maandag 13 januari 2014

Culted

Culted

De wereld in onzekere tijden: een afspiegeling

De tijd dat muzikanten nog samen kwamen om te musiceren is geen evidentie meer. Vandaag zijn er heel wat artiesten die gebruik maken van nieuwe technologieën. Uitwisselen van ideeën en muziekbestanden gebeurt nu via internet. Opnemen kan individueel. Culted gaat helemaal mee in deze tendens. De vier groepsleden hebben zelfs nog nooit samen in één kamer gezeten. Driekwart is Canadees en de vierde man, zanger Daniel Jansson woont in Zweden. Nochtans, als je naar hun platen luistert krijg je niet de indruk dat het gaat om een artificieel tot stand gekomen werk. De heren hebben met ‘Oblique To All Paths’ net een tweede schijf uit. Tijd dus om Culted voor het voetlicht te brengen. Gesprekspartner van dienst is multi-instrumentalist Michael Klassen.
Paul Van de gehuchte

Waar komt de groepsnaam vandaan?
‘De groepsnaam is een idee van Daniel. Het is een term die verwijst naar de evolutie die groepen mensen doormaken in de samenleving via het zich organiseren en het kiezen of het zich laten opdringen van een leider. Die kan zijn macht consolideren door middel van onderdrukking en zo ontstaat er een cultus. Die kan persoonsgebonden, politiek of religieus getint zijn. Ook in de microkosmos, de beslotenheid van het gezinsleven of bij uitbreiding familie kan een cultus ontstaan. Iedereen binnen Culted is in meer of mindere mate gefascineerd door spiritualiteit, psychologie, filosofie en sociologie. Het zijn ook deze onderwerpen die een inspiratiebron zijn voor de teksten. Daniel houdt het bewust abstract. Zo krijgt de luisteraar de kans om de woorden op een persoonlijke wijze te interpreteren en zijn eigen conclusies te trekken.’

In hoeverre verschilt ‘Oblique To All Paths’ van ‘Below The Thunders Of The Upper Deep’?
‘Als betrokken muzikant is het niet gemakkelijk om je eigen werk te beoordelen, maar ik zal het proberen. Na de eerste contacten was het Daniel die met de vraag kwam of we geïnteresseerd waren om een in essentie doom metal band op te richten. Vanuit die vraagstelling begonnen Matthew Friesen en ikzelf met het samenstellen van wat wij beschouwden als doom riffs. Dit was het vertrekpunt voor wat ons eerste album zou worden. Om alle elementen tot een geheel te smeden waren we genoodzaakt om muziekbestanden uit te wisselen. De nadruk lag op het trage, het logge. Dat was heel typerend en bepalend voor het groepsgeluid. Ik denk dat we met ‘Oblique To All Paths’ iets breder gaan en een grotere variëteit van stijlelementen aanbieden. Er zitten meer subtiele schakeringen verweven in de composities.’

Meestal gaat het opnemen van een plaat gepaard met repetities en veel oefenen om in een later stadium de nummers live te kunnen brengen. Bij jullie is dat niet het geval.
‘Dat klopt. We zijn geen band in de traditionele betekenis. Ik denk dat als je individuen hebt die hetzelfde nastreven of een zelfde achtergrond hebben of hetzelfde verhaal willen vertellen, je dan de eenvormigheid krijgt die tot het doel leidt. Via de accumulatie van alle facetten, het harde werken, het creatieve proces kom je tot dat eindproduct. In ons geval was dat het album ‘Below The Thunders Of The Upper Deep’.’

Drummer Kevin Stevenson, gitarist/bassist Matthew Friesen en jijzelf zijn geboren en getogen in Canada. Hoe en wanneer hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet?
‘Kevin ken ik al heel lang. Ik was vijf jaar en hij vier. Zijn familie kwam aan de overkant van onze straat wonen en zo hebben we elkaar voor het eerst gezien en tot op vandaag zijn we vrienden gebleven. We zijn opgegroeid in een kleine stad in het landelijk gebied van de provincie Manitoba. Matthew Friesen woonde in een naburig stadje, maar liep bij ons school. Dat was toen in de zevende of achtste klas. Ik was dan veertien of zo. Net als Kevin is hij al jarenland een vriend. Ongeveer een jaar later hadden we samen met de broer van Kevin ons eerste bandje en was er geen weg meer terug (lacht).’ 

Je bespeelt verschillende instrumenten. Heb je muzieklessen gevolgd?
‘Op school kregen we muziek onderricht. Daar heb ik saxofoon leren spelen, maar verloor al snel mijn interesse. Ik wou liever gitaar spelen. Ik volgde een paar lessen, maar ik had het gevoel dat de muziekleraar me niet meer kon bijbrengen dan wat ik op mijn eentje kon leren. De meeste progressie heb ik gemaakt door met anderen te spelen, andere gitaristen te observeren en nummers proberen na te spelen. Ik kan noten lezen en kan van die kennis gebruik maken om saxofoon te spelen, maar op een gitaar lukt dat niet. Ik moet het allemaal zelf een beetje uitzoeken, maar eenmaal je de basistechniek in de vingers hebt lukt het uiteindelijk wel. Ook om basgitaar te spelen. Ik heb jaren bas gespeeld in een grindcore band. Dat was een goede leerschool. Thuis oefen ik vooral gitaar, maar ook piano, keyboards en drums.’

Jullie hebben ‘Whore’ van Swans gecoverd voor het mini album ‘Of Death and Ritual’. Op welke basis kies je een nummer van iemand anders?
‘In het geval van ‘Whore’ is het vooral de act Swans die op mij een verpletterende indruk heeft nagelaten. De manier van denken, de wijze van musiceren, dat heeft mijn visie en benadering over muziek helemaal omgegooid. Het heeft me ook de ogen geopend ten overstaan van de vele mogelijkheden die er bestaan binnen de constellatie van een muziekgroep. Swans heeft een enorme uitstraling en oefent zelfs een soort macht uit ten opzichte van de luisteraar. Swans bestreek een heel gamma van emoties gaande van verpletterend en schrikbarend over mooi tot melancholisch. ‘Whore’ is afkomstig van de compilatie elpee ‘Body To Body, Job To Job’ (1991). Het klinkt echt rauw en onbehaaglijk. Je hebt zo van die songs die je onmiddellijk van de sokken blazen. Iedere muziekliefhebber maakt het mee. Die momenten zijn zeldzaam, maar je vergeet ze nooit. En voor mij was ‘Whore’ zo een kippenvel gebeurtenis. Het nummer is in zijn originele versie als ‘Butcher’ terug te vinden op de langspeler ‘Cop’ van 1984.’

Hoe liep de verkoop van jullie eerste album?
‘Eerlijk gezegd, ik heb geen flauw idee. We hebben ook geen navraag gedaan bij Relapse. Ik veronderstel dat ze ons wel een overzicht zullen sturen begin volgend jaar of zo. Het is ook niet onze bekommernis. We hebben alle vier werk en of we geld verdienen met platen verkopen is tot vandaag bijzaak. Bij de start van Culted was het nooit een streefdoel om het als groep te maken, om bekend te worden. We zijn zelfs verbaasd dat we onderdak vonden bij een gerenommeerd label als Relapse. Culted is actief in een weinig populair genre. Bands zoals wij moeten het hebben van een meestal kleine, maar fervente aanhang. En als je het wat breder ziet; liefhebbers van metal muziek.’

Wat voor werk doe je?
‘Ik heb een baan in de educatieve sector. Daarnaast studeer ik nog aan de universiteit hier in Winnipeg. Kevin heeft een master diploma in sociologie, Matt werkt hier in Winnipeg voor de lokale overheid. Voor alles wat te maken heeft met infrastructuur en planning kan je terecht bij hem. Daniel weet ik niet zo goed. Die is met van alles bezig. Het schijnt dat hij een kei is in verschillende gevechtssporten.’

De meeste bands halen tegenwoordig hun inkomsten uit de verkoop van concerttickets en de daarbij afgeleide koopwaar. Vind je het niet spijtig dat jullie niet kunnen optreden?
‘Wat we nu aanbieden is inderdaad beperkt en de inkomsten zijn navenant. Al zouden we het graag willen: gezien de afstand die ons scheidt van Daniel is concerten spelen momenteel geen optie. Daniel naar Canada laten overvliegen is voor ons te duur. Dan nog repeteren en eventueel een concertreeks plannen is organisatorisch en financieel niet haalbaar. Ik weet dat een groep vaak wordt beoordeeld op basis van zijn live reputatie. Misschien lukt het ooit wel om iedereen op dezelfde plaats te krijgen. Voor ons blijft het in de eerste plaats een hobby waar je tijd moet voor vrij maken. Het komt er vooral op aan om alles zo veel mogelijk te plannen en de agenda’s op elkaar afstemmen.’

Hoeveel tijd spendeer je dagelijks aan muziek?
‘Wat het creatieve aspect betreft; zelf musiceren, oefenen en componeren ligt het moeilijk. De combinatie werk, gezin, hobby’s is moeilijk. Dat zal iedereen wel bekend in de oren klinken. Muziek blijft wel een bepalende factor gedurende de dag. Naargelang mijn dagindeling luister ik naar uiteenlopende muziek. Thuis, in het bijzijn van mijn kinderen, luister ik naar iets anders dan bijvoorbeeld in de auto of als ik ga fitnessen of fietsen. Ik sta open voor alle vormen en stijlen. Ik heb geen favoriete artiest. Laat ons zeggen dat alles wat onder de noemer metal valt een streepje voor heeft op de rest. (lacht)’

Met welke muziek ben je opgegroeid?
‘Ons gezin was erg conservatief en diep gelovig. Moderne muziek was dan ook des duivels. Het enige wat we te horen kregen waren psalmen en gebeden. Als jong volwassene heb ik me al snel gedistantieerd van die manier van leven en ben naar Winnipeg getrokken waar ik nu nog altijd woon. Mijn eerste kennismaking met rock en pop waren groepen als The Police, The Beach Boys, eigenlijk alles wat mijn pad kruiste. Een vriend zijn oudere broer had cassettes met muziek van Dio en AC/DC. Voor mij was dat een nieuwe, muzikale openbaring. Met mondjesmaat ga je dan op zoek naar nog hardere, luidere en extreme muziek. Zo kom je terecht bij Metallica, Megadeth, daarna Slayer en Sepultura enzovoort.’

Wat is vandaag je opinie over godsdienstbeleving in het algemeen?
‘Voor mij is opvoeding belangrijk. Iedereen moet bewust gemaakt worden van de eigenschap om kritisch te kunnen denken en van de meerwaarde die hij of zij kan betekenen voor de samenleving. En van het gevaar dat om de hoek loert. Bijvoorbeeld individuen die je trachten te beïnvloeden, te sturen of te onderdrukken. Godsdiensten hebben veel gemeen met politieke ideologieën. Zelf ben ik geen aanhanger van gelijk welke religieuze strekking, doch ik stel ze wel allemaal in vraag. Er zijn trouwens genoeg alternatieven voorhanden om je spiritualiteit te beleven. En moraliteit kan niet afhankelijk zijn van een of ander geloof. Ik ben geen voorstander van godsdienstlessen op school. Wel van het onderwijzen van de geschiedenis en het ontstaan van religies, want dat maakt deel uit van de ontwikkeling van de mens als denkend wezen. Het zou stom zijn om het bestaan er van te ontkennen.’   

In Europa horen we weinig of niets over Canada, tenzij er een ramp gebeurt. Hoe is het leven daar? Hoe zit het bijvoorbeeld met de economie?
‘Ik heb heel wat tijd doorgebracht in de Verenigde Staten en ben ooit één keer voor een paar weken op vakantie geweest in Europa. Ik denk dat er een grotere tegenstelling is tussen de VS en Canada dan tussen Europa en Canada. Het is moeilijk om het te omschrijven. Het zit hem soms in de kleine dingen, maar die maken uiteindelijk wel het verschil. Ik ben in Engeland en Frankrijk geweest en die landen hebben een rijke cultuur en geschiedenis. De meeste Canadezen stammen af van Europeanen, dus is het niet zo vreemd dat we een sterkere band hebben met dat continent. Hier hebben we ook niet die culturele verscheidenheid met de VS die Europese landen onderling wel hebben. Volgens wat ik er over gelezen heb zou Canada het financieel en economisch beter doen dan de VS. Een groot intern probleem is dat de oorspronkelijke bewoners van Canada derderangs burgers zijn. Wij noemen ze ‘third world citizens’. Hun levensstandaard ligt ver onder die van de andere Canadezen en zelfs onder de armoedegrens. Het zijn voornamelijk Inuit en ‘first nation people’ als Métis (mestiezen), Ojibweg en Cree. Al sinds het begin van de kolonisatie is de lokale bevolking achter gesteld en slecht behandeld geweest. Vandaag weigert de regering het probleem te erkennen. Het valt te vergelijken met een epidemie die zich over het hele land verspreidt. Als het zo doorgaat zijn deze groep autochtonen zelfs met uitsterven bedreigt. Dat zoiets zou gebeuren is een moderne natie van de 21ste eeuw onwaardig.’

Geen opmerkingen: