Rival Sons
De Hoegaarden Grand Cru van Los Angeles
Voor het uit Los Angeles, Californië
afkomstige Rival Sons gaat alles pijlsnel. De groep zit sinds de release vorig
jaar van hun tweede album ‘Pressure And Time’ in een stroomversnelling, een
carrousel die alsmaar vlugger rondjes draait. Op 17 september verschijnt ‘Head
Down’ hun nieuwe langspeler en 21
september wordt de aftrap gegeven van hun Europese tournee in de Engelse
kuststad Brighton. Inmiddels geniet het viertal van een welverdiende vakantie.
Ze waren van de radar verdwenen en moeilijk te bereiken, maar uiteindelijk
kregen we toch nog hun charismatische frontman en zanger Jay Buchanan te pakken
voor een diepgaand gesprek.
Paul Van de gehuchte
Van nul naar de top in 22 dagen
De werkwijze van Rival Sons is heel direct. Ze
leggen zichzelf een tijdslimiet op en brengen een zo kort mogelijke periode in
de studio door om een plaat op te nemen. Ze hebben niks klaar. Alleen de ideeën
in hun hoofd en ter plaatse krijgen de songs gestalte. Andere groepen nemen
dertig of veertig nummers op en pikken er dan de beste tien of vijftien uit.
Rival Sons gaan meer af op het buikgevoel. Voelt een muziekfragment of idee
goed aan dan blijven ze er aan werken tot de compositie tot ieders voldoening
is uitgewerkt. Anders wordt het onmiddellijk gedumpt. Belangrijk in dit proces
is hun huisproducer en zeg maar vijfde bandlid Dave Cobb. Tot nu toe werkt de
formule perfect en blijft het verstikkende effect van die zelf opgelegde
tijdsdruk achterwege.
Muziek ademen
Jay vult zijn dagen met muziek. Hij is
voortdurend in de weer met het schrijven van nieuwe nummers. Ook als de
inspiratie niet komt werkt hij door, want misschien brengt hij zo toch een
creatief proces op gang. Jay is iemand die muziek ademt. Hij is ermee opgegroeid.
Zijn ouders hebben een uitgebreide platencollectie van zowel cassettes, cd’s,
video’s als vinylplaten en altijd was er muziek in huis. Zoals ieder kind kende
Jay een rebelse tijd waarin je ingaat tegen wat je ouders representeren. Ze
hadden bijvoorbeeld niks van Prince in de platenkast staan. Nochtans vond hij
de muziek van het kleine genie geweldig, dus het eerste album wat hij zich
aanschafte met zijn eigen geld wat er eentje van ‘His Royal Badness’.
Wanneer de Buchanan familie bij elkaar komt
tijdens het weekend of in de vakantie dan brengt iedereen een instrument mee.
Alles wordt opgesteld in de woonkamer en men begint muziek te spelen. Sommigen
zingen en ook de kinderen doen mee. Voor Jay was het allemaal heel natuurlijk.
Als kind dacht hij dat dit bij elk huisgezin de gewoonte was. Op school nodigde
hij vriendjes uit om bij hem thuis te komen spelen en dan zei hij ‘dan kunnen
jouw ouders en die van mij samen jammen.’ Dat begrepen ze dan niet en het heeft
een wijl geduurd voor Jay besefte dat men niet overal zo muzikaal was
ingesteld. Hij houdt mooie herinneringen over aan zijn kindertijd. Met zijn
vader trok hij de bergen in, de wijde natuur. Soms gingen ze op zoek naar
ratelslangen en spotten er beren en poema’s.
Liedschrijver
Met al die muziek om zich heen leerde hij al
vlug verschillende artiesten kennen die zijn manier van leven hebben beïnvloed.
Zo is er de freewheelende Bob Dylan, zijn eerste kennismaking met blues en
legendes als Robert Johnson en Blind Willie Johnson… . Gevraagd naar specifieke
albums staat de eerste langspeler van Led Zeppelin bovenaan. Het was zijn
eerste introductie wat betreft rock-’n-roll muziek. Hij had eerder al
geluisterd naar AC/DC, Mötley Crüe, Poison, Guns ‘N’ Roses, maar die
identificeerde hij met het negatieve beeld dat van de rock scene werd
opgehangen. Hij hield ook niet zo van hun muziek, maar de bluesrock van Led
Zeppelin deed het voor hem. Ook alle elpees van Leonard Cohen nemen een
bijzondere plaats in naast ‘Astral Weeks’ van Van Morrison. Hij was toen achttien
en die laatste plaat heeft echt zijn leven veranderd. Volgens Jay wordt
Morrison als rock-‘n-roll zanger fel ondergewaardeerd. Jay: ‘You have the
Robert Plants and the Steve Marriotts. If Van wanted to, he would crash both of
those guys with one hand. But he didn’t and sorted out his own solo career.’
Naast favorieten staan er ook een aantal miskopen, te veel om op te noemen.
Soms voelde Jay zich beetgenomen. Veel had te maken met zijn manier van kopen.
Hij hield van een gokje en dikwijls kende hij de artiest niet, maar was het
bijvoorbeeld de hoes die hij aantrekkelijk vond. Dan kocht hij de langspeler en
dan kan je al eens bedrogen uitkomen.
Op school behoorde hij niet tot de beste van
de klas, juist omdat hij altijd bezig was met muziek. Na de middelbare school
was de universiteit te hoog gegrepen, maar Jay volgde colleges met als
onderwerpen filosofie, literatuur, romantiek, mystiek, antropologie, de
geschiedenis van Amerika, enzovoort. Hij had nooit de intentie om een bachelor
of master te halen, want dat zou van hem geen betere liedschrijver en componist
hebben gemaakt. Het was en is nog altijd zijn enige betrachting om hierin uit
te blinken. Al van heel jonge leeftijd is hij een fervente lezer. Voor een
groot deel heeft Jay dan ook zijn kennis verkregen door zelfstudie.
Zanger en frontman
Hij had nooit gedacht dat hij zanger zou
worden in een rockband. Rockmuziek en de bijbehorende rockattitude vindt hij
belachelijk en kinderachtig. Hij houdt van rock-‘n-roll. Voor hem is dat het
‘echte spul’. Rock gaat meer over imago en pose. Voor Rival Sons is er nooit
sprake geweest van een carrière als rockzanger. Jay spiegelt zich graag aan
artiesten als Joni Mitchell en de al eerder genoemden Van Morrison en Leonard
Cohen, mensen die echt iets te vertellen hebben. Het muziekgenre rock ontbreekt
het aan inhoud en Jay wou daar geen deel van uitmaken. Toen Rival Sons uit de
startblokken schoot kwam alles in een stroomversnelling. De energie die
vrijkwam was voor hem een ware openbaring. Voor hem blijft Rival Sons altijd een
rock-‘n-roll band en ziet hij zichzelf als een rock-‘n-roll zanger. Sinds een
tijdje zijn ze ook professionele muzikanten. Dat is wel even wennen. Acht à
negen maanden op een jaar zijn ze op tournee. Het is een aparte manier van
leven. Je bent van huis weg, je mist je vrouw , kinderen, je huisdieren en het
is hard werken. Maar het avontuur wenkt en het is moeilijk om daar aan te
weerstaan. Enige keerzijde van de medaille is volgens Jay het gebrek aan slaap,
omdat je voortdurend van het ene feestje naar de andere party trekt. Het feit
dat nu ook zoveel deuren opengaan, alleen omdat je muziek speelt vindt hij zeer
merkwaardig. Mocht hij geen muzikant zijn dan zou Jay kiezen voor een job als
natuurwetenschapper of werken als gids tijdens uitstappen en natuurwandelingen.
Alleszins, aangezien hij is opgegroeid midden de bergen, iets in open lucht.
Koken doet hij ook graag, dus ergens als chef aan de slag gaan spreekt hem ook
wel aan of ook nog liefdadigheidswerk.
Tot de laatste ademstoot
Veel groepen zijn geen lang leven beschoren,
maar Rival Sons, als het van Jay afhangt ziet hij toch nog een hele tijd
meedraaien. De communicatie tussen de vier groepsleden onderling verloopt
prima. Ze hebben veel dezelfde interesses en raakpunten. Toch voelt hij aan dat
iedereen af en toe stoom moet afblazen en zich moet kunnen afzonderen.
Bijvoorbeeld om zijn persoonlijke muzikale ideeën of project uit te werken,
want samenwerken betekent ook compromissen sluiten. Achteraf kan je de draad
weer oppakken en er nog eens als een eenheid tegenaan gaan. Maar muziekbands
zijn niet gemaakt om eeuwig te bestaan, dus wat de toekomst brengt voor Rival
Sons is zowel voor Jay als de buitenwereld nog een mysterie. Voor hemzelf is een uitgemaakte zaak
dat hij tot het einde van zijn dagen bezig zal zijn met muziek spelen en
componeren.
Van partybeest tot huismus
Tijdens vrije dagen of vakanties houdt Jay zich onledig met
fietsen, lezen, koken, met het gezin naar het strand trekken, gaan wandelen met
de honden. Hij spreek over zichzelf als een ‘extremely boring person’. Met
Rival Sons is het elke dag party time, dus eenmaal thuis wordt Jay een
burgermannetje. Hij gaat niet uit eten, hij gaat wel naar de bibliotheek om
boeken te halen, speelt spelletjes met zijn kinderen. Soms denkt hij eraan om
de natuur in te trekken en te leven als een kluizenaar zonder televisie,
telefoon, internet, computer, radio… . Als je onderweg bent dan wordt er veel
gedirigeerd en je hebt niet altijd vat of controle op wat er gebeurt. Je wordt
gebeld, je moet je e-mails checken, afspraken nakomen en soms kan dat wel eens
teveel worden.
Honger naar meer
Zijn grootste betrachting blijft om kunst te
brengen voor een publiek, een forum te hebben voor zijn creaties, dat maakt hem
gelukkig. Spelen voor uitverkochte zalen en festivals is uitermate spannend en
bevredigend, maar niet het belangrijkste. Jay is in de eerste plaats een
performer en het aantal toeschouwers is dan ondergeschikt. De honger blijft om
de beste muziek te maken waartoe hij in staat is en ook al zijn er maar een
tiental of een paar honderd toeschouwers waarmee hij zijn nieuwe songs kan
delen, als hij maar bezit mag nemen van het podium en zijn ding doen, dat is
het enige wat telt.
De kracht van het individu
Jay houdt de vinger aan de pols wat betreft
nieuwe tendensen in de muziekwereld en aanstormend talent. Zo heeft hij een
boon voor Little Dragon, Phantom Limb uit Bristol en uit Los Angeles Jameson
& Company en The Green Horns. Er wordt beweerd dat er geen leuke, goede
muziek meer wordt gemaakt, maar volgens Jay is het muzikale landschap nooit zo
avontuurlijk en divers geweest als nu. De grote platenmaatschappijen hebben
afgedaan. De kracht ligt vandaag bij het individu. Iedereen kan muzikant
worden, nummers schrijven en opnemen. De drempel is veel lager onder meer
dankzij het internet. Het aanbod is enorm en het is aan de muziekliefhebber om
zijn keuzes te maken.
Delen en samen genieten
Sinds zijn teenager dagen koopt Jay platen.
Toch heeft hij geen enorme collectie. Van nature uit is hij een minimalist. Hij
heeft weinig bezittingen en heeft daar ook geen nood aan, wat de andere
gezinsleden soms tot wanhoop drijft, want die willen wel eens nieuwe dingen in
huis halen. Zijn verzameling is dus bescheiden en vult niet meer dan twee dozen.
Als het er naar zijn normen teveel worden dan geeft hij die cadeau aan vrienden
en kennissen. Zo ontstaat er een vorm van interactie. Soms komen ze bij hem
thuis naar muziek luisteren of hij gaat bij hen langs. Jay gelooft in delen en
samen genieten. Hij bezit bijvoorbeeld geen paard of hij zou nooit een boot
kopen. Maar hij heeft vrienden met paarden en/of boten, dus als hij zin heeft
om paard te rijden of te gaan varen dan weet hij waar naar toe. Jay heeft twee
excentrieke trekjes. Een eerste zijn kleren en schoenen. Daar geeft hij dan wel
wat meer geld aan uit, want hij wil zich comfortabel voelen en goed voor de dag
komen. Het succes van Rival Sons brengt vele voordelen met zich mee. Zo werkt
Jay nu samen met een aantal designers die een eigen kledinglijn voor hem maken.
Het tweede is zijn verzameling oude grammofoons, fonografen en 78 toeren
platen. Het was onder meer Edison die in het begin gebruik maakte van cilinders
en nog voor de eerste blues opnames en klassieke muziek is het religieuze
muziek, kerkgezangen en hymnen die in de groeven werden gegrift. Jay vindt dit
allemaal zeer boeiend. Daarnaast koopt hij boeken. Naar eigen zeggen in
overmaat, doch daar heeft hij ook iets op gevonden. Om plaats te besparen
schenkt hij de boeken die gelezen zijn aan tweedehands winkels, tenzij het een
werk is dat hij absoluut wil houden.
Flexibiliteit en improvisatie
Sommige bands hebben de meest exuberante
dingen op hun contract rider staan, maar bij Rival Sons valt het nog mee. Naast
de gebruikelijke zaken die je mag verwachten bij een doorsnee rock-‘n-roll act
– flessen wodka, wijn en een paar bakken bier, ze zijn gek op Belgisch bier,
vooral dan Hoegaarden Grand Cru – gaat de aandacht naar voeding. Alle vier zijn
ze vegetariër en dat vraagt een aangepast lijstje met veel groenten en ander
gezond eten. Ieder van hen heeft zo zijn eigen manier om zich voor te bereiden
op een concert. Jay is een spiritueel persoon. Meer wil hij daarover niet
kwijt. Als groep proberen ze zich voor aanvang van een optreden vooral te
ontspannen. Ze slaan een praatje, drinken een glas. Een echte speellijst is er
niet. Men houdt vast aan een leidraad, doch die is hoe dan ook voor
interpretatie vatbaar. Er wordt geïmproviseerd en het hangt af van het moment
zelf of de omstandigheden welk nummer ze gaan spelen. Daarin zijn ze heel
flexibel.
Toch maar seks
Als je Jay voor de keuze stelt: een lekkere
vrijpartij of een fantastisch concert spelen dan zit hij met een dilemma. Beide
zijn bevredigend. Het één is niet beter dan het andere. Het gevoel van
genoegdoening komt en gaat. Na een paar dagen is het slechts een herinnering en
aangezien hij ervan overtuigt is dat Rival Sons alleen maar schitterende
concerten speelt kiest Jay toch maar voor de seks. Dat brengt ons bij de term
‘groupies’. Volgens Jay is de bijbetekenis van een vlugge wip uit de tijd. Hij
gebruikt liever de omschrijving fans, want de adoratie is er, maar is daarom
niet altijd seksueel gerelateerd. Het hedonisme, de bandeloze, decadente
levensstijl tijdens de vorige eeuw was een manier om zich (nog meer) te laten
opmerken. Voor Rival Sons komt de muziek op de eerste plaats. Daarop focussen
ze zich. Alle leuke neveneffecten zijn mooi meegenomen. Al die excessen hebben
trouwens veel bands de das omgedaan. Niet alleen relationeel. Als er vrouwen in
het spel waren leed ook hun muziek eronder. Niets is zo erg als ‘shitty music’.
Alleen de hele groten konden dergelijke spanningen binnen de groep overleven.
Maar om alle misverstanden de wereld uit te helpen: bij Rival Sons houden ze van
plezier maken, op alle gebied.