zaterdag 26 mei 2018

BRNS

BRNS
Sugar High
Yotanka/PIAS

Deze release dateert eigenlijk al van begin oktober van vorig jaar, maar kregen we pas onlangs toegestuurd. BRNS (spreek uit als ‘brains’) is een Brusselse formatie die in 2012 debuteerde met het album ‘Wounded’. In 2014 kwam dan ‘Patine’ uit en nu zijn ze met ‘Sugar High’ toe aan nummer drie. In het alternatieve en indie rock circuit is het ook in België geen sinecure om opgemerkt te worden. BRNS doet er hier alles aan om dat wel te doen. De tien nummers op ‘Sugar High’ zijn wat meer uptempo en speelser dan van BRNS gewend zijn. Leuk en voor een opgewekt sfeertje zorgen de wisselende, meerstemmige zangpartijen en inbreng van de luchtige en fantasierijke synthesizers. Men probeert ook nieuwe dingen uit. Het pop gehalte is hoog en toch zijn de songs tamelijk complex en hebben bijna allemaal wat weerhaken. Het is een album met een breed gamma aan impressies. Het meest ontvankelijk is het niet toevallig als eerste single uitgebrachte ‘Pious Platitudes’. Tweede single ‘Encouter’ is dat al iets minder. Andere nummers die in de smaak vielen zijn ‘Damn Right’, ‘Forest’ en het nogal onheilspellende ‘So Close’. Het voor de rest fijnzinnige ‘Ishtar’ mist een passend einde. De titel van de langspeler verwijst naar het gevoel dat je krijgt wanneer je een overdosis aan suiker hebt verorberd. ‘Sugar High’ bracht onze suikerspiegel terug op peil, maar van het euforische gevoel bleven we verstoken.

Splashgirl

Splashgirl
Sixth Sense
Hubro

De eerste groep die een plaat uitbracht bij het in 2009 opgerichte Hubro, een sublabel van het Grappa Musikkforlag, was Splashgirl. De eer viel te beurt aan hun tweede album ‘Arbor’. Van dan af kwamen ze met de regelmaat van een klok - ongeveer om de twee jaar - terug met een nieuwe release. Hun zesde langspeler ‘Sixth Sense’ liet iets langer op zich wachten. Vanaf het album ‘Pressure’ (2011) werken ze op verschillende niveaus samen met Randall Dunn, misschien wel één van de bekendste en gerenommeerde studiotechnici en producers. De meest bekende acts met wie hij samenwerkte zijn Boris, Kinski, Sunn O))) en Earth. Splashgirl speelt een hedendaagse, vrije vorm van jazz, ook wel post-jazz genoemd. Het trio breekt op deze ‘Sixth Sense’ resoluut met de bestaande, conventionele normen. De composities zijn opgebouwd uit vele lagen. Er gaat een nooit eerder ervaren soort van densiteit en dynamiek uit. Tussen de instrumenten ontstaan telkens nieuwe vormen van interactie waarbij men ook gebruik maakt van elektronische manipulaties. Het drietal verwerkt in zijn instrumentale songs invloeden van krautrock, musique concrète, fusion, postrock, filmmuziek en leftfield. Een breed spectrum van stijlen die je een panoramisch uitzicht bieden. De zeven tracks staan elk apart, maar kun je ook zien als één geheel. Het geeft je als luisteraar een waaier aan mogelijkheden om deze plaat op eigen wijze te ervaren en te interpreteren. Lichtjes sensationeel is de prikkeling die door je lijf gaat bij het luisteren naar ‘Carrier’, de monumentale titelsong, ‘Half Self’ en ‘Taal Caldera'.

Mick Sussman

Mick Sussman
The Rosenberg Algorithmic Music Generator: Selected Works, Vol. 1
The Sublunar Society 

De Amerikaanse avant-garde kunstenaar Mick Sussman is een bolleboos. Deze whizzkid ontwierp  de Rosenberg - de naam is een eerbetoon aan zijn overgrootvader Max Rosenberg - software apparatuur dat met een eenvoudige druk op de knop zelf muziek begint te creëren op basis van een reeks willekeurige processen. Wie de volledige uitleg en alle details wil weten van hoe het allemaal werkt: het staat allemaal beschreven in het cd boekje. De algoritmes, de polyritmiek, het microtonale en repetitieve, het maakt allemaal deel uit van de creatieve ontwikkeling. Een ander belangrijk element is het al dan niet aanwenden van meerdere tempi in één en dezelfde track. Als je ergens op zoek moet gaan naar genres dan kom je in het beste geval uit bij glitch en electro. Hoe dan ook ontstaat er een nieuw soort muziek, volledig kunstmatig. Toch legt Sussman er de nadruk op dat het zijn muziek is die de Rosenberg genereert. Mick kan ten allen tijde de instellingen veranderen en behoudt zo de controle over het verloop en de werking. De muziek is heel ongewoon en ook na een tiental keer naar de 19 fragmenten te hebben geluisterd valt er voor mij geen touw aan vast te knopen. Het is heel moeilijk om ergens een melodie te ontdekken. Waarschijnlijk was het ook nooit de bedoeling om dit compositorisch erin te verwerken. ‘The Rosenberg Algorithmic Music Generator: Selected Works, Vol. 1’ is naar mijn bescheiden mening alleen interessant voor ingewijden en kenners van computergestuurde muziek. 

Yair Etziony

Yair Etziony
Albion Remixes
False Industries

In zijn thuisland Israel is producer, componist, muzikant en labelbaas Yair Etziony in het circuit van de elektronische muziek een icoon. Al jaren is hij de drijvende kracht en probeert telkens de grenzen te verleggen. Zo was hij de eerste die in Israel live op het podium een laptop introduceerde. In het verleden was hij techno DJ en speelde er in verschillende bands. Sinds 2010 runt hij zijn eigen label False Industries. Zijn meeste recente cd ‘Albion’, uitgebracht in 2015 telt acht tracks. Vier er van werden nu onder handen genomen door artiesten als Alex Empire, Daniela Orvin, King Britt en Tim Martin. De remixes zijn zeer uiteenlopend van aard. Ze dragen de duidelijke stempel van de act in kwestie en dat zonder afbreuk te doen aan het origineel. King Britt dient zich aan onder het pseudoniem Fhloston Paradigm. Zijn remix krijgt een sciencefiction tintje en is een mengeling van elektronische muziek uit de Berlijnse school met Detroit techno. De meest bekende van het viertal zal wel Alec Empire zijn. Hij turnt het sinistere ‘Imperium Romanum’ om tot een energieke track met afwisselend dub step en drum-'n-bass elementen. Ook Tim Martin gaat hier schuil achter een alias: Maps And Diagrams. Zijn bewerking van ‘Nightwatcher’ - new age met ambient - verwijst naar de chill out kamers van de jaren negentig. Daniela Orvin sluit de rij  en gaat weelderig om met strijkers en synthesizers om het gelukzalige gevoel dat afstraalt van ‘Avalon’ extra te beklemtonen. Een mooie bekroning van deze ep waarbij respectvol wordt omgegaan met het werk van Yair Etziony.   

Yūgen

Yūgen
Yūgen
Jazzland Recordings/PIAS

Een debuut dat enige aandacht verdient is deze ‘Yūgen’ van het gelijknamige duo bestaande uit Marthe Lea (saxofoon, zang en gitaar) en Håkon Aase (viool, percussie, kantele, harmonium). Als gastmuzikant is ook bassist Mats Eilertsen van de partij. Lea en Aase putten uit een ruim arsenaal van het muzikale lexicon. Traditionele volksmuziek uit verschillende windstreken wordt vermengd met minimale muziek, drones, contrapunten, harmonie, modern klassiek, experimentele muziek, jazz, microtonale muziek. Toch blijft men ook trouw aan de Noorse eigenheid en muzikale roots. Het geheel is zeer melodieus en diepgaand. De sfeer is zeer specifiek. Zwaarmoedig en toch afgelijnd. De arrangementen zijn sober, soms wat grillig, maar altijd gevat. De muziek is niet altijd even toegankelijk, doch getuigt wel van een diep gewortelde, melancholische schoonheid. Vooral het schitterende ‘Rabaso’ maakt een verpletterende indruk. Bijzonder is ook de duistere en onheilspellende ambiance van ‘Unis’. De songs zijn meestal beknopt, behalve de dertien minuten durende traditional ‘Refugee Prayer’. ‘Yūgen’ is een album dat uitnodigt tot meditatie en zelfreflectie. Ondanks de korte speelduur (32 minuten) blijft de muziek nog lang nazinderen. 

Serph

Serph
Aerialist
Noble

Naast Serph is de in Tokio residerende muzikant Takma ook actief als Reliq en vormt hij samen met zangeres Nozomi het duo N-qia. Een bezige jongen dus die ook nog tijd vindt om soundtracks te maken, onder meer voor de Konica Minolta Planetarium show (‘Iruka No Hoshi (Planet Of Dolphins)’ (2016). Deze ‘Aerialist’, zijn zesde plaat onder het pseudoniem Serph, is uitgegroeid tot een soort van muzikale roadmovie. Takma is van vele markten thuis en na zijn soulvolle jazz en hiphop uitstap met ‘Hyperion Suites’ in 2015 kiest hij nu voor electro, jungle en drum-’n-bass als reisgezellen. Doorheen de flitsende en snelle beats weerklinken invloeden uit Japanse volksmuziek en hedendaagse Japanse pop. Het geeft het geheel iets nostalgisch en tegelijk euforisch. Akoestische elementen zijn er ook met de introductie van enkele prachtige piano melodieën. ‘Aerialist’ is een opgewekte en montere plaat waarin Serph zijn fascinatie uitdrukt voor het leven op zich. Over het algemeen bekoorlijk en aangenaam om naar te luisteren. Toch blijf je achter met een dubbel gevoel. Zo is de speelduur naar mijn mening te lang. Na een 70 minuten durende stroom van positiviteit en vibraties heb je het wel gehad en verlang je terug naar de (harde) werkelijkheid en een nuchtere kijk op het leven. Ook qua variatie blijf je toch min of meer op je honger zitten en dat is eigenlijk wel jammer. Serph is nochtans een slimme schelm, maar een beetje teveel muzikale acrobaat. Wat dan weer een negatief effect heeft op de muziek in zijn totaliteit.

SkyDive Trio

SkyDive Trio
Sun Sparkle
Hubro

De drie muzikanten van het SkyDive Trio hebben er al een lange carrière opzitten. Ze speelden en spelen nog altijd in allerlei ensembles en groepen, soms in de rol van bandleider, soms als groepslid. Deze hier allemaal opnoemen zou ons te ver leiden. Na het in 2015 verschenen ‘Sun Moee’ is dit hun tweede langspeler als het SkyDive Trio. Bassist Mats Eilertsen en drummer Olavi Louhivuori componeerden respectievelijk vier en vijf nummers. Alleen gitarist Thomas Dahl beperkte zich met de titelsong tot één compositie. Dahl neemt wel de meeste solopartijen voor zijn rekening. Drums en bas bepalen het ritme dat door zijn velerlei schakeringen voor een veelkleurig palet aan stemmingen zorgt. Het drietal kan zowel stevig rockend uit de hoek komen als met meer op jazz geënte songs of hun meer fijnbesnaarde kant laten zien met bijna ambient of aan minimale muziek gelieerde nummers. Groot is bijvoorbeeld het verschil in ambiance tussen het beeldschone ‘Spruce’, de heavy klanken van ‘Ascending’ en het country getinte ‘Wish I Was Who? (Camera Off)’.  Andere vermeldenswaardige songs zijn het wervelende ‘Descending’, opener ‘Launching’, het door drumpatronen gestuurde ‘Convoy’ en het ingetogen ‘Engine Rest’. Het trio ontpopt zich hier als allround muzikanten die met brio een breed muzikaal spectrum kunnen vertolken.

Svein Finnerud Trio

Svein Finnerud Trio
Plastic Sun
Odin/PIAS

Noors jazz trio dat vooral in eigen land bekend en berucht werd tijdens de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw om zijn pionierswerk in het veld van free jazz, avant-garde en experimentele jazz. Ze lieten zich ondermeer inspireren door Keith Jarrett, Ornette Coleman, het Paul Bley Trio en Charles Lloyd Quartet. ‘Plastic Sun’ was destijds hun tweede elpee. Een eerste cd versie kwam er in 1998 op het Odin label. Twintig later doen ze dit nog eens over met eveneens een vinyluitgave. Naast eigen composities brengen ze ook twee nummers geschreven door Annette Peacock (‘Cartoon’ en ‘Touching’). Die was toentertijd de echtgenote van Paul Bley. ‘Dee Dee’ is een song van de hand van Coleman. Dat het drietal speels, spontaan en innovatief te werk ging blijkt uit het feit dat ze slechts één dag nodig hadden om ‘Plastic Sun op te nemen. Het contrast tussen de tracks onderling is groot en laat horen dat ze veel meer zijn dan een traditioneel opgevat piano trio. De communicatie en interactie tussen de muzikanten verloopt vlotjes en moeiteloos laveren ze tussen de verschillende stijlen door. De ene keer is het de piano die domineert, dan weer de drums of bas. De techniek van vrije improvisatie draagt ver en soms krijg je de indruk dat men eindeloos zou kunnen doorgaan. Representatief zijn het funky ‘Alnafet Street’, het complexe en experimentele ‘Cartoon’, de stemcapriolen in ‘Touching’, de solo aspecten in ’Dee Dee’ en de fris klinkende titelsong. Zowel pianist Svein Finnerud als bassist/zanger Bjørnar Andresen zijn reeds lang overleden. Respectievelijk in 2000 en 2004. Drummer Espen Rud is nog altijd actief en brengt platen uit, zowel solo als in groepsverband.  

Jemh Circs

Jemh Circs
(untitled) Kingdom
Cellule 75

Naast Black To Comm is de Duitse geluidskunstenaar Marc Richter ook actief als Jemh Circs. Bij die eerste maakt hij gebruik van analoge tapes en klanken gelicht van vinylplaten. Met Jemh Circs boort hij digitale bronnen aan. Hij samplet onder meer moderne popmuziek met van het You Tube geleende clipjes en van nog andere, soms obscure ‘gevonden muziekdragers’ die hij dan bewerkt, verandert, modelleert en transformeert. Een eerste elpee als Jemh Circs verscheen in september 2016. Dezelfde werkmethode is op deze ‘(untitled) Kingdom’ van toepassing. Richter kiest voor een esoterische vormgeving die naast het hypermoderne ook het primitieve en het occulte belichaamd. Hij gaat uit van de kracht van al die verschillende elementen. Op het eerste gehoor klinkt deze 24 tracks tellende verzameling van heel verscheiden geluidsfragmenten erg chaotisch. Doch wie zich de moeite getroost om meermaals te luisteren ontdekt inderdaad een structureel concept bestaande heel wat nieuwe facetten met verschillen in ritme en melodie. Je hebt de glitch invloeden in ‘Peak Oil’, ‘Auto-Da-Fé’ en ‘L.V’, de georkestreerde kakofonie van ‘Pg/Yy/A’, de scherpe gitaren in ‘(H)’ of het surrealistische klankenpalet in ‘Milch’, het Oosters gekruide ‘Persian Knives’ en de zangstemmetjes in ’20/20’ en de titelsong. ‘(untitled) Kingdom’ is wederom een bijzondere luisterervaring. Misschien wordt dit wel de muziek van de toekomst. 

Lunatic Soul

Lunatic Soul
Under The Fragmented Sky
Kcope Records

Naast Riverside is zanger en multi-instrumentalist Mariusz Duda sinds 2008 actief onder het pseudoniem Lunatic Soul. Hij is met deze ‘Under The Fragmented Sky’ reeds toe aan zijn zesde studioalbum. De songs liggen in het verlengde van zijn vorige langspeler ‘Fractured’ (2017). De opnames vonden plaats tijdens de sessies voor ‘Fractured’ in de Serakos studios. Hun finale stadium bereikten ze in februari dit jaar. Eerst was het de bedoeling om van het epische ‘A Thousand Shards Of Heaven’ - terug te vinden op ‘Fractured’ en waarvan de titel voor het huidige album is afgeleid - een maxi single uit te brengen aangevuld met een paar extra nummers. Het draaide echter anders uit en algauw had Duda meer dan een half uur muziek, voldoende om de songs een eigen forum te geven en artistiek op zichzelf tot hun recht te laten komen. De composities hebben een geheel eigen identiteit. Voor de uitwerking maakte hij gebruik van subtiele elektronische geluiden, gepaard met etherische vocale experimenten. Mariusz zoekt zo met ‘Under The Fragmented Sky’ toenadering tot zijn eerste Lunatic Soul platen. Het samengaan van allerhande keyboards en de variaties in het gebruik van de stem als volwaardig instrument geeft deze ‘Under The Fragmented Sky’ een sprookjesachtig karakter, maar ook een passende, futuristische kijk met een soms donker randje zoals in ‘Trials’, ‘Shadows’ en het repetitieve ‘The Art Of Repairing’. Heel mooi en prachtig gezongen zijn het met uitsluitend akoestische gitaar begeleide ‘Sorrow’ met aansluitend de heerlijke titelsong. Het instrumentale ‘Rinsing The Night’ heeft een licht Oosterse toets. Ook de afsluiter ‘Untamed’ is een pareltje met als gastmuzikant drummer Wawrzyniec Dramowicz (aka Vaaver). 

Gazpacho

Gazpacho
Soyuz
Kscope

Een album met een bijna goddelijke dimensie, zo omschreven we zelf ‘Molok’ de vorige langspeler van dit Noorse art rock sextet. Of het hun beste werk tot nu toe was hangt af van je persoonlijke smaak, want ook ‘Night’ en ‘March Of Ghosts’ worden dikwijls als hun nummer één naar voor geschoven. Hoe dan ook wie dacht dat ze hun toppunt hadden bereikt zal verbaasd opkijken, want ook ‘Soyuz’ blijkt een weergaloze langspeler te zijn. De formule en het stramien zijn nochtans hetzelfde gebleven. Net als zijn voorgangers is ‘Soyuz’ een conceptplaat, bestaande uit onderling met elkaar verbonden verhalen over de eerste Russische ruimtetuigen, de verongelukte kosmonaut Vladimir Komarov en het Seahenge monument als archetype van iets dat altijd en voor eeuwig zal blijven bestaan. De arrangementen zijn nog altijd groots en prachtig, de melodieën diepgaand, gevoelvol, doch in sommige tracks ook onheilspellend en pakkend. Meesterlijk van opzet en intensiteit is hun opus ‘Soyuz Out’, maar ook ‘Soyuz One’, ‘Hypomania’ en ‘Emperor Bespoke’ zijn schitterende songs. ‘Soyuz’ is een zorgvuldige en ontzagwekkende reflectie op de menselijke conditie, gevangen in een omlijsting van majesteitelijk georkestreerde, hedendaagse progressieve rock. ‘Soyuz’ is een meer dan een album. Het is een uitval naar de sterren en de hemel. 

Slagr

Slagr
Dirr
Hubro

Een traditioneel instrument dat populair blijft in Noorwegen is de Hardanger viool. Heel wat artiesten maken er gebruik van in heel uiteenlopende muziekgenres en stijlen. Ook bij het trio Slagr maakt de Hardanger vedel deel uit van het instrumentarium naast een set afgestemde glazen, een cello en vibrafoon. Hun muziek is een samensmelting van melancholische volksmuziek en jazz met hedendaagse drones en ambient klanken. Muziek ook met een sterke minimalistische aard. De nadruk ligt op helderheid, weemoedigheid en men bezingt de uitgestrektheid en ongetemde natuurpracht van het moederland. De productie is - net als op hun twee vorige albums - in handen van Andreas Mjøs (Jaga Jazzist). Hij zorgt ervoor dat de combinatie van melodieën en instrumenten de deur naar de magische wereld van Slagr wagenwijd openzet. Het drietal is ook niet bang om wat te gaan experimenteren zoals blijkt uit opener ‘Aur’ en het ermee samenhangende ‘Øyr’ waarmee de plaat afsluit. Beide zorgen voor een moderne avant-garde toets. De overige composities steken elkaar naar de kroon in het scheppen van delicate klanktapijten met soms toch een licht dreigende ondertoon, alsof het weer plots gaat omslaan. Een fenomeen waar men in die contreien van bij de geboorte leert me omgaan. Het beklemtoont ook de cinematografische mogelijkheden die men op ‘Dirr’ tentoonspreid. Deze langspeler van Slagr is er eentje om te koesteren en de ideale soundtrack om de dagelijkse ratrace even te ontvluchten. 

Sandro Mussida

Sandro Mussida
Ventuno Costellazioni Invisibili
Metrica

‘Ventuno Costellazioni Invisibili’ oftewel 21 onzichtbare constellaties is de titel van nieuwe album van de Italiaanse cellist, componist en dirigent Sandro Mussida. Hij legt zich toe op het componeren van muziek die de identiteit van de muzikale talen en tradities in vraag stelt en werkt in het bijzonder rond de interactie tussen klassiek, akoestisch, elektrisch en elektronische muziek en schrijft stukken voor zowel orkest, kamer- of solo instrumenten. Als setting voor ‘Ventuno Costellazioni Invisibili’ en om de ruimtelijke ervaring te optimaliseren koos Mussida voor een zes sterren patroon waarbij het publiek in het midden zit en de uitvoerders op de punten met hun blik naar het centrum gericht. De opnames vonden plaats in de Officine Meccaniche Recording Studios in Milaan op 8 maart 2016. De compositie bestaat uit twee van elkaar verschillende realisaties. Ze worden gekenmerkt door hun definitie van tijd, diepte en ruimte. Geaccentueerd door verschillen in toonhoogte, snelheid en de rotatie van driehoekige figuren. De keuze van het instrumentarium is hierbij de bepalende factor. Het is muziek die tegelijk complex, mooi en elegant is, zonder daarbij het experimentele en minimalistische karakter uit het oog te verliezen. Naast de vinyl versie is er ook een ‘surround sound’ Blue-ray release. Volgens Sandro moet dit de luisterervaring nog beter maken en de luisteraar nog nader brengen tot de werkelijke essentie en dimensie die van de muziek uitgaat. Iets wat volgens hem niet lukt met een gewone stereo opname. Mussida is alvast nieuwsgierig en wacht met spanning op reacties. 

Tilbury

Tilbury
Execution
Radio Bongo

Zet u schrap voor een uniek project. ‘Les Adventures de President Bongo’ wordt een werk van lange adem en zal maar liefst zeven jaar in beslag nemen en gespreid worden over 24 elpees. De man achter dit alles is Stephan Stephensen, alias President Bongo. Maakte ooit deel uit van het legendarische electro collectief Gusgus. De laatste twee decennia ging hij op ontdekkingstocht op zoek naar geestverwanten en muzikanten die hij zou kunnen inspireren tot grootse daden. De aanleiding voor zijn excursies waren de verhalen van reporter Kuifje. Een stripfiguur die wereldberoemd werd. In de ogen van Stephan is hij de meest bekende journalist en avonturier van de twintigste eeuw. Voor deze eerste episode deed Stephensen beroep op de indie band Tilbury. Twee tracks van hen - ‘Drama’ uit de langspeler ‘Exorcise’ (2012) en ‘Transmission’, gelicht van het jaar daarop verschenen 'Northern Comfort’ - worden hier helemaal omgeturnd tot een delicate luisterervaring. Aangestuurd door President Bongo die de functies op zich neemt van producer en richtinggevend artistiek directeur. Die brengt de door hem gekozen muzikanten zo ver dat ze bereid zijn hun muzikale horizon te verruimen en hun grenzen af te tasten. Kerngedachte bij deze uitstap is de groove. Een term met vele betekenissen. Hier wordt de link gelegd tussen de groeiringen van een boom, een plaat afspelen, de routine van het dagelijkse leven en het ritme van een drummer. Als luisteraar is het aan te raden dat je met open geest en de zintuigen op scherp een luistersessie van ‘Execution’ aanvat. Tilbury verlaat hier zijn terrein van folk en alternatieve rock en waagt zich aan een experimenteel deels door electro ondersteund avontuur. Zo krijg je zowel dromerige passages als jazzy, funk en rock fragmenten. Wie honger heeft naar meer kan nu al uitkijken naar aflevering twee van ‘Les Adventures de President Bongo’. Die zou verschijnen op 11 mei met als act Shed Your Skin het alter ego van componist/zanger Högni Egilsson. 

Dobbeltgjenger

Dobbeltgjenger
Limbohead
Karisma Records

Zelf omschrijft dit uit Bergen, Noorwegen afkomstige gezelschap hun muziek als futuristische retro rock. Het viertal laat zich onder meer inspireren door zowel Queens Of The Stone Age, Eagles Of Death Metal en ZZ Top als Talking Heads, Led Zeppelin of Jeff Buckley. Dobbeltgjenger speelt vinnige rock waarbij verschillende stijlen worden dooreen gehaspeld. Hun songs hebben meerdere lagen en soms zijn het composities die niet meteen goed in het gehoor liggen. Dat is het geval met opener ‘Tin Foil Hat’, ‘Calling Tokyo’ en ‘Swing’. Het kwartet is eigenzinnig, hoekig en tegelijk royaal en scheutig met een diversiteit aan ritmes. Na amper een dik half uur is het uit met de pret. Het had misschien wat meer mogen zijn. Van een andere kant bekeken is deze dosis allicht net voldoende om te kunnen blijven genieten. Meer vergroot de kans op een indigestie, want elk van de negen nummers heeft een eigen klankpalet en brengt een andere stijlvariant. Bijvoorbeeld met ‘In Limbo’ lonken ze naar Red Hot Chili Peppers, ‘Keep ‘Em Coming’ is een stevige brok funkrock, ‘Like Monroe’ refereert naar QOTSA en ‘Mangrove’ is soulvol gezongen en een tikje psychedelisch. Dus ook al is de tijdsduur beperkt, er valt heel wat te beleven op dit tweede schijfje van Dobbeltgjenger.  

Mon Réal

Mon Réal
Mon Réal
Eigen Beheer

Gentenaars die het Franse chanson adoreren en uitdragen, ze bestaan. Het duo Frank De Vos en Roeland Vandemoortele drukt zich uit in de taal van de liefde en bracht met ‘Salmigondis’ in 2014 een eerste album uit. De opvolger is een EP geworden met zes nummers. Het tweetal wordt sterk beïnvloed door artiesten als Françoise Hardy, George Brassens, Jacques Brel, Daniel Darc en Serge Gainsbourg. Qua zangstijl leunen ze aan bij die twee laatste en komen ook wel in de buurt van Daan. Voor de teksten kregen ze hulp van Jacques Duvall (die van ‘Banana Split’ van Lio). Verder verlenen ook Neeka (‘Mots D’Amour’) en Marie Warnant (‘Comment Te Dire Adieu’) hun medewerking. Mon Réal brengt luchtige en frisse electro pop. Je moet een beetje fan zijn van de hijgerige en fluisterende stem van Frank De Vos en van het hedendaagse Franse chanson, waarin een nostalgische toets voor Franse filmmuziek zit verweven. Sommige van de liedjes zijn echt wel puik waarbij onze voorkeur uitgaat naar het verleidelijke ‘Elle Et Moi’, het hippe Ta Peau’ en het pakkende ‘Tu N’As Encore Rien Vu’. Wat minder te pruimen zijn de cover van ‘Comment Te Dire Adieu’ van Françoise Hardy, ‘Amour Violence’ en ‘Mots D’Amour’. 

zondag 13 mei 2018

A Perfect Circle

A Perfect Circle
Eat The Elephant
BMG

Na hun Europese tournee voor ‘eMOTIVe’ (2004) zette A Perfect Circle zichzelf op non-actief. Vanaf 2010 begon men wel terug met het spelen van concerten en uitbrengen van liveplaten, maar van een nieuw studio album was er geen sprake. Tot 2017 gitarist Billy Howerdel het bericht de wereld instuurde dat A Perfect Circle bezig was met te werken aan ‘Eat The Elephant’. A Perfect Circle is altijd al een tikje speciaal geweest en op deze nieuwe langspeler gaan ze nog meer experimenteren en andere muzikale paden opzoeken. Sterkste troef blijft nog altijd de stem van zanger Maynard James Keenan. Naast Keenan en Howerdel bestaat de huidige bezetting uit James Iha (gitaar), drummer Jeff Friedl en Matt McJunkins op basgitaar. De songs zijn overwegend traag, zweverig en dromerig. Men neigt ook meer naar elektronische muziek en de soms vergezochte probeersels met instrumenten en vreemde capriolen met de stem van Keenan in ‘Hourglass’ en ‘Get The Lead Out’ zijn voor discussie vatbaar. De band is hier duidelijk op de dool. Soms verliest men zich ook in theatrale tierlantijnen. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. A Perfect Circle verrast ons ook met een paar heel fraaie songs zoals ‘Disillusioned’, ‘The Contrarian’, de titelsong,  ‘By And Down The River’ en de meest felle track ‘So Long, And Thanks For All The Fish’. Toch denk ik dat niet iedereen klaar is voor deze ‘Eat The Elephant’ en de verregaande experimenteerdrift van Howerdel en co. De tijd zal het uitwijzen. 

Dapunksportif

Dapunksportif
Soundz Of Squeeze’o’Phrenia
Rastilho

Portugees duo dat zijn eerste plaat (‘Ready! Set! Go!’) uitbracht in 2006. Paulo Franco (zang, gitaar) en João Guincho gitaar, zang) brengen een pittige mix van stonerrock, rock-’n-roll en hardrock. Qua stijl zitten ze duidelijk in het vaarwater van Queens Of The Stone Age, doch voegen er een aantal psychedelische elementen aan toe. Voor de opnames van deze ‘Soundz Of Squeeze’o’Phrenia’ kregen ze hulp van drummer Fred Ferreira en geluidstechnicus Ricardo Riquier. Het plaatje raast en dendert voorbij als een op hol geslagen locomotief. Alleen in het meer zelf beschouwende ‘Ghost Town’ gaat het er wat rustiger aan toe. ‘Soundz Of Squeeze’o’Phrenia’ is één van die albums waarbij alle stukjes van de puzzel netjes op hun plaats vallen en de wonderbaarlijke chemie zijn werk doet. Dapunksportif heeft hier alleen oog voor de essentie en levert een aantal puike songs af waarbij scherpe gitaren, verpletterend drumwerk en fraaie duozang de dienst uitmaken. Laat u van de sokken blazen of in trance brengen door snelle en heftige nummers als ‘Nasty High Tech Slavery’, ‘Holidays’, ‘Rollercoaster’, Trouble’, ‘Neurological Mess’, ‘Reality Bites’ en hun magische mantra ‘Start Again’.

Beth Hart

Beth Hart
Front And Center
Provogue

De carrière van Beth Hart startte begin de jaren negentig. Ze is een zangeres die gaandeweg zowel in Amerika als Europa de successen aan elkaar reeg. Vandaag staat ze bekend als rock en blues vocaliste met een stem die meermaals wordt vergeleken met grootheden als Etta James en Janis Joplin. Naast solo artieste was ze de sidekick van andere, bekende muzikanten en trad aan met onder meer Jeff Beck, Slash en Joe Bonamassa. De meest recente plaat met die laatste is ‘Black Coffee’ (2016). Live gaat ze de uitdagingen niet uit de weg en dat leidt soms tot broeierige en gedurfde optredens die fysiek veeleisend zijn. Dertien jaar was het geleden dat ze nog eens live album heeft uitgebracht. De setting is de Iridium Jazz Club in New York City. Een plek die uitnodigt om in dialoog te gaan met het publiek. Naast liedjes van haar laatste studioplaat ‘Fire On The Floor’ van 2016 grasduint Beth Hart door haar rijkgevulde songcatalogus. Ze wisselt gevoelige nummers (‘St. Teresa’, ‘Leave The Light On’, ‘As Long As I Have A Song’, ‘No Place Like Home’) af met blues en soul getinte tracks (‘Love Gangster’, ‘Broken And Ugly’, ‘Isolation’, ‘Tell Her You Belong To Me’), ruige rock tunes (‘Delicious Surprise’, ’Fat Man’, ‘Can’t Let Go’, ‘For My Friends’) en meer gemoedelijke en op popmuziek afgestemde liedjes (‘Let’s Get Together’, ‘Jazz Man’). ‘Front And Center’ komt uit als DVD/CD met als bonus eerder nooit uitgegeven materiaal en een exclusief interview met Beth Hart.

Cochise

Cochise
Swans And Lions
Metal Mind Productions

Cochise is een grunge en heavy metal band uit Polen. Begonnen in 2004 hebben ze inmiddels vier albums uit. ‘Swans And Lions’ is de opvolger voor ‘The Sun Also Rises For Unicorns’ van 2015. Cochise komt uit de hoek als een energiek gezelschap dat uitpakt met robuuste en meestal degelijke rocksongs. Leunen soms dicht aan bij grunge iconen als Alice in Chains en Stone Temple Pilots en metal act Danzig. Na een aantal keren beluisteren is het geen toeval, het lag zelfs voor de hand, dat ze werden aangezocht om een song aan te leveren voor de langspeler ‘The Dark Side Of The Blues – A Tribute to Danzig’ met hun cover van ‘Lick The Blood Off My Hands’.  Het songmateriaal op deze ‘Swans And Lions’ is niet altijd even gelijkwaardig of adequaat uitgewerkt. Zo zijn ‘Beautiful Destroyers’ en ‘Control’ eerder matig tot zwak. Ietwat buiten categorie is het new wave getinte ‘Swans’. Zoals hun naam al doet vermoeden hebben ze iets met Noord-Amerikaanse indianen en dat komt hier in een paar songs tot uiting, zoals in ‘Pain Of God’ en de indiaanse gezangen als uitloper van ‘Tick Tack Toe’. Scoren hier vooral met nummers als ‘Cristal’, ‘Neverland’, het tweeluik ‘Winter en ‘Storm’ plus nog ‘…And Lions’.

Dylan Carlson

Dylan Carlson
Conquistador
Sargent House

‘Conquistador’ is de eerste plaat van Dylan Carlson onder zijn eigen naam. In het verleden was hij frontman van cultband Earth en ook actief onder het pseudoniem drcarlsonalbion. ‘Conquistador’ is gebaseerd op het echte verhaal van een Spaanse soldaat, ontdekkingsreiziger en avonturier in de noordelijke regio’s van Mexico. Carlson is een meester in het minimalisme. Met alleen drones en repetitieve gitaarwerk creëert hij een breed geluidstapijt. Op ‘Conquistador’ krijgt hij een helpende hand van Emma Ruth Rundle (bariton- en slidegitaar) en zijn vrouw Holly (percussie). ‘Conquistador’ is de volgende stap in de zoektocht van Dylan naar nieuwe horizonten. Deze muzikale episode is alvast aangenaam en verrijkend.

Thy Catafalque

Thy Catafalque
Geometria
Season Of Mist

Het Hongaarse Thy Catafalque begon in 1998 als een black metal unit, maar is gaandeweg geëvolueerd tot een avant-garde metal soloproject. Sinds de release van ‘Rengeteg' (2011) werkt frontman Tamás Kátai met gastmuzikanten. Van de partij op deze achtste Thy Catafalque plaat zijn onder meer zangeres Martina Veronika Horváth en Misha Doumnov (viool). Naast zang speelt Tamás het merendeel van het instrumentarium zelf in. Het songmateriaal is opgebouwd uit een ruim pakket van muziekstijlen gaande van folk rock, jazz en (black)metal tot elektronische muziek, rock, pop en synthwave. Sommige combinaties van genres zitten meesterlijk in elkaar geknutseld en zijn uitgegroeid tot verbazend goede composities.  Zelfs als je geen fan bent van bijvoorbeeld black metal of jazz ga je voor de bijl in nummers als ‘Hajnali Csillag’, ‘Szamojéd Freskó’, het instrumentale ‘Gőte’, het flitsende ‘Sárember’ of doom epos ‘Ének A Búzamezőkről’. Ook meer op (synth)pop of krautrock afgestemde liedjes als ‘Hajó’, ’Balra A Nap’ en ‘Töltés’ vallen erg in de smaak. Fascinerend plaatje deze ‘Geometria’.

Tri State Corner

Tri State Corner
Hero
Drakkar

Deze ‘Hero’ is het sluitstuk van Tri State Corner zijn in 2011 met ‘Historia’ begonnen trilogie. Deel twee ‘Home’ verscheen in 2014. Het drieluik draait rond het verhaal van een migrant die naar Europa reist, op zoek naar een beter leven en uiteindelijk na verschillende tegenslagen dat ook vindt. Met de huidige migratiestromen blijft het tot op vandaag een actueel en brandend thema. De teksten van de songs op ‘Hero’ zijn kritisch en schetsen een somber beeld van de toekomst. Daarbij vormen onwetendheid en onverdraagzaamheid twee van de grootste struikelblokken die de mensen eerder tegen elkaar opzet dan ze met elkaar verbindt. De muzikanten van Tri State Corner, afkomstig uit Griekenland, Polen en Duitsland vonden elkaar dertien jaar geleden en debuteerden in 2008 met de langspeler ‘Ela Na This’. Hun voornaamste troef was de introductie van de bouzouki, een van oorsprong Griekse luit als rock instrument. Ware het niet dat deze exoot de klankkleur verrijkt dan manifesteert Tri State Corner zich als een doorsnee hardrock en metal band. ‘Hero’ is geen slechte plaat, doch ook verre van een topper. Het vijftal doet erg zijn best om voor enige opwinding te zorgen, maar slaagt daar maar zelden in. Tot het meer vermakelijke werk behoren nummers als ‘The Blink Of An Eye’, ‘Save My World’, ‘Follow Me Blindly’ en ‘Fortune In Lies’.

The Dark Red Seed

The Dark Red Seed
Becomes Awake
Prophecy

Tosten Larson is gitarist bij het spirituele en duistere folk ensemble King Dude. Naast Larson maakt ook Shawn Flemming - studio technicus bij King Dude - deel uit van The Dark Red Seed. Ze krijgen op deze ‘Becomes Awake’ hulp van beslagen muzikanten als Kelly Pratt (LCD Soundsystem, War On Drugs, St Vincent) en Steve Nistor (Sparks, Marissa Nadler, Daniel Lanois). In vergelijking met King Dude is de teneur van de muziek bij The Dark Red Seed nog enkele tinten zwarter. Larson introduceert zowel traditionele volksmuziek uit India, Perzië en Roma muziek als psychedelische rock en een streep metal. In zijn teksten gaat Tosten op zoek naar het vinden van het juiste evenwicht, de balans tussen goed en kwaad, licht en duisternis, leven en dood. Opener ‘Dukkha’ is meteen uit het goede hout gesneden. Een stevige rocksong met scherpe gitaren, een wat mystieke insteek en een psychedelisch tintje. ‘Darker Days’ wordt getekend door een mengeling van gothic, folk en Americana, plus nog een free jazz saxofoon als ultieme component. In het instrumentale en zweverige ‘Alap’ dwaalt een weemoedige trompet begeleidt door oosterse percussie en snaarinstrumenten. ‘Sukha’ is een prachtige, meer ingetogen en delicate song. En zo heeft iedere track zijn specifieke kenmerken en krijg je op deze ‘Become Awake’ een rijk gestoffeerde samensmelting tussen Oosterse en Westerse muziek.

Soft Kill

Soft Kill
Savior
Profound Lore Records

Onderschat niet het helende karakter van muziek beluisteren en muziek maken. Het bewijs wordt andermaal geleverd met deze ‘Savior’, het vijfde album van Soft Kill. Tijdens de tournee gekoppeld aan de release van ‘Choke’ (2016), de voorganger van ‘Savior’, moest de hoogzwangere vrouw van frontman Tobias Grave met spoed geopereerd worden om zowel haar leven als dat van hun kindje te redden. De strijd tussen leven en dood moest hij naast hun ziekbed volgen. Dagen werden weken en Grave, die ook al met succes strijd had geleverd tegen zijn drugverslaving, begon met het schrijven van nieuwe nummers die de basis zouden vormen van ‘Savior’. Het was zijn manier om soelaas en troost te vinden. Soms ben je de wanhoop nabij en dat klinkt door in elk van de tien nummers. Maar ook zijn strijdvaardigheid. De woorden zijn overwegend heftig en hard en beschrijven onder meer het vacuüm dat ontstaat tussen in rouw gedompeld worden of je geliefden levend en wel terug in de armen te sluiten. Het is een donkere periode die je willen of niet moet doorworstelen. De muzikale omkadering is passend. Soft Kill mengt new wave en dark wave met postpunk. Muziekstijlen die zich uitermate lenen om emoties als verdriet en hoop te belichamen en een nieuw ochtendgloren aan te kondigen.