Geen reünie maar een viering
Als je spreekt over acts die het muzieklandschap in België hebben
veranderd dan kan je niet omheen La Muerte. De groep hield het tien jaar vol en
heeft in die periode enkele opmerkelijk platen uitgebracht. Ook hun live
optredens spraken tot de verbeelding. Op 7 maart treden ze aan in wat ooit hun
tweede huis was, de Ancienne Belgique in Brussel en dat samen met Fifty Foot
Combo. Gitarist Dee-J was bereid om hierover tekst en uitleg te komen te geven.
Uiteraard blikken we ook terug in de tijd.
Ongehoord
Iets meer dan dertig jaar geleden is
het voor jullie begonnen. Hoe is dat toen in zijn werk gegaan?
‘Destijds speelde ik in verschillende groepen. Ik had een bepaald idee en
wou iets doen dat niemand tot dan toe in België had gedaan. Het was redelijk
ruig, doch ik vond niemand die mee in dat verhaal wou stappen. Om die reden
werd ik bij al die groepen al na korte tijd aan de deur gezet. Tot een gemeenschappelijke
vriend me in contact bracht met Marc du Marais. Na een eerste kennismaking
bleek dat we hetzelfde voor ogen hadden en iets ongezien en ongehoord wilden
uitproberen. Je had al wel een alternatieve muziekscène in Australië en het
Verenigd Koninkrijk, maar nog niet in België. Op dat moment was er hier niets
waarvoor we warm liepen. We wilden in de eerste plaats onszelf plezieren en ons
ding doen. Dat we er mee in de belangstelling kwamen en veel respons kregen was
mooi meegenomen, maar geen doel op zich.’
‘Met bassist Sisco, een Spaanse Bask, had ik nog samen gespeeld in een
andere band. Drummer J.F. – we wisten van bij het begin dat die niet lang zou
blijven – kruiste bij toeval ons pad. Ik kende het systeem en wist hoe de
meeste groepen te werk gingen. Men wachtte op een opportuniteit die zich nooit
aanbood. Zelf waren we nog maar een drietal maanden actief als we besloten om
het heft in eigen handen te nemen en begonnen met de opnames van een eerste
plaat. Het geld om alles te bekostigen hadden we geleend. We beseften ook dat
we met onze muziek tegen de stroom in roeiden. Een grotere platenmaatschappij
zoeken leek ons zinloos. Producer en degene die Soundworks runde en voor de
distributie wou instaan, was Paul Delnoy. Later zou hij nog groepslid worden
ook. Zo is de bal gaan het rollen gegaan.’
Vier egotrippers
Kon je toen leven van de opbrengst van
de platenverkoop?
‘Nee helemaal niet. Dat was ook niet ons doel. We wisten sowieso dat het
moeilijk zou worden, maar we wilden het op zijn minst proberen. We gaven
onszelf zes maanden de tijd en als we mislukten dan was dat maar zo. Boeken toe
en tot ziens. Gelukkig is het anders gelopen en hebben we het nog redelijk lang
vol gehouden. Plannen hebben we nooit gemaakt. We hadden geen lange
termijnvisie. Alles gebeurde in functie van de groep. We werkten wel, maar hadden
geen vaste job, noch verplichtingen. Iedereen was op gelijk wel moment
beschikbaar. Wat relaties betreft: mijn vrouw heb ik ontmoet in 1985 na een
concert van La Muerte. Ze wist vanaf dag één dat mijn muziek en band belangrijk
was voor mij. Dat is zo gebleven. Ook toen La Muerte op non actief stond was ik
bezig met muziek. Ik was producer of ging mee op tournee met andere artiesten
als technicus of geluidsman.’
‘Als mensen me vroegen om de muziek van La Muerte te omschrijven dan zei
ik altijd: We zijn vier muzikanten die alleen aan zichzelf denken. Als andere
mensen zich daar ook in kunnen vinden, des te beter, maar het was van wij eerst.
Wij hadden plezier en deden onze zin. We hielden met niets of niemand rekening.
Je ziet het ook vandaag nog dat muzikanten tijdens de productie toegevingen
gaan doen om toch maar niet uit de boot te vallen. Fuck it, doe je ding en de
rest moet maar volgen. Bij ons is dat vrij goed gelukt. We hebben toch een
aantal jaren met redelijk succes heel Europa doorkruist.’
‘Wie bij me komt aankloppen weet waar ik voor sta. Ik heb redelijk stijve
knieën en kan ze niet gemakkelijk plooien (lacht). Om dit te illustreren ga ik
je een leuke anekdote vertellen. Ik heb ‘This Is’ het album van Larsson, de
voorloper van het nu meer bekende Customs, geproduceerd. Studio Brussel wou die
eerst niet draaien. Men zei dan dat ik de
plaat opnieuw moest mixen. Ik weigerde pertinent. We hebben dan een paar weken
gewacht en dezelfde cd-r terug opgestuurd met de vermelding ‘nieuwe mix’ (wat geenszins het geval was) en
toen draaiden ze die wel. Om maar te zeggen dat alles subjectief is.’
Fuifnummer
De live optredens waren stuk voor stuk
legendarisch. Luid en chaotisch. Hoe verliep de voorbereiding?
‘Het enige wat vooraf min of meer vastlag was de speellijst. Voor de rest
was er niets afgesproken. Het moest allemaal spontaan blijven en we wilden
vooral plezier maken. De wisselwerking tussen de muzikanten onderling valt
moeilijk uit te leggen. Het magie noemen is misschien wat overdreven, maar ook
als we bezig waren met nummers te schrijven voelde je instinctief aan: Dit moet
het worden. Live verliep het een beetje op dezelfde manier. Nu gaat dit
gebeuren en dat was ook zo. Wat we nu ondervinden met de nieuwe bezetting met
bijvoorbeeld Christian, de drummer van Lenght Of Time is van een andere orde.
Hij is gewend om mathematisch te werk te gaan. Voor mij en Marc was het
onmogelijk om onze speelwijze uit te leggen. Het is daar, maar waarom daar, ja
dat weet ik niet. Wij spelen meer gevoelsmatig, minder berekend. Nu is hij helemaal
ingeburgerd. Hij weet wat we bedoelen en we gebruiken afgesproken tekens en
aanwijzingen. Misschien minder secuur, maar het geeft je wel meer ruimte. We
repeteren nu wel veel meer dan vroeger. (lacht)’
Voor je het podium opkwam, hadden
jullie vaste rituelen?
‘Nee, iedereen had een beetje zijn eigen ding. Onze optredens waren
fysiek uitputtend, dus het bleef niet bij opwarmen, maar ook oppeppen. De
adrenaline moest door je lichaam stromen. Virtuele stress creëren, de druk op
de ketel houden. Elk concert was een boksmatch. Wij tegen het publiek. En het
was meestal wij die wonnen. (lacht)’
En achteraf feesten als de beesten?
‘Als we op tournee waren was ik doorgaans haantje de voorste. Ik was er
altijd voor te vinden om een feestje te bouwen. Gaan drinken en joelen met jan
en alleman en dat zes dagen op zeven, want ik moest ook eens een dag hebben om
te kunnen recupereren. Dus was de zevende dag voor mij een rustdag. Eerst
spelen en dan direct naar het hotel. Of ik het nu nog zou aankunnen? Ik heb die drang niet meer denk ik. Plots kom
je tot het besef van: Fuck, ik breng al meer dan 25 jaar al die tijd door in
kleedkamers. Achteraf bekeken is dat misschien nog niet zo slecht, want het kan
natuurlijk altijd nog erger, maar het zet je toch wel even aan het denken.’
‘We hadden relatief weinig groupies. Het waren alleen de dappersten en
dan spreek ik zowel over mannen als vrouwen, die zich backstage waagden. Ons
imago was angstaanjagend. Blijkbaar schrokken ze van wat ze op het podium zagen
gebeuren. We zijn nochtans zeer aimabel en vriendelijk in de omgang. Ik heb
toen wel een aantal zeer goede vrienden gemaakt waar ik nog regelmatig contact
mee heb. Als ze naar België komen dan blijven ze meestal bij me logeren. Mijn
beste vriend komt uit Zwitserland en is peter van mijn zoon. Rijk in termen van
geld zijn we niet geworden, maar op menselijk vlak heb ik me wel verrijkt.’
Jullie zijn nog een paar keer boven
water gekomen met een passage in Dour in 1997 en in 1999 Rock Ternat. Zat er
toen niet meer in? Of was het net de bedoeling om maar eenmalig op te treden?
‘Dour was een bewuste keuze. Rock Ternat eigenlijk ook, maar dat optreden
was zo rampzalig dat ik het daarna niet meer zag zitten. Voor mij hoefde het
echt niet meer. Dour was een ontzettend leuke ervaring, Rock Ternat onze ultieme
Spinal Tap belevenis. Een waar fiasco. We hadden nog één optreden geboekt, maar
het vat was af en ik vond dat het welletjes was geweest.’
De post punk generatie
Je hebt nooit een opleiding gevolgd?
‘Nee, ik heb alles geleerd op het terrein. Alles was ik nu weet over
muziek ken ik door het te doen. Ik ben bijvoorbeeld niet zo goed in het jammen
en waag me er dan ook niet aan. Ik heb alleen leren spelen wat ik zelf wou
horen. Sinds acht jaar geef ik les aan jongeren. Opnametechniek basgitaar,
gitaar en drums. In het Nederlands, wat voor mij niet zo evident is. Het is in
die zin leuk dat ik een nieuwe generatie tips kan geven. Ik moet wel super
geconcentreerd zijn. Na een dag les geven ben ik dan ook helemaal uitgeteld.
Ik heb nooit de ambitie gehad om dit te doen, maar ik kreeg het op een
schoteltje aangeboden en nu heb ik er ook plezier in.’
‘Als gitarist heb ik een bepaalde stijl en daar ben ik best goed in.
Algemeen beschouwd kun je stellen dat ik technisch gezien geen gitaar virtuoos
ben. Ik vind dit voor mezelf ook niet zo belangrijk, noch noodzakelijk. Ik heb
altijd bewondering gehad voor Jimmy Page van Led Zeppelin. Meer algemeen ben ik
sterk beïnvloed door de post punk generatie van ‘78/’79. Gang Of Four, Wire,
The Fall, The Sound, Killing Joke… . Die hun gitaristen deden me beseffen dat
je niet altijd een meester of kanjer moest zijn. Dat het ook anders kon. Ik kom
uit de DIY beweging. Je kende twee, drie akkoorden en daarmee begon je een
bandje. Die periode heeft toch fantastische muzikanten voortgebracht. Als je
bijvoorbeeld de evolutie ziet die groepen als Wire of XTC hebben doorgemaakt,
dan is dat toch ongelooflijk.’
Op ‘The Surrealist Mystery’ jullie
eerste album stond met ‘Wild Thing’ al meteen een cover. En met ‘Experiment In
Terror’ brachten jullie zelfs een elpee uit met allemaal covers. Vanwaar die
drang en behoefte om andermans liedjes te vertolken?
‘We hadden toen een optreden gepland en onze eerste plaat was zo goed als
klaar. We misten nog één nummer. Alles moest snel gaan en dan hebben we maar
voor een cover gekozen van ‘Wild Thing’. Cover is misschien niet het juiste
woord en verkrachting ook niet, maar we brengen op zijn minst een geheel eigen
interpretatie van het nummer zoals alleen La Muerte dat kon. En dat werd dan
een beetje een gewoonte, een traditie. Gewoon voor ons eigen plezier. ‘Experiment
In Terror’ bleek achteraf een zware klus. We vertrokken toen van ik weet niet
hoeveel nummers op papier. Daar zijn dan een aantal van opgenomen, maar het
resultaat was niet wat we ervan hoopten. We hebben dan tabula rasa gemaakt en
zijn helemaal opnieuw begonnen. De keuze van de songs was ook gewaagd. Bijvoorbeeld
Johnny Cash was toen helemaal niet populair. The Osmonds ook niet trouwens. Dat
was een jeugdherinnering en ‘Crazy Horses’ vond ik een fantastisch nummer. Die
periode was voor mij wel een goede leerschool. Als gitarist heb ik toen veel
bijgeleerd. De gebruikelijke nonchalance moest plaats maken voor discipline en
hard werken.’
De rechte lijn
Als je terugblikt op die tien jaar La
Muerte heb je nergens spijt van?
‘Nee, behalve als we iets meer doordacht hadden gehandeld er misschien meer
hadden uitgehaald. Voor de rest hebben we altijd voor de rechte lijn gekozen.
Geen toegevingen, geen restricties. Dat was misschien ook één van de redenen
dat de lont van La Muerte vroeger dan verwacht was opgebrand. Het was altijd roeien
tegen de stroom in en dat eiste zijn tol, zowel fysiek als mentaal. We deden
ook alles zelf of hadden op zijn minst een vinger in de pap. Of het nu het
maken van een video was of een hoesontwerp. We konden moeilijk delegeren en als
we dat deden dan hadden we altijd een voet tussen de deur.’
Dat brengt ons bij vandaag. Waarom de
viering van dertig jaar La Muerte?
‘Om de zoveel tijd kreeg ik de
vraag: wanneer gaan jullie nog eens optreden. Ik heb bewust altijd de boot
afgehouden en nee gezegd. Voor mij was het ‘over en out’. Ook Marc was niet
happig om de groep terug op te richten met zijn originele bezetting of als
alternatief met de laatste line-up. Hij zag er net als ik het nut niet van in.
Dat we nu toch gaan optreden is zuiver toeval. Na La Muerte is Marc aan de slag
gegaan als filmmaker. Eerst kortfilms en nu legt hij de laatste hand aan een
eerste langspeelfilm ‘Dago Cassandra’ die zou in de herfst van dit jaar in de
bioscopen moeten komen. Daarin speelt de Gentse actrice Delphine Bafort. Samen
met twee vrienden heeft zij een pand in de
Gouvernementstraat in Gent omgevormd tot hippe ruimte voor theater, muziek en
expo. Van haar kwam de vraag naar Marc toe of La Muerte er op 8 november vorig
jaar wou komen spelen en ik kon me daar wel in vinden. Marc had dan al Michel
Kirby, Christian Z. en Tino de Martino gepolst om mee in dit verhaal te
stappen. Als nieuwelingen waren die heel enthousiast en waar het eerst de
bedoeling was om een drietal nummers te spelen werd het een soort van try-out
met een volledige set, want toen stond het ook al vast dat we in de Ancienne
Belgique zouden spelen. Heel belangrijk was naast het feit dat het toffe
muzikanten zijn ik ook het speelplezier heb terug gevonden. Dat was ik na het
debacle van Rock Ternat helemaal kwijt. Nu is het elan en het vuur van ’84
helemaal terug.’
Blijft
het nu opnieuw bij die ene keer?
‘Wel wat mezelf betreft kan het niet de
bedoeling zijn dat La Muerte de volgende vijf jaar nog eens volmaakt. Maar als
alles meevalt in de AB – er zijn alvast plannen om het concert op te nemen –
dan kan het dat we zeker tot de zomer of tot het einde van het jaar actief
blijven. Er zijn onderhandelingen aan de gang, doch er ligt nog niets vast.
Zowel van onze kant als van de kant van de organisatoren kijkt men eerst een
beetje de kat uit de boom. Als het moest tegenvallen dan zijn we zelf de eerste
om de stekker er terug uit te trekken. Ik heb wel het volste vertrouwen in deze
bezetting en het nieuwe team van medewerkers. Je mag op je twee oren slapen;
het komt goed. We gaan ‘back to basics’ en er vol tegenaan.’
‘Wel wat mezelf betreft kan het niet de
bedoeling zijn dat La Muerte de volgende vijf jaar nog eens volmaakt. Maar als
alles meevalt in de AB – er zijn alvast plannen om het concert op te nemen –
dan kan het dat we zeker tot de zomer of tot het einde van het jaar actief
blijven. Er zijn onderhandelingen aan de gang, doch er ligt nog niets vast.
Zowel van onze kant als van de kant van de organisatoren kijkt men eerst een
beetje de kat uit de boom. Als het moest tegenvallen dan zijn we zelf de eerste
om de stekker er terug uit te trekken. Ik heb wel het volste vertrouwen in deze
bezetting en het nieuwe team van medewerkers. Je mag op je twee oren slapen;
het komt goed. We gaan ‘back to basics’ en er vol tegenaan.’
In concert
7 maart 2015 - Ancienne Belgique, Brussel (B)
Discografie
‘The Surrealist Mystery’ 12’ Ep - Soundwork - SW12006/Red Rhino UK - Red 51
‘And The Mystery Goes On...’ 12’ Ep – Soundwork - SW 12009
‘Peep Show (Live) / Lucifer Sam’ 12’ Ep – Soundwork - SW 12010
‘Mystery Songs’ Lp
– French Compilation Attitude Records – ATT115
Every Soul By Sin Oppressed’ Lp – Soundwork – SW120177/Big Disk UK – Big 001
‘Scorpio Rising’ 12’
Ep – Sex Wax/PIAS – SW12118
‘Black God White Devil’ Cd Compilation – Sex Wax - SW691017/LD Rec PIAS LD9150
‘Death Race 2000’ Lp/Cd
/Cassette – PIAS – BIAS 134 / PIAS USA BIAS 1025/Fabrica Magnetica Spain896FM13
‘Experiment In Terror’ Lp/Cd
– PIAS/Caroline Us - BIAS 170
‘Kustom Kar Kompetition’ Lp/Cd/Cassette - PIAS - BIAS 189/PIAS USA BIUS 189/Alfa Japan- ALCB355
‘Raw’ Cd - PIAS 266
‘Black God 2000’ Limited
Blue 10’ – Urgence Disks Rec CH – KAB006
‘450 Big Block’ Dvd
– Watt’s On Records/Suburban Watt27-2009 Urgence/Irascible CH KAB077
10 favoriete platen aller tijden
Dee-J kreeg zijn eerste platenspeler toen hij 6 jaar
oud was. Hij heeft een zoon van 22. Dat betekent dat hij ook vandaag nog de
vinger aan de pols houdt en ook op de hoogte is van nieuwe tendensen en
releases. Een muziekkenner pur sang. Wat volgt zijn tien platen in willekeurige
volgorde die voor hem tot op vandaag een rol van betekenis spelen.
Alice Cooper – Billion Dollar Babies (1973)
PiL – Metal Box (1979)
Scraping Foetus Off The Wheel – Hole (1984)
Laibach – Opus Dei (1987)
Kraftwerk – Autobahn (1974)
Killing Joke – Killing Joke (1980)
Puscifer – Conditions Of My Parole (2011)
Swans – To Be Kind (2014)
The Birthday Party – Junkyard (1982)
Gang Of Four – Entertainment (1979)