Culted
De wereld in onzekere tijden: een
afspiegeling
De tijd dat muzikanten nog samen kwamen om
te musiceren is geen evidentie meer. Vandaag zijn er heel wat artiesten die
gebruik maken van nieuwe technologieën. Uitwisselen van ideeën en
muziekbestanden gebeurt nu via internet. Opnemen kan individueel. Culted gaat helemaal
mee in deze tendens. De vier groepsleden hebben zelfs nog nooit samen in één
kamer gezeten. Driekwart is Canadees en de vierde man, zanger Daniel Jansson
woont in Zweden. Nochtans, als je naar hun platen luistert krijg je niet de
indruk dat het gaat om een artificieel tot stand gekomen werk. De heren hebben
met ‘Oblique To All Paths’ net een tweede schijf uit. Tijd dus om Culted voor
het voetlicht te brengen. Gesprekspartner van dienst is multi-instrumentalist
Michael Klassen.
Paul Van de gehuchte
Waar
komt de groepsnaam vandaan?
‘De groepsnaam is een idee van Daniel. Het
is een term die verwijst naar de evolutie die groepen mensen doormaken in de
samenleving via het zich organiseren en het kiezen of het zich laten opdringen
van een leider. Die kan zijn macht consolideren door middel van onderdrukking
en zo ontstaat er een cultus. Die kan persoonsgebonden, politiek of religieus
getint zijn. Ook in de microkosmos, de beslotenheid van het gezinsleven of bij
uitbreiding familie kan een cultus ontstaan. Iedereen binnen Culted is in meer
of mindere mate gefascineerd door spiritualiteit, psychologie, filosofie en
sociologie. Het zijn ook deze onderwerpen die een inspiratiebron zijn voor de
teksten. Daniel houdt het bewust abstract. Zo krijgt de luisteraar de kans om de
woorden op een persoonlijke wijze te interpreteren en zijn eigen conclusies te
trekken.’
In
hoeverre verschilt ‘Oblique To All Paths’ van ‘Below The Thunders Of The Upper
Deep’?
‘Als betrokken muzikant is het niet
gemakkelijk om je eigen werk te beoordelen, maar ik zal het proberen. Na de
eerste contacten was het Daniel die met de vraag kwam of we geïnteresseerd
waren om een in essentie doom metal band op te richten. Vanuit die
vraagstelling begonnen Matthew Friesen en ikzelf met het samenstellen van wat
wij beschouwden als doom riffs. Dit was het vertrekpunt voor wat ons eerste
album zou worden. Om alle elementen tot een geheel te smeden waren we
genoodzaakt om muziekbestanden uit te wisselen. De nadruk lag op het trage, het
logge. Dat was heel typerend en bepalend voor het groepsgeluid. Ik denk dat we
met ‘Oblique To All Paths’ iets breder gaan en een grotere variëteit van
stijlelementen aanbieden. Er zitten meer subtiele schakeringen verweven in de
composities.’
Meestal
gaat het opnemen van een plaat gepaard met repetities en veel oefenen om in een
later stadium de nummers live te kunnen brengen. Bij jullie is dat niet het
geval.
‘Dat klopt. We zijn geen band in de
traditionele betekenis. Ik denk dat als je individuen hebt die hetzelfde
nastreven of een zelfde achtergrond hebben of hetzelfde verhaal willen
vertellen, je dan de eenvormigheid krijgt die tot het doel leidt. Via de
accumulatie van alle facetten, het harde werken, het creatieve proces kom je
tot dat eindproduct. In ons geval was dat het album ‘Below The Thunders Of The
Upper Deep’.’
Drummer
Kevin Stevenson, gitarist/bassist Matthew Friesen en jijzelf zijn geboren en
getogen in Canada. Hoe en wanneer hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet?
‘Kevin ken ik al heel lang. Ik was vijf
jaar en hij vier. Zijn familie kwam aan de overkant van onze straat wonen en zo
hebben we elkaar voor het eerst gezien en tot op vandaag zijn we vrienden
gebleven. We zijn opgegroeid in een kleine stad in het landelijk gebied van de
provincie Manitoba. Matthew Friesen woonde in een naburig stadje, maar liep bij
ons school. Dat was toen in de zevende of achtste klas. Ik was dan veertien of
zo. Net als Kevin is hij al jarenland een vriend. Ongeveer een jaar later
hadden we samen met de broer van Kevin ons eerste bandje en was er geen weg
meer terug (lacht).’
Je bespeelt
verschillende instrumenten. Heb je muzieklessen gevolgd?
‘Op school kregen we muziek onderricht.
Daar heb ik saxofoon leren spelen, maar verloor al snel mijn interesse. Ik wou
liever gitaar spelen. Ik volgde een paar lessen, maar ik had het gevoel dat de
muziekleraar me niet meer kon bijbrengen dan wat ik op mijn eentje kon leren.
De meeste progressie heb ik gemaakt door met anderen te spelen, andere
gitaristen te observeren en nummers proberen na te spelen. Ik kan noten lezen
en kan van die kennis gebruik maken om saxofoon te spelen, maar op een gitaar
lukt dat niet. Ik moet het allemaal zelf een beetje uitzoeken, maar eenmaal je
de basistechniek in de vingers hebt lukt het uiteindelijk wel. Ook om basgitaar
te spelen. Ik heb jaren bas gespeeld in een grindcore band. Dat was een goede
leerschool. Thuis oefen ik vooral gitaar, maar ook piano, keyboards en drums.’
Jullie
hebben ‘Whore’ van Swans gecoverd voor het mini album ‘Of Death and Ritual’. Op
welke basis kies je een nummer van iemand anders?
‘In het geval van ‘Whore’ is het vooral de
act Swans die op mij een verpletterende indruk heeft nagelaten. De manier van
denken, de wijze van musiceren, dat heeft mijn visie en benadering over muziek
helemaal omgegooid. Het heeft me ook de ogen geopend ten overstaan van de vele
mogelijkheden die er bestaan binnen de constellatie van een muziekgroep. Swans
heeft een enorme uitstraling en oefent zelfs een soort macht uit ten opzichte
van de luisteraar. Swans bestreek een heel gamma van emoties gaande van
verpletterend en schrikbarend over mooi tot melancholisch. ‘Whore’ is afkomstig
van de compilatie elpee ‘Body To Body, Job To Job’ (1991). Het klinkt echt rauw
en onbehaaglijk. Je hebt zo van die songs die je onmiddellijk van de sokken
blazen. Iedere muziekliefhebber maakt het mee. Die momenten zijn zeldzaam, maar
je vergeet ze nooit. En voor mij was ‘Whore’ zo een kippenvel gebeurtenis. Het
nummer is in zijn originele versie als ‘Butcher’ terug te vinden op de
langspeler ‘Cop’ van 1984.’
Hoe liep de verkoop van jullie eerste album?
‘Eerlijk gezegd, ik heb geen flauw idee.
We hebben ook geen navraag gedaan bij Relapse. Ik veronderstel dat ze ons wel
een overzicht zullen sturen begin volgend jaar of zo. Het is ook niet onze
bekommernis. We hebben alle vier werk en of we geld verdienen met platen
verkopen is tot vandaag bijzaak. Bij de start van Culted was het nooit een streefdoel
om het als groep te maken, om bekend te worden. We zijn zelfs verbaasd dat we
onderdak vonden bij een gerenommeerd label als Relapse. Culted is actief in een
weinig populair genre. Bands zoals wij moeten het hebben van een meestal kleine,
maar fervente aanhang. En als je het wat breder ziet; liefhebbers van metal
muziek.’
Wat voor werk doe je?
‘Ik heb een baan in de educatieve sector.
Daarnaast studeer ik nog aan de universiteit hier in Winnipeg. Kevin heeft een
master diploma in sociologie, Matt werkt hier in Winnipeg voor de lokale
overheid. Voor alles wat te maken heeft met infrastructuur en planning kan je
terecht bij hem. Daniel weet ik niet zo goed. Die is met van alles bezig. Het
schijnt dat hij een kei is in verschillende gevechtssporten.’
De meeste bands halen tegenwoordig hun inkomsten uit de verkoop van
concerttickets en de daarbij afgeleide koopwaar. Vind je het niet spijtig dat
jullie niet kunnen optreden?
‘Wat we nu aanbieden is inderdaad beperkt
en de inkomsten zijn navenant. Al zouden we het graag willen: gezien de afstand
die ons scheidt van Daniel is concerten spelen momenteel geen optie. Daniel
naar Canada laten overvliegen is voor ons te duur. Dan nog repeteren en
eventueel een concertreeks plannen is organisatorisch en financieel niet
haalbaar. Ik weet dat een groep vaak wordt beoordeeld op basis van zijn live
reputatie. Misschien lukt het ooit wel om iedereen op dezelfde plaats te
krijgen. Voor ons blijft het in de eerste plaats een hobby waar je tijd moet
voor vrij maken. Het komt er vooral op aan om alles zo veel mogelijk te plannen
en de agenda’s op elkaar afstemmen.’
Hoeveel tijd
spendeer je dagelijks aan muziek?
‘Wat het creatieve aspect betreft; zelf musiceren, oefenen en componeren
ligt het moeilijk. De combinatie werk, gezin, hobby’s is moeilijk. Dat zal
iedereen wel bekend in de oren klinken. Muziek blijft wel een bepalende factor
gedurende de dag. Naargelang mijn dagindeling luister ik naar uiteenlopende
muziek. Thuis, in het bijzijn van mijn kinderen, luister ik naar iets anders
dan bijvoorbeeld in de auto of als ik ga fitnessen of fietsen. Ik sta open voor
alle vormen en stijlen. Ik heb geen favoriete artiest. Laat ons zeggen dat
alles wat onder de noemer metal valt een streepje voor heeft op de rest.
(lacht)’
Met welke muziek ben je opgegroeid?
‘Ons gezin was erg conservatief en diep
gelovig. Moderne muziek was dan ook des duivels. Het enige wat we te horen
kregen waren psalmen en gebeden. Als jong volwassene heb ik me al snel gedistantieerd
van die manier van leven en ben naar Winnipeg getrokken waar ik nu nog altijd
woon. Mijn eerste kennismaking met rock en pop waren groepen als The Police,
The Beach Boys, eigenlijk alles wat mijn pad kruiste. Een vriend zijn oudere
broer had cassettes met muziek van Dio en AC/DC. Voor mij was dat een nieuwe,
muzikale openbaring. Met mondjesmaat ga je dan op zoek naar nog hardere,
luidere en extreme muziek. Zo kom je terecht bij Metallica, Megadeth, daarna
Slayer en Sepultura enzovoort.’
Wat
is vandaag je opinie over godsdienstbeleving in het algemeen?
‘Voor mij is opvoeding belangrijk. Iedereen
moet bewust gemaakt worden van de eigenschap om kritisch te kunnen denken en
van de meerwaarde die hij of zij kan betekenen voor de samenleving. En van het
gevaar dat om de hoek loert. Bijvoorbeeld individuen die je trachten te
beïnvloeden, te sturen of te onderdrukken. Godsdiensten hebben veel gemeen met
politieke ideologieën. Zelf ben ik geen aanhanger van gelijk welke religieuze
strekking, doch ik stel ze wel allemaal in vraag. Er zijn trouwens genoeg
alternatieven voorhanden om je spiritualiteit te beleven. En moraliteit kan
niet afhankelijk zijn van een of ander geloof. Ik ben geen voorstander van
godsdienstlessen op school. Wel van het onderwijzen van de geschiedenis en het
ontstaan van religies, want dat maakt deel uit van de ontwikkeling van de mens
als denkend wezen. Het zou stom zijn om het bestaan er van te ontkennen.’
In
Europa horen we weinig of niets over Canada, tenzij er een ramp gebeurt. Hoe is
het leven daar? Hoe zit het bijvoorbeeld met de economie?
‘Ik heb heel
wat tijd doorgebracht in de Verenigde Staten en ben ooit één keer voor een paar
weken op vakantie geweest in Europa. Ik denk dat er een grotere tegenstelling
is tussen de VS en Canada dan tussen Europa en Canada. Het is moeilijk om het
te omschrijven. Het zit hem soms in de kleine dingen, maar die maken
uiteindelijk wel het verschil. Ik ben in Engeland en Frankrijk geweest en die
landen hebben een rijke cultuur en geschiedenis. De meeste Canadezen stammen af
van Europeanen, dus is het niet zo vreemd dat we een sterkere band hebben met
dat continent. Hier hebben we ook niet die culturele verscheidenheid met de VS
die Europese landen onderling wel hebben. Volgens wat ik er over gelezen heb
zou Canada het financieel en economisch beter doen dan de VS. Een groot intern
probleem is dat de oorspronkelijke bewoners van Canada derderangs burgers zijn.
Wij noemen ze ‘third world citizens’. Hun levensstandaard ligt ver onder die
van de andere Canadezen en zelfs onder de armoedegrens. Het zijn voornamelijk
Inuit en ‘first nation people’ als Métis (mestiezen), Ojibweg en Cree. Al
sinds het begin van de kolonisatie is de lokale bevolking achter gesteld en
slecht behandeld geweest. Vandaag weigert de regering het probleem te erkennen.
Het valt te vergelijken met een epidemie die zich over het hele land
verspreidt. Als het zo doorgaat zijn deze groep autochtonen zelfs met
uitsterven bedreigt. Dat zoiets zou gebeuren is een moderne natie van de 21ste
eeuw onwaardig.’