donderdag 8 januari 2015

6:33


6:33
Deadly Scenes
Kaotoxin Records
De historie van 6:33, een muzikaal gezelschap uit Parijs begon in 2008. De muziek die ze brachten op hun debuut ‘Orphan Of Good Manners’ (2011) was een allegaartje van stijlen; door de één de hemel ingeprezen door de andere verguist. De opvolger in 2013, ‘The Stench From The Swelling (A True Story), met Arno Strobl (We All Die (Laughing), Carnival In Coal) als gastzanger versterkte nog die trend. Verwijzingen naar alles waar Mike Patton bij is/was betrokken, Devin Townsend en Carnival In Coal waren aan de orde. Daar komt nog met Diablo Swing Orchestra, Dog Fashion Disco en Danny Elfman een aantal namen bij. De noemer avant-garde rock dekt nog het best de lading. De plaat opent bijvoorbeeld met het in onvervalste gospel stijl gezongen ‘Hellalujah’. Dit moet je het vijftal meteen toegeven: zowel vocaal als instrumentaal is alles perfect op elkaar afgestemd en ingespeeld. Hamvraag is of deze alle stijlen overstijgende, muzikale brij je kan bekoren. Zelf ben ik er wel voor te vinden. ‘Deadly Scenes’ is een avontuurlijke langspeler. Te vergelijken met een adembenemende achtbaan trip

23 Acez


23 Acez
Redemption Waves
Mighty Music
Belgisch viertal dat met hun debuut ‘Crossroads’ langs de grote poort hun entree maakte. Hun eersteling werd dan ook in verschillende magazines overladen met lovende woorden. De groep biedt de metal fan een frisse kijk en een moderne variant door op een slimme manier niet voor de hand liggende genres als progressieve rock te combineren met toegankelijke melodieuze rock en zelfs pop. Eerst was 23 Acez nog bedoeld als studioproject, maar sinds de groep is begonnen met concerten te spelen heeft frontman Benny Willaert met gitarist Tom Tas, drummer Jonahan Braeckman en bassist Tom Mundez een vaste bezetting rond zich verzameld. Dat werpt meteen vruchten af, want ‘Redemption Waves’ staat als een huis. 23 Acez staat garant voor uitstekende zang, flitsend gitaarwerk en een denderende ritmesectie. Het kwartet slaagt er in om het groepsgeluid verder uit te diepen en de verschillende stijlen nog beter op elkaar af te stemmen. Dat levert zowel een paar heerlijke catchy songs op (‘Loopholes’, ‘The Bigger Picture’, ‘My Blood’) als iets complexere, meer krachtige progrock nummers als ‘Descending’, ‘Colors On The Ceiling’, ‘Redemption Waves’ of ‘Alone’. De plaat kent naar mijn gevoel met ‘From The Moment’, ‘Looking Back’ en ‘Morning Sun’ ook iets mindere momenten. Toch blijft dit een aanrader. Wie 2015 op een aangename manier wil inzetten moet zich deze ‘Redemption Waves’ aanschaffen. En om de eigen woorden van 23 Acez te gebruiken: Crank it up till 11!

Purple


Purple
(409)
Play It Again Sam
Het Amerikaanse Purple grossiert in garage rock en punk met een riot grrrl attitude. Dat laatste komt omdat zanger en gitarist Taylor Busby naast hem als frontdame kan rekenen op drumster en zangeres Hannah Brewer. Een vrouw achter de drumkit die ook nog vocaal van wanten weet, het komt niet zo veel voor. Bovendien is Hannah een blonde stoot met mooie rondingen op de juiste plaats (het oog wil ook wat) en dat is lekker meegenomen. De muziek van Purple zorgt voor vrolijk vertier. Het drietal wil vooral lol maken, feestjes bouwen en van het leven genieten. Opgewekte liedjes als ‘Beach Buddy’ en ‘Double Nickels’ laten je even de zorgen van alledag vergeten. Ruig en rauw kan het ook met ‘Leche Loco’, ‘Thirteen’, ‘Liquor’, ‘Target’ en ‘DMT’ waarin Purple met gierende gitaren en schreeuwerige zang de boel op stelten zet. Iets meer geraffineerd zijn dan weer ‘New Born’, ‘Head On The Floor’ en ‘Wallflowers’. Purple is een energiek en soms onbesuisd groepje. Diepgang moet je hier niet zoeken. Jolijt des te meer. Dit weetje willen we ook nog kwijt: De titel van hun debuutplaat verwijst naar het netnummer dat je moet intoetsen om te kunnen telefoneren in de regio waar ze vandaan komen; met name Beaumont in Texas.

Wallace Vanborn


Wallace Vanborn
The Orb We Absorb
Play It Again Sam
De sterproducers staan blijkbaar in de rij om te mogen meewerken aan platen van deze Belgische rock mastodont, want na David Bottrill diende zich niemand minder dan Chris Goss aan om de productie voor zijn rekening te nemen van ‘The Orb We Obsorb’. Wie de naam Goss (Masters Of Reality) laat vallen denkt meteen aan woestijn- en stoner rock en artiesten als Queens Of The Stone Age, Mark Lanegan of Kyuss. Chris verwijst in persberichten zelf naar QOTSA en dan ga je als luisteraar bijna automatisch gaan vergelijken. Toch maar niet doen. Dit trio moet je op zijn eigen merites beoordelen. Ian Clement (zang, gitaar), Dries Hoof (bas) en Sylvester Vanborm (zang, drums) leggen alvast genoeg gewicht in de schaal en brengen een vettig groepsgeluid waarbij de naar dance refererende elementen van voorganger ‘Lions, Liars, Guns & God’ zijn verdwenen. In de plaats komt een hoekige, niet altijd even gemakkelijk verteerbare variant van door gitaren en drums gedomineerde (stoner) rock. ‘Skipping Loops’ en ‘Welcome To The Wastelands’ zijn, als het op tempo aankomt een paar slomere, maar zeer genietbare nummers die we zelf als persoonlijke favorieten naar voor schuiven. ‘Supply And The Damned’ doet het ongetwijfeld goed als single. Ook achter ‘A Bee And A Buzz’, ‘Devolution’ en ‘Revealers’ zit vaart. De overige tracks blijven wat op de maag liggen. Te log, te langdradig, soms tegendraads en te veel gimmicks en synthesizer foefjes. Niet dat je deze songs als minderwaardig moet beschouwen, want daar laat Wallace Vanborn zich niet op betrappen. Met deze release blijft het combo één van de paradepaardjes van de Belgische rock scene. Alleen hebben ze met hun vorige elpee de lat hoog gelegd en is in navolging deze ‘The Orb We Absorb’ lichtjes teleurstellend te noemen.     

Emigrate


Emigrate
Silent So Long
Vertigo/Universal
In 2007 – wat vliegt de tijd! – bracht Richard Kruspe, de gitarist van Rammstein een eerste album uit onder eigen auspiciën. Zijn project kreeg de naam Emigrate (hij was toen de grote plas overgestoken om zich te vestigen in New York)  en de plaat werd met een aantal bevriende muzikanten ingeblikt en kreeg zelfs een top tien notering in het thuisland. Twee van hen – Arnaud Giroux en Olsen Involtini zijn opnieuw van de partij. Om de drums in te spelen werd voor ‘Silent So Long’ beroep gedaan op meester trommelaar Mikko Sirén van Apocalyptica. Inmiddels woont Richard terug in Berlijn en het is daar dat het nieuwe album gestalte kreeg. Al werd er voor de opnames wel weg en weer gependeld tussen Berlijn en Los Angeles. Bij Emigrate dichtte Richard zich voor het eerst de rol toe van frontman als zanger/gitarist. Meteen werd het pijnpunt bloot gelegd: de zangpartijen. Hij was zich daar helemaal van bewust en koos nu voor een andere invalshoek. Aan geld en middelen heeft Kruspe geen gebrek en als je de naam Rammstein laat vallen gaan vele deuren open. Zo kreeg hij het voor elkaar om Lemmy Kilmister (Motörhead), Marilyn Manson en Jonathan Davis (Korn) elk een nummer te laten inzingen. Daarnaast verlenen enkele minder bekende vocalisten als  Margaux Bossieux (ex-Dirty Mary), Frank Dellé (Seeed) en de Canadese zangeres Peaches ook een bijdrage. Deze aanpak geeft deze langspeler meermaals een boost. Sterke persoonlijkheden als Lemmy en Manson zetten respectievelijk ‘Rock City’ en ‘Hypothetical’ helemaal naar hun hand. Dat en de vrouwelijke toets bevorderen de variatie. Vooral ‘Get Down’ met Peaches is een prima nummer. Ondanks de vele inspanningen, zowel wat de uitspraak van het Engels betreft als het verbeteren van de zangtechniek, overtuigt Richard Kruspe als zanger ook hier niet helemaal. Halfweg kent het album met ‘Rainbow’ en ‘Giving Up’ zelfs een dip. Ook al omdat deze liedjes compositorisch minder sterk zijn. Een en ander wordt verdoezeld met knap gevonden samples en synthesizer snufjes. In zijn rol als gitarist blijft Kruspe bescheiden alleen in het monumentale ‘Born On My Own’, het pittige ‘My Pleasure’ en de titelsong staat hij zichzelf toe om te soleren. Het was inderdaad lang stil rond Emigrate, maar met deze tweede worp geeft Richard Kruspe het signaal dat zijn geesteskind tijdelijk van de radar was verdwenen, maar zijn bestaansrecht niet heeft verloren.

The Experimental Tropic Blues Band


The Experimental Tropic Blues Band
The Belgians
JauneOrange/Grand Palais
Vaderlandsliefde en voetbal. Sinds de W.K. campagne en de passage aldaar afgelopen zomer schaarden de Belgen zich als één natie achter hun nationale ploeg. De splitsing van ons landje leek plots verder weg dan ooit en zette het van confederalisme dromende NV-A een flinke pad in de korf. Het uit Luik afkomstige trio The Experimental Tropic Blues Band nam dit fenomeen te baat om er een plaatje rond te maken. Andere nationale symbolen als het pakje friet (al of niet getopt met een klodder mayonaise), Belgisch bier, Manneken Pis en het Atomium worden eveneens ten tonele gevoerd. Met dit schijfje brengt het drietal zowel muzikaal als tekstueel hun eigen visie over onze morzel grond, genaamd België. Op een zeer eigenzinnige wijze belicht TETBB met ‘The Belgians’ zowel hoogte- als laagtepunten uit de Belgische geschiedenis. Zelf omschrijven ze hun muziek als ‘psycho boogie blues’. Dirty Coq, Boogie Snake en Devil d'Inferno brengen een zeer rudimentaire vorm van garage rock annex punk. Door de vervormde stemmen en zonder basgitaar klinkt het groepsgeluid ‘mager’ en rauw. Het is wel even wennen, ook aan de sterk in de verf gezette chaotische speeltrant. Ik ben er bijna zeker van dat dit live beter tot zijn recht komt dan op plaat. Soms gaat het er ook wat luchtiger en speelser aan toe met liedjes als ‘Belgian Shake’ en ‘She Could Be My Daughter’. De meest gestructureerde nummers bewaren de jongens voor het einde met ‘Belgian Hero’ en het electro gestuurde ‘Belgians Don’t Cry’.

Red Sun Revival


Red Sun Revival
Embers
Echozone
De ep ‘Embers’ is de opvolger voor ‘Running From The Dawn’ (2012), het spraakmakende debuut van deze in Londen residerende formatie. Red Sun Revival leunt dicht aan bij gelijkgestemde acts als Fields Of The Nephilim, The Eden House, This Burning Effigy, Nosferatu en NFD. Bands die elk op hun manier gestalte geven aan luisterrijke gothic rock. Een muziekstijl die het vooral moet hebben van het creëren van een specifieke, dromerige stemming. Welluidende, weidse gitaarklanken, emotioneel geladen zang - hier met een wat gebroken, getormenteerde stem (denk aan Carl McCoy van Fields Of The Nephilim) - weelderige koortjes en bekoorlijke violen geven het geheel een theatrale en romantische omlijsting. Vooral het prachtige ‘Mistake’ en de titelsong zijn aangrijpend goed. Je laten meedrijven met de stroming terwijl de ondergaande zon aan de horizon zijn laatste stralen over de zeespiegel laat glijden en voor de rest niet te veel nadenken. De sleur van het dagelijkse leven is voor morgen, want dan dient zich weer een nieuwe dag aan.