zaterdag 31 augustus 2013

Maya Jean Coles


Maya Jane Coles
Comfort
I/AM/ME / Eigen Beheer
Maya is een gerenommeerde producer/DJ (ook bekend als Nocturnal Sunshine) die de afgelopen jaren onder de prijzen werd bedolven en via internet kan rekenen op duizenden views, hits en fans. Er werd dan ook met belangstelling uitgekeken naar haar debuutalbum. Coles hield daarbij alle touwtjes strak in handen en liet zich niet verleiden door het grote geld. Zo brengt ze 'Comfort' uit in eigen beheer, zingt, speelt alle instrumenten zelf in, mixte en produceerde de plaat in haar thuisstudio en nam ook het hoesontwerp voor haar rekening. Muzikaal kiest ze voor het ruime sop en de term 'dance' wordt uitgediept met uitstapjes naar house, hiphop, R&B, dub, techno en indie rock. Voor enkele tracks werden artiesten uitgenodigd die de gastrol in dank hebben aanvaard. Sommigen kent Maya van vroegere projecten, anderen zijn nieuwkomers. Verlenen hun medewerking: Kim Ann Foxman voormalig actief in Hercules & The Love Affair, Nadine Shah, Karin Park, Catherine Pockson van Alpines en verder Miss Kittin, videoregisseur Thomas Knight en de onnavolgbare en legendarische Tricky. Een aantal nummers zijn werkelijk pareltjes (de opener en titelsong, het schitterende 'Easier To Hide', het hippe 'Burning Bright', 'Stranger', eerste single 'Everything', het prachtige 'Fall From Grace' en 'Take A Ride', songs die je stuk voor stuk naar de dansvloer stuwen. Anderen hebben een iets meer experimenteel karakter, maar zijn daarom niet minder goed. In die tweede categorie horen 'Blame', 'Dreamer', 'Wait For You', 'Come Home' en 'When I'm In Love' thuis. Maya Jane Coles is een moderne, stijlvolle dame die haar entree niet heeft gemist en een prima debuut aflevert dat men in het dans circuit met open armen zal ontvangen.

Effter


Effter
Comorbidity
Danse Macabre
Conceptalbum over het tegelijkertijd hebben van twee stoornissen of aandoeningen bij een patient. Het Italiaanse duo is hiermee niet aan zijn proefstuk. Naast een zestal ep's is dit na 'Bilateral 602' hun tweede full cd. Frank F en JQR hun muzikale achtergrond is zeer verschillend. In combinatie proberen ze een moderne en totaal eigen stijl ter creëren. Raakpunten zijn er met metal, industrial, gothic, breakcore, klassieke muziek en electro. De verscheidene ziektebeelden en symptomen zijn schrikwekkend en onheilspellend en krijgen desgevallend een passende muzikale omkadering. Met 'Comorbidity' begeeft Effter zich op het slagveld van de psyche. De luisteraar is hier mee slachtoffer en moet zich op zijn eentje uit de door het tweetal - niet alleen door de teksten - doch door ook de keuze van de muzikale omlijsting in het leven geroepen psychologische omknelling bevrijden. 'Comorbidity' is geen vrolijke, noch eenvoudige passage langsheen de vreemde kronkels die zich in het menselijke brein kunnen manifesteren. De toon is ronduit sinister en tegendraads wat al meteen blijkt uit de met metal gitaren opgesmukte openingstrack 'Prodrome'. Een tendens die zich doorzet in het harde 'Antropophobic' (angst voor mensen) en '300.12' (de DSM classificatie voor de psychische aandoening dissociatieve vlucht). 'Mens Rea' is meer electro/industrial getint al blijven ook hier de metal gitaarklanken deel uitmaken van het geheel, net als in 'Hybristophilia' en 'Stigma'. Donkere schaduwen verzamelen zich boven de door industrial gestuurde tracks 'Iatrogenesis', 'Melanie', 'Wahnsinn' en 'Amygdala'. De interpretatie en de voorstelling van Effter voor dit fenomeen van het gelijktijdig hebben van lichamelijke, geestelijke en bijbehorende sociale problemen is op zijn minst fascinerend te noemen.

Rosa Infra


Rosa Infra
Инфраморфозы
Artificial Sun
De ep 'Инфраморфозы' ('Inframorphosis') is voor het Russische Rosa Infra de brug tussen hun debuut elpee 'Change Of Scenery' en de op stapel staande tweede langspeler. Lag de nadruk bij hun eersteling nog bij een melodieuzere, symfonische gothic metal variant als groepsgeluid dan kiest men nu voor een hardere, rauwere aanpak via heftige industrial, en aangrijpende metal – grindcore, death – al blijft het gothic element ook zijn rol spelen, bijvoorbeeld in de openingstrack '1986' en het majestatische 'Навсегда' ('Forever'). Dat ze voor de metal invloeden de inspiratie halen bij bands als Red Harvest, Meshuggah en Fear Factory bewijzen ze met een snoeiharde cover van die laatste hun 'Slave Labor'. Daarnaast moet Rosa Infra het hebben van dramatiek en pathos. De stem van zanger/bassist Karpushin is daar het ideale instrument voor. Met 'Inframorphosis' is Rosa Infra op zoek naar het voor hen juiste muzikale pad. Met hun tweede cd kan het echt alle richtingen uitgaan. Benieuwd wat het wordt.

Ministry

Ministry 
Enjoy The Quiet – Live At Wacken 2012
13th Planet Music/UDR 
Dit zou de definitieve live dvd moeten zijn voor Al Jourgensen en zijn Ministry. Het optreden op Wacken in 2012 was toen het laatste en de afsluiter van Ministry hun ‘Relapse’ tournee. Jourgensen was eigenlijk zo goed als opgebrand en het was gitarist Mike Scaccia die hem toen kon overtuigen om nog een laatste keer voluit te gaan. Scaccia zou enkele maanden later (december 2012)  overlijden. Een hartaanval tijdens een show voor Bruce Corbitt, zanger van Rigor Mortis, zijn verjaardag werd hem fataal. Mike was 47 jaar oud. Naast klassiekers als ‘New World Order’, ‘Just One Fix’ en ‘Waiting’ brengt Jourgensen meer recente nummers als ‘No ‘W’’, ‘Rio Grande Blood’ en ‘LiesLiesLies’ songs die de laatst jaren regelmatig op de speellijst staan. Verrassende opener is echter ‘Ghouldiggers’ gelicht van hun meest recente langspeler ‘Relapse’. Later passeren van diezelfde schijf ook nog ’99 %ers’ en de titelsong. Naast de volledige live show bevat de dvd nog twee video’s van respectievelijk  ‘Ghouldiggers’ en 99%ers’, allebei ingeblikt door Zach Passero. De bezetting van 2012 bestond naast Jourgensen en Scaccia uit allemaal oudgedienden als gitarist Sin Quirin, toetsenist John Bechdel en drummer Aaron Rossi. Enige nieuwkomer is bassist Casey Orr. De heren bleken in goede doen te zijn en speelden aan een hels tempo een erg strakke en luide set. 2012 was voor Ministry de tweede passage op Wacken, want ook in 2006 tijdens hun ‘Rio Grande Blood’ toer waren ze van de partij. Het optreden van toen staat eveneens integraal op de dvd. Beide concerten zijn ook gewoon te beluisteren op twee bonus cd’s. Ook de Ministry line-up van 2006 mag gezien worden met toen nog naast Jourgensen, Bechdel en Scaccia de in 2007 overleden bassist Paul Raven, Tommy Victor op gitaar en achter de drumkit Joey Jordison. Buiten de verschillende bezettingen en het feit dat er zeven jaar zit tussen de optredens in vallen er nog wel meer verschillen waar te nemen. Ieder voor zich mag uitmaken naar welke editie zijn voorkeur uitgaat. Begin september zou het allerlaatste studio album ‘From Beer To Eternity’ van Ministry verschijnen dat net als ‘Enjoy The Quiet’ een saluut en eerbetoon is aan Jourgensen zijn trouwe vennoot en vriend Mike Scaccia.  

Windhand

Windhand 
Soma
Relapse Records 
Maart 2012 debuteerde het uit Richmond, Virginia afkomstige Windhand met een eerste album. In april dit jaar volgde een split cd met Cough en nu is er dus ‘Soma’. Windhand speelt doom metal, maar verweeft dit met klassieke rockpatronen (hardrock, psychedelische rock). De stem van zangeres Dorthia Cottrell zit een eind weg in de mix en dat geeft aan de nummers een spookachtig, gejaagd effect. De basis van waaruit men vertrekt is zwaar en log. De drums hebben soms moeite om in de pas te lopen. Men laat veel ruimte voor gitaarsolo's waarbij de twee gitaristen elkaar gelukkig niet voor de voeten lopen. Op het moment dat je denkt dat het eentonig gaat worden krijg je het mooie 'Evergreen' opgediend. Aan alleen een akoestische gitaar en een prachtige stem heb je genoeg om de luisteraar voor eeuwig aan je te binden. Een wonderlijke belevenis die letterlijk de rest van het aanbod overstijgt. Om het verschil nog meer te benadrukken begint 'Cassock' met een door gitaareffecten overstuurde en gedreven intro, waarna de groep weer als vanouds de sloophamer bovenhaalt. 'Cassock' duurt bijna veertien minuten.Tijd zat om even de experimentele toer op te gaan en de 'acid' te laten inwerken. Het lijkt wel een ouderwetse lsd trip. Was veertien minuten lang dan lijken dertig minuten een eeuwigheid. In het epische en mysterieuze 'Boleskine' blaast eerst een gure wind. Al snel gevolgd door een overdonderende doom pletwals. Iets voor halfweg ruimt men terug baan voor akoestische gitaar en ijzige windvlagen, maar dat duurt slechts een paar tellen. Dan krijgen de elektrische gitaren vrij spel om naar het einde toe de natuurelementen (de groepsnaam dekt hier de lading) weer te laten zegevieren. Al kan het kwintet me persoonlijk maar matig bekoren; Windhand heeft zeker een aantal troeven in huis om een naam te verwerven in het doom metal circuit.       

Midday Veil

Midday Veil 
The Current
Translinguistic Other Records
De bezetting van Midday Veil bestaat uit een drie man sterke ritmesectie met bassist Jayson Kochan, drummer Chris Pollina en percussionist Sam Yoder. De overige drie leden vormen de artistieke kern van het sextet. Emily Pothast studeerde beeldende kunst, maar is nu voltijds zangeres bij Midday Veil. David Golightly is een maniak wat  analoge synthesizers betreft. Hij studeerde in Duitsland en kwam daar in aanraking met de composities en elektronische muziek van Karlheinz Stockhausen. Zijn voorliefde voor Stockhausen komt tot uiting in de muziek van Midday Veil. En dan is er nog gitarist Timm Mason. Eigenlijk een multi-instrumentalist die zich heeft verdiept in het bouwen van en werken met modulaire synthesizers, in de Franse muziekstroming Musique Concrète en de geschiedenis en ontwikkeling van gitaarmuziek in het Midden-Oosten. In 2010 debuteerde Midday Veil met ‘Eyes All Around’ en in 2011 en 2012 brachten ze met ‘Subterranean Ritual II’ en ‘INTEGRATRON’ twee cassettes(!) uit met heerlijke muziek op een al even wonderlijke manier opgenomen. Iets wat niet onopgemerkt bleef in het underground circuit. Met ‘The Current’ gaat Midday Veil door op zijn elan. Elke compositie bevat elementen en invloeden van kunstenaars en stromingen die de muzikanten individueel boeien. De ene keer sterke dan weer subtiele cadans die het ritme bepalen is van onschatbare waarde. Met de muziek van Midday Veil ervaar je van alles en nog wat gaande van kosmisch over mythisch tot hypnotisch. De vele subgenres en stijlen zorgen voor afwisseling: kraut rock, drones, experimentele muziek, psychedelische rock, ritmisch zingen, glam rock en zelfs metal. Elke track is van uitzonderlijke kwaliteit met een lichte voorkeur voor het dreigende ‘Great Cold Of The Night’,  de prachtige titelsong en het bezwerende ‘Remember Child’. De productie is van de ongeëvenaarde Randall Dunn (Sunn O))), Master Musicians Of Bukkake). Niet alles wat hij aanraakt verandert in goud, maar hij komt toch aardig in de buurt.

Meat Puppets

Meat Puppets
Rat Farm
Megaforce Records
Sinds hun reünie in 2006 blijven de broers Curt en Cris Kirkwood en drummer Shandon Sahm regelmatig platen uitbrengen.  Ze zitten aan nummer vier en als je hun hele carrière overspant is dit Meat Puppets hun veertiende album. Werden ze in de jaren tachtig geroemd om hun country/punkrock/hardcore variant, dan blijft daar dezer dagen niet veel van over. De mannen zijn ouder geworden en de scherpe kantjes zijn eraf.  De nummers hebben een gezapig en loom tempo. Af en toe in een gitaarsolo, pianopartij of muziekfragment hoor je het oude vuur oplaaien. Telkens opflakkeringen die van korte duur zijn. Die staan wel haaks op de songstructuren en zorgen ervoor dat je als luisteraar attent blijft en verwachtingsvol uitkijkt of er nog meer eigenzinnige en verrassende wendingen komen. Dat is onder meer het geval in ‘Time And Money’, ‘Original One’, ‘Sweet’, de titelsong, ‘One More Drop’, ‘Leave Your Head Alone’ en ‘Again’. De ontspannen zangstijl van Curt en folkrock invloeden versterken nog het dolce far niente gevoel. Op de tonen van een vrolijk country deuntje zingt Curt in ‘Something Blue’: ‘When the moon is up and shining…’. Dan weet je het wel. ‘Rat Farm’ is een plaat om bij weg te dromen. Uiterst geschikt voor de oudere rockliefhebber die elke ochtend voor de spiegel met een kritische, maar ietwat verslagen blik geconfronteerd wordt met zijn uitdunnende haardos en naar achter wijkende haarlijn.

Kaos Krew

Kaos Krew 
Corruption Rules This World
Eigen Beheer/Inverse Records
Na enkele personeelswissels lijkt Kaos Krew opnieuw het juiste spoor te hebben gevonden. ‘Corruption Rules This World’ is na ‘Devour’ (2006) en ‘Global Fobia’ (2009) hun derde langspeler. Sinds 2010 zit Zacharias Ahlvik op de drumstoel en in 2012 werd zanger Massi Wickmn aan de line-up toegevoegd. Samen met oudgedienden Ulf Skog en Goran Fellman brengt het kwartet met ‘Corruption Rules This World’ een niet onaardig album uit. De groep speelt nog altijd industrial metal, maar voegt daar melodieuze en op klassieke leest geschoeide (hard)rock passages aan toe. In het instrumentale ‘Speedbump’ gaat men zelfs eventjes op de jazzrock toer. De ingespeelde synthesizer en keyboard partijen roepen herinneringen op aan Gamma en Oomph!. Wat het groepsgeluid betreft leunen ze aan bij hun Zweedse pendanten Pain en Clawfinger. Je mag er donder op zeggen dat ‘Planet Madness’ het goed zal doen als single en ook ‘Big Sale’, ‘Close My Eyes’, 'Leave No Scars', 'Fire-Eater' en 'Into The Fire' zijn uit het goede hout gesneden. Aan het symfonisch getinte ‘Be Our Hero’ zit een galsterig randje dat je bijna doet kokhalzen. Het restant van de songs missen die ene genster die het vuur doet overslaan. 'Corruption Rules This World' is een verdienstelijke plaat en biedt Kaos Krew nog toekomstperspectieven.

Horseback

Horseback 
A Plague Of Knowing 
Relapse Records
Na de release van ‘Halfblood’ in 2012 vond spilfiguur Jenks Miller het een gepast moment om zeldzaam materiaal van de laatste zes jaar uit de catalogus van Horseback te verzamelen. De periode 2007-2012 moet vruchtbaar geweest zijn, want het werden niet één maar drie cd’s. De eerste schijf ‘A Plague Of Knowing’ bevat singles, uitgebracht onder eigen naam en met andere acts als Locrian, Voltigeurs en Pyramids plus ongewone en moeilijk te vinden tracks. Nummer twee bevat de originele opnames van de ‘Stolen Fire’ cassette, aangevuld met alternatieve versies en een demo opname. Op de derde schijf brengt Horseback een live uitvoering van ‘Impale Golden’ en het nooit eerder verschenen veertig minuten durende epos ‘A Plague Of Knowing’. Het hoesontwerp is alweer een pareltje net als vele van de muziekfragmenten. Een eerste hoogtepunt is ‘Heathen Earth’. Een mooi opgebouwde, meditatieve compositie, tot wanneer de grunts onverbiddellijk uithalen om naar het einde toe toch in schoonheid te eindigen met verstilde ambient klanken. Telkens opnieuw valt het moeilijk om de muziek van Horseback te omschrijven. Het hese geschreeuw en de overstuurde gitaren zorgen telkens voor contrapunten die de compositorische kracht en vernuft onderuit halen en het primitieve en rudimentaire laten overheersen. Deze collectie biedt ook een inzicht in de evolutie van de band, maar ook hier valt er niet een lijn te trekken en krijg je bijvoorbeeld in één en dezelfde song pure black metal, eentonig geruis dat overgaat in drones en een doom metal variant voor de kiezen. Cd 2 opent met ‘Stolen Fire’ de titelsong, een aan triphop verwante track. Daarna volgt ‘Murdered’ een nummer dat zijn titel helemaal waarmaakt. ‘Retribution’ drijft dan weer op een Afrikaans ritme. Elke compositie op ‘Stolen Fire’ is verschillend en een weergave van de muzikale rijkdom waaruit Horseback kan putten. De metal component komt minder aan bod. Interessant aan deze driedubbele editie is het totaalpakket dat je krijgt, inclusief een live cd. Horseback op de planken is een fenomeen op zich. ‘Impale Golden’ brengt een mix van drones met een door effecten gestuurde elektrische gitaar. In het nooit eerder uitgebrachte ‘Plague Of Knowing’ wordt het volume bijna onmerkbaar, doch gestaag opgevijzeld. Je raakt in de ban van de maalstroom van de zich herhalende riffs, een veertig minuten durende geluidsstorm. Zeer indrukwekkend. ‘A Plague Of Knowing’ komt in een eerste persing in een slechts tweeduizend stuks tellende, gelimiteerde oplage.

Gogol Bordello

Gogol Bordello
Pura Vida Conspiracy
Casa Gogol Records/ATO Records
Frontman Eugene Hütz van Gogol Bordello is best tevreden met de status van zijn band als buitenbeentje. De verschillende nationaliteiten en talrijke invloeden geven de muziek een niet te catalogeren, internationale uitstraling. Het verhaal dat Eugene met het nieuwe album wil brengen gaat over de zoektocht naar zelfkennis en dat over grenzen en nationaliteiten heen. Elk individu heeft een eigen culturele achtergrond, maar dat is volgens Hütz slechts een masker. Om je actuele zelf te kennen moet je achter die façade durven kijken. Ongeacht je afkomst, met de juiste ingesteldheid kan je overal ter wereld je plaats vinden. Rode draad doorheen de muziek van Gogol Bordello blijven de zigeuner ritmes en de rebelse punkrock attitude. Door de veelzijdigheid van de muzikanten steekt er heel wat afwisseling in de nieuwe songs. Iedereen mag zijn duit in het zakje doen en dat brengt toch volop leven in de brouwerij. Dit verankerd ook de differentiatie in het muzikale palet. ‘Pura Vida Conspiracy’ is een feestelijke plaat. Eentje die je de hele zomer zoet houdt en waarbij menige song uitnodigt tot meezingen. Vielen het best in de smaak: ‘Lost Innocent World’, ‘The Other Side Of Rainbow’, ‘My Gypsy Auto Pilot’ en ‘John The Conqueror’.

Glass Hammer

Glass Hammer
The Inconsolable Secret – Deluxe Edition
Arion Records/Sound Resources
In 2005 verscheen van Glass Hammer het dubbelalbum ‘The Inconsolable Secret’.  Het kleinood is al enige tijd uit de winkelrekken verdwenen, maar niet getreurd nu dus opnieuw verkrijgbaar in een deluxe versie met een bijkomende schijf getiteld ‘Remix’. Een misleidende benaming, want het gaat hier om opnieuw ingespeelde stukken van ‘The Inconsolable Secret’ met hun huidige zanger Jon Davison. Die laatste heeft niet alleen de voornaam, maar ook het stemgeluid mee van Yes zanger Jon Anderson. Om een aanknopingspunt te vinden met een muzikale stijl hoef je niet verder te zoeken, want de muziek van Glass Hammer is nauw verwant met die van progrock pioniers Yes. Deze ‘Remix’ lijkt me wat overbodig en het is goed dat we onze aandacht kunnen toespitsen op de oorspronkelijke release. Toen was Walter Moore nog zanger en bewijst de band veel meer te zijn dan een platte Yes imitatie. ‘The Inconsolable Secret’ is een prachtig staaltje van moderne, progressieve rock. Deel één, ‘The Knights’ brengt alles wat je van een symfonische rockband mag verwachten. De muzikanten zijn stuk voor stuk virtuozen en de twee composities, ‘A Maker Of Crowns’ en ‘The Knight Of The North’ zijn schitterend van opbouw en structuur.  ‘The Lady’, het tweede luik telt elf tracks en verschilt danig van ‘The Knights’. Zangeres Susie Bogdanowicz komt nadrukkelijk op het voorplan en vormt enkele keren een hecht tweespan met Walter Moore terwijl de muziek meer op klassieke muziek geënte fragmenten bevat, inclusief koor en orkest. Het meer bombastische, theatrale karakter doet helemaal geen afbreuk aan het geheel.  De twee cd’s brengen een totaalbeeld van deze Amerikaanse act. Met ‘The Inconsolable Secret’ bracht Glass Hammer acht jaar geleden een ambitieus een tijdloos album uit dat een heruitgave zeker rechtvaardigt.

End Of Green

End Of Green
The Painstream
Napalm Records
End Of Green draait toch ook al twintig jaar mee en bracht met 'High Hopes In Low Places' in 2010 één van zijn betere albums uit. Hun achtste langspeler, 'The Painstream' ligt helemaal in het verlengde ervan. End Of Green werkt sinds 'Dead End Dreaming' van 2005 aan een formule die een mengeling brengt van alternatieve rock/metal, gothic en poprock. Met iedere nieuwe plaat wordt die    meer geperfectioneerd, uitgebalanceerd en op punt gesteld. Alles in het huidige internet tijdperk is vluchtig en van korte duur. End Of Green wilde zich manifesteren met een pakket songs die toch iets langer dan doorsnee in het geheugen zouden blijven hangen. Voor de teksten concentreerde frontman Michelle Darkness zich dan ook op de laatste twee zekerheden in het leven: passie en pijn. Melancholie en tragiek, doch in bescheiden proporties. Of ze geslaagd zijn in hun opzet zal de toekomst uitwijzen. Feit is dat, net als op hun vorige albums, End Of Green een handvol pakkende liedjes bij elkaar heeft gesprokkeld. Tot die categorie behoren 'Home On Fire', het trage, op blues geënte 'Death Of The Weakender', het pittige 'Chasing Ghosts', het theatrale 'Holidays In Hell', 'Standalone' en het meeslepende 'De(ad)generation'. Een beetje week in de buik word je van 'Don't Stop Killing Me' en de tegelplakker 'Miss Misery'. Het zijn de kneusjes op deze 'The Painstream'.

Delibra


Delibra 
Disturbing Vision
Casket Music
Italiaanse band die zijn muzikale roots toeschrijft aan de Seattle sound van de jaren negentig van de vorige eeuw. Denk aan Pearl Jam, Silverchair, Soundgarden en aanverwanten. Intussen zijn ze al een aantal jaren aan de slag, hebben hun muzikale spectrum wat uitgebreid en mag je ook Ben Harper, Radiohead, Kings Of Leon en Jeff Buckley aan het rijtje toevoegen. Een lokale inbreng van traditionele en populaire muziek vonden ze in de muziek uit de regio van Napels. Het duo bestaande uit Daniele Zitiello en Salvatore Gaudino zingen afwisselend en nemen ook alle instrumenten voor hun rekening. Sinds juni dit jaar is ook Marco Bracchetti na een jaar afwezigheid opnieuw van de partij. Opener ‘Watchsky’ is meteen het beste nummer uit het aanbod van zes songs. De overige liedjes zijn niet slecht, maar missen toch wat diepgang en punch. ‘In Distance’ is overwegend akoestisch en vermengt folkrock en pop met progressieve rock. ‘Saline’ klinkt dan weer een stuk heftiger en wordt aangestuurd door melodieuze rock/metal gitaarriffs. Met afsluiter ‘6:00am Mirror View’ krijgen we een korte, instrumentale impressie over het ochtendgloren. Delibra breekt niet meteen potten, maar bezit speelplezier en heeft de drang om mits hard labeur en doorzetting nog verder groeien. Toch maar in de gaten houden.

Earthling Society

Earthling Society
Zodiak
4 Zero
'Zodiak' is de titel van het nieuwe album en de opvolger voor het in 2011 verschenen 'Stations Of The Ghost'. Earthling Society probeert telkens te verrassen en deze keer doen ze dat met hulp van saxofonist Lew Dickinson en toetsenist Neil Whitehead. De elpee versie van ‘Zodiak’ kwam al vorig jaar uit op Nasoni en verschilt nogal van de cd release. Op de eerste krijg je een ingekorte versie van de titelsong (toch nog goed voor 25 minuten) plus 'Astral Traveller' en de track 'Silver Phase'. De cd brengt de volledige titelsong (vier extra minuten), plus 'Astral Traveller' en nog drie bijkomende nummers, doch 'Silver Phase' is daar niet bij. Earthling Society zoekt het in lange trips, want ook 'Astral Traveller' duurt 22 minuten. Namen die opduiken als referentiepunt zijn Hawkwind, Grateful Dead, Litmus en Ozric Tentacles. Earthling Society mengt subgenres als dub, jaren zeventig rock, psychedelica, space rock. Effecten als fuzz, wah-wah gitaren en geflipte elektronische snufjes keilen je de kosmos in. Thema's die aangesneden worden in de teksten zijn occultisme, vervreemding, verval en cynisme. Naar mijn smaak is het 'jam gehalte' wat te hoog en grijpt men maar al te graag naar het grote arsenaal van trucks, vooral dan in 'Astral Traveller'. Van de kortere liedjes valt vooral 'Desolation' in de prijzen. Grappig zijn de lift geluiden in combinatie met de donkere sax van Dickinson en de inventiviteit van toetsen tovenaar Whitehead in afsluiter 'The Elevator Does Not Stop At This Floor'. Liefhebbers van met grote dosissen psychedelica gelardeerde space rock komen met deze 'Zodiak' ruimschoots aan hun trekken en daarmee halen Fred Laird en band toch weer hun slag thuis.

Black Tusk

Black Tusk
Tend No Wounds
Relapse Records
Tussen twee langspelers in verblijden deze sludge metal adepten uit Savannah ons met een zes nummers tellende ep. Naar goede gewoonte rolt het trio met de spierballen en gaat het er ruig aan toe. Al lijkt de groep nu meer greep te hebben en wordt er beter gedoseerd. Men mikt op een rockgerichte aanpak zonder dat het drietal daarbij zijn metal/hardcore achtergrond afzweert. Het is twintig minuten genieten geblazen met stevig beukende songs als ‘Internal / Eternal’, ‘Truth Untold’, het instrumentale ‘A Cold Embrace’ en ‘In Days Of Woe’. Meest in het oog springend is ‘The Weak And The Wise’ met zijn southern rock intro. Dat ze een rijzende ster zijn in het underground metal circuit hoeft dus niemand te verbazen. Deze ‘Tend No Wounds’ is een schot in de roos en tegelijk een leuke voorbode voor wat Black Tusk nog allemaal in petto heeft. Laat die nieuwe cd maar snel komen.

maandag 5 augustus 2013

Geir Jenssen


Geir Jenssen
Stromboli
Touch
Veelzijdige, Noorse artiest die we ook kennen als Biosphere, Bleep en Cosmic Explorer en actief was in groepen als Bel Canto en Time Probe. Is vooral bekend voor zijn ambient en techno muziek ook wel 'arctic ambient' genoemd. Onder zijn eigen naam legt hij zich meer toe op field recordings en soundtracks. Zijn meest recente exploot was een bezoek aan de vulkaan Stromboli op het Italiaanse eiland Sicilië. Het is nog één van de weinige, actieve vulkanen met veel kleine, soms goed waarneembare erupties. De laatste grote uitbarsting dateert van 13 april 2009. De opnames van Geir vonden plaats op 19 juli 2012. Opvallend aan het geluid dat de vulkaan produceert is dat je eerder denkt aan donder en bliksem, het geknetter van statische elektriciteit, kletterende regen of stormwind. Als je de drang om dit onbekende geluid een plaats te geven van je afzet dan imponeert en overweldigt de immense kracht van het natuurfenomeen. Ik vraag me af hoeveel voorbereiding het heeft gevraagd om deze onderneming tot een goed einde te brengen of kruip je gewoon de berg op, laat een microfoon over de rand van de krater zakken en klaar is kees? Op kant twee van 'Stromboli' bewerkt Jenssen het origineel. Loops geven het geheel een vertragend effect, op een bepaalde manier rust brengend. Toch blijft de oerkracht door zinderen. 'Stromboli' is een exceptionele geluidssensatie. Benieuwd welke de volgende stap gaat zijn in Geir Jenssen zijn avontuurlijk muzikaal parcours.

Philippe Petit


Philippe Petit
Needles In Pain
Alrealon Musique
Philippe Petit begon zijn carrière als dj in 1983. Het experimenteren en manipuleren van vinylplaten zit hem dan ook in de vingers. Het was een optreden van Christian Marclay en Otomo Yoshihide in 1993 in Marseille – 'War Of The Turntables' – dat hem nieuwe inzichten gaf. Van dan af gooide Petit zich helemaal op het turntablism, een techniek waarbij de dj zijn draaitafels als muziekinstrument gebruikt. Het kostte hem nog een aantal jaren om een eigen collectie op te bouwen van zelf opgenomen geluiden bestaande uit 'field recordings' en eigen creaties tot stand gekomen door het jarenlange gebruik van diverse technieken en het introduceren van allerhande voorwerpen en instrumenten. 'Needles In Pain' werd opgenomen in 2009 tijdens het FIME Festival. Voor zijn zogenaamde symfonie maakte hij gebruik van drie draaitafels plus een speciaal voor hem gebouwde extra toonarm met een aparte connectie, die hem bijvoorbeeld toeliet twee verschillende geluidselementen uit één door hem vooraf bewerkte vinylplaat af te spelen. Bij Petit speelt vooral de improvisatie en inspiratie van het moment een belangrijke rol. Dat gaat van met de naald over de groeven harken tot met de stylus wrijven over papier, karton of metaal. Dit vraagt een fysieke inspanning die het geheel een eigen dynamiek geeft. 'Needles In Pain' is opgebouwd uit twee 'bewegingen'. 'First Movement' is zeer abstract, minimalistisch en monotoon. Het vraagt concentratie om de subtiele veranderingen waar te nemen. Halverwege gaat het volume de hoogte in en kom je terecht in een storm van statische elektriciteit; naar het einde toe getemperd door een sonore, aanhoudende toon getemperd met fijnzinnig gekras. In 'Second Movement' komt er na een lang gerekte, gruizige intro van tien minuten een meer melodieuze ommezwaai. De inbreng van 'gewone instrumenten' maakt het plots ook een beetje toegankelijker. Al komen er verder in het fragment meer en meer vreemde geluidjes voor die het geheel een andere dimensie geven en het experimentele karakter versterken. 'Needles In Pain' is toch wel een unieke ervaring en wordt uitgebracht als 'picture disc' in een beperkte oplage.

Øresund Space Collective


Øresund Space Collective
Live At Kildemose Festival 2008-2010
Space Rock Productions SRP015/Sapphire Records 001
Sinds 2008 is het Øresund Space Collective vaste klant aan huis op het Kildemose Festival. Een alternatief festival ('for open-minded music lovers') dat al twaalf jaar bestaat. Plaats van gebeuren is het Deense eiland Fyn en het festival vindt plaats op de terreinen van de lokale brouwerij Refvindinge. Dit jaar gaat het festival door op 1,2,3 en 4 augustus en naast vele andere 'cult' bands zal het Øresund Space Collective andermaal present zijn. Het bijzondere aan de sets die het ØSC speelt is dat het uitsluitend gaat om geïmproviseerde stukken, waarbij het collectief al of niet wordt uitgebreid met gastmuzikanten. Een optreden van het ØSC is dus nooit tweemaal hetzelfde. Dat de heren naast improvisatietalent over een gezonde dosis humor en relativeringsvermogen beschikken bewijzen ze na ruim een kwartier tijdens 'The Sun Rises, The Band Flies!' (2008), wanneer wordt aangekondigd dat men best aan afronden denkt, want de geluidsman heeft al hard moeten werken en valt bijna in slaap.'Bring it on down, you guys', het neemt toch nog tien minuten in beslag. Helemaal uitfreaken en spacen kan tijdens de duizelig makende ('You guys seem ready to fly'), fantastische 'Kildermose Jam', gelicht uit de set van 2009. Kant vier is de enige die met 'Finding The Path Of Enlightment' en 'For The Joint Smokers' twee tracks telt, al blijft het concept hetzelfde en gaat men lekker improvisatorisch te keer. waarbij de laatste bijna klinkt als een 'gewone' rocksong. 'Live At Kildemose Festival 2008-2010' is uitsluitend verkrijgbaar als dubbelelpee. De oplage is eenmalig en bedraagt slechts 300 stuks.

NFD


NFD
Reformations
Jungle Records
NFD (Noise For Destruction), ze zijn terug van weg geweest. Het mini album ‘Reformations’ is het eerste teken van leven na het vijf jaar geleden verschenen ‘Deeper Visions’. De huidige bezetting bestaat uit oudgedienden Peter ‘Bob’ White (zang), bassist Tony Pettitt en gitarist Chris Milden. Nieuwkomers sinds 2009 zijn Cradle Of Filth gitarist James McIlroy en achter de drumkit zit de Italiaanse trommelaar Luca Mazzucconi. De groep werd mede door Pettitt en White opgericht in 2002 en heeft zijn recht van bestaan te danken aan de strubbelingen binnen de rangen van Fields Of The Nephilim. Qua groepsgeluid zat NFD bijna op de huid van The Nephilim en dat is ook vandaag nog altijd het geval. Hun mix van gothic en stevige, soms naar metal neigende rock, de hang naar mystiek, de cowboy hoeden en lange jassen; het maakt nog altijd deel uit van hun imago. Een ander huiskenmerk is de rauwe strot van frontman White. Het totaalbeeld dat je krijgt van NFD is verre van origineel en toch oefent hun muziek een bepaalde aantrekkingskracht uit. Neem nu het openingsfragment 'Now Or Never', het in klassieke goth rock gewortelde 'The Rapture', de betoverende gitaar riffs in het bezwerende 'Remain In Chains', de melodie van 'The Highwayman', de melancholie van 'What Will Be Will Be' of dramatiek in 'The Unknown' en 'One Slip'. Elke song bevat facetten die je op sleeptouw nemen. 'Reformations' heeft alles in zich om een reünie te rechtvaardigen. Het is ook de voorloper van het nieuwe NFD album 'Waking The Dead' dat in het najaar (oktober) zou verschijnen. Als het de bedoeling was om een verwachtingspatroon te scheppen dan zijn ze met deze release meer dan geslaagd in hun opzet.


Kine


Kine
Meditations In April Green
Alrealon Musique
Dit album van Kine is het vijfde luik in de PAS Curated Series. Plaats van gebeuren zijn de PAS Studios in Brooklyn, New York. Kine is een gelegenheidsproject dat tot stand kwam tijdens het bezoek van de Vietnamese zanger Dao Anh Khanh aan New York City. Naast Khanh maken ook Brett Zweiman, Amber Brien en Robert Pepper deel uit van Kine. 'Meditations In April Green' is samengesteld uit vijf, totaal van elkaar verschillende 'Meditations'. Deel 1 komt nog het dichtst bij de term 'meditatie', al geeft de manier van zingen een indicatie dat mijmeringen en gefilosofeer hier niet aan de orde zijn. Naar het einde toe zit je zelfs helemaal in een kraut rock sfeertje. 'Meditations 2' is uitgesproken minimalistisch. In volume stijgend geruis, een repetitief motiefje en wat onwezenlijk gefluister. Het rolt af en aan. Daar zit hem nou net de finesse. In deel 3 zijn het elektronische instrumenten, synthesizers en fluit die de stemming bepalen. De onrustige stem van Dao zoekt aansluiting bij de uiteenlopende klanken. In 'Meditations 4' produceert men elektronisch opgewekt gekwaak. De spanning wordt dermate opgedreven dat totale chaos dreigt. Een soort van rust, met een blijvende zweem van onderhuidse spanning, komt terug in sluitstuk 5. Het klinkt zelfs een beetje jazzy. Het Alrealon label doet met deze release zijn reputatie weer alle eer aan. 'Meditations in April Green', muziek die het incasseringsvermogen op de proef stelt.


Editors


Editors
The Weight Of Your Love
PIAS
Tijdens de voorbereidingen en de eerste oefensessies voor hun vierde album kwam er een eerste barst in het tot dan toe ongeschonden blazoen van Editors. Het tot dan toe perfect gelopen traject werd een halt toegeroepen. In zo verre dat gitarist Chris Urbanowicz, toch één van de sterkhouders bij Editors, aan de kant werd geschoven. ‘The Weight Of Your Love’ is meteen de eerste plaat met nieuwelingen en multi-instrumentalisten Justin Lockey en Elliott Williams. De langspeler begint fantastisch met drie schitterende songs ‘The Weight’, ‘Sugar’ (die baslijn) en ‘A Ton Of Love’. Wat een start en het is ook duidelijk dat na ‘In This Light And On This Evening’ het vijftal andermaal een nieuwe koers vaart. Tekstueel worden alle vormen van liefde en verliefdheid uit de doeken gedaan waarbij de fabelachtige stem van frontman Tom Smith alle aandacht naar zich toetrekt met als absolute hoogtepunt het met falsetstem gezongen ‘What Is This Thing Called Love’. Na enkele luisterbeurten krijg je de indruk dat men zich toch wat heeft vergaloppeerd door te veel de nadruk te leggen op het vocale aspect. Net zoals in 'What is Thing Called Love' krijgen de strijkers vrijs spel in zowel ‘Honesty’ als ‘Nothing’. Melancholie ten top waarbij je helemaal kopje ondergaat in een tot de rand gevuld bad van tranen. Het meerstemmige ‘Formaldehyde’ brengt gelukkig wat van de oude glans terug en is Editors op hun best. Met ‘Two Hearted Spider’ zit men op dezelfde golflengte van ‘The Weight’. In ‘The Phonebook’ sijpelen lokale invloeden, voor de opnames van ‘The Weight Of Your Love’ trok men naar de Blackbird Studios in Nashville, door. In afsluiter ‘Bird Of Prey’ duiken de violen weer op en mag nog eens een traantje geplengd worden. Dat ik deze 'The Weight Of Your Love' wat minder kan appreciëren dan hun vorige werk is een persoonlijke visie die niets afdoet aan de kwaliteiten van Editors, want dat dit album opnieuw een succesverhaal wordt staat als een paal boven water. Editors blijft één van de grootste acts van het moment en dat zal zo nog wel een tijdje blijven.

Earthling Society


Earthling Society
Zodiak
4 Zero
'Zodiak' is de titel van het nieuwe album en de opvolger voor het in 2011 verschenen 'Stations Of The Ghost'. Earthling Society probeert telkens te verrassen en deze keer doen ze dat met hulp van saxofonist Lew Dickinson en toetsenist Neil Whitehead. De elpee versie van 'Zodiak kwam al vorig jaar uit op Nasoni en verschilt nogal van de cd release. Op de eerste krijg je een ingekorte versie van de titelsong (toch nog goed voor 25 minuten) plus 'Astral Traveller' en de track 'Silver Phase'. De cd brengt de volledige titelsong (vier extra minuten), plus 'Astral Traveller' en nog drie extra nummers, doch 'Silver Phase' is daar niet bij. Earthling Society zoekt het in lange trips, want ook 'Astral Traveller' duurt 22 minuten. Namen die opduiken als referentiepunt zijn Hawkwind, Grateful Dead, Litmus en Ozric Tentacles, subgenres als dub, jaren zeventig rock, psychedelica, space rock en effecten als fuzz, wah-wah gitaren en geflipte elektronische snufjes die je de kosmos in keilen. Thema's die aangesneden worden in de teksten zijn occultisme, vervreemding, verval en cynisme. Naar mijn smaak is het 'jam gehalte' wat te hoog en grijpt men maar al te graag naar het grote arsenaal van trucks, vooral dan in 'Astral Traveller'. Van de kortere liedjes valt vooral 'Desolation' in de prijzen. Grappig zijn de lift geluiden in combinatie met de donkere sax van Dickinson en de inventiviteit van toetsen tovenaar Whitehead in afsluiter 'The Elevator Does Not Stop At This Floor'. Liefhebbers van met grote dosissen psychedelica gelardeerde space rock komen met deze 'Zodiak' ruimschoots aan hun trekken en daarmee halen Fred Laird en band toch weer hun slag thuis.

Devilskiss


Devilskiss
Albtraum
Danse Macabre
Voor het Duitse viertal Devilskiss is deze 'Albtraum' hun eerste volwaardige langspeler. Sterke man is zanger en songsmid Ronny Jurk. Zijn teksten zijn morbide en sinister, de manier van zingen rauw en agressief. De synths en piano zorgen voor een weemoedige noot en versterken het gothic aspect. De drums zijn voor het merendeel geprogrammeerd en dat geeft de songs een gekunsteld ritme en kille ondertoon. Neem daar de stevige bij metal aanleunende gitaarriffs bij en je krijgt een typisch electro, metal gothic rock product. Devilskiss kan bogen op een drietal prima songs als 'Maskenball', 'Henkersmahl', en 'Der Schmied'. De overige tracks worden zachtjes doodgeknepen en verzwelgen in een overvloed aan pathetiek, bombast en dramatiek. Producer Sven Louis Manke (Staubkind, Terminal Choice) koos hier duidelijk voor de weg van de minste weerstand. Devilskiss is een zoveelste, nieuwe telg die aansluiting zoekt bij de Neue Deutsche Härte beweging. Als debuut is 'Albtraum' alles bij elkaar genomen een verdienstelijke poging, maar ook niet meer dan dat.

A.T. Mödell


A.T. Mödell
Apocalyptophilia
Danse Macabre
In de nasleep van de voorspelling van het einde der tijden volgens de Maya kalender (uitgerekend op 21 of 23 december 2012; het lijkt alweer een eeuwigheid geleden) komt het Spaanse duo Rumi en Líyak met een eigen interpretatie van dit fenomeen. Dit album dat als titel 'Apocalyptophilia' meekreeg lijkt me zoiets als vijgen na Pasen. Mocht het tweetal nu nog muzikaal spijkers met koppen slaan dat had je ons niet horen zeuren over het concept. Nu doen we dat wel, want hun mix van industrial, electro en metal slaat nog geen deuk in een pakje boter. Daarbovenop is ook de zang ondermaats. 'Apocalyptophilia is een calvarietocht die uitloopt tot 72 minuten. Dat kan tellen. Van de eerste vijf songs is het alleen 'Dead In Sixty-Six Parts' dat wat goedmaakt. Het is niet meer dan een pleister op een houten been. Met de militaire cadans in 'The Doomsday March' komt er nog wat leven in de brouwerij, doch dan zitten we al ruim over de helft van het aanbod en is het onheil al lang geschied, want voor de rest is het echt huilen met de pet op met als ultieme dieptepunten de twee instrumentale 'Intermissions' die herinneringen oproepen aan de soms eindeloze 'interludes' van de BRT zaliger.