zondag 8 februari 2015

La Muerte

La Muerte

Geen reünie maar een viering

Als je spreekt over acts die het muzieklandschap in België hebben veranderd dan kan je niet omheen La Muerte. De groep hield het tien jaar vol en heeft in die periode enkele opmerkelijk platen uitgebracht. Ook hun live optredens spraken tot de verbeelding. Op 7 maart treden ze aan in wat ooit hun tweede huis was, de Ancienne Belgique in Brussel en dat samen met Fifty Foot Combo. Gitarist Dee-J was bereid om hierover tekst en uitleg te komen te geven. Uiteraard blikken we ook terug in de tijd.
Paul Van de gehuchte

Ongehoord
Iets meer dan dertig jaar geleden is het voor jullie begonnen. Hoe is dat toen in zijn werk gegaan?
‘Destijds speelde ik in verschillende groepen. Ik had een bepaald idee en wou iets doen dat niemand tot dan toe in België had gedaan. Het was redelijk ruig, doch ik vond niemand die mee in dat verhaal wou stappen. Om die reden werd ik bij al die groepen al na korte tijd aan de deur gezet. Tot een gemeenschappelijke vriend me in contact bracht met Marc du Marais. Na een eerste kennismaking bleek dat we hetzelfde voor ogen hadden en iets ongezien en ongehoord wilden uitproberen. Je had al wel een alternatieve muziekscène in Australië en het Verenigd Koninkrijk, maar nog niet in België. Op dat moment was er hier niets waarvoor we warm liepen. We wilden in de eerste plaats onszelf plezieren en ons ding doen. Dat we er mee in de belangstelling kwamen en veel respons kregen was mooi meegenomen, maar geen doel op zich.’

‘Met bassist Sisco, een Spaanse Bask, had ik nog samen gespeeld in een andere band. Drummer J.F. – we wisten van bij het begin dat die niet lang zou blijven – kruiste bij toeval ons pad. Ik kende het systeem en wist hoe de meeste groepen te werk gingen. Men wachtte op een opportuniteit die zich nooit aanbood. Zelf waren we nog maar een drietal maanden actief als we besloten om het heft in eigen handen te nemen en begonnen met de opnames van een eerste plaat. Het geld om alles te bekostigen hadden we geleend. We beseften ook dat we met onze muziek tegen de stroom in roeiden. Een grotere platenmaatschappij zoeken leek ons zinloos. Producer en degene die Soundworks runde en voor de distributie wou instaan, was Paul Delnoy. Later zou hij nog groepslid worden ook. Zo is de bal gaan het rollen gegaan.’

Vier egotrippers
Kon je toen leven van de opbrengst van de platenverkoop?
‘Nee helemaal niet. Dat was ook niet ons doel. We wisten sowieso dat het moeilijk zou worden, maar we wilden het op zijn minst proberen. We gaven onszelf zes maanden de tijd en als we mislukten dan was dat maar zo. Boeken toe en tot ziens. Gelukkig is het anders gelopen en hebben we het nog redelijk lang vol gehouden. Plannen hebben we nooit gemaakt. We hadden geen lange termijnvisie. Alles gebeurde in functie van de groep. We werkten wel, maar hadden geen vaste job, noch verplichtingen. Iedereen was op gelijk wel moment beschikbaar. Wat relaties betreft: mijn vrouw heb ik ontmoet in 1985 na een concert van La Muerte. Ze wist vanaf dag één dat mijn muziek en band belangrijk was voor mij. Dat is zo gebleven. Ook toen La Muerte op non actief stond was ik bezig met muziek. Ik was producer of ging mee op tournee met andere artiesten als technicus of geluidsman.’

‘Als mensen me vroegen om de muziek van La Muerte te omschrijven dan zei ik altijd: We zijn vier muzikanten die alleen aan zichzelf denken. Als andere mensen zich daar ook in kunnen vinden, des te beter, maar het was van wij eerst. Wij hadden plezier en deden onze zin. We hielden met niets of niemand rekening. Je ziet het ook vandaag nog dat muzikanten tijdens de productie toegevingen gaan doen om toch maar niet uit de boot te vallen. Fuck it, doe je ding en de rest moet maar volgen. Bij ons is dat vrij goed gelukt. We hebben toch een aantal jaren met redelijk succes heel Europa doorkruist.’

‘Wie bij me komt aankloppen weet waar ik voor sta. Ik heb redelijk stijve knieën en kan ze niet gemakkelijk plooien (lacht). Om dit te illustreren ga ik je een leuke anekdote vertellen. Ik heb ‘This Is’ het album van Larsson, de voorloper van het nu meer bekende Customs, geproduceerd. Studio Brussel wou die eerst niet draaien. Men zei dan dat ik de plaat opnieuw moest mixen. Ik weigerde pertinent. We hebben dan een paar weken gewacht en dezelfde cd-r terug opgestuurd met de vermelding  ‘nieuwe mix’ (wat geenszins het geval was) en toen draaiden ze die wel. Om maar te zeggen dat alles subjectief is.’

Fuifnummer
De live optredens waren stuk voor stuk legendarisch. Luid en chaotisch. Hoe verliep de voorbereiding?
‘Het enige wat vooraf min of meer vastlag was de speellijst. Voor de rest was er niets afgesproken. Het moest allemaal spontaan blijven en we wilden vooral plezier maken. De wisselwerking tussen de muzikanten onderling valt moeilijk uit te leggen. Het magie noemen is misschien wat overdreven, maar ook als we bezig waren met nummers te schrijven voelde je instinctief aan: Dit moet het worden. Live verliep het een beetje op dezelfde manier. Nu gaat dit gebeuren en dat was ook zo. Wat we nu ondervinden met de nieuwe bezetting met bijvoorbeeld Christian, de drummer van Lenght Of Time is van een andere orde. Hij is gewend om mathematisch te werk te gaan. Voor mij en Marc was het onmogelijk om onze speelwijze uit te leggen. Het is daar, maar waarom daar, ja dat weet ik niet. Wij spelen meer gevoelsmatig, minder berekend. Nu is hij helemaal ingeburgerd. Hij weet wat we bedoelen en we gebruiken afgesproken tekens en aanwijzingen. Misschien minder secuur, maar het geeft je wel meer ruimte. We repeteren nu wel veel meer dan vroeger. (lacht)’

Voor je het podium opkwam, hadden jullie vaste rituelen?
‘Nee, iedereen had een beetje zijn eigen ding. Onze optredens waren fysiek uitputtend, dus het bleef niet bij opwarmen, maar ook oppeppen. De adrenaline moest door je lichaam stromen. Virtuele stress creëren, de druk op de ketel houden. Elk concert was een boksmatch. Wij tegen het publiek. En het was meestal wij die wonnen. (lacht)’

En achteraf feesten als de beesten?
‘Als we op tournee waren was ik doorgaans haantje de voorste. Ik was er altijd voor te vinden om een feestje te bouwen. Gaan drinken en joelen met jan en alleman en dat zes dagen op zeven, want ik moest ook eens een dag hebben om te kunnen recupereren. Dus was de zevende dag voor mij een rustdag. Eerst spelen en dan direct naar het hotel. Of ik het nu nog zou aankunnen?  Ik heb die drang niet meer denk ik. Plots kom je tot het besef van: Fuck, ik breng al meer dan 25 jaar al die tijd door in kleedkamers. Achteraf bekeken is dat misschien nog niet zo slecht, want het kan natuurlijk altijd nog erger, maar het zet je toch wel even aan het denken.’

‘We hadden relatief weinig groupies. Het waren alleen de dappersten en dan spreek ik zowel over mannen als vrouwen, die zich backstage waagden. Ons imago was angstaanjagend. Blijkbaar schrokken ze van wat ze op het podium zagen gebeuren. We zijn nochtans zeer aimabel en vriendelijk in de omgang. Ik heb toen wel een aantal zeer goede vrienden gemaakt waar ik nog regelmatig contact mee heb. Als ze naar België komen dan blijven ze meestal bij me logeren. Mijn beste vriend komt uit Zwitserland en is peter van mijn zoon. Rijk in termen van geld zijn we niet geworden, maar op menselijk vlak heb ik me wel verrijkt.’

Jullie zijn nog een paar keer boven water gekomen met een passage in Dour in 1997 en in 1999 Rock Ternat. Zat er toen niet meer in? Of was het net de bedoeling om maar eenmalig op te treden?
‘Dour was een bewuste keuze. Rock Ternat eigenlijk ook, maar dat optreden was zo rampzalig dat ik het daarna niet meer zag zitten. Voor mij hoefde het echt niet meer. Dour was een ontzettend leuke ervaring, Rock Ternat onze ultieme Spinal Tap belevenis. Een waar fiasco. We hadden nog één optreden geboekt, maar het vat was af en ik vond dat het welletjes was geweest.’

De post punk generatie
Je hebt nooit een opleiding gevolgd?
‘Nee, ik heb alles geleerd op het terrein. Alles was ik nu weet over muziek ken ik door het te doen. Ik ben bijvoorbeeld niet zo goed in het jammen en waag me er dan ook niet aan. Ik heb alleen leren spelen wat ik zelf wou horen. Sinds acht jaar geef ik les aan jongeren. Opnametechniek basgitaar, gitaar en drums. In het Nederlands, wat voor mij niet zo evident is. Het is in die zin leuk dat ik een nieuwe generatie tips kan geven. Ik moet wel super geconcentreerd zijn. Na een dag les geven ben ik dan ook helemaal uitgeteld. Ik heb nooit de ambitie gehad om dit te doen, maar ik kreeg het op een schoteltje aangeboden en nu heb ik er ook plezier in.’

‘Als gitarist heb ik een bepaalde stijl en daar ben ik best goed in. Algemeen beschouwd kun je stellen dat ik technisch gezien geen gitaar virtuoos ben. Ik vind dit voor mezelf ook niet zo belangrijk, noch noodzakelijk. Ik heb altijd bewondering gehad voor Jimmy Page van Led Zeppelin. Meer algemeen ben ik sterk beïnvloed door de post punk generatie van ‘78/’79. Gang Of Four, Wire, The Fall, The Sound, Killing Joke… . Die hun gitaristen deden me beseffen dat je niet altijd een meester of kanjer moest zijn. Dat het ook anders kon. Ik kom uit de DIY beweging. Je kende twee, drie akkoorden en daarmee begon je een bandje. Die periode heeft toch fantastische muzikanten voortgebracht. Als je bijvoorbeeld de evolutie ziet die groepen als Wire of XTC hebben doorgemaakt, dan is dat toch ongelooflijk.’

Op ‘The Surrealist Mystery’ jullie eerste album stond met ‘Wild Thing’ al meteen een cover. En met ‘Experiment In Terror’ brachten jullie zelfs een elpee uit met allemaal covers. Vanwaar die drang en behoefte om andermans liedjes te vertolken?
‘We hadden toen een optreden gepland en onze eerste plaat was zo goed als klaar. We misten nog één nummer. Alles moest snel gaan en dan hebben we maar voor een cover gekozen van ‘Wild Thing’. Cover is misschien niet het juiste woord en verkrachting ook niet, maar we brengen op zijn minst een geheel eigen interpretatie van het nummer zoals alleen La Muerte dat kon. En dat werd dan een beetje een gewoonte, een traditie. Gewoon voor ons eigen plezier. ‘Experiment In Terror’ bleek achteraf een zware klus. We vertrokken toen van ik weet niet hoeveel nummers op papier. Daar zijn dan een aantal van opgenomen, maar het resultaat was niet wat we ervan hoopten. We hebben dan tabula rasa gemaakt en zijn helemaal opnieuw begonnen. De keuze van de songs was ook gewaagd. Bijvoorbeeld Johnny Cash was toen helemaal niet populair. The Osmonds ook niet trouwens. Dat was een jeugdherinnering en ‘Crazy Horses’ vond ik een fantastisch nummer. Die periode was voor mij wel een goede leerschool. Als gitarist heb ik toen veel bijgeleerd. De gebruikelijke nonchalance moest plaats maken voor discipline en hard werken.’

De rechte lijn
Als je terugblikt op die tien jaar La Muerte heb je nergens spijt van?
‘Nee, behalve als we iets meer doordacht hadden gehandeld er misschien meer hadden uitgehaald. Voor de rest hebben we altijd voor de rechte lijn gekozen. Geen toegevingen, geen restricties. Dat was misschien ook één van de redenen dat de lont van La Muerte vroeger dan verwacht was opgebrand. Het was altijd roeien tegen de stroom in en dat eiste zijn tol, zowel fysiek als mentaal. We deden ook alles zelf of hadden op zijn minst een vinger in de pap. Of het nu het maken van een video was of een hoesontwerp. We konden moeilijk delegeren en als we dat deden dan hadden we altijd een voet tussen de deur.’

Dat brengt ons bij vandaag. Waarom de viering van dertig jaar La Muerte?
‘Om de zoveel tijd kreeg ik de vraag: wanneer gaan jullie nog eens optreden. Ik heb bewust altijd de boot afgehouden en nee gezegd. Voor mij was het ‘over en out’. Ook Marc was niet happig om de groep terug op te richten met zijn originele bezetting of als alternatief met de laatste line-up. Hij zag er net als ik het nut niet van in. Dat we nu toch gaan optreden is zuiver toeval. Na La Muerte is Marc aan de slag gegaan als filmmaker. Eerst kortfilms en nu legt hij de laatste hand aan een eerste langspeelfilm ‘Dago Cassandra’ die zou in de herfst van dit jaar in de bioscopen moeten komen. Daarin speelt de Gentse actrice Delphine Bafort. Samen met twee vrienden heeft zij een pand in de Gouvernementstraat in Gent omgevormd tot hippe ruimte voor theater, muziek en expo. Van haar kwam de vraag naar Marc toe of La Muerte er op 8 november vorig jaar wou komen spelen en ik kon me daar wel in vinden. Marc had dan al Michel Kirby, Christian Z. en Tino de Martino gepolst om mee in dit verhaal te stappen. Als nieuwelingen waren die heel enthousiast en waar het eerst de bedoeling was om een drietal nummers te spelen werd het een soort van try-out met een volledige set, want toen stond het ook al vast dat we in de Ancienne Belgique zouden spelen. Heel belangrijk was naast het feit dat het toffe muzikanten zijn ik ook het speelplezier heb terug gevonden. Dat was ik na het debacle van Rock Ternat helemaal kwijt. Nu is het elan en het vuur van ’84 helemaal terug.’

Blijft het nu opnieuw bij die ene keer?

‘Wel wat mezelf betreft kan het niet de bedoeling zijn dat La Muerte de volgende vijf jaar nog eens volmaakt. Maar als alles meevalt in de AB – er zijn alvast plannen om het concert op te nemen – dan kan het dat we zeker tot de zomer of tot het einde van het jaar actief blijven. Er zijn onderhandelingen aan de gang, doch er ligt nog niets vast. Zowel van onze kant als van de kant van de organisatoren kijkt men eerst een beetje de kat uit de boom. Als het moest tegenvallen dan zijn we zelf de eerste om de stekker er terug uit te trekken. Ik heb wel het volste vertrouwen in deze bezetting en het nieuwe team van medewerkers. Je mag op je twee oren slapen; het komt goed. We gaan ‘back to basics’ en er vol tegenaan.’
‘Wel wat mezelf betreft kan het niet de bedoeling zijn dat La Muerte de volgende vijf jaar nog eens volmaakt. Maar als alles meevalt in de AB – er zijn alvast plannen om het concert op te nemen – dan kan het dat we zeker tot de zomer of tot het einde van het jaar actief blijven. Er zijn onderhandelingen aan de gang, doch er ligt nog niets vast. Zowel van onze kant als van de kant van de organisatoren kijkt men eerst een beetje de kat uit de boom. Als het moest tegenvallen dan zijn we zelf de eerste om de stekker er terug uit te trekken. Ik heb wel het volste vertrouwen in deze bezetting en het nieuwe team van medewerkers. Je mag op je twee oren slapen; het komt goed. We gaan ‘back to basics’ en er vol tegenaan.’


‘Wel wat mezelf betreft kan het niet de bedoeling zijn dat La Muerte de volgende vijf jaar nog eens volmaakt. Maar als alles meevalt in de AB – er zijn alvast plannen om het concert op te nemen – dan kan het dat we zeker tot de zomer of tot het einde van het jaar actief blijven. Er zijn onderhandelingen aan de gang, doch er ligt nog niets vast. Zowel van onze kant als van de kant van de organisatoren kijkt men eerst een beetje de kat uit de boom. Als het moest tegenvallen dan zijn we zelf de eerste om de stekker er terug uit te trekken. Ik heb wel het volste vertrouwen in deze bezetting en het nieuwe team van medewerkers. Je mag op je twee oren slapen; het komt goed. We gaan ‘back to basics’ en er vol tegenaan.’

In concert
7 maart 2015 - Ancienne Belgique, Brussel (B)

Discografie
‘The Surrealist Mystery’ 12’ Ep - Soundwork - SW12006/Red Rhino UK - Red 51
‘And The Mystery Goes On...’ 12’ Ep – Soundwork - SW 12009
‘Peep Show (Live) / Lucifer Sam’ 12’ Ep – Soundwork - SW 12010
‘Mystery Songs’ Lp – French Compilation Attitude Records – ATT115
Every Soul By Sin Oppressed’ Lp – Soundwork – SW120177/Big Disk UK – Big 001
‘Scorpio Rising’ 12’ Ep – Sex Wax/PIAS – SW12118
‘Black God White Devil’ Cd Compilation – Sex Wax - SW691017/LD Rec PIAS LD9150
‘Death Race 2000’ Lp/Cd /Cassette – PIAS – BIAS 134 / PIAS USA BIAS 1025/Fabrica Magnetica Spain896FM13
‘Experiment In Terror’ Lp/Cd – PIAS/Caroline Us - BIAS 170
‘Kustom Kar Kompetition’ Lp/Cd/Cassette - PIAS - BIAS 189/PIAS USA BIUS 189/Alfa Japan- ALCB355
‘Raw’ Cd - PIAS 266
‘Black God 2000’ Limited Blue 10’ – Urgence Disks Rec CH – KAB006
‘450 Big Block’ Dvd – Watt’s On Records/Suburban Watt27-2009 Urgence/Irascible CH KAB077

10 favoriete platen aller tijden
Dee-J kreeg zijn eerste platenspeler toen hij 6 jaar oud was. Hij heeft een zoon van 22. Dat betekent dat hij ook vandaag nog de vinger aan de pols houdt en ook op de hoogte is van nieuwe tendensen en releases. Een muziekkenner pur sang. Wat volgt zijn tien platen in willekeurige volgorde die voor hem tot op vandaag een rol van betekenis spelen.


Alice Cooper – Billion Dollar Babies (1973)

PiL – Metal Box (1979)

Scraping Foetus Off The Wheel – Hole (1984)

Laibach – Opus Dei (1987)

Kraftwerk – Autobahn (1974)

Killing Joke – Killing Joke (1980)

Puscifer – Conditions Of My Parole (2011)

Swans – To Be Kind (2014)

The Birthday Party – Junkyard (1982)

Gang Of Four – Entertainment (1979)

Kong


Kong
Stern
Kongenial
Wat ons betreft behoeft dit Nederlandse, instrumentale collectief geen introductie meer. De groep bestaat al sinds 1988 en heeft alleen maar kwalitatief hoogstaande albums op zijn palmares staan. In 2000 verdwijnt Kong wel voor lange tijd van het voorplan, maar maakt in 2009 een geslaagde comeback met de langspeler ‘What it Seems Is What You Get’, drie jaar later gevolgd door het eveneens goed ontvangen ‘Merchants Of Air’. Kong heeft me eigenlijk nog nooit ontgoocheld. Het is een groep die garanties en zekerheid biedt. Kernlid Mark Drillich en co. blijven ook hier trouw aan hun beproefde concept en brengen met ‘Stern’ een bijna helemaal woordeloos, doch avontuurlijk verhaal. Blijft de elektrische gitaar in het middelpunt staan en vormt deze de grondlaag voor hun welbekende stevige rock variant, dan wordt toch meermaals de aandacht en het accent verlegt naar andere genres als industrial, dance, ambient, psychedelische of symfonische rock en metal. ‘Stern’ is geen gemakkelijk werkstuk. Vooreerst zijn er de snedige gitaaruithalen en harde drumpatronen die de muziek een agressieve ondertoon geven. Voeg daar de vele schakeringen, de wisselende stemmingen en de veranderingen van tempo aan toe en je krijgt een tamelijk complex geheel van impressies. Het vraagt echt meerdere luisterbeurten om de dertien, uit vele lagen opgetrokken tracks te doorgronden. De composities die naar mijn gevoel het meest tot de verbeelding spreken zijn opener ‘Fool’s Engine’, ‘Perseverance’ (tjilpende vogeltjes en dan moet ik altijd denken aan Pink Floyd), ‘Surfing Narrative Waves’ dat zijn titel alle eer aandoet, ‘Stars & Tribes’ een brokje onversneden gitaarrock, net als het van tekstsamples voorziene ‘Determine’ en sterk aanleunend bij Ministry plus het fraai opgebouwde ‘Inflate Expand Release’ en het met prog en symfonische trekjes opgesmukte “Feast Of Burden’.

Various Artists

-->
Various Artists
For The Ocean – A Tribute To Sea Shepherd
Bellaphon Records
In 1977 werd de organisatie ‘Earth Force Society’ opgericht en in 1981 omgedoopt tot de ‘Sea Shepherd Conservation Society’. Doel is actie te voeren tegen de walvisjacht, de jacht op zeehonden, illegale jacht op andere zeedieren en overbevissing. Daarvoor zet Sea Sheperd wel hardere middelen in dan bijvoorbeeld Greenpeace. Ze schrikken er bijvoorbeeld niet voor terug om schepen te rammen, netten te vernielen of de vaarweg te versperren. Dat het handenvol geld kost om een dergelijke organisatie in stand te houden en acties te laten ondernemen lijkt me logisch. Michael Tenten is al jarenlang actief bij Sea Sheperd en is eveneens lid van Ayscobe, een Duitse progressieve rock formatie. Om Sea Sheperd financieel te steunen begon Tenten met dit project en wist een aantal bands te overtuigen om mee op de kar te springen. Tot de meer bekende namen behoren Inner Sanctum, Siren’s Legacy, Die Apokalyptischen Reiter, Debauchery en Bleeding Red. De kwaliteit van de veertien tracks van evenveel groepen is niet altijd gelijkmatig. De meerderheid kan nog door de beugel. Toch zitten er een paar ferme afknappers tussen. U mag ze zelf ontdekken. Maar het gaat hem hier in de eerste plaats om het initiatief en niet zozeer om de muziek. Wie sympathie heeft voor Sea Sheperd en hen wil steunen weet dus wat gedaan.

Sumia


Sumia
Until We Shine Again
Secret Entertainment
Het Finse Sumia laat zich aankondigen als een alternatieve rockband, maar die vlag dekt niet helemaal de lading. De jongens putten uit een breder gamma aan stijlen zoals progressieve rock, metal, melodieuze rock met bovenop een geut emocore. Sumia heeft een hang naar tragiek en dramatiek. De groep heeft ook de neiging om het tempo te drukken. Soms lijkt het wel of de songs zich voort slepen. De stem van zanger/gitarist Jonni is goed, doch biedt weinig variatie. Hetzelfde geldt voor het song aanbod. Na enkele luisterbeurten zou ik zelfs het woord saai in de mond durven nemen. Men begint nochtans veelbelovend met het mooie ‘Dive’. Welluidend, breed uitwaaierend en groots opgevat. Een prima song. Daarna komt ‘Sirena’ het enige, fellere nummer dat wat doet denken aan Tool. Tot daar geen vuiltje aan de lucht. ‘The White One’ ligt in het verlengde van ‘Dive’, al gaat men hier reeds meer aan het ‘kabbelen’. Een tendens die in de liedjes die volgen rustig wordt voortgezet. Compositorisch is er een acuut gebrek aan afwisseling en dat komt uiteraard het album niet ten goede. Het is wachten op ‘Crystal Plane’ dat nog voor enige deining zorgt en deze langspeler toch nog waardig weet af te sluiten. ‘Until We Shine Again’ is het debuut voor Sumia. Niet onaardig, maar je moet echt wel een fan zijn van zijn dit soort nummers om deze plaat hoger in te schatten.

Northumbria


Northumbria
Bring Down The Sky
Consouling Sounds
Uit de as van Holoscene verrees in 2011 Northumbria. Gitarist Jim Field en bassist Dorian Williamson beschrijven met hun woordloze, sombere soundscapes een nieuw aardrijk: Northumbria. Ooit was het in een ver verleden – van de zevende tot de tiende eeuw van onze jaartelling –  één van de zeven Angelsaksische koninkrijken. Het Canadese duo blikt vooruit en laat ons een minder rooskleurige wereld zien; een dystopie, een denkbeeldige samenleving waarbij men een weinig hoopgevend beeld schetst van de menselijke maatschappij zoals die in zijn huidige vorm bestaat. De luisteraar kan zelf invullen welk doemscenario ons te wachten staat. Bijvoorbeeld een wereld waar de mensheid (bijna) is uitgestorven na een kernoorlog, ziekte of andere ramp of een samenleving die gecontroleerd wordt door robots of computers. Al geven de songtitels wel reeds een indicatie naar wat voor wereld we zouden kunnen evolueren. Door middel van basgitaar, elektrische gitaar en wat elektronische hulpmiddelen blijft de muzikale invulling beperkt. Toch probeert men in de vijf tracks een rijker spectrum te creëren. Duistere ambient klanken en drones ondersteunen het voor de rest door gitaren gedomineerde geluidstapijt. Deze nuances verruimen enigszins de muzikale horizon. Hoe dan ook, de grondtoon blijft somber en meermaals krijg je het gevoel dat de hemel op je hoofd gaat vallen. Maar laat dat in geen geval uw dag verpesten.

Dan Deagh Wealcan


Dan Deagh Wealcan
Two Straight Horizontal Lines And The Organized Chaos in Between: Director’s Cut
Metal Scrap Records
Oorspronkelijk een eenman studioproject van de Russische multi-instrumentalist Mikhail A. Repp. In 2012 begon die te experimenteren om zo een eigen geluid en stijl te ontwikkelen. Na anderhalf jaar zwoegen kwam hij tot de constatering dat hij op zoek moest naar een zanger. Hij vond die in de persoon van de uit Oekraïne afkomstige Eugene Zoidze-Mishchenko (eveneens frontman van het industrial/death metal gezelschap Ungrace). Repp is van alle markten thuis en brengt een complexe mengeling van stijlen in stelling. Zowel mathcore, metal, jazz, noise, punk, progressieve rock als electro verschijnen wel ergens aan de oppervlakte. Het geschreeuw en gekrijs van vocalist Eugene maken deze brok moderne herrie in geen geval gemakkelijker verteerbaar. Eigenlijk nog best dat gebrul, want in verschillende nummers, onder meer ‘Meditterrenean Sky’, ‘Pointlessness’ en ‘Tears’ gaat hij gewoon zingen en dat allerminst toonvast. Het duo had zich voorgenomen dat hun muziek aan een aantal voorwaarden moest voldoen; met name verrassend, expressief, zonder restricties, niet in herhaling vallen en het onorthodoxe niet schuwen. In min of meerdere mate voldoet deze plaat aan al die eisen. Het idee om de kwaliteit van de productie lo-fi te houden past ook nog in dit rijtje. Als toehoorder word je voortdurend heen en weer geslingerd. Je krijgt het gevoel van een ‘ontvanger’ te zijn van signalen zonder enige samenhang. Afstandelijk en zonder ook maar enige gevoelswaarde.

Cherubs


Cherubs
2 Ynfynyty
Brutal Panda Records

Voor het eerste wapenfeit van Cherubs moeten we terug naar 1992. Toen bracht dit trio uit Austin, Texas met ‘Icing’ een eerste album uit. Er volgde nog een tweede; ‘Heroin Man’ (1994). Beide kunnen bogen op een legendarische status in het noise rock circuit. Twee jaar later verscheen nog als definitief afscheid ‘Short Of Popular’, een collectie van singles en outtakes. In de originele bezetting met zanger/gitarist Kevin Whitley (ex-Ed Hall), Owen McMahon (bass) en drummer Brent Prager blaast het drietal na een onderbreking van twintig jaar hun act nieuw leven in met de elpee ‘2 Ynfynyty’. Handelsmerk van het noise combo waren de hoge stem van Whitley en de ruige, doch berekende speelstijl met vervormde gitaarklanken, pompende basgitaar en hakkende drumroffels. Naadloos, het lijkt alsof ze nooit van de radar zijn verdwenen, heeft men de draad terug opgepikt. Als producer strikten ze Mike McCarthy (Trail Of Dead, Spoon, Alberta Cross, Patty Griffin) en die weet de heren in de pas te houden. Ook al omdat we hier te maken hebben met muzikanten die weten hoe je goede songs schrijft. In ‘Unhappyable’, ‘We Buy Gold’, ‘So Jellified’ en Evil May Acre’ gaat het drietal helemaal loos en wordt er geflirt met vals klinkende akkoorden. ‘Sunday Mondays’ zet je dan weer aan het mijmeren. Toegegeven niet alle nummers zijn van hetzelfde allooi, maar je mag hier toch spreken van een opmerkelijke comeback. 

Bite The Bullet


Bite The Bullet
Wheels
Target Records
De eerste naam die me te binnen schoot bij het horen van de titelsong was die van The Killers. De stem van zanger Thomas Storgaard Christiansen heeft hetzelfde timbre als Brandon Flowers en ook het nummer had van The Killers kunnen zijn. Tot daar die eerste impressie. Deze Deense band kreeg pas in 2012 definitief gestalte met de komst van Christiansen. De twee andere protagonisten Paw Eriksen en Christian Norup kenden elkaar al sinds midden de jaren negentig en speelden al die tijd in diverse andere obscure bandjes. Hun eerste langspeler werd in 2013 goed onthaald in de pers en het verhaal doet de ronde dat ook Lemmy van Motörhead zich inmiddels een exemplaar heeft aangeschaft. Over de relevantie van dit gegeven gaan we ons niet uitspreken. Feit is dat Bite The Bullet een interessante mix brengt van psychedelische rock, blues en jaren zeventig rock. De uitstekende zang, sterke composities, melodieuze hooks en fuzz rock componenten geven het geheel een aangename retro klank met als surplus een eigentijdse tint. ‘Uniform’ is een heerlijk nummer. Net als ‘To The Seaside’, het pakkende ‘Something New’, het avontuurlijke ‘Go For A Ride’ en het vette ‘I’ve Been Down’. Met deze tweede worp zit Bite The Bullet nog altijd op het kortste traject dat de weg naar de top uitstippelt. Houden zo.

Muck

-->
Muck
Your Joyous Future
Prosthetic Records
Vier schoolvrienden in Reykjavik besloten acht jaar geleden om een hardcore bandje te stichten. Ze noemden zich Muck en brachten na een aantal ep’s in 2012 met ‘Slaves’ een eerste elpee uit. Door veel op te treden probeerden ze ervaring op te doen. Het groepsgeluid werd gaandeweg aangedikt met punk en noise invloeden. Onder auspiciën van producer Fridrik Belgason doken ze vorig jaar terug de studio in met in het achterhoofd deze onverzettelijke gedachte: 2015 zou en moest hun jaar worden. De aanzet hiertoe geven ze dus met hun tweede release getiteld ‘Your Joyous Future’. Het is een chaotisch en tumultueus plaatje geworden. Een half uur durend festijn van wanluidende gitaarklanken, roestige stembanden, een brommende basgitaar; dat alles overlapt door een wild om zich heen meppende drummer. De jongens doen hun uiterste best om een ‘ondergrondse’ en obscure muziekvorm te produceren en slagen daar wonderwel in. Persoonlijk raakte het mijn koude kleren niet, maar ik vermoed dat hardcore fans een delirium nabij zullen zijn bij het beluisteren van deze anarchistische brij.

maandag 2 februari 2015

Soto


Soto
Inside The Vertigo
earMUSIC
Jeff Scott Soto kreeg begin de jaren tachtig voor het eerst erkenning als vocalist in de band rond gitaarvirtuoos Yngwie Malmsteen. Zijn grote doorbraak kwam er als zanger van de Zweedse act Talisman die actief was van 1990 tot 2007. Ook zijn passage bij Journey tijdens hun tournees in 2006 en 2007 en zijn rol als gastzanger bij het Trans-Siberian Orchestra tijdens de periode 2008 tot 2012 ging niet onopgemerkt voorbij. In 1994 bracht hij met ‘Love Parade’ een eerste solo album uit. Er zouden er nog een tiental volgen met als laatste wapenfeit ‘Damage Control’ (2012). Zijn nieuwste werk brengt hij uit onder de groepsnaam ‘Soto’. Rond zich verzamelde hij een internationale bezetting aan muzikanten met als bekendste namen drummer Edu Cominato en gitarist Jorge Salan. Daarnaast verlenen een resem bevriende musici hun medewerking; Onder andere Gus G (Firewind, Ozzy Osbourne), Jason Bieler (Saigon Kick), Mike Orlando (Adrenaline Mob) en Joel Hoekstra (Night Ranger, TSO) zijn van de partij. Op ‘Inside The Vertigo’ brengt Jeff in zijn gekende stijl een moderne variant van hardrock, heavy metal en progressieve rock/metal. Jeff Scott Soto zijn wat rauwe stem kan ook soulvol klinken. Dat bewijst hij onder meer in songs als ‘Fall To Pieces’, ‘End Of Days’ en ‘Break’. Wat we op muzikaal gebied vooral missen is een verrassende wending, een fantasierijke ingeving. Alleen het industrial getinte ‘The Fall’ komt in de buurt. De frontman geeft volmondig toe dat dit ook niet zijn betrachting was. ‘Inside The Vertigo’ is eerder een uitlaatklep voor Soto zijn sluimerende frustraties van wat hem tegen de borst stuit, een manier om zijn ongenoegen te uiten over wat er de laatste jaren voor hem zoal is misgelopen. Het is een voor de zanger emotionele langspeler met een agressieve ondertoon, eentje waarbij alle muzikanten inspraak kregen en zo aan het creatieve proces hun steentje hebben bijgedragen. Op geen enkel nummer valt speel technisch iets aan te merken en dat maakt van deze ‘Inside The Vertigo’ een robuust en meer dan degelijk werkstuk.

Devil's Train


Devil’s Train
II
earMUSIC
Wat begon als een zijproject lijkt nu toch een langer leven beschoren, want na hun debuut in 2012 komt deze internationaal getinte band nu opzetten met nummer twee. Het kwartet kent het klappen van de zweep en deze muzikanten hebben ervaring zat. Zo maakt zanger Roberto Dimitri Liapakis het mooie weer bij Mystic Prophecy en Valley’s Eve en drummer Jörg Michael was voorheen actief bij onder meer Running Wild, Saxon en Stratovarius. Bassist Jari Kainulainen (Masterplan, ex-Evergrey en ex-Stratovarius) en Mystic Prophecy gitarist gitarist Lakis Ragazas maken de bezetting compleet. Devil’s Train gaat door op hun elan en blijven trouw aan het bekende stramien: hard en heftig, op klassieke leest gestoelde, gespierde rock, aangevuld met op blues en stoner rock geënte elementen. Zo lekker ouderwetse meestampers zijn bijvoorbeeld ‘Hollywood Girl’, ‘Rock Forever’ en ‘Let’s Shake It’. Maar je vindt hier ook in blues gedrenkte kopstoten als ‘Gimme Love’ en ‘Mr. Jones’, samen met ‘Girl Like You’ misschien wel de beste tracks uit het lot. Hun cover van ‘Born To Be Wild’ vind ik persoonlijk een beetje op automatische piloot gespeeld. Het nummer is ook al door bijna alles en iedereen gecoverd en er een nieuwe impuls of dimensie aan geven is geen evidentie. Iets beter uit de verf komt Led Zeppelin hun klassieker ‘Immigrant Song’, maar ook deze versie kan niet echt begeesteren. Met deze tweede schijf toont Devil’s Train wel aan dat het succes van hun eersteling geen toevalstreffer was. Wie zijn portie rock graag onversneden op zijn bord krijgt zal met deze ‘II’ zeker de honger kunnen stillen.

Angra


Angra
Secret Garden
earMUSIC
Het Braziliaanse combo Angra is terug van weggeweest. Net op tijd, want er deden al geruchten de ronde dat hun liedje was uitgezongen. Vier jaar hebben we moeten wachten op een opvolger voor ‘Aqua’. Je mag gerust stellen dat de release van ‘Secret Garden’ een nieuw tijdperk inluidt. Ook qua bezetting, want zanger Eduardo Falaschi, vertrokken in 2012, en drummer Ricardo Confessori zijn vervangen door respectievelijk Fabio Leone (Rhapsody Of Fire) en Bruno Valverde. ‘Secret Garden’ is opnieuw een concept album en verhaalt over de tragische omstandigheden waarin de vrouw van wetenschapper Morten Vrolik om het leven komt en de manier waarop hij daarmee omgaat. Angra, opgericht in 1991, is in al die jaren uitgegroeid tot een grootmacht in de wereld van de progressieve metal en zag door een uitgekiende formule van diverse, muzikale elementen en genres zijn aanhang gestaag groeien. De inbreng van Braziliaanse ritmes, klassiek koor en orkest, jazz en power/prog metal zorgen ook nu voor een gevarieerd aanbod. Nog verrijkt met het feit dat sinds een paar jaar stergitarist Rafael Bittencourt zich heeft ontpopt als leadzanger. Alsof het allemaal niet op kan komen Simone Simons van Epica en oude glorie Doro Pesch een bijdrage leveren en elk een nummer inzingen. Iedere compositie heeft op die manier wel een verrassing in petto. Excellent zijn de cover van The Police hun ‘Synchronicity II’ hit, het schitterende ‘Storm Of Emotions’ en het magistrale ‘Upper Levels’. Toegegeven, met al die verscheidenheid raak je soms het noorden kwijt. Het zal allemaal een beetje afhangen van je persoonlijke smaak. Bijvoorbeeld het bombastische arrangement duwt ‘Perfect Symmetry’ helemaal kopje onder en in ‘Black Hearted Soul’ gaan het opgefokte ritme en de combinatie mannenkoor en power metal compleet de mist in. Daartegenover staan naast de reeds genoemde titels nog een aantal uitstekende nummers te pronken op deze ‘Secret Garden’. Die verdringen moeiteloos de mindere momenten op de achtergrond.        

One Last Shot


One Last Shot
First Gear
Just For Fun Records
Het belang om muziek te kunnen onderbrengen in een bepaald vakje of genre lijkt ook vandaag nog een rol te spelen. Het zoeken naar een niche wordt alsmaar kleiner en fijner. We hadden al southern rock, acid rock, sludge metal en stoner rock/metal of desert rock en nu komt daar nog dust metal bij. Een muziekstijl die wordt toegeschreven aan het uit Frankrijk afkomstige One Last Shot. De groep bestaat uit muzikanten die van wanten weten en actief zijn of waren in bands als The Outburst, Crack Ov Dawn en Sin And Death. Het zijn mannen die recht door zee gaan en er flink kunnen op los meppen. Kerels die met de spierballen rollen en nog houden van een rondje pure en heavy rock-'n-roll. Het vijftal koos voor de release van een eerste ep als kennismaking en dat past perfect bij wat ze voor staan. Stevige riffs, prima gitaarsolo’s, een solide ritmesectie en een zanger die zich de longen uit het lijf schreeuwt. Wie het graag hard en roekeloos heeft gaat zeker voor de bijl bij het horen van ‘Skateboard Song’, ‘Headbangers’ dat zijn titel alle eer aandoet en ‘Prophesick’. Het is allemaal verre van origineel, maar gewoon leuk vertier. Een verzetje zonder zwans voor geest en lichaam.

Svarta Stugan


Svarta Stugan
Ep 3: Aspects Of Our Future Selves
Eigen Beheer
We schreven het al bij de bespreking van hun tweede ep ‘A Mutation And A Madness’ in februari vorig jaar: voor dit Zweeds trio is het ep formaat helemaal op maat om hun muzikale exploten te etaleren. Het drietal maakt er een erezaak van om de luisteraar telkens weer te verrassen. De groep overstijgt met gemak het afgebakende traject van post rock en maakt zijsprongetjes gaande van psychedelische rock naar ambient, rock, electro, noise en jazz. Opener ‘Neo-Futuristic’ biedt in één keer een overzicht van het gamma aan stijlen. De grondtoon blijft hun voorliefde voor filmmuziek en soundtracks. Zelf halen ze als voorbeelden‘Blade Runner’ en Twin Peaks’ aan, al zou je daar niet meteen aan denken bij het horen van het korte maar, turbulente en bulderende ‘Drums In The Light Of Christ’ of het onconventionele ‘Un-Birth’. Voor beide composities werd als gastmuzikant saxofonist Christopher Thorén gevraagd die op een geheel eigenzinnige manier de nummers een extra impuls geeft. Wat een tegenstelling met het als een zachte penseelstreek getrokken ‘We Are’ waarover de kunstenaar in kwestie met een verbeten trek rond de mond in de vorm van een gruizig gitaar effect een donkere schaduw werpt. ‘Street View’ wordt dan weer gedomineerd door een theremin of daaraan verwant geluid. Een instrument dat een zeer grote impact heeft en ik kan me voorstellen dat niet iedereen er fan van is. ‘Damn Good Coffee’ is een spektakelstuk met prominent aanwezige drums en percussie. Met ‘Aspects Of Our Future Selves’ trakteert Svarta Stugan de luisteraar op een korte (negentien minuten), maar opwindende en luisterrijke trip.      

Zarboth


Zarboth
Zarboth / Kwakiutls
Atypeek Music/Head Records/Gazul Records
Zarboth is een Frans duo bestaande uit Etienne Galliochet, ook actief in We Insist! En Phil Reptil van La Theory Du Reptil. Deze twee albums, ‘Zarboth’ en ‘Kwakiutls’ kwamen respectievelijk uit in 2009 en 2011 en worden nu opnieuw uitgebracht door het Atypeek Music label. Zarboth behoort tot de underground scene van Parijs. Hun experimentele rock lijkt op het eerste gehoor met haken en ogen aan elkaar te hangen. Wie aandachtiger luistert ontdekt dat het tweetal meer doet dan lukraak jammen. Dat ze lichtjes gestoord zijn staat buiten kijf. Galliochet en Reptil hangen een verdraaid beeld op van rock, jazz, noise, metal en punk. Ze bewandelen een kronkelig en hobbelig pad van ingewikkelde structuren en maken onder meer gebruik van de start-stop techniek. Moeilijk te doorgronden, maar als je ze een kans geeft best uitdagend en verrijkend. De complexe stijlvariaties roepen schimmige beelden op van acts als Melvins, Captain Beefheart, Tool, Mike Patton, Frank Zappa of Primus. ‘Never Turn’ en ‘Hear Me’ zijn hier de meest solide tracks. ‘Realize’ het meest hectische nummer. Met saxofoon, cello en vibrafoon wordt op ‘Kwakiutls’ het instrumentarium uitgebreid en slaat men meer aan het improviseren. Etienne en Phil stralen meer zelfvertrouwen uit en de gastbijdragen van bevriende muzikanten maken hun tweede langspeler avontuurlijker en tegelijk gecompliceerder, nog minder toegankelijk. De plaat is onderverdeeld in twee delen met als eerste luik zes ‘normale’ nummers. Deel twee bestaat uit zes instrumentale tracks. Heel speciaal zijn ‘A Sparrow’ en ‘Coupez Moi La Tête’ voorzien van teksten die een ritmisch patroon vormen in symbiose met de muziek. Nieuw werk van Zarboth wordt verwacht in de herfst van dit jaar. Met deze twee schijfjes kan u zich alvast voorbereiden op wat komen gaat.