maandag 13 januari 2014

Schizofrantik


Schizofrantik
The Knight On The Shark
Gentle Art Of Music/Soulfood Music
Van bij de eerste noten hoor je al waar dit Duitse drietal de mosterd haalde. Hun bewondering voor Frank Zappa gaat zo ver dat zelfs de cd titel naar deze rock legende verwijst. Andere invloeden zijn ook aanwezig gaande van Return To Forever, Peter Hammill, Primus, Rush, King Crimson tot Mike Patton zijn Mr. Bungle. In de geest van Zappa gunt componist en zanger/gitarist Martin Mayrhofer zichzelf de vrijheid om uitzinnig zowel tekstueel als muzikaal te keer te gaan. De songs zijn vrij complex, maar structureel altijd goed onderbouwd. Een heel mooi voorbeeld daarvan is prog rock juweeltje ‘Marching Through The Meadow’.  'The Human Slaughter Tango' is gebaseerd op een nachtmerrie en combineert metal en noise met inderdaad, een tango. Andere variaties spelen ook hun rol zoals het funky ritme in 'Psychic Scars'. Nog meer gedroom – een muzikale in dit geval - ligt aan de basis van het weinig opzienbarende, instrumentale 'Thanx Dog'. Helemaal gestoord is 'Nazis On LSD' dat zijn songtitel alle eer aandoet. Met deze 'The Knight On The Shark' neemt Schizofrantik je mee op een veldtocht in hun eigen surreële wereld en het moet gezegd: het loont de moeite.   

Ultra Bidé


Ultra Bidé
DNA vs DNA-c
Alternative Tentacles Records
Het Japanse Ultra Bidé is al actief sinds 1978. Het ensemble had een grote impact op de in het Land van de Rijzende Zon alternatieve muziek scene. In 1985 verkasten ze naar Brooklyn, New York. Voor de release - tien jaar later - van hun album ‘God Is God, Puke Is Puke’ vonden ze onderdak bij Alternative Tentacles, het label van Jello Biafra. Er volgden nog twee langspelers en één ep. In oktober 2013 verscheen dan ‘DNA vs DNA-c’. Wat betreft muziekstijl en gedachtegoed zit het drietal helemaal op dezelfde lijn van Biafra. Punk gaat op hun nieuwe album hand in hand met new wave, noise, avant-garde en electro. Elf tracks zitten gebald binnen een tijdspanne van een half uur. Die ijlen dan ook in sneltreinvaart voorbij. Opmerkelijk is dat het trio is samen gesteld uit één trommelaar (Kato) en twee bassisten, Maki en Hide. Die laatste neemt ook de zang voor zijn rekening. Het ontbreken van gitaren geeft de songs een rudimentair karakter. Echt beklijven doen die niet. Daarvoor is het allemaal te schetsmatig en te rommelig. Alleen wie Dead Kennedys of de andere projecten van Biafra weet te smaken zal hier pap van lusten.      

Various Artists


Various Artists
The Songs Of Tony Sly – A Tribute
Fat Wreck Chords
Tony Sly werd in 1989 toegevoegd aan de line-up van de punk band No Use For A Name als zanger/gitarist. Hij ontpopte zich door de jaren heen tot een gedreven frontman en liedjesschrijver. Sinds 2010 was Tony ook bezig met het uitbouwen van een solocarrière en had hij met Joey Cape van Lagwagon twee akoestische albums uitgebracht. Het leek hem voor de wind te gaan, maar aan de mooie vooruitzichten en het verhaal van No Use For A Name kwam een abrupt einde toen Sly op 31 juli 2012 tijdens zijn slaap kwam te overlijden. Onder auspiciën van zijn huislabel hebben gelijk gestemde en bevriende artiesten – de een al meer bekend dan de andere - de handen in elkaar geslagen om Tony Sly een laatste eer te bewijzen met deze compilatie. Dat hij met zijn nummers de grenzen van het punk genre al lang had overschreden blijkt uit deze bloemlezing. Afgeleiden van country rock, folk, punk rock, reggae, indie rock en het literaire werk van de eenzame zanger liedschrijver passeren hier de revue. Al zal deze verzameling van maar liefst zesentwintig liedjes, die je ruim een uur zoet houden, toch in de eerste plaats punk liefhebbers aanspreken. Tony zelf zou zich midden deze kliek helemaal thuis gevoeld hebben.

Darkhaus


Darkhaus
My Only Shelter
Oblivion/SPV
Internationaal gezelschap bestaande uit gitarist Rupert Keplinger (Der W, Eisbrecher, Peter Maffay), Gary Meskil en Marshall Stephens, beide bekend van Pro-Pain, drummer Paul Keller en zanger Kenny Hanlon. Songleveranciers zijn Keplinger en Meskil. Vooral de aanwezigheid van die laatste, samen met zijn maatje Marshall Stephens geeft Darkhaus de aandacht die het anders waarschijnlijk niet zou krijgen. Het combo brengt een synthese van progressieve rock, synth rock, gothic metal, industrial en de ‘Tanzmetal’ variant van Rammstein. De heren vinden zich terug in het melodieuze aspect en combineren dat met een stevige aanpak en een toch erg strakke ritmesectie. Hoogtepunt is het flitsende ‘Break Down The Walls’, maar ook ‘Life Worth Living’, ‘Grace Divine’, ‘Ghost’, ‘Hour Of Need’, ‘Son Of A Gun’ en staan hun mannetje. ‘Don’t Close Your Eyes’, ‘Drive’, ‘Angelina’, ‘Hurts Like Hell’ en ‘Looks Like Rain’ zijn helemaal geënt op het groepsgeluid van het Finse HIM. Typerend en onvermijdelijk voor dit soort releases: een zeemzoete, lichtjes bombastische ballade, met name ‘Apostle’ die wat moeilijker te verteren valt. Met de twee bonus tracks – remixes van ‘Breaking The Silence’ en ‘Life Worth Living’ mikt men op de clubs en dito danstenten. Door de bezetting komt dit album een stukje verrassend over, doch na een week luisteren verdwijnt het effect van verwondering en is dit een behoorlijk werkstuk met voor de helft goede nummers.

Vånna Inget


Vånna Inget
Ingen Botten
Heptown Records
Zweedse punkband uit Malmö. ‘Ingen Botten’ is na ‘Allvar’ (2011) hun tweede album. De groep wordt aangevoerd door zangeres Karolina Engdahl, een dame met pit en een prima stem. Samen met toetsenist Joel Nevrup en gitarist Tommy Tift is zij de creatieve spil van Vånna Inget. Het kwintet bouwt wat afwisseling in, stapt af van het zuivere punk stramien en flirt met jaren zestig pop, garage rock en indie rock. Spijtig genoeg is het songmateriaal eerder matig. Sommige nummers zijn, ondanks de sterke vocale prestaties van Karolina, zelfs een beetje bloedeloos en gaan al snel vervelen. Een handvol zijn goed en steken er dan ook met vlag en wimpel bovenuit. Tot die laatste categorie behoren ‘Vart Tar Du Vägen’, ‘Hemlighet’, ‘Inga Frågor Inga Svar’, ‘Vi Har Makten’ en ‘Kungar’.

Falling Man


Falling Man
Falling Man
Matuchek Records/Rough Trade
Sam Louwyck ('Eigen Kweek', 'Rundskop') is meer bekend als acteur en danser dan als frontman van een band. Daar kan met deze eerste langspeler van de Gentse groep Falling Man wel eens verandering in komen. Naast Louwyck maken ook Polie Van De Velde (gitaar), Lode Sileghem (gitaar) en drummer Sven De Potter deel uit van de bezetting. Muzikaal leunt men aan bij postpunk, art rock en blues. De stem van spilfiguur Sam is rauw en schor. De algemene teneur is macaber en onheilspellend. Na verschillende luisterbeurten kom je eigenlijk tot de vaststelling dat de zangpartijen of wat daarvoor moet doorgaan, eerder beperkt zijn en de instrumentale invulling een belangrijke rol speelt en mee de zwaarmoedige stemming bepaalt. Geen onaardig debuut met een paar uitschieters als ‘Liars’, 'The Lodger', 'That Woman' en het in het Frans gezongen 'Daf'.

Culted


Culted
Oblique To All Paths
Relapse Records
Na de release van hun debuut ‘Below The Thunders Of The Upper Deep’ kreeg dit Canadees/Zweedse gezelschap veel lof toegezwaaid. Omdat de reis afstand tussen Zweden en Canada nog altijd een obstakel is werd voor de opvolger dezelfde werkmethode – het over en weer uitwisselen van muziekbestanden – toegepast. De combinatie van black metal zang en doom metal muziek lijkt hen op het lijf geschreven. Het viertal confronteert de luisteraar met grimmige en desolate beelden van een ten dode opgeschreven wereld. Talrijke, bijkomende facetten zitten verweven in hun logge, zch traag voortslepende en destructieve metal variant. Typische doom passages worden afgewisseld met drones, akoestische fragmenten, gesproken samples en melodieuze riffs. Wie zich de moeite getroost om dieper te graven wordt beloond met subtiel geïntegreerde elementen die de op het eerste gehoor loodzware, monotome doom meer inhoud geeft. ‘Oblique To All Paths’ is een prima geluidsspoor om de vriestemperaturen van de komende maanden mee te trotseren.

Culted

Culted

De wereld in onzekere tijden: een afspiegeling

De tijd dat muzikanten nog samen kwamen om te musiceren is geen evidentie meer. Vandaag zijn er heel wat artiesten die gebruik maken van nieuwe technologieën. Uitwisselen van ideeën en muziekbestanden gebeurt nu via internet. Opnemen kan individueel. Culted gaat helemaal mee in deze tendens. De vier groepsleden hebben zelfs nog nooit samen in één kamer gezeten. Driekwart is Canadees en de vierde man, zanger Daniel Jansson woont in Zweden. Nochtans, als je naar hun platen luistert krijg je niet de indruk dat het gaat om een artificieel tot stand gekomen werk. De heren hebben met ‘Oblique To All Paths’ net een tweede schijf uit. Tijd dus om Culted voor het voetlicht te brengen. Gesprekspartner van dienst is multi-instrumentalist Michael Klassen.
Paul Van de gehuchte

Waar komt de groepsnaam vandaan?
‘De groepsnaam is een idee van Daniel. Het is een term die verwijst naar de evolutie die groepen mensen doormaken in de samenleving via het zich organiseren en het kiezen of het zich laten opdringen van een leider. Die kan zijn macht consolideren door middel van onderdrukking en zo ontstaat er een cultus. Die kan persoonsgebonden, politiek of religieus getint zijn. Ook in de microkosmos, de beslotenheid van het gezinsleven of bij uitbreiding familie kan een cultus ontstaan. Iedereen binnen Culted is in meer of mindere mate gefascineerd door spiritualiteit, psychologie, filosofie en sociologie. Het zijn ook deze onderwerpen die een inspiratiebron zijn voor de teksten. Daniel houdt het bewust abstract. Zo krijgt de luisteraar de kans om de woorden op een persoonlijke wijze te interpreteren en zijn eigen conclusies te trekken.’

In hoeverre verschilt ‘Oblique To All Paths’ van ‘Below The Thunders Of The Upper Deep’?
‘Als betrokken muzikant is het niet gemakkelijk om je eigen werk te beoordelen, maar ik zal het proberen. Na de eerste contacten was het Daniel die met de vraag kwam of we geïnteresseerd waren om een in essentie doom metal band op te richten. Vanuit die vraagstelling begonnen Matthew Friesen en ikzelf met het samenstellen van wat wij beschouwden als doom riffs. Dit was het vertrekpunt voor wat ons eerste album zou worden. Om alle elementen tot een geheel te smeden waren we genoodzaakt om muziekbestanden uit te wisselen. De nadruk lag op het trage, het logge. Dat was heel typerend en bepalend voor het groepsgeluid. Ik denk dat we met ‘Oblique To All Paths’ iets breder gaan en een grotere variëteit van stijlelementen aanbieden. Er zitten meer subtiele schakeringen verweven in de composities.’

Meestal gaat het opnemen van een plaat gepaard met repetities en veel oefenen om in een later stadium de nummers live te kunnen brengen. Bij jullie is dat niet het geval.
‘Dat klopt. We zijn geen band in de traditionele betekenis. Ik denk dat als je individuen hebt die hetzelfde nastreven of een zelfde achtergrond hebben of hetzelfde verhaal willen vertellen, je dan de eenvormigheid krijgt die tot het doel leidt. Via de accumulatie van alle facetten, het harde werken, het creatieve proces kom je tot dat eindproduct. In ons geval was dat het album ‘Below The Thunders Of The Upper Deep’.’

Drummer Kevin Stevenson, gitarist/bassist Matthew Friesen en jijzelf zijn geboren en getogen in Canada. Hoe en wanneer hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet?
‘Kevin ken ik al heel lang. Ik was vijf jaar en hij vier. Zijn familie kwam aan de overkant van onze straat wonen en zo hebben we elkaar voor het eerst gezien en tot op vandaag zijn we vrienden gebleven. We zijn opgegroeid in een kleine stad in het landelijk gebied van de provincie Manitoba. Matthew Friesen woonde in een naburig stadje, maar liep bij ons school. Dat was toen in de zevende of achtste klas. Ik was dan veertien of zo. Net als Kevin is hij al jarenland een vriend. Ongeveer een jaar later hadden we samen met de broer van Kevin ons eerste bandje en was er geen weg meer terug (lacht).’ 

Je bespeelt verschillende instrumenten. Heb je muzieklessen gevolgd?
‘Op school kregen we muziek onderricht. Daar heb ik saxofoon leren spelen, maar verloor al snel mijn interesse. Ik wou liever gitaar spelen. Ik volgde een paar lessen, maar ik had het gevoel dat de muziekleraar me niet meer kon bijbrengen dan wat ik op mijn eentje kon leren. De meeste progressie heb ik gemaakt door met anderen te spelen, andere gitaristen te observeren en nummers proberen na te spelen. Ik kan noten lezen en kan van die kennis gebruik maken om saxofoon te spelen, maar op een gitaar lukt dat niet. Ik moet het allemaal zelf een beetje uitzoeken, maar eenmaal je de basistechniek in de vingers hebt lukt het uiteindelijk wel. Ook om basgitaar te spelen. Ik heb jaren bas gespeeld in een grindcore band. Dat was een goede leerschool. Thuis oefen ik vooral gitaar, maar ook piano, keyboards en drums.’

Jullie hebben ‘Whore’ van Swans gecoverd voor het mini album ‘Of Death and Ritual’. Op welke basis kies je een nummer van iemand anders?
‘In het geval van ‘Whore’ is het vooral de act Swans die op mij een verpletterende indruk heeft nagelaten. De manier van denken, de wijze van musiceren, dat heeft mijn visie en benadering over muziek helemaal omgegooid. Het heeft me ook de ogen geopend ten overstaan van de vele mogelijkheden die er bestaan binnen de constellatie van een muziekgroep. Swans heeft een enorme uitstraling en oefent zelfs een soort macht uit ten opzichte van de luisteraar. Swans bestreek een heel gamma van emoties gaande van verpletterend en schrikbarend over mooi tot melancholisch. ‘Whore’ is afkomstig van de compilatie elpee ‘Body To Body, Job To Job’ (1991). Het klinkt echt rauw en onbehaaglijk. Je hebt zo van die songs die je onmiddellijk van de sokken blazen. Iedere muziekliefhebber maakt het mee. Die momenten zijn zeldzaam, maar je vergeet ze nooit. En voor mij was ‘Whore’ zo een kippenvel gebeurtenis. Het nummer is in zijn originele versie als ‘Butcher’ terug te vinden op de langspeler ‘Cop’ van 1984.’

Hoe liep de verkoop van jullie eerste album?
‘Eerlijk gezegd, ik heb geen flauw idee. We hebben ook geen navraag gedaan bij Relapse. Ik veronderstel dat ze ons wel een overzicht zullen sturen begin volgend jaar of zo. Het is ook niet onze bekommernis. We hebben alle vier werk en of we geld verdienen met platen verkopen is tot vandaag bijzaak. Bij de start van Culted was het nooit een streefdoel om het als groep te maken, om bekend te worden. We zijn zelfs verbaasd dat we onderdak vonden bij een gerenommeerd label als Relapse. Culted is actief in een weinig populair genre. Bands zoals wij moeten het hebben van een meestal kleine, maar fervente aanhang. En als je het wat breder ziet; liefhebbers van metal muziek.’

Wat voor werk doe je?
‘Ik heb een baan in de educatieve sector. Daarnaast studeer ik nog aan de universiteit hier in Winnipeg. Kevin heeft een master diploma in sociologie, Matt werkt hier in Winnipeg voor de lokale overheid. Voor alles wat te maken heeft met infrastructuur en planning kan je terecht bij hem. Daniel weet ik niet zo goed. Die is met van alles bezig. Het schijnt dat hij een kei is in verschillende gevechtssporten.’

De meeste bands halen tegenwoordig hun inkomsten uit de verkoop van concerttickets en de daarbij afgeleide koopwaar. Vind je het niet spijtig dat jullie niet kunnen optreden?
‘Wat we nu aanbieden is inderdaad beperkt en de inkomsten zijn navenant. Al zouden we het graag willen: gezien de afstand die ons scheidt van Daniel is concerten spelen momenteel geen optie. Daniel naar Canada laten overvliegen is voor ons te duur. Dan nog repeteren en eventueel een concertreeks plannen is organisatorisch en financieel niet haalbaar. Ik weet dat een groep vaak wordt beoordeeld op basis van zijn live reputatie. Misschien lukt het ooit wel om iedereen op dezelfde plaats te krijgen. Voor ons blijft het in de eerste plaats een hobby waar je tijd moet voor vrij maken. Het komt er vooral op aan om alles zo veel mogelijk te plannen en de agenda’s op elkaar afstemmen.’

Hoeveel tijd spendeer je dagelijks aan muziek?
‘Wat het creatieve aspect betreft; zelf musiceren, oefenen en componeren ligt het moeilijk. De combinatie werk, gezin, hobby’s is moeilijk. Dat zal iedereen wel bekend in de oren klinken. Muziek blijft wel een bepalende factor gedurende de dag. Naargelang mijn dagindeling luister ik naar uiteenlopende muziek. Thuis, in het bijzijn van mijn kinderen, luister ik naar iets anders dan bijvoorbeeld in de auto of als ik ga fitnessen of fietsen. Ik sta open voor alle vormen en stijlen. Ik heb geen favoriete artiest. Laat ons zeggen dat alles wat onder de noemer metal valt een streepje voor heeft op de rest. (lacht)’

Met welke muziek ben je opgegroeid?
‘Ons gezin was erg conservatief en diep gelovig. Moderne muziek was dan ook des duivels. Het enige wat we te horen kregen waren psalmen en gebeden. Als jong volwassene heb ik me al snel gedistantieerd van die manier van leven en ben naar Winnipeg getrokken waar ik nu nog altijd woon. Mijn eerste kennismaking met rock en pop waren groepen als The Police, The Beach Boys, eigenlijk alles wat mijn pad kruiste. Een vriend zijn oudere broer had cassettes met muziek van Dio en AC/DC. Voor mij was dat een nieuwe, muzikale openbaring. Met mondjesmaat ga je dan op zoek naar nog hardere, luidere en extreme muziek. Zo kom je terecht bij Metallica, Megadeth, daarna Slayer en Sepultura enzovoort.’

Wat is vandaag je opinie over godsdienstbeleving in het algemeen?
‘Voor mij is opvoeding belangrijk. Iedereen moet bewust gemaakt worden van de eigenschap om kritisch te kunnen denken en van de meerwaarde die hij of zij kan betekenen voor de samenleving. En van het gevaar dat om de hoek loert. Bijvoorbeeld individuen die je trachten te beïnvloeden, te sturen of te onderdrukken. Godsdiensten hebben veel gemeen met politieke ideologieën. Zelf ben ik geen aanhanger van gelijk welke religieuze strekking, doch ik stel ze wel allemaal in vraag. Er zijn trouwens genoeg alternatieven voorhanden om je spiritualiteit te beleven. En moraliteit kan niet afhankelijk zijn van een of ander geloof. Ik ben geen voorstander van godsdienstlessen op school. Wel van het onderwijzen van de geschiedenis en het ontstaan van religies, want dat maakt deel uit van de ontwikkeling van de mens als denkend wezen. Het zou stom zijn om het bestaan er van te ontkennen.’   

In Europa horen we weinig of niets over Canada, tenzij er een ramp gebeurt. Hoe is het leven daar? Hoe zit het bijvoorbeeld met de economie?
‘Ik heb heel wat tijd doorgebracht in de Verenigde Staten en ben ooit één keer voor een paar weken op vakantie geweest in Europa. Ik denk dat er een grotere tegenstelling is tussen de VS en Canada dan tussen Europa en Canada. Het is moeilijk om het te omschrijven. Het zit hem soms in de kleine dingen, maar die maken uiteindelijk wel het verschil. Ik ben in Engeland en Frankrijk geweest en die landen hebben een rijke cultuur en geschiedenis. De meeste Canadezen stammen af van Europeanen, dus is het niet zo vreemd dat we een sterkere band hebben met dat continent. Hier hebben we ook niet die culturele verscheidenheid met de VS die Europese landen onderling wel hebben. Volgens wat ik er over gelezen heb zou Canada het financieel en economisch beter doen dan de VS. Een groot intern probleem is dat de oorspronkelijke bewoners van Canada derderangs burgers zijn. Wij noemen ze ‘third world citizens’. Hun levensstandaard ligt ver onder die van de andere Canadezen en zelfs onder de armoedegrens. Het zijn voornamelijk Inuit en ‘first nation people’ als Métis (mestiezen), Ojibweg en Cree. Al sinds het begin van de kolonisatie is de lokale bevolking achter gesteld en slecht behandeld geweest. Vandaag weigert de regering het probleem te erkennen. Het valt te vergelijken met een epidemie die zich over het hele land verspreidt. Als het zo doorgaat zijn deze groep autochtonen zelfs met uitsterven bedreigt. Dat zoiets zou gebeuren is een moderne natie van de 21ste eeuw onwaardig.’

TrafficjaM


TrafficjaM
Lonely Happy
Eigen Beheer
TrafficjaM bestaat al sinds 2000 en dit album is de opvolger voor hun eerste langspeler uit 2010, ‘Headstrong’. De groep houdt het strak met zware gitaar riffs, potige drums en rauwe zangstijl. Het viertal brengt op een gedurfde manier een mix van stijlen als hardrock, electro, industrial, pop en dance. Het zijn vreemde combinaties die parallel lopen, maar zo te horen moeilijk met elkaar zijn te verweven. TrafficjaM kiest voor de weg van de minste weerstand door nummers uit ‘Headstrong’ te herkauwen en een iets ander jasje aan te trekken. Zo heb je ‘Don’t Let Go’, ‘Webway2’, ‘You’ en ‘Too Many’. Dat wordt nu ‘Webways’, ‘U’,  ‘Don’t ! Let Go’ en ‘2Many’. Op een totaal van negen songs snap ik niet goed wat de bedoeling is. Niet tevreden over de vorige versies, gebrek aan inspiratie, wie zal het zeggen? Het kwartet heeft nochtans een paar sterke troeven (de ritmesectie staat als een huis), doch als geheel loopt het niet echt gesmeerd. Nee, er is nog werk aan de winkel. Vielen het best in de smaak: het aan Faith No More refererende ‘Say No More’ en ‘Will I Ever’.

Seether


Seether
2002-2013
Wind-Up Records/Cooking Vinyl
Oorspronkelijk heette deze uit Zuid-Afrika afkomstige band Saron Gas. Muzikaal trad men in de voetsporen van grunge legendes Nirvana en Alice In Chains. Het is met de release van hun tweede cd ‘Disclaimer’ in 2002 dat ze hun naam veranderden in Seether. Om wat meer bekendheid te verwerven werd er de eerste jaren vooral in het thuisland veel opgetreden. Groter, lees internationaal, succes bleef echter uit en pas met het samen met zangeres Amy Lee van Evanescence in 2004 opnieuw opgenomen ‘Broken’ oogstte de groep een eerste grote hit in zowel de VS, het Verenigd Koninkrijk als Australië. Tegelijk werd ‘Disclaimer II’, een alternatieve versie van het originele album, op de markt gegooid met opnieuw opgenomen nummers en remixes. Elke groep tast wel eens mis. Voor Seether kwam dat moment in 2009 met hun cover van George Michael’s ‘Careless Whisper’. Het nummer vind je terug op de heruitgave van ‘Finding Beauty in Negative Spaces’ dat ook de singles ‘Rise Above This’, ‘Breakdown’ en ‘Fake It’ herbergt. Gestaag met het uitbrengen van nieuw werk steeg ook de populariteit van Seether met als voorlopig hoogtepunt zowel qua verkoop als hitnotering ‘Holding Onto Strings Better Left to Fray’ (2011). Dat brengt ons bij de langspeler ‘2002-2013’, waar Seether een mooi overzicht brengt van zijn tot op heden muzikale prestaties. Het is een dubbel-cd met op schijf één hun vijftien meest bekende songs en hits. De tweede bevat moeilijk te vinden tracks, enkele nieuwe opnames, demo’s en één B-kant van een single. Dit materiaal moet echt niet onderdoen voor de hits van cd 1. Men opent met een prima cover versie van ‘Seether’, de song van Veruca Salt waar ze hun naam aan ontleenden. Ook de nummers die op verschillende soundtracks van films en een televisiereeks prijken zijn ijzersterk, net als ‘Weak’ en ‘Safe To Say I've Had Enough’. Dat Seether hun liedje nog niet is uitgezongen zal midden 2014 in de verf worden gezet, want voor dan staat de release op stapel van hun nieuwe elpee. Geniet intussen, ondanks de zijn gevoeg doende hond op de cover (één van de betekenissen van het woord ‘seether’ is: To see a man about a dog. Waarmee men meestal bedoelt: naar het toilet gaan), met volle teugen van deze fraaie compilatie.

Miava


Miava
Essay On Bentham
Dice Industries/Rough Trade
Miava is kort voor Maria Isn't A Virgin Anymore, waarbij deze muzikanten op speelse wijze de draak steken met het geloof in de onbevlekte ontvangenis van baby Jezus. En als groepsnaam bekt het goed. Dit Belgische viertal kwam in de herfst van 2009 voor het eerst samen. De reden: de jongens waren ontevreden over de gang van zaken bij hun toenmalige bands. Eerst had men nog geen echt plan waar de, los uit de pols gespeelde, jamsessies zouden toe leiden. Stilaan kreeg de muziek meer vorm en als muzikaal uithangbord koos men voor een mengeling van instrumentale stoner rock, post rock en metal, met sporadisch een verwijzing naar psychedelica. ‘Essay On Bentham’ is na twee ep’s hun eerste full cd. De songs zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken: ‘Fear’, ‘Profit’, ‘Control’ en ‘Absorption’. Het is aan de luisteraar om uit te maken in hoeverre het kwartet deze emoties en begrippen muzikaal gestalte weet te geven. Brecht Vanvyaene, Jelle Reynaert, Thijs Vangeluwe en Jelle Tommeleyn zijn er in de afgelopen vier jaar ook speltechnisch flink op vooruit gegaan. Ze slagen erin om via tamelijk complexe songstructuren en intense overgangen van zachte passages naar harde en omgekeerd de toehoorder voor zich te winnen. Tot de hoogtepunten behoren 'No Wealth But Life', 'Lust' en ‘The Bones You Couldn’t Break'.

donderdag 2 januari 2014

Tatlum


Tatlum
Mechanical Rite
Hands Productions
Maxim Zolotarëv is een Russische onderdaan die grossiert in beenharde hardcore en breakcore. Een belangrijke rol speelt de stem als instrument. Tekst samples en ritmische zang worden afgewisseld met boventoonzang, een fenomeen dat zich naast Mongolië ook manifesteert in andere gebieden zoals de Russische deelrepubliek Toeva. De manier waarop deze zangtechnieken worden verwerkt in de muziek van Tatlum verduidelijken meteen ook de titel van zijn vierde langspeler. Persoonlijk zijn we geen fan van dit harde en snelle industrial subgenre. Dat het ook anders kan bewijst Maxim in het tragere ‘Kill’. Ook iets genuanceerder gaat het er aan toe in ‘Lifeless’. Voor de rest blijft Tatlum er met volle overgave de beuk in zetten. Als luisteraar worden de zenuwen danig op de proef gesteld. Je moet echt een hardcore fan zijn om dit album te kunnen smaken. 

Proyecto Mirage


Proyecto Mirage
Steam Tech
Hands Productions
Madrileens duo bestaande uit Alicia Willen en Francisco Planellas. Ze zijn ook actief in Bubble Gum, zoals de naam al laat vermoeden, een meer luchtige electro variant. Hun eerste album als Proyecto Mirage verscheen in 1999. Met ‘Steam Tech’ zijn ze toe aan hun zevende langspeler. Door de jaren heen heeft het duo een eigen groepsgeluid ontwikkelt. Thema van ‘Steam Tech’ is de industriële (r)evolutie. Beginnen doen ze bij de stoommachine met het openingsfragment ‘Molrlock Ritual’. Het is een track met een dubbele bodem, want je kan er ook een spirituele dans in herkennen. Met ‘Came To Know’ mikt men een eerste keer op de dansvloer. De onderkoelde zang van Willen in combinatie met de machinale geluidserupties van trance, noise, techno, hardcore en electronic body music geven het geheel een eigen karakter. Met de keuze voor een concept album dwingt het tweetal zich in een eigen keurslijf. Slechts zelden doorbreken Alicia en Francisco hun strikt afgelijnde muzikale kader. Als men daar probeert van af te wijken zoals in‘Tesla Coil’ is er wel een storende factor - hier een kunstmatig opgewekt gehuil – die deze compositie keldert. ‘Pray In Binary’ en ‘The Alchemist’ zijn verwisselbaar en de instrumentale nummers ‘Peg 100 Experiment’ en ‘Mecha’s Attack’ zijn ritmisch sterk verwant met ‘Rhythm Of Locomotive’. Door al dat dreunen en stompen hebben de twee muzikanten genoeg stoom kunnen afblazen. Nu wij nog, want wij blijven ondanks al het gebeuk op onze honger zitten.     

Cervello Elettronico


Cervello Elettronico
Anima Meccanica
Hands Productions
David Christian is al sinds 2001 actief als Cervello Elettronico. Op handige wijze infiltreert deze Amerikaan verschillende elementen in zijn moderne en hedendaagse electro variant. Dub, techno, deep house, minimal music, industrial, breakbeats komen allemaal aan bod. De algemene teneur is duister en dreigend. De structuur is kil en mechanisch. Brekend glas, een gure wind, schrille schreeuwen, ijl gefluister; robotachtige, repetitieve tekstfragmenten; het zijn maar een paar impressies die de somberheid en duistere sfeer van het album benadrukken. De songs hebben als gemeenschappelijke factor diepe en zware baspartijen van elektronische percussie. Slechts af en toe maakt Christian gebruik van een vervormde mixtuur (‘Impact’). ‘Anima Meccanica’ is een zeer homogeen album en daar schuilt ook het gevaar van het monotone en afstompende. Met een speelduur van 66 minuten lijkt het geheel bijna eindeloos lang en snak je soms naar het einde. Gelukkig zijn er tracks als ‘Vertebrae’, ‘She’s Got Damage’, ‘Animalism’, ‘Pulse’, ‘Splinter’ en het opzwepende ‘People Are Still People’ die voor de broodnodige afwisseling zorgen. In zijn genre hoort deze langspeler thuis bij het betere werk van 2013.

Alan Lauris


Alan Lauris
Q3 (The Quest Part 3) EP
Canal Island Records
Alan Lauris heeft er zijn tijd voor genomen, maar na 'The Quest' deel 1 van 2002 en deel 2 van het jaar daarop is er nu het laatste luik van deze trilogie. Niet dat hij tussendoor helemaal had stil gezeten, want in 2006 en 2009 verschenen nog met ‘Connect Me’ en Different Frequency’ twee volwaardige albums. De Utrechtse componist, producer, toetsenist en zanger omschrijft zijn muziek als 'electro singer-songwriter pop'. Zijn stem houdt het midden tussen Karel Fialka, Neil Tennant (Pet Shop Boys) en Fred Schneider (The B-52's) in 'Following Albert'. Alan Lauris brengt, met gevoel voor humor, luchtige synthesizer pop. De man luistert daarbij aandachtig naar andermans werk. Zo is 'Aquaplaning' Kraftwerk ten voeten uit en refereert ‘I Have What It Takes’ naar Gilbert O’Sullivan. Andere invloeden komen duidelijk van Pet Shop Boys en gelijkaardige electro pop acts (Erasure, Visage, Telex). De ep telt zeven nummers met als bonus twee remixes. 

Katadreuffe


Katadreuffe
Malconfort
Narrominded
Genoemd naar het gelijknamige hoofdpersonage in Ferdinand Borderwijk zijn roman 'Karakter' laat deze Amsterdamse groep zich niet kisten. Net als Jacob Willem Katadreuffe bezit het gezelschap over een onafhankelijke wil, koppigheid en doorzettingsvermogen. Tegelijk is de stijl van het kwartet uitdagend. Hun songs zijn stug en strijken tegen de haren in. Ze bij één stijlsegment onderbrengen lukt niet. Het viertal graait om zich heen: noise, postpunk, art rock, shoegaze, hardcore en zo kan je nog een tijdje doorgaan. De titel van het album verwijst naar een ingenieus middeleeuws marteltuig zo geconstrueerd dat je er niet kon in staan noch zitten. Het lichamelijk ongemak, de ondraaglijke pijn, de eeuwigdurende kwelling, de totale uitputting vertaalt zich hier in een muzikaal avontuur. Dat een plaat dergelijke impressies en gewaarwordingen oproept is op zich niet mis te noemen en tegelijk het bewijs dat 'Malconfort' een niet alleen grillige, maar opmerkelijke plaat is. Katadreuffe maakt weergaloos gebruik van de hen gegunde artistieke vrijheid. Hier geen radiohits in wording, doch een rits songs die je rusteloos heen en weer doen schuiven op je stoel, de oren gespitst.

Truth Corroded


Truth Corroded
The Saviours Slain
AFM Records
Van het AFM label kregen we de jongste worp van de Australische thrash/death metal band Truth Corroded toegestuurd.  De groep is actief sinds 1997 en heeft inmiddels, deze 'The Saviours Slain' 'meegerekend, vijf albums uit. Hun vorige langspeler 'Worship The Bled' werd overal op lof onthaald. Dat zorgde ervoor dat Truth Corroded ook voet aan de grond kreeg in Europa en Japan. Voor de opnames van 'The Saviours Slain' werd andermaal beroep gedaan op de diensten van top drummer Kevin Talley (Battlecross, Daath, Misery Index en Chimaira). Ook Craig Locicero van Forbidden en Malevolent Creation frontman Bret Hoffman leveren een gastbijdrage. Na het tekstfragment 'Precipe' als intro haalt Truth Corroded meteen verschroeiend uit met het fantastische 'They Are Horror'. Het vijftal houdt het tempo hoog en strak en vooral 'A Feeding Enemy' en 'Last Of My Flesh' zijn verpletterend goed. Dat ze meer kunnen dan de beuk er in gooien bewijzen ze met het tragere, maar steengoede 'Sea Of Flames' en de dramatische afsluiter 'Hallowed Black Sun'. Bassist en tekstschrijver Greg Shaw neemt geen blad voor de mond en geeft zijn kritische kijk op de sociale, religieuze en politieke problematiek in onze maatschappij. Voeg daar de oerschreeuwen van Jason North aan toe en je krijgt een recept dat niemand onberoerd laat.

Suns Of Arqa


Suns Of Arqa
Ancient Temples EP
Interchill
In afwachting van hun nieuwe cd ‘Get Illuminated’, die ergens begin 2014 zou moeten verschijnen, maakt Suns Of Arqa het wachten iets draaglijker met de release van deze vier songs tellende ep. Het aanbod bestaat uit vier alternatieve mixen van drie nummers. Daarvoor deed men beroep op oude getrouwen en meesters in hun vak als Gaudi, Astralasia, Youth en Gagarin. Overwegend reggae, dub en drum ’n’ bass  bepalen de cadans. Het geeft het plaatje een relaxte sfeer met een vleugje mystiek. De Astralasia mix krijgt een Keltisch tintje met een gastbijdrage van violiste Olivia Moore. Door de synthesizerlijnen van een Moog in de Gaudi versie van ‘Ancient Temples In The Southern Cape’ lijkt het wel of het heelal binnen handbereik ligt. Met ‘Pablo’s Lament’ brengt Youth (bekend van onder meer Killing Joke) de luisteraar helemaal  in een ultieme, psychedelische dub stemming. Met Gagarin brengen we in ‘The Truth Will Set You Free’ een bezoekje aan India. Hier zijn het zangeres Angel Eye en de ritmetandem Skip MacDonald en Style Scott die een hoofdrol opeisen. Michael Wadada bewijst dat de rol van zijn Suns Of Arqa op muzikaal gebied nog lang  niet is uitgespeeld. Deze ‘Ancient Temples’ ep is dan ook een prima introductie voor hun te verwachten langspeler.

Coen Oscar Polack & Herman Wilken


Coen Oscar Polack & Herman Wilken
Fathomless
Narrominded
Na ‘The Language Of Mountains Is Rain’ van 2009 zoekt het duo Polack & Wilken andere oorden op. Met ‘Barents Sea’, de eerste van de twee composities op ‘Fathomless’, gaan we naar het kille Noorden. De zee, genoemd naar de Nederlandse zeevaarder en ontdekkingsreiziger Willem Barentsz, ligt ten noorden van Rusland en Noorwegen. Het is ook daar dat de atoomonderzeeër Koersk op12 augustus 2000 is gezonken. Daarbij kwamen alle 118 opvarenden om het leven. Polack en Wilken proberen de barre levensomstandigheden op een eiland als Spitsbergen, de archipel Nova Zembla of het schiereiland Kola met hun muziek weer te geven. De track opent met bijna onhoorbaar geknisper. Je moet de volumeknop bijna helemaal open draaien om iets te horen. Langzaamaan komen andere geluiden binnen sijpelen waarmee men water, wind en walvissen probeert na te bootsen. Je krijgt het hoe dan ook vreselijk koud, want het vriest dat het kraakt, toch bij wijze van spreken. Voor 'Sundarbans' trekt het tweetal naar het veel warmere India. In vergelijking met het bevroren landschap van Antarctica beschikt dit woud over een ruim gediversifieerde flora en fauna. De muziek maakt je loom, al bouwt het duo tegelijk een spanningsboog op die je alert houdt. 'Fathomless' intrigeert. De twee nummers laten je kennis maken met twee totaal verschillende gebieden, tot voor kort ongerept. Door de niet te stoppen expansiedrift van de mens, komt vandaag het broze evenwicht van hun ecosysteem in gevaar.  Muziek om bij weg te dromen, doch die je terzelfder tijd aan het denken zet.   

Erasure


Erasure
Snow Globe
Mute
De kersttijd is weer aangebroken. Het sein om vanuit de muziekbusiness de in feeststemming verkerende medemens te bestoken met een lawine van kerstcd’s. Daarbij is de ene uitgave al meer smaakvol dan de andere. In het geval van Erasure zijn we geneigd om hun kerstalbum op een positieve noot te trakteren. Vince Clarke en Andy Bell zijn oude rotten in het vak en het zou me verwonderd hebben mochten ze in de val zijn gelopen van snel, goedkoop en kitscherig vertier. Clarke verstaat de kunst om zijn ervaring en kennis van elektronische muziek op een stijlvolle manier te integreren in andermans liedjes. De keuze van de covers voor ‘Snow Globe’ is voor een stuk voorspelbaar (‘Silent Night’, The Christmas Song’, ‘White Christmas’), maar af en toe ook gedurfd (‘Gaudete’, ‘Bleak Midwinter’, ‘Midnight Clear’). Vince houdt het hier sober. Geen overdreven toeters en bellen, doch een meer passende, ingetogen kerststemming. De eigen nummers waaronder ‘Bells Of Love’, ‘Make It Wonderful’ en ‘Blood On The Snow’  vallen niet uit de toon. De sfeer is identiek aan die van de geleende songs. Alleen ‘There’ll Be No Tomorrow’ heeft een naar mijn smaak wat te hoog camp gehalte. De zangpartijen van Andy zijn zoals gewoonlijk kwaliteitsvol. Maar, hoe je het ook draait of keert: er blijft rond dit soort van projecten altijd toch een muf geurtje hangen. Naast een reguliere versie bestaat er van ‘Snow Globe’ ook een gelimiteerde, luxueuze editie bestaande uit drie schijfjes plus nog wat exclusieve hebbedingen zoals een gesigneerd kerstkaartje.