woensdag 31 juli 2013

Spiritual Beggars


Spiritual Beggars
 
Terug naar de basisbehoeften

Op 15 april verschijnt de achtste studio schijf van Spiritual Beggars. De groep, opgericht door Michael Amott in 1993 na zijn vertrek bij Carcass, dook voor zijn muziekkeuze het verleden in en verdiepte zich in het hardrock genre van de jaren zeventig. Ondanks personeelswissels, onder meer in het zangdepartement, wist Spiritual Beggars zich te handhaven en boekte zelfs menig succes. Met de release van ‘Earth Blues’ vieren ze ook hun twintig jarig bestaan. Tijd dus om de twee decennia te over schouwen en de uitverkoren spreekbuis was bassist Sharlee D’Angelo.
Paul Van de gehuchte

De magie van de studio
Hoe verliepen de voorbereidingen in aanloop naar de opnames van ‘Earth Blues’?
‘Eerst kwamen we samen om ideeën uit te wisselen. Tijdens de repetities krijg je dan voeling met het nieuwe materiaal. Iedereen levert zijn bijdrage en als bij een puzzel beginnen de stukjes dan op hun plaats te vallen. We vertrekken altijd vanuit thuis opgenomen demo’s en smeden die om tot de eigenlijke songs.’

Wanneer weet je dat een nummer echt af is en wie pakt daarvoor de verantwoordelijkheid?
‘Er hangt een soort magie in de lucht, een niet nader te omschrijven kracht die je vertelt wanneer je moet stoppen met te morrelen en te veranderen. Je moet het echt zelf aanvoelen en dat lukt ons tot nu toe aardig. Eenmaal als je bezig bent in de studio met de opnames is het moment van de waarheid aangebroken en dan kan je ook niet meer op je stappen terugkeren. Ik heb alvast niet de indruk dat we het met ‘Earth Blues’ hebben verprutst (lacht).’

De ziel van de hardrock
Luisteraars en fans die al wat ouder zijn herkennen ongetwijfeld de verwijzingen naar de muziek van Deep Purple, Rainbow en Whitesnake. Hoe ervaar je zelf de nieuwe songs?
‘Het blijft één grote mengeling van alles wat elke muzikant binnen Spiritual Beggars van muzikale bagage met zich meedraagt. Naast de drie die je al vernoemde horen daar zeker ook Uriah Heep en Black Sabbath bij, maar ook Frank Marino, UFO en nog een hele waslijst anderen die ik hier niet ga beginnen opsommen. Ieder nummer bevat meerdere herkenbare deeltjes en partikels die refereren naar bands uit de jaren zeventig, groepen waar we aan verknocht zijn. Wat we nooit doen is zomaar klakkeloos imiteren. Wat we brengen met Spiritual Beggars is en blijft muziek van de 21ste eeuw.’        

Is de titel ‘Earth Blues’ een referentie naar de basisbehoefte, naar de ziel van de hardrock?
‘We zien ons niet als onderwijzers of opvoeders, maar dit is nu eenmaal het soort muziek dat ook nieuwe fans aantrekt en daar horen ook jongeren bij, tieners die nog nooit van Deep Purple of Rainbow hebben gehoord. Soms hebben ze een vage herinnering uit de tijd dat hun ouders daar  naar luisterden. Je hebt dan nog de generaties die opgegroeid zijn met meer extreme metal of pakweg Mötley Crüe. Ook die horen muziek die hen onbekend in de oren klinkt, maar misschien wel overkomt als fris en vernieuwend.’

Leven, liefde en dood
Naast de muziek is er nog de sterke impressie die van de cover uitgaat. De combinatie van een jong verliefd koppel op een strand dat gefascineerd naar de horizon staart waar in plaats van de zon een reusachtige, nucleaire wolk in de vorm van een paddenstoel de hemel in vuur en vlam zet. Een mix van beelden die afzonderlijk in postervorm tijdens de jaren zeventig in menige tienerkamer aan de muur hing. Sharlee, geboren op  27/04/1973, is zelf een kind van de jaren zeventig.

Wat waren zijn persoonlijke ervaringen met de dreiging van de koude oorlog en de romantische voorstelling van de begrippen ‘vrije liefde’, ‘make love not war’?
‘Het interessante aan het samenbrengen van die twee beelden is dat die in één keer het menselijke scala van leven, liefde en dood omvatten. Dat stemt toch tot nadenken. In de jaren zeventig had je de koude oorlog en de dreiging van een nucleaire aanval of het vallen van een atoombom was een reëel gevaar. Het risico bestaat nog altijd, kijk maar naar landen als Noord-Korea, Iran, India en Pakistan, doch het is niet meer van dezelfde orde als toen. Als tegenpool had je destijds de grote anti-oorlog demonstraties, een voortzetting of zo je wilt uitvloeisel van de flowerpower beweging. Het waren toen toch woelige tijden en de meningen over de aanpak waren verdeeld. Ik ben alvast heel blij met het hoesontwerp die heel mooi aansluit bij de muziek’.’

Muzikale veelvraat
Sharlee speelde en speelt nog altijd in verschillende bands. Naar welke gaat zijn voorkeur uit?
‘Ik bekijk het anders. Elk project waar ik aan meewerk is verschillend. Ik zie het als uitlaatkleppen waarbij je je muzikaal talent optimaal kunt benutten, verschillende stijlen kan aanleren of perfectioneren. Dit biedt echt wel mogelijkheden. De meeste tijd besteed ik aan Arch Enemy. Als je daar negen maanden, dag in dag uit mee bezig bent dan is het een verademing, meer nog een bevrijding om dan over te stappen naar Spiritual Beggars. Voor mij is het een soort van vakantie om dan mijn eigen muzikale grenzen af te tasten en mijn muzikaliteit verder te ontwikkelen. Soms komen er dingen terug die je al lang was vergeten. Wanneer ik dan opnieuw aansluit bij Arch Enemy voel ik me als herboren.’

Je hebt er helmaal geen probleem mee om van stijl te veranderen?
‘Het is niet zo eenvoudig als het op het eerste zicht lijkt. Je moet er echt wel met je gedachten bij blijven en alles goed gescheiden houden. Zelf heb ik een trucje. Voor elke verschillende act of project gebruik ik andere basgitaren. Als ik op een podium sta of in de studio en ik ben even van de wereld dan kijk ik naar beneden en als ik het type basgitaar zie ben ik meteen weer bij de les en kan ik me de songs herinneren (lacht).’

Hoe hard is het fysiek en mentaal om telkens over te stappen van de ene band naar de andere?
‘Naarmate je ouder wordt is het fysiek meer belastend. Het voortdurend reizen en zich moeten verplaatsen van punt A naar punt B is één van de aspecten die ik minder leuk vindt aan mijn job als muzikant. Als je op de luchthaven zit te wachten op je twaalfde vlucht in één week tijd zit je wel eens te kniezen. Toch is het maar een klein ongemak als je de mogelijkheid krijgt en het geluk hebt om te mogen doen wat je graag doet. Ik zie me niet elke dag opstaan om zes uur om dan door weer en wind naar de fabriek of kantoor te gaan. Ik wou altijd al muzikant worden, dus ik ga zeker niet klagen en ben best tevreden met wat ik nu heb. Ik zie het ook niet in termen als ‘belastend’ of als een ‘hard bestaan’. Na een concert ben je nu soms vermoeid en op het feestje achteraf ga je minder fel te keer dan vroeger, maar als dat de prijs is die ik moet betalen, dan graag.’

Geen dag zonder muziek
Hoe ziet je dag er uit als je niet met muziek bezig bent?
‘De dag dat ik niet met muziek bezig moet nog komen denk ik. Als ik een vrije dag heb dan ga ik me nogal snel vervelen en dan pak ik van lieverlee mijn gitaar en begin te spelen. Bijna alles wat ik doe is met muziek gerelateerd. Ik heb geen echte hobby’s. Ik verzamel geen postzegels of memorabilia of zo. Ik reis veel voor mijn werk en daar probeer ik dan van te genieten. In steden waar ik voor het eerst kom ga ik op verkenning. Af en toe reis ik in mijn eentje, maar dat gebeurt slechts zelden. Als ik thuis ben dan ga uit met mijn vrienden, een pintje pakken of concert meepikken bijvoorbeeld. Ik heb geen partner dus ik heb geen verantwoordelijkheid af te leggen aan iemand. Ik kan doen waar ik zin in heb. Ik vind het ook niet evident om met iemand samen te wonen, want het merendeel van de tijd zou ik er niet zijn. Ik ken veel muzikanten die een gezin hebben. Hoe ze het doen weet ik niet, maar mij zou het nooit lukken om de boel bij elkaar te houden.’

Heb je een dagelijks ritueel en ben je bijgelovig?
‘Ik begin de dag altijd met wakker worden (lacht). Eenmaal uit bed drink ik een kopje koffie, kijk mijn mails na om te zien of ik ergens verwacht wordt en surf een beetje op het wereldwijde internet. Het enige verschil is dat dit de ene dag iets sneller gaat dan de andere. Hangt een beetje af van de dagelijkse situatie. Het klinkt allemaal een beetje saai. Je zou verwachten dat er meer spannende dingen gebeuren, maar dat is niet het geval (lacht).’
‘Nee, ik ben niet bijgelovig. Ik geloof niet in het bovennatuurlijke. Eigenlijk zou ik het wel willen. Het lijkt me gaaf om in iets te kunnen geloven, maar zolang er geen bewijs is… . Ik ben een beetje een agnost op dat gebied.’

Waardering en steun
Je hebt een naar jezelf genoemd model van basgitaar. Hoe belangrijk is dat voor je?
‘Ik denk dat het acht jaar geleden is dat Ibanez bij me kwam aankloppen om een eigen model te lanceren. Eerst was er de Ibanez Iceman SDB1 en sinds kort is de SDB2 op de markt. Die verschilt niet zoveel van nummer één. Qua geluid komt deze meer in de buurt van een Fender. De SDB2 is een stuk goedkoper. De SDB1 kostte tussen de 1.100 en 1.200 euro. Vind ik persoonlijk redelijk duur. De SDB2 is te koop voor ongeveer de helft van die prijs. Dat scheelt toch een slok op de borrel. Maar het is een prachtig instrument waar ik heel trots op ben.’
‘Het is belangrijk in die zin dat je als muzikant gewaardeerd wordt. De samenwerking met de mensen van Ibanez verliep heel vlot. Hoeveel er verkocht zijn weet ik niet. Eén of twee keer per jaar krijg ik een overzicht. Ik ben daar ook niet echt mee bezig. Het aandeel in de winst is uiteraard meegenomen. Voor mij was het belangrijk dat er een instrument werd gebouwd, rekening houdend met mijn wensen en zeg maar op maat gemaakt. Dat is toch wel een ongelooflijke ervaring. Soms tijdens concerten brengen fans exemplaren mee waarbij ze willen dat ik die signeer en dat is een opzwieper van jewelste.’

Bezit je zelf veel basgitaren?
‘Ja, ik heb er toch redelijk wat. De meeste heb ik lange tijd op gespeeld, maar na een aantal jaren gaan er onderdelen stuk en dan stuur ik ze bij wijze van spreken met pensioen. Ik had een oude Rickenbacker, gekocht in 1990, bouwjaar 1970 en zo goed als nieuw. Ik heb er vijftien jaar op gespeeld en de gitaar had daar erg onder geleden. Ik wou eigenlijk alleen op die gitaar spelen, doch ik besefte dat zoiets onmogelijk was. Nu bestel ik regelmatig een nieuw exemplaar, meestal in een andere kleur en een andere afwerking. De oude wordt dan ‘geparkeerd’ in de garage. Die begint aardig vol te lopen. Er staan er nu twintig, dertig denk ik.’

Welke heb je gebruikt tijdens de opnames van ‘Earth Blues’?
‘Ik heb er verschillende gebruikt. Natuurlijk mijn eerste Iceman met Sunburst afwerking. Daarmee verkrijg ik een typisch jaren zestig, zeventig geluid. Zit wat de klank betreft ergens tussen een Precision en een Jazz basgitaar. Om wat meer variatie te hebben gebruikte ik daarnaast nog een oude Fender Precision en een Fender Jazz.’

Een terugblik
Spiritual Beggars viert dit jaar ook zijn twintigjarig bestaan. Wat zijn in jouw carrière bij de band de hoogte- en laagtepunten?
‘Het eerste album waar ik aan meewerkte was ‘Demons’ in 2005. We trokken op tournee naar Japan met Dio en dat was echt wel een bijzondere ervaring. Het feit Ronnie James Dio te ontmoeten was al iets speciaals en dan ook nog met hem op rondreis trekken was fenomenaal. Door de jaren heen hebben we een aantal fantastische shows gespeeld en ik hou ook van alle drie de albums die we uitbrachten en waarop ik mocht meespelen. Ik ben altijd een fan van het eerste uur geweest van Spiritual Beggars, al van bij de eerste ep uit 1994. Op elk van hun platen staan wel een aantal van mijn favoriete songs. Tijdens de op stapel staande tournee zijn we zinnens om naast het nieuwe materiaal ook een overzicht te brengen van Spiritual Beggars liedjes van de afgelopen twintig jaar. Het staat nu al vast dat de concerten iets langer zullen duren dan normaal.'

En anekdotes?
'Eentje is me bijgebleven. Toevallig van die toer met Dio. In zijn band speelde Craig Goldie gitaar. Hij stond te kijken tijdens onze soundcheck. Hij complimenteerde Michael voor zijn gitaarspel en het moet gezegd, iedereen was toen in topvorm en het liep echt wel lekker. Tijdens het optreden merkte ik dat er tijdens een solo van Michael iemand achter hem stond. Eerst dacht ik dat het onze zanger was Janne JB Christoffersson, maar die stond aan de andere kant van het podium. Bleek het een euforische Craig Goldie te zijn die Michael bijna omhelsde terwijl die zijn gitaarsolo aan het spelen was en dat voor de ogen van tweeduizend toeschouwers (lacht).'


Geen opmerkingen: