woensdag 8 oktober 2014

Megaherz


Megaherz

Tussen hard en hartverscheurend

Het Duitse Megaherz is misschien niet de meest bekende telg uit de Neue Deutsche Härte familie, maar stond wel mee aan de wieg van het genre. Speelde de band de eerste jaren van zijn bestaan nog alternatieve metal (denk aan Clawfinger, Faith No More), dan drukte men in 1998 met het album ‘Kopfschuss’ een weloverwogen verandering in stijl door. Met ‘Zombieland’ zijn ze toe aan hun achtste studioplaat en daar hoort een woordje uitleg bij. Gesprekspartner van dienst was gitarist Christian ‘X-ti’ Bystron.
Paul Van de gehuchte

De wereld van de ondoden
Voor jullie vorige album kozen jullie als titel en thema ‘Götterdämmerung’ de opera van Richard Wagner. Nu kiest Megaherz voor de wereld van zombies, mythische wezens die vooral door hun aanwezigheid in films, boeken en stripverhalen niet meer weg te denken zijn in de hedendaagse, populaire cultuur. Waarom precies zombies?
‘We zaten in de studio te overleggen over hoe we het verdere schrijfproces zouden aanpakken. We hadden al een paar nummers af en op de achtergrond speelde toen ‘Zombieland’. Dit liet zo een sterke indruk op ons na. Vooral zanger Lex Wohnhaas kreeg het zinnetje uit het refrein ‘Willkommen in zombieland’ maar niet uit zijn hoofd. Het kon bijna niet anders dan dat we ‘Zombieland’ als titel zouden kiezen, want het liedje had alles wat een typische Megaherz song moet hebben.’

Jullie willen alles dan perfect afgestemd hebben op het gekozen thema. Het hoesontwerp, de kledij, make-up, foto’s, tekeningen… . Hoeveel tijd neemt dat in beslag en hoeveel mensen hebben er aan gewerkt?
‘We zaten wat achter op het schema, dus we hebben een tandje moeten bijsteken. Alles bij elkaar bestond het voltallige team toch uit zes tot acht personen. Er komt veel bij kijken en het neemt altijd meer tijd beslag dan wat er eerst qua tijdsduur was voorop gesteld. Alles wordt ook minutieus bekeken en doorgelicht. Het was een redelijk hectische tijd.’

Hoe verliep het schrijven van de nieuwe songs?
‘Ik schrijf zelf de meeste nummers en het nam ook wat meer tijd in beslag dan verwacht. Bij elke nieuwe plaat wil je toch een andere invalshoek en tegelijk ook je vorige langspeler overtreffen. Het was een bewuste keuze om de muziek een andere wending te geven. Niet alleen uitpakken met harde riffs en beats, maar ook ruimte laten voor meer melodie en ons meer concentreren op de zanglijnen. Dat waren de voornaamste aandachtspunten. Het sleutelmoment op ‘Zombieland’ ligt bij ‘Gegen Den Wind’. Tijdens het concert op Wacken in 2012 hebben we voor het eerst ‘Gegen Den Wind’ als bisnummer gespeeld. Het publiek reageerde er erg positief op en toen wisten we dat dit de richting was die we moesten inslaan.’

Luister je soms nog naar vorige Megaherz platen?
‘Ja absoluut, wel niet regelmatig, maar dat hoeft ook niet. Die muziek is nooit ver weg, want je blijft je oudere werk spelen tijdens concerten. Ik ben er als het ware mee vergroeit.’

Het is een huizenhoog cliché, maar elke keer als er een nieuw album uitkomt wordt het naar voor geschoven als het beste wat de artiest in kwestie ooit heeft gemaakt. Is dat voor Megaherz met ‘Zombieland’ ook het geval?
‘Ik moet het cliché beamen. Eerlijk, ik vind ‘Zombieland’ onze beste plaat tot nu toe. Er gaat kracht vanuit. Dat is wat de fans van ons verwachten. Dat in combinatie met pathetiek, emotie en een zweem van hoogdravendheid. Ook compositorisch zijn we er op vooruit gegaan. Als je de songs beluistert dan is één van de sterke punten het gevarieerde aanbod.’

Een clown waar niet mee valt te lachen
De boosaardige clown figuur prijkte op de hoes van jullie eerste twee langspelers en kwam terug op het voorplan met de release van ‘Götterdämmerung’. Als frontman is zanger Lex er de personificatie van. Was dat een spontaan gebeuren of hebben jullie hem moeten aanporren?
Het grimmige, sinistere beeld van de grijnzende clown op de hoezen van onze eerste platen werd een beetje ons handelsmerk en is eigenlijk nooit helemaal uit beeld verdwenen. Het klopt dat we met de release van ‘Götterdämmerung’ het personage opnieuw hebben opgevoerd. De voorwaarde was dat Lex tijdens onze optredens in de huid van de clown zou kruipen. Hij moest zich daarvoor laten schminken, was daar eerst niet zo tuk op en als voorwaarde stelde hij dat de rest van de band ook make-up zou gebruiken. Wij stonden daar in het begin ook weigerachtig tegenover, maar nu is het zo ingeburgerd dat we het zelfs leuk vinden. Nu is het meer een wedstrijd om voor de pinnen te komen met de meest gave of ziekelijke uitbeelding. Het gamma blijft uiteraard beperkt, doch we trachten er toch een persoonlijke toets aan te geven die in overeenstemming is met elk zijn persoonlijkheid.’

Hoe kom je aan je bijnaam X-ti?
‘Dat is een lang verhaal (lacht). Ik heb een tante die in Wisconsin in de VS woont en die mocht me heel erg graag. Ze vond dat ik er altijd blij en goedgemutst bijliep. Ik deed haar altijd denken aan de voor haar leukste tijd van het jaar; de kerstperiode. Op kaartjes en in e-mails sprak ze me altijd aan met X-tian, zoals je X-mas, kerstmis kunt schrijven. Mijn medematen van Megaherz hadden dit ooit eens opgemerkt en overgenomen. Maar na een tijdje vonden ze het niet zo makkelijk om uit te spreken en het werd al snel afgekort tot X-ti. En dat is tot nu toe mijn roepnaam gebleven.’

Positie kiezen
Hoe moeilijk is het voor een groep als Megaherz om zich te onderscheiden van het ruime aanbod aan acts die tot de Neue Deutsche Härte beweging horen?
‘Wel, als je teruggaat in de tijd dan blijkt dat je Megaherz toch tot de eerste lichting mag rekenen die het nieuwe genre mee heeft gelanceerd. Het aanbod met gelijk gestemde bands is heel wat groter geworden en misschien behoort Megaherz niet tot de grootste en bekendste namen, maar als je onze historie overschouwt – straks zijn we twintig jaar actief - dan vind ik wel dat we onze plaats binnen de scene verdienen. Tijdens concerten en vooral festivals merk je dat de populariteit voor het genre niet afneemt. Meestal staan er drie, vier bands geprogrammeerd die dezelfde muziekstijl delen. Voor het publiek dat daar van houdt is zo een ruimer aanbod meegenomen en onderling ontstaat er een gezonde concurrentie. We zijn hoegenaamd niet rancuneus of afgunstig. Integendeel, we zijn heel blij met onze huidige positie in het Neue Deutsche Härte landschap.’

Een aantal jaren geleden waren jullie erg populair in de Verenigde Staten. Is dat nog altijd zo en zijn jullie nu al in Noord-Amerika op tournee geweest?
‘Wat vooral goed verkoopt in de USA is onze merchandising. Dat is uiteraard leuk meegenomen. Onze platenmaatschappij is nu ook van plan om het nieuwe album daar uit te brengen en te promoten. Financieel is het nog altijd heel moeilijk om daar een rondreis te organiseren. We kunnen niet van onze muziek leven. Zelf ben ik deeltijds muziekleraar en heb daarnaast een eigen muziekstudio gebouwd. Dat heeft ook een aardige stuiver gekost en vraagt ook altijd nieuwe investeringen. Je moet meegaan met je tijd en als er iets nieuws op de markt komt dat een verbetering betekent dan wil ik dat ook hebben. Voorlopig blijven de plannen voor een tournee in de Verenigde Staten nog een tijdje opgeborgen.’

Jullie zijn veel onderweg en dan gebeurt er wel altijd iets. Zijn er door de jaren heen anekdotes of voorvallen die je altijd zijn bijgebleven?
‘Je kunt je niet voorstellen wat er zich allemaal afspeelt. Meestal zaken die het daglicht schuwen en activiteiten die niet geschikt zijn voor publicatie. Laatst hadden we opgetreden in een club en als dan omstreeks vier uur in de ochtend de tent dicht gaat en de laatste bezoekers huiswaarts keren, dan geloof je je eigen ogen niet. Wat mensen al niet allemaal uitspoken als ze wat te veel hebben gedronken. Echt je wil het niet weten.’ (lacht)

Je ontmoet ook andere artiesten. Zijn er die een onuitwisbare indruk hebben nagelaten zowel als performer en als persoonlijkheid?

‘Twee geleden, tijdens hun Lichter der Stadt Tournee heb ik het genoegen gehad om kennis te maken met Der Graf, de zanger van de groep Unheilig. Het was het concert in München en ik was daar toevallig omdat Staubkind - de act die het voorprogramma zou verzorgen - me vijf dagen eerder had gebeld of dat ik wou inspringen om hun gitarist, die ze de avond er voor aan de deur hadden gezet, te vervangen. Het was een hele opgave om in slechts een paar dagen me hun songcatalogus eigen te maken. Om vooraf nog te repeteren was er zelfs geen tijd meer. Gelukkig is het allemaal prima verlopen. Na het optreden had ik dus de kans om met Der Graf te praten. Over de man is weinig bekend. Hij houdt zijn privéleven strikt gescheiden van zijn bestaan als muzikant. Bleek dat hij een zeer aangenaam mens is, genoegzaam in de omgang, intelligent en welbespraakt. Ik heb hem altijd bewonderd als muzikant en zanger en sinds die ontmoeting is mijn waardering alleen nog maar toegenomen.’ 


Op zoek naar de perfecte gitaar
Waar geef je veel geld aan uit? Heb je bijvoorbeeld een grote collectie gitaren?
‘Eigenlijk wel ja. Ik ben zelfs een beetje de tel kwijt geraakt. Ik heb er een twintigtal denk ik. Net als elke zichzelf respecterende gitarist ben ik op zoek naar de ultieme gitaar, het perfecte instrument met de meest uitzonderlijke klank. (lacht) Daarin zal ik altijd dezelfde blijven denk ik. Bijvoorbeeld, een achttal weken geleden heb ik me een ‘heavy relic’ Telecaster, een op artificiële wijze oud gemaakte gitaar gekocht in de Fender custom shop. Wel het is één van de beste gitaren waar ik ooit op heb gespeeld. Waarschijnlijk ga ik krak hetzelfde zeggen bij de volgende gitaar die ik koop, maar zo gaat dat nu eenmaal. (lacht) Als we live optreden gebruik ik meestal mijn ESP Black Eclipse en in de studio durf ik al eens naast de Eclipse, mijn ESP Viper te gebruiken. Voor ik bij ESP ben terecht gekomen gebruikte ik Framus gitaren. Ik kreeg daar de mogelijkheid om een gitaar, helemaal op maat te laten maken. Ik denk niet dat ze ooit in productie is gegaan. Het zijn Framus Diablo’s met onder meer Floyd Rose tremolo’s en ik bezit er twee exemplaren van. Daarnaast heb ik zes of zeven verschillende versterkers en vier of vijf verschillende soorten behuizingen voor luidsprekers.’

Naar welke muziek luister je?
‘Ik heb een brede smaak. Naar de radio luister ik bijna nooit. De programma’s lijken meestal nergens op. De talrijke Internet radio stations bieden heel wat meer mogelijkheden. Soms luister ik uitsluitend naar elektronische muziek. Dat interesseert me enorm. Bij Megaherz speel ik niet alleen gitaar, maar neem ook de keyboards, samples en het programmeren voor mijn rekening. Vandaar mijn belangstelling voor dat soort muziek. Meer recente platen die ik heel goed vind zijn ‘Sempiternal’ van Bring Me The Horizon, In This Moment, een Amerikaanse groep, vind ik ook goed en natuurlijk alles van In Flames. Killswitch Engage is één van mijn favorieten, net als Korn. Vroeger was ik een hele grote fan van Clawfinger. Met Megaherz zijn we destijds gestart omdat we muziek wilden spelen zoals Clawfinger dat deed, maar dan met Duitse teksten. Ben ook fan van ‘Hybrid Theory’ de eerste plaat van Linkin Park, Faith No More, Helmet, Rage Against The Machine… .’

Word je het toeren soms niet moe?
‘Nee, het klinkt misschien eigenaardig maar als we kunnen optreden en concerten spelen dan zien we dat als een soort van beloning, een prijs die we gewonnen hebben voor al het harde werk dat we geleverd hebben in de studio. We genieten echt met volle teugen van elk moment. Je krijgt ook direct feedback en interactie met het publiek. Dan voel je ook dat je muziek wordt geapprecieerd en dat is toch nog altijd het mooiste dat er is.’

Geen opmerkingen: