ‘Live At Rockpalast’ series zijn optredens uit de beginjaren te combineren met meer recente concerten. Naast tal van uitstekende muzikanten met minder tot de verbeelding sprekende namen, zijn in deze reeks ook legendarische artiesten inmiddels de revue gepasseerd. Tot die laatste categorie behoord Guru Guru. Opgericht in 1968, nog steeds actief en in 1976 de eerste Duitse rockband die mocht opdraven in ‘Rockpalast’. Het kwartet kwam voort uit de studentenbeweging die de conservatie middenklasse op de korrel nam. Het was ook de tijd van de hippies. De heren genoten de dubieuze reputatie van gerenommeerde marihuana gebruikers te zijn. Wat uiteraard ook een invloed had op hun muzikaliteit en tot uiting kwam tijdens het spelen van concerten. Het leidde ook tot filosofische uitspraken als ‘A spliff a day keeps the doctor away’ en ‘A bit of weed is all you need’. Guru Guru was veel meer dan een krautrock act. Het viertal combineerde meerdere muziekstijlen en ging daar soms heel ver in. Naast reguliere rock stond er op hun repertoire ook jazz, fusion, bossa nova, tango, psychedelische rock en avant-garde. Guru Guru telt met medeoprichter  en drummer/zanger Mani Neumeier en zanger, gitarist en saxofonist Roland Schaeffer - die erbij kwam in 1975 - twee oudgedienden die ook vandaag nog altijd van de partij zijn en kunnen terugblikken op een carrière van meer dan veertig jaar. 
Voor hun aantreden in Studio L in Keulen put Guru Guru vooral uit hun toen pas verschenen elpee ‘Tango Fango’ (1976), het datzelfde jaar alleen op single uitgebrachte ‘Rattenfänger’ en wat ouder werk plus als bisronde een Bo Diddley hommage. Bij aanvang heeft het viertal blijkbaar al aan het spul gezeten en zo te zien was de salopette toen blijkbaar een populaire outfit. Dat belet hen niet om in een ontspannen ambiance een prima concert te geven. Vooral het samenspel tussen saxofoon en gitaar in ‘L. Torro’, ‘Bossa Nova’ en ‘Night Bear’ springt in het oog net als de drumsolo, het jodelen in ‘Ooga Booga Spezial’, het experimentele ‘Elektrolurch-Mutation/Tango Fango’ en de verschillende gitaarduels. Soms klinkt het ook een beetje rommelig, maar het blijft best gezellig en speels. Het publiek blijkt er eerder stoïcijns onder en zit braafjes te luisteren.

Het optreden van 2004 in Bonn is helemaal anders opgevat en laat een meer bezadigde, maar nog altijd sterk musicerende band horen. Ze hebben hun wilde haren verloren, maar niet hun streken. In ‘Izmiz’ en ‘Tribes & Vibes’ herken je voor een stuk de stemming van 1976 en in afsluiter ‘Elektrolurch-Mutation’ komt de anarchistische, chaotische manier van spelen terug aan de oppervlakte, doch op een toch meer gecontroleerde en beheerste manier. Zelfs het masker is mee geëvolueerd. Ook de set is helemaal anders samengesteld. Echte hits heeft de band nooit gehad, wel populaire songs als ‘Living In The Woods’, ‘Kleines Pyjama’, ‘Moshi Moshi’ en ‘Incarnation Stomp’ en die doen het nog altijd goed en zorgen voor de nodige ambiance. Naast de twee concerten bevat de DVD ook nog heel kort, maar interessant interviewfragment. Guru Guru ‘Live At Rockpalast’ voor het eerst dus te verkrijgen als dubbel CD plus DVD in een mooie digipak. 

Klaus Schulze & Pete Namlook

Klaus Schulze & Pete Namlook
The Dark Side Of The Moog Box 1 (Vol. 1-4+Bonus CD) (re-release)

MIG
Klaus Schulze kon in 1994 al terugblikken op een carrière van meer dan twintig jaar. Peter Kuhlman, alias Pete Namlook kwam pas aan het venster piepen in 1992. Schulze, altijd op zoek naar nieuwe ideeën en invalshoeken had Namlook al eens ontmoet, maar het was pas na het horen van diens album ‘Air II’ (1994) dat een samenwerking ter sprake kwam. Digitale opnames en sampling waren midden de jaren negentig de nieuwe hype; hip, cool en trendy. Op ‘Air II’ keerde Pete echter terug naar analoge tijdperk. Dit wekte de interesse van Klaus en het overtuigde hem om ook terug die weg op te gaan. Maar het was niet de bedoeling een remake te maken van jaren zeventig elektronische muziek. Eigentijdse elementen mochten niet ontbreken. Het begon dan met het uitwisselen van ideeën en eigen opnames, waarna de composities definitief gestalte kregen. De ultieme mix liet Schulze telkens over aan Namlook. Het was nooit de intentie van het duo om uit hun samenwerkingsverband een hele reeks van CD’s te puren. Toch zou men komen tot een totaal van elf stuks, opgenomen tussen 1994 en 2008. Wegens het plotse overlijden van Namlook op 8 november 2012 kwam er aan een eventuele verder zetting van de reeks abrupt een einde. Het instrument - de Moog synthesizer - wordt gezien als de bindende factor tussen beide heren hun muzikale escapades en het is een leuke zinspeling. Dat alle titels verwijzen naar songs van Pink Floyd was een soort van gemakkelijkheidsoplossing om nog meer hoofdbrekens over het verzinnen van namen te vermijden, doch daar houdt iedere vergelijking op. Met het werk van Pink Floyd is er verder geen enkel muzikaal verband. De kruisbestuiving tussen Namlook en Schulze is uitgegroeid tot een avontuurlijke onderneming die vele muzikale aspecten - oud en nieuw - van de elektronische muziek bij elkaar brengt. Elke plaat kent een eigen aanbod die ook nog eens inhoudelijk verschillende raakpunten heeft met diverse genres en stijlen. Je krijgt ook een beeld van hoe technologische vooruitgang zijn invloed op muziek nog versterkt. Deze mooie en luxueus uitgevoerde editie die de eerste vier delen verzameld van ‘The Dark Side Of The Moog’ is een absolute aanrader voor de liefhebber van elektronische muziek in het algemeen. De box bevat ook nog een extra schijf met fragmenten die uit de serie zijn geplukt en alternatieve versies. Een niet te versmaden appetizer.

Klaus Schulze

Klaus Schulze
In Blue (re-release)
MIG

De oorspronkelijke release van ‘In Blue’ kwam er na een lange periode waarin Schulze zich had gewijd aan andere projecten als een opera (‘Totentag’), de langspeler ‘Trancelation’ als zijn alter ego Wahnfried, een CD met klassieke muziek ‘Goes Classic’, filmmuziek en de tiendelige box ‘Silver Edition’. De titel ‘In Blue’ dekt volledig de lading van dit als dubbelaar verschenen concept album. Een werk dat ook duidelijk de sporen draagt van zijn vorige ondernemingen. Het eerste luik ‘Into The Blue’ klinkt minzaam en wordt opgefleurd met gracieuze koorzang. ‘Blowin’ The Blues Away’ is speelser en opgewekter waarbij Klaus gebruik maakt van een breed gamma aan klanken waarin diverse instrumenten als blazers en strijkers kunstmatig worden opgewekt. In de volgende drie muziekstukken wordt dit arsenaal ruimschoots aangewend en nog verder uitgebreid met percussie en snaarinstrumenten. Vooral in het 35 minuten durende ‘Wild And Blue’ is dat met telkens de herhaling van een repetitief patroon geen overbodige luxe, Voor ‘Return Of The Tempel’ heeft Schulze met gitarist Manuel Göttsching als gastmuzikant, zijn oude kompaan van bij Ash Ra Tempel uitgenodigd. Het is muziek die aansluiting zoekt bij de illustere begindagen van kosmische psychedelica en kraut en space rock en tegelijk eigentijdse elementen in het geheel verwerkt. Talloze aspecten en facetten komen aan bod en in elk onderdeel zit wel een bevreemdende wending en simultaan contouren van herkenning. De derde schijf was voor het eerst beschikbaar als bonus bij de eerste heruitgave in 2005 en bevat met het pulserende ‘Musique Abstract’ het nooit eerder uitgebrachte ‘Return Of The Tempel 2’ en ’Out Of The Blue 2’ drie tracks die live zijn opgenomen. Allemaal sterk van elkaar verschillend. Een niet te versmaden extraatje. ’In Blue’ is voor Klaus Schulze het werkstuk dat twee decennia (de jaren tachtig en negentig) van elektronische muziek onderling verbind en in elkaar laat overvloeien. 

Klaus Schulze

Klaus Schulze
 ‘…Live...' (re-release)
 MIG

Eén van de peetvaders en pioniers van de elektronische muziek. De nu 68-jarige meester zijn oeuvre omvat meer dan honderd releases. Veel werden er vanaf 2005 opnieuw uitgebracht. Bijvoorbeeld deze ‘…Live…’ werd opgevist in 2007 en nu nog een keer - naast nog een aantal andere langspelers - in januari dit jaar door het Duitse kwaliteitslabel Made In Germany. Het is een dubbel CD met opnames van live optredens in Berlijn (1976), Parijs en Amsterdam (1979). Dat Schulze zijn tijd vooruit was wordt hier nog maar eens onderstreept. Gespreid over vier tracks openbaart zich een nieuwe wereld. Klaus verwerkt verschillende facetten gaande van ambient en drone over space en krautrock tot minimal music en kosmische muziek. Toch is het een album met wervelende en verbluffende, niet aan tijd gebonden muziek. Zowel in ‘Bellistique’ en de uitgebreide versie van ‘Sense’ met voormalig Wallenstein, Cosmic Jokers en Ashra drummer Harald Grosskopf verwerkt Schulze op een ongedwongen en speelse manier de verschillende elementen en laat ze naadloos in elkaar overvloeien. ‘Heart’, de eerste track op CD twee is meer karakteristiek gebonden aan de minimale aspecten van de elektronische muziek. De ingetogen stijl brengt de oneindigheid van de kosmos een stukje dichterbij. Iets voor halfweg veranderd de textuur compleet en kun je de sfeer omschrijven eerst als uitbundig, daarna als transcendent. In ‘Dymagic’ is Arthur Brown (van de hit single ‘Fire’ (1968) van The Crazy World Of Arthur Brown) als gastzanger van de partij. Deze compositie kent wat Oosterse invloeden met aansluitend meer pompeuze passages. Voor de registratie op plaat werd er ook geen moeite gedaan om de omgevingsgeluiden te filteren. Ze maken deel uit van de specifieke en tegelijk variabele eigenschappen die van elke ruimte bezit neemt en geven de muziek nog een extra dimensie. De bonus track ‘Le Mans Au Premier’ vertaalt dit uitstekend en is gelicht uit een concert dat plaatsvond in de abdij L’Epeau in de buurt van Le Mans op 10 november 1979. De sacrale sfeer en weergave worden bepaald door de directe omgeving. In de begeleidende tekst van 1980 omschrijft Schulze dit als zijn eerste en enige live album. Ook hij wist toen in de verste verte niet wat de toekomst voor hem nog in petto had.

Soto

Soto
Divak
earMUSIC
Amper vijftien maanden na ‘Inside The Vertigo’ krijgen we van Soto al een vervolg voorgeschoteld. Het concept van ‘Divak’ is ongeveer identiek als dat van zijn voorganger. Soto is niet de solo-onderneming van frontman Jeff Scott Soto, maar een echt groepsproject waar alle leden inspraak hebben en mee de songs gestalte geven. Ook de productie werd binnenskamers gehouden. Een taak die drummer Edu Cominato en Soto zelf ter harte namen. Sinds Jeff op ‘Inside The Vertigo’ heeft afgerekend met een aantal desillusies uit het verleden lijkt dat zijn weerslag te hebben op de groep. Die klinkt alvast nog zelfverzekerder en beter op elkaar ingespeeld. Na de symfonische, hoogdravende intro ‘Divak’ word je onmiddellijk meegevoerd op de heftige deining van pakkende liedjes als ‘Weight Of The World’, ‘Freakshow’, ’Paranoia’ en ‘Cyber Masquerade’ waarin de homogeniteit van de band tot uiting komt. Met nummers als ‘Unblame’, de traditionele ballade ‘In My Darkest Hour’ en ‘Forgotten’ valt Soto terug op minder geïnspireerde, maar lekker ouderwetse hardrock/metal. Het zijn tracks waarmee Jeff Scott Soto zijn vocale prestaties extra in de verf kan zetten en ook ruimte wordt gelaten aan gitarist Jorge Salan om te soleren. Ook bassist David Z mag zich een paar keer onderscheiden. De resterende zes composities kun je netjes over deze twee kampen verdelen. Springen hier nog in het oog: ‘Suckerpunch’, ‘Time’ en het als epische, als uitsmijter bewaarde ‘Awakened’. Het eindresultaat laat zich beluisteren als een mooi totaalpakket, gedreven en krachtig. Het is duidelijk dat Soto geen bevlieging is en Jeff Scott Soto en zijn medemuzikanten hiermee nog een tijdje willen doorgaan. Wie ze live aan het werk wil zien in onze contreien kan kiezen uit volgende data:
15 april - De Bosuil, Weert (NL)
17 april - Baroeg, Rotterdam (NL)

19 april - Spirit Of 66, Verviers (B)

The Third Eye Foundation

The Third Eye Foundation
Semtex
Ici d’Ailleurs

Twintig jaar na zijn oorspronkelijke release is de eerste langspeler van The Third Eye Foundation opnieuw uitgebracht. Zij het met een extra acht nummers tellende CD, plus een download voucher waarmee je nog eens vijftien tracks in huis haalt. In totaal krijg je zo meer dan vier uur muziek op je bord. The Third Eye Foundation is het geesteskind van de Engelse muzikant Matt Elliott. Hij begon zijn carrière bij Linda’s Strange Vacation en was tijdelijk groepslid van Movietone en Flying Saucer Attack. In 2004 vond hij onderdak bij het Franse label Ici d’Ailleurs waar bij onder zijn eigen naam mede een trilogie zou uitbrengen (‘Drinking Songs’, ‘Failing Songs’ en ‘Howling Songs’). Qua stijl valt zijn werk als The Third Eye Foundation niet te vergelijken met zijn eigen releases die meer op een wat duistere variant van folkrock zijn afgestemd. Op ‘Semtex’ hoor je invloeden van triphop en drum-'n-bass, maar het is in de eerste plaats elektronische muziek waarin vervormde gitaargeluiden, drummachines en de ijle stem van Debbie Parson een voorname rol vervullen. The Third Eye Foundation was ook een tegenpool van de in die tijd heersende trend van elektronische dansmuziek. ‘Semtex’ diende eveneens als klankbord om de aandacht te vestigen op het anti establishment, de sociale onrust en de politieke instabiliteit. Het was een minder toegankelijk album, doch met een progressieve inslag. Het extra materiaal is een verzameling demo’s opgenomen op cassette in de periode 1991 tot 1997. Het vroeg veel restauratiewerk en het was Anders Petersen die de taak op zich nam om de geluidskwaliteit op te krikken en zo optimaal mogelijk weer te geven. Dat niet alles perfect klinkt was door de opgelopen schade aan de tapes in deze onvermijdelijk. Je moet ook al heel erg fan zijn om deze collectie probeersels en experimenten in zijn geheel naar waarde te schatten. Bij sommige opnames lijkt dat bijna vanzelfsprekend terwijl bij andere de vraag zich opdringt wat de pluspunten zouden kunnen zijn. Het is ook een enorme opgave om de hele tijd gefocust te blijven, zeker wanneer minimalistische drones en ambient passages de bovenhand nemen en er lange stukken aan zitten te komen als ‘A Slow Death’, ‘Formication’, ’A Silent Longing’ en ‘Voyager’. Met het aanbod van 23 zeldzame of nooit eerder uitgebrachte nummers is deze editie van ‘Semtex’ meer dan zo maar een heruitgave. Het bied je een andere kijk op het vroege werk van Matt Elliott wanneer hij in de huid kruipt van The Third Eye Foundation. Misschien krijg je wel zin om ook de rest van zijn repertoire te leren kennen of de kennismaking ermee te hernieuwen. 

Aidan Baker

Aidan Baker
Dualism
Midira Records

De snelheid waarmee deze Canadese multi-instrumentalist de uitrol van releases aan elkaar blijft rijgen is fabelachtig. Sinds zijn debuut in 2000 zijn het er ondertussen al meer dan tachtig. Daarbij geen rekening houdend met talrijke collaboraties en projecten als Nadja en ARC. Zijn eerste worp dit jaar is meteen een dubbelalbum. Een plaat die gebaseerd is op de theorie van het dualisme waarbij het lichaam en de geest twee los van elkaar staande entiteiten zijn, waarbij de eerste onlosmakelijk deel uitmaakt van de fysieke wereld. Men suggereert daarbij dat de mogelijkheid bestaat om door middel van het bewustzijn de twee met elkaar te verbinden en zo de kloof te dichten. Aidan greep deze intrigerende hypothese aan om het uit te werken tot een muzikaal concept, dat de verschillende meningen over dualisme zou belichamen. De muzikale ingrediënten bestaan uit verschillende genres en stijlen als doom, drone, ambient en shoegaze. Net voor het project in de laatste rechte lijn kwam, gebeurde het onwaarschijnlijke: de master-tapes gingen verloren. Na overleg besloot Aidan Baker de opnames overnieuw te doen. Na deze sessies en alsof de duivel ermee gemoeid is, werden bij toeval de oorspronkelijke tapes teruggevonden. Baker had plots twee totaal van elkaar verschillende ‘Dualism’ albums voor zich, doch elk met een eigen bestaansrecht en waardevol genoeg om beide te worden uitgebracht. Het gaf de term dualisme ook een bijkomende betekenis. Met als finaal resultaat een dubbelaar bestaande uit een A en B sessie. Het verschil tussen beide is verbazingwekkend groot. Is ‘Legato’ meer mijmerend, zweverig, maar ook beladen en drukkend, dan is ‘Broken Spine’ een stuk intenser, luider, heftiger en is de verbondenheid tussen de drie delen ‘brug’, ‘geest’ en ‘lichaam’ niet meteen voor de hand liggend. Daar waar ze in de A sessie toch enigszins toenadering tot elkaar zoeken, maar zonder de garantie te geven dat de afstand werkelijk wordt overbrugt. Opmerkelijk toch dat Aidan Baker bij de tweede poging niet heeft getracht de oorspronkelijke geluidsregistraties zo dicht mogelijk te benaderen. Integendeel, het werd iets totaal anders. ‘Dualism’ herbergt zo onverwacht bonusmateriaal en daar kun je als liefhebber van experimentele muziek alleen maar blij om zijn.

Jack Bruce & HR Bigband

Jack Bruce & HR Bigband
More Jack Than Blues
MIG

Het Duitse MIG label (Made In Germany) brengt naast een aantal nieuwe releases, albums opnieuw uit van onder meer Klaus Schulze, Guru Guru en Trilok Gurtu. Daar hoort ook ‘More Jack Than Blues’ een live registratie van ex-Cream zanger/bassist Jack Bruce bij. De oorspronkelijke CD release werd uitgebracht door de Hesschiser Rundfunk, de openbare omroep van Hesse, en dateert van 2007. Deze heruitgave heeft als bonus een tweede schijf met de DVD opname van het concert met twee extra nummers: ‘White Room’ en ‘Waiting For The Call’. De vraag van de organisatoren kwam er na de succesvolle reünieconcerten van Cream in de lente van 2005. Jack Bruce ging maar al te graag in op de uitnodiging en trad aan, samen met de lokale bigband op de openingsavond van het 37ste German Jazz Festival in Frankfurt, op 26 oktober 2006. De HR Bigband was de voorgaande jaren uitgegroeid tot een internationaal gezelschap, genoot een stevige reputatie als muziek ensemble en had onder meer met gitarist Martin Scales een groot talent in zijn rangen. Een andere vooraanstaande figuur is dirigent Jörg Achim Keller. Hij nam de arrangementen voor zijn rekening die een heel ander licht werpen op de composities van Jack Bruce, doch er voor zorgen dat herkenbare elementen behouden blijven. De set bestond naast een paar Cream klassiekers uit songs gelicht van Bruce zijn soloplaten. De samenwerking tussen deze bigband en Jack Bruce stond ook garant voor een aantal verrassende uitvoeringen. Men schrok er niet voor terug om verschillende muziekstijlen met elkaar te vermengen. Zo hoor je in nummers als ‘Milonga’ en ‘The Consul At Sunset’ Latijns Amerikaanse invloeden die vooral in die laatste voor een meer relaxte sfeer zorgen. Andere opmerkelijke vertolkingen komen er met de zich door Cream eigen gemaakte Willie Dixon compositie ‘Spoonful’, het onvermijdelijke ‘White Room’, ‘Sunshine Of Your Love’ en het schitterende ‘Waiting For The Call’ als bisnummer. Tussendoor liet Jack Bruce horen dat hij vocaal nog aan kracht en diversiteit heeft gewonnen. Dat Bruce meer kan dan basgitaar spelen komt aan bod in ‘Rope Ladder To The Moon’, het prachtige, iets meer ingetogen ‘Theme For An Imaginary Western’ en de eerder genoemde songs ‘Milonga’ en ‘The Consul At Sunset’. De arrangementen voor tracks als ‘Smiles And Grims’ en ‘We’re Going Wrong’ (ook een nummer van Cream), zijn complex en veeleisend, maar wel een streling voor het oor van elke jazz liefhebber. Zijn liefde voor blues onderstreept Jack in het van Albert King geleende ‘Born Under A Bad Sign’. Het idee om Jack Bruce over te halen om samen te spelen met een bigband zorgde voor een memorabel concert en nu met de DVD erbij is het dubbel genieten geblazen. Jack Bruce overleed op 25 oktober 2014 en dat maakt daardoor deze editie misschien nog meer betekenisvol.